JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De Zondvloed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Zondvloed

Overzicht van de stof

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

De zonde neemt toe

In de tijd waarin Noach leeft, houden de mensen steeds minder rekening met de Heere en Zijn geboden. Er zijn twee "geslachten" onder de mensen: de nakomelingen van Kaïn, die de Heere niet dienen en de nakomelingen van Seth, die "Gods zonen" genoemd worden. Helaas vermengen deze twee geslachten zich. De nakomelingen van Seth gaan de meisjes van het geslacht van Kaïn opzoeken. Ze zien dat ze "schoon" zijn en kiezen daarom hun vrouwen uit die meisjes. Deze gemengde huwelijken hebben tot gevolg dat ook het geslacht van Seth steeds verder van God afwijkt. Het komt uiteindelijk zover dat ze helemaal in de wereld opgaan. Zo heeft de grote verleider zijn gruwelijke doel bereikt. Niets is zo gevaarlijk voor de toekomst van de kerk, als een gemend huwelijk.

Het oordeel wordt aangezegd

De zonde bereikt haar hoogtepunt en het oordeel kan niet uitblijven. De Heere ziet de ongerechtigheid van de mensen. De wereld is rijp voor de straf van de vernietiging. Hat berouwt God dat Hij de mens gemaakt heeft en Hij kondigt Zijn straffen aan. Zijn geduld is echter zo groot dat Hij een uitstel geeft van honderd en twintig jaren, opdat de mensen zich nog kunnen bekeren. De enige die de Heere nog dient is Noach. Het is voor hem een dagelijkse kwelling te zien dat het kwaad losgebroken is en dat Gods heerlijke gaven op een vreselijke wijze misbruikt worden. Aan hem kondigt God het oordeel aan: alles wat op de aarde leeft zal verdelgd worden. En Noach gelooft het ondanks dat hij er nog niets van ziet. Noach moet een ark bouwen van driehonderd ellen lang, vijftig ellen breed en dertig hoog, met drie verdiepingen, verdeeld in kleine afdelingen. Als een zichtbare prediking bouwt Noach dan de ark. Honderd en twintig jaar doet hij er over. Alleen wie in de ark is, zal ontkomen aan de vreselijke watervloed.

Het oordeel gekomen

In die honderd en twintig jaren denken de mensen er niet aan zich tot de Heere te bekeren. Ze genieten te veel van hun zondige leven. Als de ark gereed is, geeft de Heere opnieuw Zijn bevelen. Het oordeel gaat nu komen. Noach en zijn gezin moet in de ark gaan. Ook moet Noach van de reine dieren zeven paren en van de onreine dieren een paar in de ark brengen. Hij moet ook zorgen dat er voldoende voedsel is. Elk dier dat binnenkomt en zijn plaats gewezen krijgt, is een waarschuwing voor de omstanders: er gaan vreselijke dingen gebeuren. Maar als na zeven dagen alles binnen is, heeft er nog niet één zich bekeerd. Dan sluit God Zelf de deur van de ark. Het verschrikkelijke oordeel breekt los. Boven het gekerm van de mensen uit klinkt de donder van het water dat uit de aarde losbreekt. Razend slaat uit de zwarte luchten de gulpende regen, een wolkbreuk zonder einde. Veertig dagen en veertig nachten duurt het noodweer. Vijftien ellen stijgt het water boven de hoogste berg. Dan wordt het stil. Een dodelijke stilte na het oordeel.

God houdt zijn belofte

God vergeet Zijn belofte niet. Hij denkt aan Noach en de zijnen en aan al de dieren die in de ark zijn. Na vijf maarden begint er een krachtige wind op te steken. Het water begint te verdampen en te zakken. Op de zeventiende dag van de zeventiende maand loopt de ark vast op de berg Ararat en op de eerste dag van de tiende maand worden de toppen van de bergen zichtbaar. Nog veertig dagen wacht Noach. Dan laat hij een raaf uitvliegen om zo te weten te komen hoever de aarde al opgedroogd is. De raaf keert niet terug, een teken dat het dier weer op aarde kan leven. Een duif wordt uitgelaten. Ze wiekt hoog op van Noachs hand, maar voedsel vindt ze niet. Ze keert terug omdat er nog geen zaad is om op te pikken. Zeven dagen wacht Noach. Dan stuurt hij weer een duif uit om berichten van de aarde te halen. 's Avonds ontdekken de ontroerde arkbewoners een afgebroken olijfblad in haar bek. Het boodschapt Gods gunst: de aarde spruit weer uit, de bomen krijgen weer blad. Als Noach zeven dagen later de duif weer uitlaat, keert ze niet terug. Ze heeft een plaats gevonden om te wonen en voedsel om te leven.
Meer dan een jaar nadat de vloed losbrak, komt de Heere weer tot Noach met nieuwe bevelen, nieuwe opdrachten, nieuwe beloften. Het grote ogenblik is aangebroken als de deur wordt geopend. Maanden lang heeft het schip reeds gelegen op de toppen van de berg. Niemand heeft de ark mogen verlaten. God Zelf bepaalt de tijd: de tijd voor de dag van het oordeel en de tijd voor de dag van Zijn genade.

Gods verbond met Noach

Het eerste dat Noach doet als hij voet aan land zet, is het bouwen van een altaar. Enkele van de reine dieren uit de ark vormen het offer. De Heere aanvaardt het offer "en rook die liefelijke reuk". Nooit meer zal de kringloop van de natuur door een zondvloed doorbroken worden. God geeft ook een teken, een onderpand van Zijn verbond met Noach: de regenboog. Als de boog in de wolken zal zijn, dan zal God aan Zijn verbond denken. Het verbond dat God heeft opgericht met Noach en met alle vlees dat op de aarde is. Wat een wonder dat God nog met mensen van doen wil hebben. Daar herinnert de regenboog ons aan. Denk daar veel aan, ook in onze tijd die zo veel lijkt op de tijd voor de zondvloed. En kijk dan niet alleen naar de wereld om je heen, maar vooral in je eigen hart. Hebben wij het niet best naar onze zin in deze wereld zonder God? En dan nog is er de regenboog als bewijs van Gods belofte en trouw.

Achtergrondinformatie

Noach

Noach was een zoon van Lamech uit het geslacht van Seth. Bij de naamgeving van deze zoon sprak Lamech de volgende verwachting uit: "Deze zal ons troosten over ons werk en over de smart onzer handen, vanwege het aardrijk dat de Heere vervloekt heeft". Letterlijk betekent de naam Noach: "rust". Noach wordt ons in de Bijbel getekend als een rechtvaardige en zijn naam wordt meerdere malen vermeld: Jesaja 54: 9, Mattheus 24: 37-39, Lukas 17: 26 e.v. en 2 Petrus 2: 5. Op 950-jarige leeftijd stierf hij.

Zondvloed

Het woord zondvloed komt in Genesis niet voor. In de Bijbel staat het woord alleen in het Nieuwe Testament, namelijk in Mattheus 24: 38, Lukas 17: 27, 2 Petrus 2: 5 en 3: 6. Het gedeelte "zond" van het woord "zondvloed" heeft niets te maken met het woord zonde maar is afgeleid van het oudgermaanse woord "sint" wat "algemeen" betekent. Zondvloed betekent dus "algemene vloed".

Duur van de zondvloed

De zondvloed begon op de zeventiende dag van de tweede maand, terwijl op de 27e dag van de tweede maand van het volgende jaar de aarde weer droog was. De zondvloed heeft dus twaalf maanden en tien dagen geduurd. Omdat met één maand in het Oude Testament wordt bedoeld de tijd die verloopt van de ene nieuwe maan tot aan de andere, dat is ruim 29½ dag, duurde de zondvloed zo'n 365 dagen.

De ark

Het woord ark is afgeleid van het Latijnse woord "arca", dat wij een kastschip kunnen noemen. Wij kunnen ons de ark het best voorstellen als een bark met vierhoekige bovenbouw in de vorm van een kast. De ark moest moest worden gemaakt van goferhout (waarschijnlijk cypressenhout). De afmetingen van de ark waren: 300 el lang, 50 el breed en 30 el hoog, dat is ongeveer 150 meter lang, 25 meter breed en 15 meter hoog. De ark was ingedeeld in kamers en bestond uit 3 verdiepingen. Aan de binnenkant en de buitenkant was de ark bestreken met pek om het geheel waterdicht te maken. Waarschijnlijk vormde het dak van de ark een luifel: in de wanden vlak onder het dak was een opening die langs het gehele schip liep. Deze diende voor de toevoer van lucht en licht. Op bepaalde punten stonden dan steunbalken waarop het dak steunde.

Reine en onreine dieren

Reine dieren zijn herkauwende en kloofhoevige zoogdieren, de gevinde en geschubde vissen, onrein zijn de overige zoogdieren en vissen, ook de roofvogels en vele kleine dieren. (Lev. 11 en Deut. 14)
Voorbeeld reine dieren: rund, schaap, geit, hert, buffel, das, sprinkhaan.
Onreine dieren: kameel, konijn, haas, zwijn, arend, havik, gier en raaf.

Berg Ararat

Ligt in Noord-Masopotamië, het is de hoogste top, ruim 5000 meter.

Raaf

Leeft van aas en kan zich redden zodra er maar een droog plaatsje te vinden is.

Duif

Een vogel die in de bomen leeft en zaad eet.

Olijfblad

Teken van heil en vrede en een bewijs dat het oordeel van God geëindigd was en dat mens en dier de ark weer mochten verlaten om weer op de aarde te wonen.

Regenboog

Na de zondvloed wordt de regenboog een verbondsteken, een beeld van genade en van hoop. Je ziet de regenboog als de zon op de regendruppels schijnt zodat er een heldere veelkleurige boog ontstaat. (Ezech. 1: 28, Openb. 4: 3)

De heilige doop

In het formulier om de Heilige Doop te bedienen wordt een vergelijking getrokken tussen Noachs bewaren in de ark en de Doop. Een vergelijking die in 1 Petr. 3: 20 en 21 terug te vinden is. Zoals de ark het enige redmiddel was tot behoud van Noach, zo is het enige redmiddel voor ons de reiniging door het bloed van Jezus Christus hetwelk de doop beduidt.

Het berouw van God

Hier wordt op mensvormige wijze van God gesproken. Als er in de Bijbel gesproken wordt over het berouw van God lijkt dit in tegenspraak te zijn met Gods onveranderlijkheid. Het is niet zo gemakkelijk om de betekenis hiervan aan jongeren duidelijk te maken. Misschien kan het volgende voorbeeld hierbij helpen.
Als je in een korenmolen rondloopt kan het gebeuren dat je twee verschillende touwen ziet hangen. Door een gat in het plafond steken deze beide touwen naar beneden. Het lijken twee verschillende touwen te zijn, maar toch is het één touw. Boven het plafond hangt namelijk een katrol waarover het touw loopt. Doordat wij alleen de twee uiteinden van het touw zien, lijken het twee touwen te zijn. Zo is het ook met het berouw en de onveranderlijkheid van God. Hij blijft altijd dezelfde en Zijn besluit is onveranderlijk. Van de mens uit gezien lijkt het soms of Gods besluiten veranderen, maar bij God hoort alles tot hetzelfde besluit. We lezen van het berouw van God bijvoorbeeld ook bij Jona.

De historiciteit van de zondvloed

De schepping, de zondvloed en het bestaan van de ark behoeven niet bewezen te worden. Wij geloven het omdat de Heere het in de Bijbel heeft laten beschrijven. De evolutieleer gaat er van uit dat het bestaande is ontstaan door geleidelijke ontwikkeling van het lagere tot het hogere in een tijdsbestek van miljoenen jaren. De creationisten gaan uit van de schepping en proberen vanuit dat gegeven de huidige toestand te verklaren. Natuurlijk wijzen we het evolutionisme af, maar ook het creationisma moeten we kritisch benaderen. Positief is dat men uitgaat van bijbelse gegevens, maar het mag er nooit om begonnen zijn te bewijzen "dat de Bijbel toch gelijk heeft". De Bijbel heeft gezag omdat het het Woord van God is en niet omdat het bewezen is.
Vooral op +12 verenigingen zullen de jongeren toch met vragen komen over de historiciteit van de zondvloed, of alle dieren wel in de ark konden, of de zondvloed werkelijk wereldwijd was e.d.. U mag niet om deze vragen heengaan. Na er op gewezen te hebben dat de zondvloed er geweest is omdat het in de Bijbel staat, kunt u bijvoorbeeld het boek "De ark in de branding" van de bekende dr. W.J. Ouweneel bespreken. Hij gaat van de stelling uit, dat wanneer de zondvloed - een wereldomvattende katastrofe - werkelijk heeft plaatsgevonden, de sporen daarvan in de aardkorst te zien moeten zijn. Ten aanzien van de vorming van aardlagen, de ouderdom ervan en het ontstaan van dier- en plantensoorten staan twee modellen (theorieën) tegenover elkaar n.l. het evolutiemodel en het scheppingsmodel. Het evolutiemodel veronderstelt een zeer oude aarde. De vorming van vele aardlagen zou in de de loop van miljoenen jaren zeer geleidelijk (uniformatisme) hebben plaats gevonden. Verder veronderstelt het dat het leven op aarde zich ontwikkeld heeft - eveneens in miljoenen jaren- door geleidelijke overgang van lagere en hogere organismen. Het scheppingsmodel gaat er daarentegen vanuit dat God alles geschapen heeft. Dus een jonge aarde en geschapen planten- en diersoorten en mensen. Het zal duidelijk zijn dat in dit model de zondvloed een centrale plaats inneemt. De structuur en de opeenvolging van bepaalde aardlagen doen sterk vermoeden dat zij in een korte tijd gevormd moeten zijn. Zo zijn er aardlagen gevonden waarin boomstronken dwars door verschillende lagen heen steken. Dat de vorming van deze lagen snel moet hebben plaats gevonden kan worden afgeleid uit het feit dat gedurende een lange tijdsduur de stronken verrot zouden zijn. De verklaring voor de snelle vorming van de aardlagen, wordt beschreven in hoofdstuk vijf.
In dit boek wordt de z.g. C-methode besproken. Dit is een methode om de ouderdom te bepalen van voorwerpen die het element koolstof bevatten. Prof. Whitelaw constateerde dat de veronderstelling waarop deze methode berust onjuist is. Hij heeft een correctie uitgevoerd en hij kwam toen tot de ontdekking dat geen der voorwerpen ouder is dan 7000 jaar. De schrijver gaat ook in op vragen als: Ligt de ark nog op de berg Ararat? Konden alle dieren in de ark? Waar bleef het water na de zondvloed? In dit boek neemt de auteur krachtig stelling tegen zich Christen noemende wetenschappers die Genesis 1 t/m 11 historisch niet serieus nemen. Op blz. 107 en 108 lezen we: "Veel christen-geologen wekken de indruk dat zij door hun uniformitarisch denken daartoe niet meer in staat zijn. Zulke mannen schijnen er van uit te gaan dat het momenteel populair uniformitarisme tot elke prijs gehandhaafd moet blijven, wil het christendom voor het twintigste-eeuwse denken geloofwaardig blijven". En op blz. 109: "Als we het dan tóch over de "geloofwaardigheid" van de christelijke boodschap hebben: welke evangelische Christen kan menen dat als hij het ene na het andere bijbelse bolwerk prijsgeeft -niet aan "wetenschap" maar- aan filosofieën als het uniformitarisme en het evolutionisme, hij straks dat laatste bolwerk: de feiten rond de persoon van Christus Zelf - de meest wonderlijke en "onwetenschappelijke" feiten van alle - wel zal kunnen houden?" Nu, dit gebeurt dan ook niet: de evangelische geologen die zich in het uniformitarische denken hebben ingevroren, bevinden zich helaas in het gezelschap van de "nieuwtestamentici" die ook van de waarheid aangaande Christus Zelf geen spaan heel laten". Naar onze mening raakt dr. Ouweneel hier de kern van de zaak. Wanneer men de wetenschap laat heersen over de Bijbel, dan moeten er hoofdstukken als zogenaamd mythologische verpakking beschouwd worden. Zonder schroom stelt men dan ook dat de wonderen niet gebeurd kunnen zijn, omdat deze strijdig zijn met de uitspraken van de natuurwetenschap. Men realiseert zich echter niet dat de natuurwetenschap geen uitspraak mag doen over een eenmalige gebeurtenis, zoals een wonder. Per definitie behoort slechts dat tot tot het terrein van de natuurwetenschap wat herhaalbaar (reproduceerbaar) is, dat wil zeggen dat een bepaald experimenteel resultaat door een andere onderzoeker, die hetzelfde experiment onder dezelfde condities uitvoert, eveneens moet worden gevonden. De schepping van de kosmos, het ontstaan van het leven en alle Bijbelse wonderen zijn niet reproduceerbaar in het laboratorium en daarom ontoegankelijk voor de natuurwetenschappelijke methode. Dr. Ouweneel wil het werk van de Amerikaanse creationisten meer bekendheid geven. Dit is een groep geleerden die uitgaat van de Bijbel als het onfeilbaar Woord van God. Hoewel we veel waardering hebben voor het werk van deze geleerden moet toch gezegd worden dat ook zij uitgaan van bepaalde vooronderstellingen. Het is niet de bedoeling van de schrijver om het scheppingsnrdel te verabsoluteren of het te gebruiken om de waarheid van de Bijbel te bewijzen, maar veeleer tracht hij aan te tonen dat er voor bepaalde verschijnselen ook andere verklaringen zijn dan die welke de evolutietheorie ons opdringt. Wie hierover meer wil weten moet zeker dit boek bestuderen. Zie voor meer informatie ook "Het wonder van de schepping", Mivo-16, 6e jaargang, nummer 4.

Aanwijzingen voor het gebruik

Het maken van de ark

Het maken van de ark en zijn omgeving is een uitstekende verwerkingsvorm voor alle leeftijdsgroepen. Het beste kunnen hiervan wat grotere groepswerkstukken gemaakt worden. Verdeel de club in groepjes van ongeveer vijf leden en geef opdracht om de ark te maken. Dit kan - afhankelijk van de leeftijd - op verschillende manieren. Hoe de ark er uit zag is niet bekend. Wel worden de afmetingen aangegeven, maar hoe lang een el was, is ook niet zeker. Meestal wordt er van uitgegaan dat het een el van vijftig centimeter was. Verder weten we dat de ark drie verdiepingen telde die in afdelingen verdeeld waren, dat er aan de zijkant een deur zat, en dat er waarschijnlijk net onder het dak een rij ramen aangebracht was. Voor de jongsten zijn deze gegevens niet zo belangrijk, maar de ouderen kunnen er een goed gebruik van maken. Ze kunnen er in ieder geval voor zorgen dat de verhoudingen tussen lengte, breedte en hoogte ongeveer kloppen.

De ark

De ark kan van een doos gemaakt worden, of door een aantal dozen aan en op elkaar te plakken. Op de wanden kunnen deuren en ramen getekend of geplakt worden. Je kunt deze ook uitknippen.
De oudere leden kunnen eerst een ontwerp maken en losse stukken karton, die ze bijvoorbeeld van dozen halen, aan elkaar plakken.

De dieren

De dieren kunnen gemaakt worden van klei. Ze kunnen ook uit stevig papier of karton geknipt worden. Neem dan dubbel gevouwen materiaal en laat de bovenzijde aan elkaar zitten zodat de dieren kunnen staan.
Oudere leden kunnen dieren van ijzerdraad maken en deze bekleden met lapjes die in gips gedompeld zijn. Ook vormen met fijn gaas en daarna papier-maché er op is erg leuk. Zelfs is het mogelijk om dieren te figuurzagen.

De mensen

De mensen kunnen ook van klei gemaakt worden. Een andere mogelijkheid is het bewerken van "pijperagers". Mensfiguren kunnen ook dubbel uitgeknipt worden en daarna gekleurd. Vormtouwfiguren, lege plastic flacons of ijzerdraadfiguren kunnen goed aangekleed worden met papier of lapjes stof.

De onder- en achtergrond

Zet "de ark" op een groot stuk etalagekarton, waarop lijm gesmeerd wordt, waarover zand gestrooid wordt. Crepepapier luchtig op lijm vastplakken geeft ook goed resultaat. Met wasco of verf is een achtergrond vlug gemaakt. Om de ondergrond iets meer reliëf te geven, kunnen we kippengaas vormen, waarover crepepapier gaat. In de gaten van het gaas kunnen zelfgemaakte boompjes of echte takjes groen gestoken worden.
De oudere leden kunnen een wat meer overdacht geheel maken. Rotsen kunnen van papier-maché gemaakt worden, de achtergrond van geschilderd karton, de bodem van opgerold ribkarton of lege closetrollen.

Handwerken

Degenen die liever handverken, kunnen heel goed een wandkleed maken.

Benodigdheden: stevige lap voor ondergrond, resten lapjes en wol, kralen.

Maak eerst een ontwerp voor je met de applicatie begint.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1982

Mivo -16 | 24 Pagina's

De Zondvloed

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1982

Mivo -16 | 24 Pagina's