JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De Kananese vrouw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Kananese vrouw

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerntekst: Mattheüs 15:25-26 "En zij kwam en aanbad Hem, zeggende: Heere, help mij! Doch Hij antwoordde en zeide: Het is niet betamelijk het brood der kinderen te nemen, en de hondekens voor te werpen."

"Heere, Zoon van David, help mij!" Boos kijken de discipelen om, wie roept daar zo hard over de straat? Het is een vrouw, die achter hen aanloopt. Hoe kan die vrouw nu weten dat zij hier met de Heere Jezus lopen? Ze zijn toch niet in Israël, maar in een heidens land!

De Heere Jezus is met Zijn discipelen uit Israël gereisd, ze zijn naar Fenicië gegaan. Dat is een heidens land, waar de mensen God niet dienen. Ze hebben hun eigen afgoden en kennen de God van Israël niet. De Heere wil de stilte opzoeken. Hier weten de mensen niet wie Hij is. Nu kan Hij rustig spreken met Zijn discipelen. Hij spreekt niet tot het volk en doet ook geen wonderen. Maar... toch kan Hij niet verborgen blijven! Want nu is daar achter hen op de weg een vrouw die roept: "Heere, Zoon van David, help mij!". Is er in dit heidense land nu toch iemand die weet dat Hij de beloofde Messias, de Zoon van David is? De vrouw die om hulp roept is erg ongelukkig. Ze heeft een dochter die erg ziek is. Het meisje is van de duivel bezeten. Dat betekent dat ze zelf niet meer weet wat ze doet, ze is helemaal in de macht van de duivel. De duivel wil alleen kapot maken en angst en verdriet brengen. Het is verschrikkelijk om het meisje te zien en te horen. Er is niet één dokter die haar van deze ziekte kan genezen. Wat is de duivel toch machtig. Er is er maar Eén die sterker is dan hij en dat is God! Nu heeft deze heidense vrouw wel eens van de Heere gehoord. Haar land grenst immers aan Israël! Ze heeft gehoord dat het volk Israël een Verlosser verwacht, een Zoon uit het geslacht van David. Ze heeft ook gehoord van de Heere Jezus, die wonderen doet en met de mensen spreekt over het Koninkrijk der hemelen. En nu is de Heere Jezus in haar land gekomen! Ze gelooft vast en zeker dat Hij de Zoon van David is, de beloofde Verlosser!

Weet jij ook zó zeker dat de Heere Jezus de Zaligmaker van zondaren is? Ben jij dan óók al naar Hem toegevlucht met al je zonden? De vrouw gaat naar de Heere Jezus. En ze roept Hem achterna: "Heere, Zoon van David, help mij! Mijn dochter is heel erg van de duivel bezeten!" Maar... de Heere Jezus antwoordt haar niet.

De discipelen zijn er boos over. Als die vrouw zo blijft roepen weet iedereen direct dat de Heere Jezus hier is. Dan komen er weer allemaal mensen op Hem af en kunnen ze niet rustig meer samen zijn. Ze zeggen tegen de Heere: "Meester, die vrouw roept ons na!" Ze denken: "Heere, help die vrouw nu maar even, dan is ze stil en kunnen we rustig verder gaan." Maar de Heere Jezus kijkt niet om, Hij loopt gewoon door. De discipelen begrijpen het niet. Anders wilde de Heere altijd direct helpen als mensen met hun zieken bij Hem kwamen. Hij heeft altijd zo'n medelijden met al die mensen die, als gevolg van de zonde, zo veel pijn moeten lijden. Helpt Hij nu deze arme moeder niet? Dan legt de Heere Jezus uit waarom Hij deze vrouw niet helpt. Hij zegt: "Ik ben gezonden tot de verloren schapen van het huis van Israël" En daar hoort deze vrouw niet bij, het is immers een heidense vrouw! Maar de vrouw laat zich niet wegsturen. Ze is nóg dichterbij gekomen. Ze knielt neer voor de voeten van de Heere Jezus. Ze smeekt: "Heere, help mij!" Het is zo erg met haar dochter, de duivel heeft haar in zijn macht. Er is er maar Eén die haar dochter daarvan kan verlossen en dat is Hij!

Wat is het wonderlijk met deze vrouw. Ze heeft nu toch wel gemerkt dat de Heere eigenlijk niet naar haar wil luisteren en toch blijft ze doorvragen. Misschien denk jij ook wel eens dat de Heere je bidden niet hoort. Luister dan maar eens goed wat er verder met die vrouw gebeurt. De Heere Jezus ziet haar aan. Ze moet weten dat de Zaligmaker in de eerste plaats gekomen is voor het Joodse volk. Zij heeft geen recht op Zijn hulp. Hij zegt: "Vrouw, Ik kan toch het brood van de kinderen niet aan de hondjes geven!" De vrouw begrijpt het meteen. De kinderen, dat is het volk van Israël. De hondjes, dat zijn de heidenen. Ze is een heidense vrouw. Ze hoort niet bij het volk van Israël, dat de Heere dient. Ze wordt vergeleken met een hond! Wordt ze nu boos omdat de Heere haar zo noemt? Wat denk je, zou jij niet boos geworden zijn? Wij leren in de kerk wel dat mensen zondaren zijn, maar als jij nu eens zo genoemd wordt... Zonder het licht van de Heilige Geest, dat ons onze zonden laat zien, voelen wij ons zo slecht nog niet! Deze vrouw wordt er niet boos om, want ze weet dat het waar is wat er van haar gezegd wordt. Ze heeft er geen recht op, dat de Heere haar helpt, maar ze heeft Hem nodig! Ze vraagt niet aan de Heere of ze toch een kind mag zijn, maar ze zegt: "Ja, Heere, ik ben een hond". Hoor je wel wat je moet doen als je denkt dat God je bidden niet hoort? Dan moet je niet stoppen met bidden, maar juist al je zonden aan de Heere vertellen en blijven roepen om hulp! De vrouw zegt: "Heere, de hondjes eten toch ook van de brokjes die van de tafel vallen." Zo'n klein stukje, zo'n kruimeltje dat de kinderen op de grond hebben laten vallen, dat is voor mij genoeg. Als de Heere Jezus dat hoort zegt Hij: "Vrouw, groot is uw geloof!" Voor zulke mensen is Hij gekomen. Die aan Zijn voeten blijven liggen, omdat ze weten dat Hij alleen verlossen kan. Nu wil de Heere Jezus deze vrouw verhoren en Hij zegt: "Ga maar naar huis, uw dochter is genezen." De vrouw gaat naar huis. Ze is zo gelukkig. De Heere heeft gezegd dat haar dochter genezen is en dat gelooft ze! Als ze thuis komt, ziet ze haar kind; de duivel is weg. Nu kan ze weer rustig met haar dochter praten. Ze vertelt haar Wie haar van de duivel heeft verlost. Om een kruimeltje genade heeft ze gebeden maar de Heere heeft hen in overvloed gezegend!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 1992

Mivo -12 | 24 Pagina's

De Kananese vrouw

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 1992

Mivo -12 | 24 Pagina's