JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Vissers van mensen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vissers van mensen

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vertelschets


ZINGEN:
Psalm 86 : 6
Psalm 95 : 2 en 3
Psalm 130 : 2
Psalm 126 : 3
Morgenzang : 3, 4 en 6
Psalm 135 : 3
LEZEN: Lukas 5 : 1-11

KERNTEKST: Vrees niet: van nu aan zult gij mensen vangen. (Lukas 5 : 10b)


Het is nog donker. Langs het meer van Gennésareth lopen vier mannen. Ze lopen niet snel, want ze zijn moe. Heel de nacht zijn ze bezig geweest, want dat is immers de beste tijd om te vissen. Ze hadden gehoopt op een goede vangst. Maar toen ze de netten door het water gesleept hadden en daarna omhoog trokken, voelden ze het al... het ging te gemakkelijk. Na nog een aantal pogingen besluiten ze dan maar naar huis te gaan. Ze trekken aan de netten, de touwen rijgen zich langzaam dicht. De netten worden het schip ingetrokken. Geen visje te zien. De teleurstelling is groot. De netten laten ze achter in de boot. Het gebruikelijke werk, de vis sorteren en meenemen, dat is nu niet nodig. Terwijl ze over het strand lopen, spreken ze zacht met elkaar. Het is al licht.

De zon staat hoog aan de hemel. Naast de scheepjes, die half op de kant getrokken zijn, zitten wat mannen. Ze hebben een wirwar van netten naast zich. Johannes bekijkt het net nauwkeurig. "Vader, heeft u dit net al gerepareerd?" "Ja, dat net heeft Jacobus al gemaakt, maar dit moet nog gedaan worden." Zebedeüs wijst een net aan wat half verscholen ligt achter de boot. Het is vies, het zeewier moet er nog uitgespoeld worden. Dat moet eerst gebeuren.

Niet zover bij het meer vandaan, waar de vissers hun netten schoonmaken, is het een drukte van belang. In het dorpje in Galilea verdringen mensen zich om Hém te zien. Want de grote Profeet waar ze al zoveel over gehoord hebben, is in hun dorp. Er zijn mensen die nieuwsgierig dichterbij komen. Ze willen Hem ook wel eens zien. Ze twijfelen. Zullen ze meegaan? Ze zeggen dat Hij het Licht der wereld is. Het zijn de woorden die Hij over Zichzelf zegt. En als ze denken aan de verhalen die de ronde doen over de wonderen die Hij gedaan heeft... Dan willen ze toch graag méér van Hem weten.

Ze zijn met zoveel; ze zullen nooit in een huis passen. Daarom loopt de Heere Jezus met al die mensen naar het strand. En onderweg sluiten er steeds weer nieuwe mensen aan. Zomaar op een gewone dag. Het is niet eens sabbat en toch willen ze graag horen wat deze Profeet te vertellen heeft. Sommige harten branden van verlangen om Hem te horen, ze verlangen ernaar Zijn stem te horen. Er gaat Goddelijke kracht van Hem uit. Hij zegt andere woorden dan de schriftgeleerden en de Farizeeën! Zijn stem spreekt krachtige woorden en Zijn ogen zijn vol liefde. Ze haasten zich om Hem bij te houden. Ze willen In Zijn buurt lopen. Hij neemt hen mee naar het strand, daar is ruimte genoeg. Ze proberen zo dicht mogelijk bij Hem te gaan staan. Maar met zoveel mensen kan het niet anders of de degenen die achteraan staan, kunnen Hem echt niet horen. En ze kunnen Hem zeker niet zien. Telkens proberen ze een stapje dichterbij te komen.

Op het strand bij het meer van Gennésareth overziet de Heere Jezus de schare. Wat zijn er veel mensen gekomen om naar Hem te luisteren! Ze willen alles horen wat Hij vertelt. Geen woord willen ze missen. De mensen achteraan horen flarden van Zijn verhaal: "Bekeert u der hemelen gekomen " Ze schuifelen nog een stukje verder naar voren. Zo moeten de mensen voor hen óók weer iets naar voren. Langzamerhand komen de mensen steeds dichter bij de Heere Jezus te staan. Hij gaat telkens een stap achteruit. Maar veel verder kan dat niet meer, want dan komt Hij in het water te staan. De Heere Jezus kijkt om Zich heen en ziet de twee schepen liggen. De vissers die vlak bij Hem staan, volgen Zijn blik.

Deze vissers hebben Hem zo vaak horen spreken. Maar ze kunnen er geen genoeg van krijgen. Wat waren ze verbaasd geweest toen Johannes de Doper Jezus had gedoopt. De stem uit de hemel die ze hoorden, vervulde hen met verwondering: "Gij zijt Mijn geliefde Zoon, in U heb ik Mijn welbehagenl". Vol geloof en aanbidding waren ze Hem gevolgd, zodat ze méér van Hem hoorden. En dan het wonder dat Hij gedaan had op de bruiloft In Kana. Nooit zullen ze het vergeten. Die heerlijke wijn aan het einde van het feest. Wijn, die Hij gemaakt had van... wáter. Daardoor wisten ze het zeker: "Hij is Gods Zoon!".

Jezus kijkt om Zich heen. De mannen volgen zijn blik. Hun boten liggen daar nog. Half op het strand en half In het water. De Heere Jezus loopt naar één van de schepen toe. De vissers, die de netten repareren, kijken op van hun werk.
"Petrus", zo vraagt Hij, "Wil je een stukje van de oever afvaren?" De mensen zijn verbaasd, maar dan zien ze wat Hij doet. Hoor, daar klinkt Zijn stem weer, maar nu vanaf het water. Zo kunnen ze Hem veel beter horen. Het geluld vanaf het water draagt veel verder, dan vanaf het land. Nu kunnen alle mensen Zijn woorden horen: 'Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen."

Nadat de Heere Jezus alles heeft verteld wat Hij tot de schare wilde zeggen, zegt Hij tegen Simon Petrus: "Steek af naar de diepte en werp uw netten uit om te vangen." Petrus en Andreas kijken Jezus aan. Naar dieper water varen? Vissen... nu? Hun gedachten gaan terug naar de afgelopen nacht. Wat hebben ze hard gewerkt! De hele nacht hebben ze de netten door het water gesleept en ze zijn bezweet en moe aan land gekomen, zonder ook maar iets te vangen. Nu zijn de netten schoongespoeld, de gescheurde stukjes zijn weer gerepareerd. En dan nú bij daglicht de netten uitwerpen? De Heere Jezus kijkt Petrus aan. Hij weet wel wat Petrus denkt. Petrus' ogen zijn vol verbazing. Maar hij twijfelt niet aan Jezus' woorden. Hij zal doen wat Jezus zegt. Hij kijkt de Heere Jezus aan en zegt: "Meester, wij hebben de gehele nacht gearbeid, en niet gevangen; doch op Uw woord zal ik het net uitwerpen". Dan doen zijn handen het werk als vanzelf. Al vele honderden keren heeft hij de netten laten zinken. Maar nu is het anders, want de Mééster heeft het gezegd. Hij wil niet anders dan gehoorzamen aan het woord van de Heere Jezus.
Na een tijdje pakken ze het net aan de bovenkant vast. Ze buigen zich over de rand van de boot. Het net is helemaal vol. En dat midden op de dag! Er zitten niet een paar vissen in... nee, het is een geweldig grote vangst! Hun spieren spannen zich om het net op te trekken. Ze zien dat de touwen zich langzaam dichtsnoeren. Met rode gezichten van inspanning trekken ze aan het net, maar... het lukt niet. Ze krijgen het niet hoger. Zo gemakkelijk als het vannacht ging, zo moeilijk is het nu om het net naar boven te halen. Ze horen een touwtje knappen. Een touw van het net springt kapot. Hoe hoger ze het net willen optrekken, hoe meer touwtjes er kapot zullen gaan. Ze zullen heel voorzichtig te werk moeten gaan, anders zal het net nog verder scheuren. Wat een enorme klus! De vissers kijken elkaar aan en spreken hun gedachten uit: "Dat krijgen we nooit voor elkaar! En als we de netten omhoog krijgen en ze leeg maken in de boot, dan zullen we zinken". Deze grote hoeveelheid vis is te veel voor hun boot! Wat een wonder! Zoveel vis in één vangst. Er waren tijden met slechte vangsten. Maar er waren ook vangsten met heel veel vis. Zij kennen de zee maar al te goed. Maar zoveel dat de touwtjes van de netten knappen en de netten dreigen te scheuren... Nee, dat hebben ze nog nooit meegemaakt. Dit is een wonder van de Allerhoogste! Weer kijken ze hun Meester aan; Hij is het Die macht heeft over alles wat leeft. Zelfs de vissen van de zee moeten Hem gehoorzamen. Ze moeten hulp krijgen, anders lukt het hen niet. Petrus kijkt waar de andere boot ligt. De boot ligt te ver weg om de andere vissers erbij te roepen. Dat zullen ze niet horen. Hij zwaait met zijn armen en wenkt hen te komen. Zijn brede armzwaai wordt door de mannen van de andere boot opgemerkt.

Jacobus, Johannes en Zebedeüs stappen in de boot en roeien naar hen toe. Ze turen naar de mannen in het schip. Ze zien dat ze zwoegen met het net. Dat kan maar één ding betekenen: een grote vangst. Hun ogen worden groot van verbazing. Zóveel vis en dat op klaarlichte dag? Zóveel dat zelfs hun hulp nodig is? En de Meester is erbij! Hun hart wordt vol van diep ontzag voor Hem. Wie is Hij dat zelfs de vissen Hem gehoorzaam zijn? Hij is meer dan een Mens, Hij is óók God. Wat is Hij machtig! Hij is de Almachtige!

De andere boot komt hun kant opgevaren. Ze varen de boot zo dichtbij, dat het net tussen de twee boten in ligt. De mannen pakken het net aan de bovenkant beet en trekken het stukje bij beetje omhoog. Ze hijgen van inspanning. Heel hun lichaam spant zich om het zware net omhoog te krijgen. Eindelijk is het net zover omhoog, dat ze de vissen kunnen zien. Wat een enorme hoeveelheid! Het net wordt zover binnenboord getrokken, dat de eerste vissen uit het net op het dek vallen. Nu gaat het beter. Weer wordt het net een stukje omhoog getrokken. En de volgende lading vissen glibbert eruit. De boot is zo vol vis dat deze langzaam zakt. Zo gutst het water van het meer bijna de boot in. Maar het net is nog lang niet leeg. De andere boot moet ook vol! Terwijl hun handen het werk doen is er in hun hart verbazing en verwondering.

Terwijl Petrus' handen de netten legen, stroomt zijn hart vol van liefde voor zijn Meester. Wat is Zijn majesteit groot! En wat is Petrus klein, vergeleken bij Hem. Petrus voelt zijn eigen zondigheid en machteloosheid. En nog meer dan de anderen wordt Petrus getroffen door het wonder van de visvangst, zodat hij op zijn knieën valt voor de Heere Jezus. Petrus is zo vol verwondering en aanbidding dat hij zegt "Heere! ga uit van mij; want ik ben een zondig mens". Het is alsof hij zegt: "Heere, U bent nu wel bij me in het schip, maar ik verdien het helemaal niet om zo vlak bij U te zijn. Want U bent zo machtig, zo groot en zo heilig. En ik ben maar een mens, een zondig mens: Ja, ik gooide de netten wel uit omdat U het zei, maar ik kon niet geloven dat we zóveel vis zouden vangen". Hoe meer Petrus van de Heere Jezus ziet, hoe groter Gods almacht voor hem wordt. Hoe dichter hij bij de Heere Jezus leeft, hoe meer hij beseft hoe nietig, klein en zondig hij is.

Jezus weet precies welk wonder er nodig is voor deze mannen om deze vissers tot Zijn volgelingen te maken. Hij gebruikt het wonder van de wonderbare visvangst als een voorbeeld: Zo vol als het net met vissen was, zo vol moet het net van Gods Koninkrijk worden. En het net van de Heere Jezus is nog lang niet vol. Er zijn nog zoveel mensen die moeten horen van Het Grote Wonder: Jezus is de Zoon van God! Jezus Christus is naar de aarde gekomen om zondaren tot bekering te brengen. Daarom klinkt de stem van de Heere Jezus vol vertroosting tot Petrus: "Vrees niet, wees maar niet bang, van nu aan zult gij mensen vangen."

Als de beide schepen volgeladen zijn, gaan ze heel voorzichtig te werk. De boten zijn zo overvol dat ze bijna zinken. Dan zou hun kostbare visvangst zo weer uit de boot spoelen. Ze houden zo goed mogelijk evenwicht. Zodra ze iets te veel wiebelen, dan gutst er water de boot in. Wat een wonderlijke vangst! Terwijl de boten over het meer gaan, richting de oever, wordt het wonder van de visvangst langzamerhand overtroffen door een veel groter wonder: Ze zijn maar eenvoudige vissers. En toch zegt de Heere Jezus dat ze van Hem moeten vertellen. Het net van Zijn Koninkrijk moet vol! De Heere wil dat er nog meer mensen tot Hem bekeerd worden en van Hem gaan houden. Ze denken na over Zijn woorden: "Vrees niet, van nu aan zult gij mensen vangen". Daarom kunnen Petrus en de andere mannen ook geen vissers blijven. Ze moeten met de Heere Jezus mee, waar Hij ook heengaat. Ze moeten Hem volgen.
Als ze aan land komen, verlaten de discipelen alles om de Heere Jezus te volgen. De Heere maakt hen helemaal los van hun familie en hun huis en hun beroep. Vanaf nu gooien ze hun netten uit op het droge. Ze worden vissers van mensen. Niet meer met een gewoon net, maar met woorden en daden. Ze zullen van Hem leren hoe dat moet. Drie jaar lang volgen ze Hem, waar Hij ook heen gaat. De Heere Jezus leert ze om het net van het Evangelie in de mensenzee werpen: Ze hoeven niet meer te sorteren, zoals ze vroeger deden. Ze hoeven alleen maar het net uit te werpen. Dan zal Hij zorgen dat het vol komt. Want Hij zegt het Zelf: "Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Gaat dan henen, onderwijst al de volken... lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb."

Aantekeningen bij de tekst 

LUKAS 5
Vers 5 Meester: Door dit woord te gebruiken laat Petrus zien dat hij het gezag van Jezus erkent. Iemand die over anderen gesteld is.
Vers 8 Heere ga uit van mij: U kunt als de heilige God toch niet met mij, een zondig mensenkind, omgaan.
Vers 9 verbaasdheid had hem bevangen: Hij begrijpt dat Jezus de Zoon van God is.
Vers 11 verlieten zij alles: Ze verzorgen eerst de gevangen vis, hun zaken en hun familie.
En volgden Hem: Ze volgen Hem dag en nacht op al Zijn reizen door Israël en daarbuiten.

Achtergrondinformatie 

ICHTHUS

'Ichthus' is het Griekse woord voor vis. De vis is een bekend geloofssymbool in de oude kerk. De christenen beleden door de afbeelding van de vis hun geloof. Elke letter van 'ICHTHUS' is de beginletter van een ander woord in de Griekse taal.
  I   staat voor Jezus
CH staat voor Christus
TH staat voor Theau, dat betekent: God
 U  staat voor Uios, dat betekent: Zoon
 S  staat voor Sotèr, dat betekent: Heiland
Men belijdt in het symbool van de vis dat Jezus Christus de Zoon van God is, de Heiland.

ROEPING VAN DE DISCIPELEN

De Heere Jezus heeft deze mannen al eerder geroepen tot Zijn discipelen. Ze weten en geloven dat Hij de Messias is en zijn Hem gevolgd. Maar zij hebben hun familie en werk nog niet in de steek gelaten. Dat gebeurt nu naar aanleiding van dit wonder. De Heere Jezus geeft hun een bewijs van Zijn Goddelijke almacht en maakt hen daardoor los van de aardse dingen. Zie Lukas 5 : 11b En als zij de schepen aan land gestuurd hadden, verlieten zij alles en volgden Hem.0

VISSERS DER MENSEN

De Heere Jezus roept ongeletterde, onwetenschappelijke mensen tot het hoogste ambt. Eerst krijgen zij drie jaar lang dag en nacht het beste onderwijs dat ze zich maar wensen kunnen. Dan pas acht de Heere Jezus hen bekwaam om zelfstandig te arbeiden in Zijn koninkrijk. Allen die door de Heere Jezus geroepen worden, maakt Hij bekwaam op Zijn leerschool.

DE BETEKENIS EN UITWERKING VAN HET WONDER

De Heere Jezus leert Zijn discipelen met dit wonder dat zij een overvloedige zegen op hun predikarbeid kunnen verwachten. Zoals Hij macht heeft over de vissen en er net zoveel in het net laat zwemmen als Hij wil, zo heeft Hij ook macht over de mensen en Hij zal er door middel van hun prediking tot geloof en bekering brengen zoveel als Hij wil. Het enige wat zij moeten doen, is in gehoorzaamheid aan Zijn woord getrouw hun werk doen. Daarom heeft Hij hen de voorgaande nacht niets laten vangen, om hen te leren dat ze de zegen op hun werk alleen van Hem moeten verwachten.

HET NET VAN HET EVANGELIE

Het gaat hier om een groot sleepnet. Dat werd tussen twee scheepjes voortgetrokken. Een enorme watermassa werd afgevist. Het net is zo wijd, al zwemt de vis op de bodem of aan de oppervlakte, het net kan erbij. Weinig vis krijgt de kans om te ontsnappen. De prediking van het Evangelie is als een net, waarin de mensen uit de zondige wereld worden getrokken en ingezameld worden voor het Koninkrijk van God. Ze moeten vissen, niet met een hengel of met een schepnetje, maar met een groot net. Jezus bindt de discipelen op het hart om het net van het Evangelie maar gewoon in de zee te werpen. Want als je het net aan boord houdt, dan zal er niet één vis gevangen worden. De discipelen moeten aan iedereen gaan vertellen Wie hun Meester is. Dan gaat het niet om de vissers, want zij kunnen zélf geen mensen vangen. De Heere zorgt ervoor dat er vissen in het net komen. Het net zal vol worden. Als de netten dan vol zijn, hoeven de vissers de vis niet te sorteren. Dat is niet de opdracht voor de visser. De vissers moeten alleen maar het net voort te slepen. Dat betekent dat ze het Woord van de Heere zullen verkondigen. De Heere Jezus Zélf weet wat er in de netten zit. Hij zal oordelen op de dag dat Hij terugkomt op de wolken des hemels. De Heere kent degenen die de Zijnen zijn. Hij vergist Zich nooit. 

Bij het ledenblad 

Weet je het nog?
Antwoorden:
1 netten 5 vangen
2 Johannes 6 almachtig
3 bekeert 7 gevangen
4 schepen

Om over te praten

Antwoorden:
1a De tijd dat we op aarde zijn, is genadetijd, in die tijd moet je bekeerd worden! Zolang je leeft, kun je gevangen worden in het net van het Koninkrijk van God.
1b God laat Zijn woord aan jou horen. Hij gebruikt er anderen voor. (Je ouders, leerkrachten op school, de dominee, begeleiders van de club, en alle andere mensen die je vertellen over Hem.)
2a De prediking van het Woord van God. God zoekt je en Hij roept je door Zijn Woord om tot Hem te komen.
2b Zoals vissen gevangen moeten worden in een net, zo moeten wij gevangen worden in de netten van de Heere. Als we in Hem geloven, dan zijn we eigenlijk gevangen in dat net. Dan wil je graag doen wat de Heere wil. Je haat de zonde en je hebt verdriet als je toch weer zonden doet. Zie ook de achtergrondinformatie: de prediking van het Evangelie is als een net, waarin de mensen uit de zondige wereld worden getrokken en ingezameld worden voor het Koninkrijk van God.
2c Het net zal uitgeworpen worden totdat iedereen gehoord heeft van het Evangeliewoord. Pas dan is het de tijd dat de Heere terugkomt. Dan hebben alle mensen die bij de Heere horen een nieuw hart gekregen.
3a Ze moesten alles achterlaten en Hem volgen.
3b Wij moeten Hem volgen in Zijn geboden: leven zoals de Heere het graag wil. Dat is God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf. Hier kan nog wat verder op door gegaan worden, door voorbeelden uit de wet te noemen. Maar als er geloof is om Hem te volgen, dan is er ook een begeerte om te leven naar Zijn geboden. Wij hoeven niet alles achter te laten. En we kunnen Hem niet letterlijk volgen. Maar door het geloof moeten we Hem volgen, dan houd je van de Heere!

PUZZEL 1
Antwoorden:
Volgorde: "Vrees niet van nu aan zult gij mensen vangen."
Deze horen er niet bij: netten, vissers, schip, vissen. De vissers moeten alleen maar het net voort te slepen. Dat betekent dat ze het Woord van de Heere zullen verkondigen.

PUZZEL 2
Antwoorden:
1 de Heere Jezus
2 de Heere Jezus en Johannes de Doper
3 Simon Petrus
4 de Heere Jezus
5 Simon Petrus 
6 de Heere Jezus  
7 Johannes de Doper 
8 de Heere Jezus 
9 de Heere God

PUZZEL 3
Antwoorden: Ga met de kinderen na welke antwoorden ze gevonden hebben. Het gaat natuurlijk om het net van het Evangelie. Probeer uit de kinderen uitspraken te lokken, waarom 'dat' erbij hoort.
Wanneer een antwoord niet duidelijk is, vraag dan of de kinderen het willen toelichten,
o Mogelijke woorden voor het gewone visnet: vis, dobber, net, boot, vissers, hengel, wormen, vissoorten.
o Mogelijke woorden voor het net van het Evangelie: vertellen over Jezus, bidden, Hem volgen, de Bijbel, doen wat Hij wil, Hem dienen, zingen tot Zijn eer, naar de kerk gaan, eerbied voor alles wat met Hem te maken heeft. 


Programmasuggestie 

ONDERWATERSCHILDERIJ

Nodig:
Wit papier, A3 formaat
Sterke doorzichtige lijm, in flacon met tuit
Ecoline in verschillende kleuren
Penselen, niet te grof
Potjes water om de kwasten uitt .e spoelen
Eventueel kranten voor op de tafels
Voor dit schilderij zijn twee avonden nodig in verband met het drogen van de lijm.
Let op: vraag kinderen van tevoren niet hun beste kleren aan te trekken!

- Zorg ervoor dat de lijm goed van dikte is en regelmatig doorloopt. Te dikke lijm geeft klonters, te dunne lijm loopt te snel en dat maakt het tekenen moeilijk. Het gat in de flacon mag niet te groot zijn.
- Teken met de lijm een tekening op het papier van de wereld onder water. Eén of meer vissen, waterplanten of andere dieren. Houd de tekening eenvoudig, teken niet teveel voorwerpen, anders komt de tekening niet goed uit. Eventueel kunnen kinderen met potlood (dun) een schetsje maken.
- Laat de tekeningen drogen (namen erop!)
- De volgende avond kan de tekening ingekleurd worden met ecoline. Voor het water kan water met enkele druppels blauwe ecoline gebruikt worden. De voorwerpen kunnen met pure ecoline worden ingekleurd. De lijnen die met lijm getekend zijn, nemen geen kleurstof op, zodat die wit blijven.
- Laat de tekeningen drogen. Eventueel kan op een derde avond een lijst eromheen worden gemaakt.

VARIATIE: wanneer u het werken met ecoline niet handig vindt, kan ook met andere materialen worden gewerkt. Denk aan vilt of gekleurd papier, of spaanplaat (figuurzagen). 


 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 2003

Mivo -12 | 16 Pagina's

Vissers van mensen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 2003

Mivo -12 | 16 Pagina's