JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Jeugdactie 'Help onze jongeren'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jeugdactie 'Help onze jongeren'

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Drie gelijkenissen over het verlorene

In Lukas 14: 11 lezen we dat de Heere Jezus eet in het huis van een Farizeëer; in Mattheus 9: 9 en 10 zit Hij aan met tollenaren en zondaren. De Farizeëen verwijten nu: "Deze ontvangt de zondaren en eet met hen" (Lukas 15: 2). De Heere Jezus antwoordt hen met drie gelijkenissen: het verloren schaap, de verloren penning en de verloren zoon. Hij wil hen hieruit leren dat geen mens te veel of te zwaar gezondigd heeft, of te diep gevallen is, om genade te verkrijgen. Over elke zondaar, die, door Gods Geest geleid, tot God terugkeert, is er blijdschap in de hemel. Die blijdschap komt in de drie gelijkenissen uit, maar ze wordt gemist bij de oudste zoon, die het beeld is van de farizeëen. Zij zijn als de 99 in eigen oog rechtvaardigen uit Lukas 15: 7, (gelijkenis van het verloren schaap) die menen geen bekering van node te hebben.
In de gelijkenis van het verloren schaap en de verloren penning komt vooral naar voren dat de bekering uitsluitend het werk van de Heere is. Het schaap en de penning worden opgezocht. Zij komen niet zelf terug.
In de gelijkenis van de verloren zoon zien we dat een zondaar die door God wordt opgezocht en uit genade door God teruggebracht wordt, daarbij niet passief is, maar nu ook zelf tot God terug gaat keren. Zie ook Dordtse Leerregels, hoofdstuk III/IV artikel 12: "En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God gedreven en bewogen, maar van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf. Waarom ook terecht gezegd wordt dat de mens door de genade die hij ontvangen heeft, gelooft en zich bekeert."

Enkele punten uit de gelijkenis i.v.m. de te voeren actie

Het is niet juist alle details van de gelijkenis over te brengen, maar op enkele onderdelen zien we een zekere overeenkomst.
- De jongste zoon kiest openlijk voor de wereld en leeft zich uit in allerlei zondige vermaken. Zo ook die jeugd, die de kerk verlaat, van Gods Woord vervreemd is en opgaat in drank, drugs, film en moderne muziek. Zij denken vrij te zijn (als zij zich aan Gods geboden niet meer storen), maar zijn juist, net als de jongste zoon, in het openbaar slaaf van de zonde geworden.
- De nood in deze wereld op allerlei terrein is vaak verschrikkelijk. Denk alleen maar aan verslaving, vereenzaming, huwelijksmoeilijkheden, enz. Al deze dingen zijn een gevolg van de zonde, van het verlaten van God en Zijn geboden. Maatschappelijke dienstverlening alleen kan hier geen oplossing geven. Zij moet vergezeld gaan van het brengen van Gods Woord. De Heere gebruikt hierbij mensen als middelen om Zijn Woord uit te dragen en om te helpen op maatschappelijk terrein.
- Voor de verst afgedwaalde zondaar, die door Gods Geest geleid, met belijdenis van zonde terugkeert, betoont God Zich barmhartig en genadig, zoals de vader in de gelijkenis.
- De oudste zoon vertoont overeenkomsten met kerkgangers, die uiterlijk een keurig, net leven leiden, maar innerlijk ver van God af leven. Of met clubleden, die misschien ijverig meedoen aan een actie (zoals deze), maar zich daardoor beter voelen dan die ander. Of met jongens en meisjes, die neerzien op jongelui, die een discobar of bioscoop bezoeken en een stukje opzij schuiven als zó iemand naast hen in de kerkbank komt zitten.
Al is de zonde misschien minder openbaar en grof, zij is daarom in Gods oog niet minder groot. Denk aan de teksten: "Er is niemand die goed doet..." (Psalm 14: 3), Romeinen 3: 10 en 11: "Er is niemand rechtvaardig, ook niet één. Er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt".
- In de ogen van de oudste zoon handelt de vader onrechtvaardig en trekt hij zijn jongste zoon voor. Steekt het ons soms ook niet, als de Heere een grote zondaar aanneemt, en ons, nette kerkmensen, voorbij gaat? Denk ook aan de uitdrukking 'een kerkbank versleten en nog niet bekeerd.'
- Het is een zegen en een voorrecht (géén verdienste) als we bij Gods Woord bewaard blijven. Het is Gods hand (en niet eigen oplettendheid) die ons bewaart voor grove uitleving in de zonde.

Aantekeningen bij de tekst

Vers 12: Hij deelde hun het goed. Waarschijnlijk kreeg de oudste zoon tweemaal zoveel als de jongste. De laatste zette zijn goed om in geld (alles bijeenvergaderd hebbende). De oudste was nu in feite eigenaar van al het overgeblevene (vers 31: al het mijne is het uwe)
Vers 13: Een vergelegen land. Ieder mens die innerlijk ver van God af leeft, al leeft hij uiterlijk godsdienstig, reist naar dat 'vergelegen land'.
Vers 28: 31 en 32: En bad hem. De vader trekt de jongste zoon niet voor, al lijkt dat misschien zo. Hij vraagt ook de oudste vriendelijk om binnen te komen. Hij is uit op het behoud van beide zoons.
Ná vers 32: Het antwoord van de oudste zoon wordt niet beschreven. Het kan zijn dat hij toch binnengekomen is. Farizeëers kunnen ook bekeerd worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

Mivo -16 | 43 Pagina's

Jeugdactie 'Help onze jongeren'

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

Mivo -16 | 43 Pagina's