Melchizedek

Kijk daar eens! Over de weg in het land Kanaan lopen een heleboel mensen. Het zijn soldaten. Ze komen uit een ver land. Vijf koningen uit Mesopothamië hebben legers gestuurd. Die zijn het hele land doorgetrokken en overal waar ze kwamen, hebben ze de steden met hun koningen overwonnen. Ze zijn ook naar Sodom en Gomorra gegaan. En ook die steden hebben ze ingenomen. De buit nemen ze mee naar hun eigen land: al het vee, al het goud en zilver, en ook... de mensen zelf. Die kunnen ze wel als slaven verkopen. Tussen al die mensen loopt ook Lot, de neef van Abram.

Abram, die bij de eikenbossen van Mamre woont, hoort wat er met Lot is gebeurd. Een man uit Sodom, die nog net kon vluchten, is bij hem gekomen. Hij heeft verteld dat Lot op weg is naar dat verre land en dat hij alles wat hij had kwijt is geraakt.

Toen Lot mocht kiezen waar hij wilde wonen, had hij het land dat bij de Jordaan lag, gekozen. Eerst had hij buiten de stad Sodom gewoond. Maar later was hij in de stad gaan wonen. En nu Sodom is ingenomen, moet ook hij mee. Mee naar Mesopothamië, dat verre en vreemde land. Daar zal hij als slaaf worden verkocht. En alles wat hij heeft, zullen de soldaten samen verdelen. Lot is alles kwijt. En hij dacht zo rijk te worden...

Als Abram dat hoort, roept hij zijn knechten. Hij geeft die 318 mannen wapens en gaat de vijand achterna. Ook zijn bondgenoten, een aantal mannen uit het land Kanaan met wie hij een verbond heeft gesloten, gaan mee. En... ze komen steeds dichter bij de vijand.

Die soldaten hebben er helemaal geen erg in, dat er een leger achter hen aan komt. Ze denken helemaal niet aan gevaar. Als het nacht wordt, gaat iedereen rustig slapen. Abram verdeelt zijn knechten in groepen en dan valt hij de vijand aan. En... de Heere geeft hem de overwinning. In paniek slaat het geweldige leger op de vlucht. Tijd om iets mee te nemen, hebben ze niet. Alles laten ze achter de mensen uit Sodom en Gomorra, de dieren, alle andere dingen, die ze geroofd hadden. Iedereen is weer vrij! Ook Lot. Wat zijn de mensen blij.

Niet ver bij de stad Salem vandaan loopt een groepje mensen. Het zijn Melchizedek, de koning van Salem, en een paar knechten. Melchizedek heeft gehoord van de overwinning van Abram. Daarom heeft hij zijn knechten geroepen en gezegd dat ze brood en wijn moesten halen. Daarmee zijn ze op weg gegaan. Abram en alle mensen en dieren die bij hem zijn, tegemoet.

Wie is die koning Melchizedek eigenlijk? Zijn naam betekent 'koning der gerechtigheid'. Hij is koning van de stad Salem, dat betekent 'vrede'. Hij is een vrede-koning. Hij is een goede koning. Maar dat is niet het enige. Melchizedek is niet alleen koning, hij is ook priester. Geen priester van de afgoden, zoals de Kanaänieten die dienen. Nee, Melchizedek is een priester van de allerhoogste God. Hij dient de Heere!

Daar in dat land Kanaan, tussen al die heidenen die de Heere niet kennen en Hem ook niet dienen, woont een man, die de Heere wel kent en dient. En die man gaat Abram tegemoet. Abram, die ook de Heere dient. Abram, die de belofte had gekregen dat uit zijn kinderen de beloofde Zaligmaker geboren zou worden. De Zaligmaker Die ook voor Abram op de aarde zou komen.

Melchizedek heeft brood en wijn klaargemaakt. Want Abram en zijn knechten zullen wel moe zijn na die lange reis die ze gemaakt hebben en de strijd die ze gevoerd hebben. Ze zullen wel honger hebben ook.

Na een poosje komt Melchizedek met zijn knechten bij de plaats waar Abram is. Abram is daar niet alleen. Bij hem staat een man. Het is de koning van Sodom. Hij heeft geprobeerd tegen dat leger uit Mesopothamië te vechten. Maar toen hij zag dat hij het niet kon winnen, heeft hij zich verborgen. Nu is hij weer tevoorschijn gekomen. Ook hij is Abram tegemoet gegaan.

Maar voordat hij iets kan zeggen, geeft Melchizedek Abram het brood en de wijn dat hij heeft meegebracht. Maar dat is niet het enige. Kijk eens, daar steekt Melchizedek zijn handen omhoog, boven het hoofd van Abram. Hij zegent hem. Luister, daar klinkt zijn stem: 'Gezegend zij Abram Gode, de Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit! En gezegend zij de allerhoogste God, Die uw vijanden in uw hand geleverd heeft!'

Hoor je dat? Melchizedek noemt de Heere de Allerhoogste, Die de hemel en de aarde bezit. Melchizedek gelooft in dezelfde God als Abram! Abram en Melchizedek dienen dezelfde Heere. Als priester zegent Melchizedek Abram met de zegen van de Heere. Maar Melchizedek dankt de Heere ook, omdat Hij ervoor gezorgd heeft, dat Abram de overwinning heeft behaald.

Met eerbied en verwondering heeft Abram geluisterd. Die koning uit Salem noemt de Naam van zijn God. Hij heeft het niet over de afgoden van de Kanaanieten, maar over de Allerhoogste, Die de hemel en de aarde gemaakt heeft. Abram heeft vast wel eens gedacht, dat hij als enige in het land Kanaan de Heere kende en diende. En nu, zomaar opeens komt hij iemand tegen die zijn God ook kent en dient! En die man is ook nog een knecht van de Heere. Hij zégent Abram. En wat doet Abram dan? Hij gaat langs de schapen en kamelen die hij veroverd heeft. Hij gaat tellen. Elk tiende schaap en elke tiende kameel zet hij apart. Als hij klaar is, heeft hij een hele kudde dieren. Die geeft hij aan Melchizedek Daarmee eert hij hem. Melchizedek neemt het geschenk aan en gaat weg.

Dan komt ook de koning van Sodom dichterbij. Hij heeft gezien dat Abram Melchizedek zo'n groot geschenk gegeven heeft. Hij zegt tegen Abram: "Als u mij de mensen teruggeeft, dan mag u de buit wel houden". En is Abram blij, dat hij al die dieren mag houden?

"Nee", zegt Abram, "ik hoef niets te hebben. Ik heb het zelfs gezworen, zodat u koning van Sodom, niet zult kunnen zeggen: Ik heb Abram rijk gemaakt'." Want niet u zult mij rijk maken, maar dat zal de Heere doen. Dat heeft Hij beloofd en wat de Heere belooft, dat doet Hij ook.

Dan gaat ook de koning van Sodom weg. Van hem horen we niets meer. En van Melchizedek?

Het is eeuwen later. In de stad Salem, die nu Jeruzalem heet, zit koning David in zijn paleis. Hij speelt op zijn harp. Hij zingt er ook bij. Waarover zingt David? Zingt hij over de oorlogen die hij gevoerd heeft? Over de overwinningen die hij behaald heeft? Nee, deze keer zingt David over de Heere Jezus, Die komen zal. Die uit David geboren zal worden. Hij zingt over de oorlogen die Hij, de eeuwige Koning, zal voeren en de overwinningen, die Hij zal behalen.

'De HEERE heeft gesproken tot mijne Heere: Zit aan Mijn rechterhand'. David zingt over de Messias, Die Koning zal zijn. Die net als David ook zal regeren. Die oorlogen zal voeren en overwinningen zal behalen. Deze Koning zal ook onderdanen hebben. Onderdanen die niet willen dat Hij hun Koning was. Die zelf koning willen zijn, die hun eigen zin willen doen. Maar deze Koning maakt hen gewillig. Hij leert hen vragen: 'Wat wilt U, dat ik doen zal?'

Heb jij al leren buigen voor deze Koning? Ben jij al een onderdaan geworden van dat rijk waarover Hij regeert? Maar de Heere Jezus zou niet alleen Koning zijn. David zingt verden 'De HEERE heeft gezworen en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek'. Hoor je dat? David zegt hier dat de Heere Jezus net zo'n priester zal zijn als Melchizedek.

Maar waarom dan niet zoals bijvoorbeeld Aaron? Dat kon niet. De Heere had alleen de kinderen van Aaron aan-gewezen om priester te zijn. En Aäron was uit de stam van Levi. De Heere Jezus zou uit de stam van Juda geboren worden. Een priester, zoals Aäron kon de Heere Jezus dus nooit zijn. Maar wel zoals Melchizedek. Want Melchizedek was koning en ook priester. En toch was hij niet uit de stam van Levi. Nu zo'n priester zou de Heere Jezus zijn. Niet alleen op deze aarde, zoals Aäron en zijn zonen. Maar Priester tot in eeuwigheid.

Hij heeft Zichzelf geofferd om zo de zonden van Zijn volk te verzoenen. Hij leeft om voor hen te bidden. Dat deed Hij hier al op de aarde, maar dat doet Hij ook nu nog in de hemel. Hij zegent Zijn kinderen, zoals eens Melchizedek Abram zegende. Hij blijft priester. Priester tot in eeuwigheid.

Heb jij deze Priester al leren kennen? Heb je Hem al nodig gekregen om verlost te worden van je zondige hart? Ook vandaag is Hij nog Priester. Ook vandaag wil Hij nog zegenen. Vraag of ook jij Hem mag leren kennen.

Ter inleiding

In dit nummer vindt u een vertelling uit zowel het Oude als het Nieuwe Testament. De eerste schets handelt over Melchizedek. Hij was priester en koning tegelijk. Wat in hem is afgebeeld, openbaart zich in Christus. Dat leert ons deze geschiedenis die zich afspeelt in oorlogstijd. Het is de eerste oorlog die in de Bijbel duidelijk wordt vermeld. De schets over de wonderbare spijziging zal eenvoudiger zijn om te vertellen. Ook deze schets wijst op Christus. Hij is het brood des levens. Wie tot Hem komt, zal nimmermeer hongeren en wie in Hem gelooft, zal nimmermeer dorsten.

Deze verzadiging wensen we de leidinggevenden en de kinderen toe, voor het eerst of telkens weer opnieuw.

Namens de commissie Mivo -12,

Marianne Sollie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen