John Bunyan
A het leven van Bunyan
1. Bunyan is in november 1628 in Elstow, Zuid-Engeland, in een arm gezin geboren. Zijn vader was ketellapper en trok langs de deuren om werk. Dit beroep stond ongunstig bekend. Het was zelfs verboden ketellappers te herbergen.
2. Bunyan ging naar de Latijnse school waar hij net genoeg leerde om te kunnen lezen en schrijven. Hij kon de Bijbel niet in de grondtaal lezen.
3. Al jong werd hij verontrust door veel angstige dromen en gezichten die hem aan de dood en het oordeel deden denken. Toch leidde hij een goddeloos leven. Hij stond bekend als vloeker. Waarschijnlijk is de uitdrukking "Vloeken als een ketellapper" aan zijn leven ontleend.
4. Hij kwam in dienst van het parlementsleger, waarin hij verschillende keren wonderlijk bewaard bleef: een vrijwillige plaatsvervanger sneuvelde voor zijn ogen.
5. Hij trouwde met een arm meisje; ze hadden slechts een bord en een lepel en twee godsdienstige boeken. Zondags luidde hij de klok om op te roepen tot sportbeoefening. Onder invloed van zijn vrouw ging hij later ook naar de kerk, echter zonder dat hij iets van zijn zonde voelde.
6. Na een preek van Ds. Hall over de Sabbathsontheiliging zag hij in wie hij was: vroom in de kerk, maar daarna zich overgeven aan het geliefde spel katknuppelen. Na eerst nog ruiger te gaan leven, volgde nu een periode waarin hij precies volgens de wet wilde leven, zodat iedereen hem prees. Later zag hij in dat hij toch alleen maar een mond-Christen was. Hij las: "Zo is het niet desgenen die loopt, maar alleen des ontfermender Gods", zonder er troost uit te putten. Hij kreeg een leven tussen hoop en vrees, tot hij zich tenslotte in 1653 liet herdopen.
7. Hij werd eerst diaken en later werd hij officieel tot predikant aangesteld ten behoeve van de gemeenten in oprichting.
8. In 1660 werd hij gevangengezet, omdat hij in een schuurkerkje preekte. De gevangenschap duurde 12 jaar, hoewel hij even streng behandeld werd. Hij mocht zelfs van de cipier in het geheim wel eens even naar huis. Omdat gevangenen zelf in hun onderhoud moesten voorzien, maakte hij veters die zijn blinde dochter Mary verkocht. Tijdens deze gevangenschap schreef hij ook een aantal boeken. In 1672 gaf Karel II vrijheid van godsdienst. Bunyan kwam vrij en kreeg toestemming om ook buiten de officiële staatskerk te preken.
9. Alle vergunningen werden echter in 1675 weer ingetrokken en Bunyan werd opnieuw gevangen genomen. Hij werd in één van de slechtste gevangenissen van heel Engeland ondergebracht. Dit duurde een half jaar en juist toen hij zijn beroemde werk „De Christenreis" geschreven.
10. Nadat hij weer vrij kwam, ging hij door met preken, waarbij hij zichzelf bijna geen rust gunde. Op 31 augustus 1638 overleed hij na een ziekte van enkele dagen.
B korte inhoud van de "Christenreis"
Het boek geeft antwoord op zijn problemen: „Vlied de toekomende toorn".
1. Christen woont in de Stad Verderf. De mensen in deze stad leven maar raak en zijn altijd onbezorgd. Christen vindt een boek waarin staat dat de mensen van de Stad Verderf gestraft zullen worden als ze geen ander leven beginnen. Christen kan het op den duur in de stad niet langer uithouden. Hij laat vrouw en kinderen in de steek en vlucht met zijn schuld in de vorm van een zwaar pak op zijn rug. Hij komt Evangelist tegen die hem de weg naar een poortje wijst waar hij aan moet kloppen.
2. Halstarrig en Gezeglijk gaan Christen achterna om hem te bewegen terug te komen. Als dat niet lukt gaat Halstarrig terug, maar Gezeglijk is onder de indruk gekomen en gaat met Christen mee. Dan raken ze in een moeras Mistrouwen. Gezeglijk kan zonder pak gemakkelijk weer op de kant komen en gaat terug naar de Stad Verderf. Christen wordt door Bijstand op de kant geholpen, die hem verwijt slecht op het pad te hebben gelet.
3. Christen ontmoet Wereld Wijze, die altijd de gemakkelijkste weg zoekt. Deze raadt Christen aan naar dokter Wettisch te gaan die hem van het pak kan verlossen. Onderweg wordt het noodweer en Christen dreigt onder rotsblokken bedolven te worden. Evangelist komt dan zeggen dat hij weer op de verkeerde weg is.
4. Eindelijk komt Christen met zijn pak bij het poortje, waar hij door Goede Wil binnen gelaten wordt. Deze wijst hem erop dat hij de rechte weg moet volgen. Eerst brengt hij een bezoek aan Uitlegger die hem de verschillende zieletoestanden uitbeeldt.
5. Christen volgt zijn weg langs een pad met aan weerszijden een muur. Op een heuvel ziet hij een kruis met een leeg graf. Daar glijdt het zware pak van zijn rug en krijgt hij van engelen nieuwe kleren, een teken op zijn voorhoofd en een boekrol. Op zijn verdere reis ziet hij twee mannen over de muur klimmen, die echter later de verkeerde weg inslaan. Christen valt halverwege een heuvel in slaap, waardoor hij zijn boekrol kwijtraakt.
6. Hij merkt het pas als hij weer een heel eind verder is en moet daarom een lange weg terug, zodat er veel tijd verloren gaat. Hij mag rusten in een kasteel, maar om daar te komen moet hij eerst tussen twee geketende leeuwen door waar hij erg bang voor is.
7. Op het kasteel waar hij flink kan uitrusten, krijgt hij een wapenrusting om zich te kunnen verdedigen.
8. Hij komt Apollion de wrede koning van de stad Verderf tegen die zijn ex-onderdaan wil terughebben. Het twistgesprek eindigt in een gevecht, dat Christen, hoewel zwaar gewond, wint.
9. Dan moet Christen door het Dal des doods, over een smal pad met aan de ene kant een gracht en aan de andere een moeras. Daarbij komt dan nog het vuur, maar Christen loopt al biddende door.
10. Hij ontmoet ook nog Getrouwe een stadgenoot, die zijn belevenissen vertelt. Samen reizen ze verder.
11. Ze krijgen een gesprek met Mond-Christen, die prachtig kan praten en een grote kennis heeft, maar Christen kent hem nog van vroeger en wijst hem er op dat het niet om het weten maar om het doen gaat. Mond-Christen loopt dan boos weg.
12. In de stad IJdelheid gekomen, waar het altijd kermis is, veroorzaken ze door hun opvallende gedrag een rel. Ze worden gevangen genomen, gemarteld en in de gevangenis geworpen.
13. Door de rechtbank wordt Getrouwe ter dood veroordeeld en ten aanschouwe van de gehele stad gedood.
14. Na lange tijd wordt Christen vrijgelaten en vervolgt hij zijn reis. Hij ontmoet Hopende, die bij het zien van het ter dood brengen van Getrouwe tot verandering gekomen is. Daarna ontmoeten ze Bijeinde, een zelfingenomen christen, die alle moeilijkheden uit de weg gaat. Hij blijft dan ook al gauw achter. Christen en Hopende komen dan langs een zilvermijn, waarvoor al velen in verleiding gekomen zijn. Tenslotte komen ze in een prachtige streek bij de rivier van het Water des Levens. Daar wijkt Christen en in zijn voorbeeld ook Hopende, van het pad af, zodat ze verdwalen. Noodweer dwingt hen terug te keren.
15. Ze worden gevangen genomen door de reus Wanhoop die hen gevangen zet en martelt. Ze mogen kiezen tussen de hongerdood en zelfmoord. Christen wil er een eind aan maken, maar Hopende weerhoudt hem. Als Christen tot de ontdekking komt dat hij nog een sleutel heeft die op het slot past kunnen ze ontsnappen.
16. Ze slaan nu de goede weg in en komen in een mooie streek genaamd Liefelijk Bergen, waar ze het erg gemakkelijk hebben, maar waar ze wel de gevolgen zien van allerlei dwalingen.
17. Bij een driesprong weten ze niet welke weg ze moeten kiezen. Dan komt een neger in witte kieren hen aanbieden de weg te wijzen. Ze volgen hem, maar raken in een net verward, waaruit ze door een engel verlost worden.
18. Ze reizen samen verder met Onkunde, die veel over godsdienst kan praten, waar het echter bij blijft. Hij wil op een gemakkelijke manier zalig worden.
19. Eindelijk komen ze in de buurt van de Hemelse Stad. Ze moeten echter eerst nog een rivier door. Christen dreigt te verdrinken, maar Hopende houdt hem het hoofd boven water. Aan de overkant worden ze ontvangen door engelen die hen naar de Stad geleiden, waar ze met gejuich ingehaald worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976
Mivo -16 | 10 Pagina's
