Lof zij de God van Israël

Vertelschets

Zingen Psalm 96 : 1, 5, 9

Lezen Lukas 2 : 1-14

Kerntekst Geloofd zij de Heere, de God Israels, want Hij heeft bezocht, en verlossing teweeg gebracht Zijn volke. (Lukas 1 : 68)

Hoor! Er klinkl een lied! Een lied voor de Heere! Een lied in de hemel. Duizenden engelen zijn voor de troon van de Heere en zingen Zijn lof Ze dienen en prijzen Hem. "Heilig, heilig, heilig is de HEERE der heirscharen! De ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol!" De hemel is vol van de lof voor Gods naam. Zijn grootheid wordt geprezen.

Hoor! Er klinkt een lied! Een lied voor de Heere. Een lied op de aarde. Het klinkt over de bergen, het klinkt door de bomen, het klinkl uit de wolken. Overal is de lof van de Heere te horen. "De hemelen vertellen Gods eer, en hel uitspansel verkondigt Zijner handen werk." Alles op de aarde maakt de Heere groot. De heuvels, de rivieren, de dieren op het land. de vogels in de bomen. Wat is alles mooi. Wat is alles goed. En te midden van dat mooie leeft de mens. Met heel de schepping prijst hij de Heere! Wie zou U niet prijzen Heere, wie zou Uw naam niet verheerlijken? Samen met zijn vrouw dient Adam de Heere. Samen zingen ze hun lied ter ere van hun Schepper, de Koning van hemel en aarde!

Hoor! Het is stil. Geen lied weerklinkt. De schepping zwijgt. Adam en Eva zwijgen. Het loflied is verstomd. En de satan lacht. De mens is ongehoorzaam geweest. Hij heeft God niet geloofd en heeft toen gegeten van de boom. Weg was de vrede. Weg was de blijdschap. Het lied voor de Heere is uit. Nu klinkt er een kreet van pijn. Een snik van verdriet.
Moet dat dan zo? Zal dan de Heere niet meer geëerd worden? Wordt Zijn grote naam nu niet meer geprezen? Zal Gods heerlijke plan dan voor altijd verloren zijn?
Nee! Gods lof zal weer gezongen worden. Satan lacht, maar hij lacht te vroeg. De Heere zal geëerd worden. Het lied voor Hem zal klinken! Daar gaat de Heere Zelf voor zorgen. Hij zal Zijn Zoon geven. Die zal de Vader eren.

Hoor! Er klinkt een lied. Het is nog maar een jonge vrouw, die daar zingt.
Eigenlijk nog maar een meisje. Maria heet ze.
Ze was in haar huis in Nazareth, toen er plotseling een heerlijke groet geklonken had: 'Weest gegroet, gij begenadigde, de Heere is met u, gij zijt gezegend onder de vrouwen!" Verwonderd had ze gekeken naar de hemelse boodschapper en naar hem geluisterd. Maar toen was het nog mooier geworden. De engel had haar gezegd, dat ze moeder zou worden. Moeder, niet van een gewoon kind, maar van de Messias! Moeder van de Zoon van God. Niet Jozef zou de vader zijn, maar de Heere in de hemel! "En gij zult Zijn naam heten Jezus!" Zaligmaker! Redder! Zij, Maria mag de moeder worden van de lang beloofde Messias! Wat een wonder! Eerbiedig had ze gezegd: "Zie, de dienstmaagd des Heeren: mij geschiede naar uw woord."
Met niemand heeft ze er nog over gesproken. Ze is haastig vertrokken naar Elizabeth, haar nicht. Als ze daar aankomt, hoeft ze niet eens iets uit te leggen. Daar zorgt de Heere Zelf voor. En hoor! Daar klinkt een lied. Maria zingt! "Mijn ziel maakt groot de Heere, en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker! Want grote dingen heeft aan mij gedaan Hij, Die machtig is, en heilig is Zijn Naam. En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht over degenen die Hem vrezen."
Maria zingt. Een lied voor de Heere. Een lied dóór de Heere.

Hoor! Er klinkt een lied. In hetzelfde huis waar Maria haar lofzang gezongen heeft, wordt opnieuw gezongen. Nu is het de oude priester Zacharias die zijn lied doet horen. En dat is wel een heel groot wonder! Negen maanden lang heeft hij moeten zwijgen. Dat was zijn eigen schuld. Hij had het woord van de engel, die tot hem gesproken had in de tempel, niet geloofd. Hij zou een zoon krijgen, die de voorloper zou worden van de Messias. Maar hij had het niet geloofd. "Waarbij zal ik het weten?" had hij gevraagd. Wat een schuld, Gods eigen woord niet geloofd! Maar nu! De Heere is zo goed voor hem! In zijn armen heeft hij zijn zoon! En dan maakt de Heere zijn tong los. Zacharias mag weer spreken. En dat doet hij. Hij zingt het uit: "Geloofd zij de Heere, de God Israëls, want Hij heeft bezocht, en verlossing teweeg gebracht voor Zijn volk, en heeft een hoorn der zaligheid voor ons opgericht." Zacharias is verwonderd. De Heere is barmhartig geweest. Dat heeft hij zelf wel heel duidelijk ervaren. Wat had hij tegen de Heere gezondigd. En nu geeft de Heere hem een zoon. Een zoon, die de wegbereider zal zijn van de Koning, van de Messias.
"En gij, kindeke, zult een profeet van de Allerhoogste genaamd worden, want gij zult voor het aangezicht van de Heere heengaan, om Zijn wegen te bereiden, om Zijn volk kennis der zaligheid te geven, in vergeving van hun zonden."
Zacharias zingt. Een lied voor de Heere. Een lied dóór de Heere.

Het is stil. Geen lied weerklinkt.
Hoogstens de soldatenliederen van de Romeinen. Hoogstens de lofliederen op keizer Augustus.
Maar toch! De Heere gaat er voor zorgen, dat Zijn lof verkondigd zal worden. Zijn eigen Zoon zal komen. Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft. In de stilte van de nacht geeft God Zijn Kind. Hij laat Zich niet tegenhouden door satan, of door keizer Augustus. Hij laat Zich niet tegenhouden door een volle herberg. Hij komt! Zijn lof moet klinken. De mens kan het niet. Daarom zal de Heere het Zelf doen. Hij geeft Zichzelf aan verloren zondaren, opdat ze Zijn lof weer mogen gaan verkondigen.

In de stilte van die nacht klinkt het lied van de Heere: Zie, Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik al Mijn welbehagen heb! Zie, daar ligt Hij, de Koning der koningen, de Heere der I leeren. Voor het eerst is er een Kind geboren zoals God het bedoeld had, rein, zonder zonde, volmaakt. Zie, Mijn geliefde Zoon. Hoor je het lied van de Heere weerklinken in de stal? Het klinkt vanuit de hemel. Omdat de Zoon van God gekomen is. Hij zal maken dat zondaren door genade mogen gaan zingen. Het loflied voor de Heere, dat afgebroken werd in het Paradijs.
Hoe zal dat kunnen? Omdat de Heere Jezus de tweede Adam is. Die niet zal bezwijken voor de verzoeking van satan. Omdat Hij satan zal verslaan. Omdat Hij de lofzang gezongen heeft voor Zijn bitter lijden en sterven. Omdat Hij in de doodse stilte gehangen heeft aan het kruis op Golgotha. Omdat Hij de dood overwonnen heeft. Omdat vanaf het kruis Zijn overwinningslied geklonken heeft: Het is volbracht!
Het loflied zal klinken! God Zelf doet het horen! "Juicht, gij hemelen! en verheugt u, gij aarde! en gij bergen! maakt gedreun met gejuich; want de HEERE heeft Zijn volk vertroost, en Hij zal Zich over Zijn ellendigen ontfermen."
Wat een blijdschap moet er in de stal in Bethlehem geweest zijn. Wat zal Maria verwonderd zijn geweest, toen ze haar Zoon, haar Zaligmaker in haar armen mocht houden. Zou ze haar lofzang niet opnieuw gezongen hebben, vol eerbied en vreugde: Mijn ziel maakt groot de Heere, en mijn hart verheugt zich in God, mijn Zaligmaker!
Het lied van de Heere heeft geklonken in Bethlehem. En daarom ook het lied voor de Heere. Dóór Hem.

Hoor! Er klinkt een lied! Midden in de nacht wordt de stilte boven de velden van Efratha doorbroken door het gezang van duizenden engelen. Het lijkt wel of de hemel op aarde is neergedaald. Maar dat is ook zo! De Hemelkoning is op aarde gekomen. Hij, Die zondaren weer Gods lof zal doen zingen.
Hoor hoe duizenden engelen Gods glorie uitroepen! Ere zij God in de hoogste hemelen! Gods Naam zal eeuwig de eer ontvangen! Hier boven Bethlehem, maar ook overal op deze aarde en in de hemel! Zondaren zullen God weer gaan eren en prijzen. Het lied van de schepping zal weer gaan klinken. De Heere zal geëerd worden, dankzij de geboren Koning, dankzij de Zoon van God!
"Vrede op aarde!" zingen de engelen! Omdat de Koning geboren is. Hij zal gaan strijden en dat kost Hem Zijn leven. Maar Hij zal overwinnen. Hij zal de vijand verslaan en zo zal Hij vrede maken. Want Hij is de Vredevorst!
En waarom? De engelen zingen het: "In mensen een welbehagen." Omdat de Heere naar zondaren vraagt. Hij vraagt naar mensen, die bij Hem vandaan gegaan zijn. God Zelf zoekt hen op. De Heere buigt Zich om Christus' wil naar deze aarde om het verlorene te zoeken. Is dat te begrijpen? Dat de Heere Zijn liefde wil schenken aan mensen zoals wij? Wat een wonder! Daar zingen de engelen van. Een lied voor de Heere. Een lied dóór de Heere.

Hoor! Er klinkt een lied. Erg zuiver is het niet, maar toch klinkt het zo wonderlijk mooi. Het zijn de herders van Bethlehem. Ze zijn in de stal geweest.
Wat een wonder. Daar hebben ze Hem gevonden, van Wie de engel had gesproken. Hèt Kindeke. Verwondering en diepe vrede is in hun harten gekomen. Het Christuskind lag daar in een kribbe. De Zaligmaker, welke is Christus, de Heere. Jezus, de Redder van zondaren. Diepe eerbied heeft hun hart vervuld. Niets hadden ze om Hem te geven. Maar dat hoefde ook niet. Ze hebben alles van Hèm gekregen. Vrede, genade en een diepe blijdschap. Ze konden niet anders, dan heel diep voor Hem buigen en Hem aanbidden. Het is waar, wat de engel had gezegd: Zie, ik verkondig u grote blijdschap. En dat voor hen! Het zingt in hun hart. Daar gaan ze, terug naar de schapen. Hoor! Ze verheerlijken en prijzen God over alles wat ze gehoord en gezien hebben. Hoor! Een lied voor de Heere! Ere zij God! Ja, Hem mogen ze prijzen. Vrede op aarde! Vrede in hun harten. Vrede door het Kind in de kribbe. Zodat het weer goed mag zijn tussen de Heere en hun hart. Dat ze vergeving ontvangen voor al hun schuld. In mensen een welbehagen. Dat hebben de herders gemerkt. Dat de Heere naar mensen, zondaren vraagt. Dat Hij hen Zijn liefde geeft. Zijn Geliefde Zoon. Voor hen. Ze zingen. Een lied voor de Heere. Een lied dóór de Heere.

Hoor! Er klinkt een lied. Ja? Is dat zo? Zing jij nu al mee tot eer van de Heere? Of heb je nog steeds die Koning niet gevonden? Die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden, en die Mij vindt, vindt het leven! Is Hij het dan niet waard, dat je voor Hem buigt? Hij weet raad met je zondige hart. Hij weet raad, als je niet zingen kunt. Hij wil het je uit genade leren. Wat een wonder zou het zijn, als je dan mag gaan meezingen:

Lof zij de God van Israël,
de Heer Die aan Zijn erfvolk dacht
en door Zijn liefderijk bestel
verlossing heeft teweeg gebracht!

Ter inleiding

Lof zij de God van Israël!
Zouden we niet zingen wanneer we stilstaan bij de komst van Christus? Hij kwam in de wereld verloren in zonde en schuld.
Probeer iets van de verwondering te laten doorklinken, verwondering zoals bij Maria, Elizabeth, Zacharias, Simeon en de herders?

De Heere komt toe alle eer, hoe zouden we Hem die echt kunnen geven dan alleen wanneer Hij Zijn wederbarende werk in ons begonnen is? Maar ook dan is het nog zeer ten dele.
De Heere roept ons op te gedenken. Dat mogen we in het bijzonder met onze kinderen op het kerstfeest. Gode zij dank voor zijn onuitsprekelijke Gave.
De redactie

Achtergrondinformatie 

De lofzangen
Rond de geboorte van de Heere Jezus wordt veel gezongen. Het is als een voorspel op de grote lofzang die komen gaat, waarover Johannes in de Openbaringen schrijft. Door de zondeval zijn wij doelmissers geworden: we beantwoorden niet meer aan het doel van onze schepping, nl. de Heere groot te maken en te eren. Maar de Heere laat Zijn scheppingsdoel niet los. Daartoe zendt Hij Zijn Zoon. En het is alsof een begin van het scheppingsdoel al zichtbaar wordt, als de Heere Jezus op aarde komt. Mensen gaan de Heere weer de lof toebrengen, die Hij waard is. Door de zonde is ook de muziek in dienst gekomen van satan. De eerste die in orgels handelde, was Jubal, de zoon van de goddeloze Lamech. Maar als de Heilige Geest ons vernieuwt, leert Hij ons weer Gode lofzangen te zingen. Dat kan alleen door het werk van de Heere Jezus, in diepe verootmoediging, in diepe verwondering. Zingen voor de Heere is al een stukje van de hemel. Dat gaat ook mee, over de grens van de dood. Alle dingen gaan voorbij, maar de lof des Heeren wordt door genade op aarde geleerd en zal voor Gods troon voor eeuwig gezongen worden.

De lofzang van Maria (Lukas 1 : 46-55)
Maria, als eenvoudig meisje, mag de Heere groot maken met haar lofzang. Zij blijkt goed thuis te zijn in de schriften, maar is ongetwijfeld ook vervuld met de Heilige Geest. In vers 46-48 spreekt Maria over zichzelf en over wat haar ten deel viel. De verzen 49-50 spreken over Gods machtige verlossingsdaden. In de verzen 51-53 zingt ze over het tweevoudig karakter van Gods verlossingswerk. De verzen 54-55 hebben als inhoud, dat God handelt naar Zijn verbond. Maria verwondert zich over Gods heiligheid, barmhartigheid en almacht.

De lofzang van Zacharias (Lukas 1 : 68-79)
Als de Heere de mond van Zacharias opent, vult Hij die direct met een lofzang. Na zo lange tijd van zwijgen, geeft de Heere hem de woorden in de mond. Dat zijn geen woorden van opstand, of van ongeloof. Blijdschap is er in zijn hart vanwege Gods grote daden! En daar zingt hij van. Zacharias' lofzang bestaat uit twee delen: In het eerste deel zingt hij van Gods verlossingswerk door de komende Messias (vers 68-75). Dit staat voor Zacharias voorop en dit gedeelte is ook het langst. Zacharias blijkt hier een echte Israëliet, die God kent als de God des eeds en des verbonds. In het tweede deel (vers 76-79) zingt Zacharias over Johannes. En eigenlijk gaat het dan nog om het werk van de Heere voor en door Johannes. Zacharias roemt Gods barmhartigheid, waarmee de Heere Zijn volk bezoekt. De Heere heeft redenen genomen uit Zichzelf. Als er iemand is, die dat heeft moeten (en mógen) ervaren, dan is dat Zacharias wel geweest.

De lofzang van Simeon (Lukas 2 : 29-32)
Simeons lofzang is kort. Maar wat een rijke inhoud. Mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien! Hij gebruikt hier hetzelfde woord als Jacob op zijn sterfbed. En eigenlijk staat er "Zaligmaker." Met het zicht op deze Zaligmaker kon Jacob sterven, en kan ook Simeon heengaan in vrede. Wat een Evangelie! Simeon ziet in de komst van Jezus een wijds perspectief: Hij zal zijn een Licht tot verlichting der heidenen. Dat staat voorop. Maar toch zal Christus ook zijn tot heerlijkheid van Israël.

Aanwijzingen voor het gebruik
Omdat de kerstgeschiedenis uit Lucas 2 (gelukkig) zo bekend is en deze jaarlijks bij zoveel gelegenheden wordt verteld, is ook dit jaar voor de MlVO-schets gekozen voor een andere manier van aanbieden van de vertelstof. Deze keer is de kerstgeschiedenis verteld vanuit het lied rond de geboorte van de Heere Jezus. Gevaar is, dat het alleen om de "zangers" zal gaan. Maar alleen door de geboorte van de Heere Jezus Christus, kunnen zondaren zangers worden en kan de Heere weer werkelijk geëerd worden. En dus zal het ten diepste ook alleen maar gaan om het geboren Christuskind. Het kerslprogramma is zo opgezet, dat het vanafhel begin kan worden gevolgd. Het vormt samen met de vertelling één geheel.
Bij het kerstprogramma kunnen verschillende leden worden ingeschakeld, zowel door voordracht als door het bespelen van instrumenten. Te denken valt aan blokfluiten en/of dwarsfluiten en/of orgel tijdens het samenzingen. Deze en andere instrumenten kunnen ook worden gebruikt tijdens het declameren van de gedichten en de andere spreekteksten.

Misschien zijn er clubs, die de vertelling liever op een andere manier verwerken. Een suggestie: Kopieer de drie lofzangen op een A-4tje (eventueel samen met een tekening of een "sierrand"). Laat die kleuren met viltstift. Vervolgens kan dit blad dan worden "geverfd" met slaolie (leg er een krant of zo onder!) en je krijgt als resultaat een prachtig perkamentachtig blad. 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen