Mijn knecht Job
Kerntekst: Job 1:21b en 22: "De HEERE heeft gegeven, en de HEERE heeft genomen; de Naam des HEEREN zij geloofd. In dit alles zondigde Job niet, en schreef Gode niets ongerijmds toe."
Van wie zijn toch al die schapen? Wat zijn het er veel! Probeer ze maar eens te tellen. Dat kan gemakkelijk want de dieren lopen rustig te grazen. Toch ben je al gauw de tel kwijt. Het zijn er ook zoveel! Weet je hoeveel? Zevenduizend! Geen wonder dat je al snel de tel kwijt was. Van wie is toch al dit vee? Vraag het maar eens aan één van de mannen die daar op het land aan het werk zijn. Hij kan het je wel vertellen. Hij kijkt je echter verbaasd aan. Weet je dat niet? Al dit vee is van Job, de rijke herdersvorst uit het land Uz. Hij is de rijkste man van het hele land. Hij heeft niet alleen zevenduizend schapen, maar ook drieduizend kamelen, vijfhonderd juk ossen en vijfhonderd ezelinnen. Ook bezit Job heel veel knechten die op het land werken en voor de dieren zorgen. In de Bijbel staat dat hij groter was dan al die van het oosten, dat wil zeggen dat hij de rijkste boer van het hele land was.
Toch is dit niet het enige wat ons over deze herdersvorst wordt verteld. Gods Woord spreekt van nog iets veel belangrijkers, iets veel mooiers. Er staat niet alleen dat Job erg rijk is maar ook dat hij oprecht is, eerlijk en vroom, godvrezende en wijkende van het kwaad. Wat is Job gelukkig! Hij is niet alleen rijk naar de wereld maar ook rijk in God. Dat is nog veel groter, ja dat is het belangrijkste. De schatrijke Job heeft zichzelf leren kennen als een arme zondaar. De Heere heeft hem dat geleerd. Hij vreest de Heere. En iedereen kan dat aan hem merken. Er gaat iets van hem uit. Alle mensen in het land kennen Job en spreken met achting over hem. Vaak komen mensen bij hem om raad vragen. Arme mensen kloppen nooit tevergeefs aan de deur om wat eten te vragen. Job waarschuwt de mensen als hij ze hoort vloeken. Hij bestraft hen die met de Heere en Zijn dienst durven spotten.
Als zijn kinderen bij elkaar zijn om feest te vieren brengt hij de Heere een offer en bidt om vergeving voor het geval er één van zijn kinderen heeft gezondigd. Kun je begrijpen dat iedereen in het land met eerbied over Job spreekt?
Maar niet alleen op de aarde wordt er over Job gesproken De Heere spreekt met de duivel over Zijn kind. De duivel heeft tot God gezegd: "Het is geen wonder dat Job U liefheeft want U geeft hem alles wat hij hebben wil. U zegent hem te veel. Zo kan iedereen U wel dienen. U moet hem alles maar eens afnemen, dan zal er iets anders gaan gebeuren, ja, dan zal hij U gaan vervloeken."
Toen zei de Heere: "Probeer het maar eens. Neem hem alles maar af maar je mag niet aan Job zelf komen."
Nu zal blijken of Jobs Godsvreze op zijn voorspoed en rijkdom is gebouwd.
Zo gebeurt het dat niet lang daarna, heel onverwacht, één van Jobs knechten erg hard komt aanrennen. Aan zijn gezicht is te zien dat hij geen fijne boodschap heeft. Hijgend vertelt hij Job dat er plotseling soldaten zijn gekomen die al plunderend en rovend door de akkers trokken. Al de ossen en de ezelinnen zijn gestolen en de knechten gedood.
Nauwelijks is hij uitgesproken of er staat een tweede knecht voor Job. Ook deze heeft geen goed nieuws. De schapen met hun herders zijn door vuur uit de hemel doodgeslagen.
Daar komt in de verte een volgende boodschapper. Hij begint te vertellen als hij wat dichterbij gekomen is. Drie benden rovers zijn op de kamelen aangestormd, alle herders zijn gedood en dieren zijn meegenomen.
Niet lang daarna volgt een vierde boodschapper. "Mijnheer", zo begint deze knecht, "uw zeven zoons en drie dochters waren bij elkaar in huis. Opeens begon het geweldig te stormen, zo hard dat het huis in elkaar stortte. Al uw kinderen zijn onder het puin bedolven en gestorven."
Daar staat Job. Kijk, hij scheurt zijn kleren en valt op de aarde. In één ogenblik is hij alles kwijt. Schatrijk was hij, nu is hij straatarm. Niets heeft hij meer. En wat doet hij? Begint hij God te vloeken, zoals de duivel gedacht had? Nee. Wat een wonder, de Heere bewaart Zijn kind daarvoor. Luister maar eens wat hij zegt: "De HEERE heeft gegeven, de HEERE heeft genomen. De Naam des HEEREN zij geloofd."
Job heeft de Heere lief met heel zijn hart en kan daarom God niet vloeken. Dat heeft de duivel niet verwacht, het valt hem tegen. Hij heeft het verloren. "Ja", zegt hij tegen God, "ik moest van Job zelf afblijven. Hem mocht ik geen kwaad doen. Als ik Job zelf eens ziek maak, dan zal hij U zeker vervloeken." Dan laat de Heere het toe dat de duivel Zijn kind ziek maakt.
Als Job op een morgen wakker wordt, zit zijn hele lichaam vol lelijke, grote zweren. O, wat doen die zweren pijn en wat jeukt het erg. Ja, het jeukt zo erg dat hij zich krabt met een potscherf. Zie je hem zitten daar op de ashoop? Arme Job!
Ja, misschien zo voor het oog wel arm, maar toch is Job rijk en gelukkig. Want kreeg de duivel gelijk? Vloekte Job nu God? Nee, ook nu niet. Weer was het de Heere, Die hem daarvoor bewaarde. En daarom arme en tegelijk ook rijke Job. Arm naar de wereld maar toch rijk in God.
Zelfs als zijn vrouw hem probeert te verleiden de Heere te vloeken, antwoordt hij: "Zouden wij het goede van God ontvangen, en het kwade niet?" Job vindt het goed wat de Heere doet. Hij is alles kwijt, zijn bezittingen, zijn kinderen, zijn gezondheid en zelfs zijn eigen vrouw valt hem af maar hij houdt de Heere over en daarom is Job de rijkste en de gelukkigste man van het hele land. Of vinden jullie van niet? Als je niet meer overhoudt dan alleen de Heere, dan heb je toch alles!
Dan komen er een paar vrienden van Job op bezoek. Als ze hem zien, schrikken ze geweldig. Is dat Job? Ze herkennen hem bijna niet De vrienden weten niet wat ze zeggen moeten. En Job zegt eerst ook helemaal niets. Maar dan wordt zijn verdriet zo groot dat hij het uitroept: "O, was ik maar nooit geboren, was dit ellendige leven maar nóóit begonnen." Job vervloekt zijn geboortedag. Maar dan laat de Heere Job ook zien dat wat God doet, goed en recht is! De Heere kan het nooit verkeerd doen. En daarom mag Job toch ook zeggen: "Ik weet, dat mijn Verlosser leeft."
Hij gelooft dat de Heere hem helpen zal. Eenmaal zal hij in de hemel komen en daar zal geen pijn en ook geen verdriet meer zijn. Daar verlangt hij naar!
De duivel heeft het ook nu weer verloren. Daar zorgt de Heere voor. Het gaat om Zijn eer en Zijn kind. Job blijft zijn God trouw. Hij is geen huichelaar, nee, hij kon de Heere niet vloeken.
De Heere geneest hem. Job wordt weer beter. Al zijn vroegere vrienden komen hem weer opzoeken en geven hem een geschenk. Het grootste is dat de Heere hem zegent. Hij krijgt weer heel veel vee, ja, hij wordt weer rijk, nog veel rijker dan vroeger. Hij krijgt van alles dubbel zoveel! Ook krijgt hij weer tien kinderen. De Heere zorgt voor Job. Ook nu zorgt Hij voor al Zijn kinderen. Al kun je dat misschien niet altijd zien, toch is het zo!
Ben je jaloers op Job? Job is al lang geleden gestorven maar zijn God leeft nog. Bid Hem of Hij ook jou genadig zou willen zijn. Hij wil er nog om gebeden zijn. Wat zou je rijk en gelukkig zijn als je net als Job zou mogen zeggen: "Ik weet, dat mijn Verlosser leeft!" Dan ben je de gelukkigste en de rijkste van de hele wereld.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1989
Mivo -12 | 20 Pagina's
