Handleiding 4b: Leid ons niet in verzoeking
Bij deze handleiding is een -10 en een +10 werkboekje beschikbaar. Klik op onderstaande link om deze in te zien.
Lezen
Mattheüs 4:1-11
Kerntekst
En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze (Mattheüs 6:13a).
Zingen
Psalm 1:1
Psalm 3
Psalm 81:12
Psalm 91:1, 2 en 5
Psalm 102:1
Psalm 138:4
Gebed des Heeren:7 en 8
Aanwijzing voor het gebruik
De schets over de verzoeking in de woestijn bevat twee delen. De vertelling is in de eerste plaats bestemd voor de kinderen van -10. Voor hen is er ook een ledenboekje met enkele verwerkingen beschikbaar. Voor de kinderen van +10 is er een Bijbelstudie.
Vertelling
Je hebt vast wel eens iemand gezien die aan het vissen is. Misschien doe je het zelf ook wel eens. Eerst doet de visser aas aan de haak. Daarna gooit hij het haakje met het aas in het water. En dan maar wachten tot er een vis in het aas bijt. Met dit voorbeeld kun je misschien beter begrijpen hoe de duivel werkt. Hij legt eigenlijk een stukje aas voor je neus. Elke dag opnieuw, bij iedereen iets anders. Misschien fluistert hij je wel in: luister maar niet naar je vader en moeder, doe maar gewoon je eigen zin. Of: het is helemaal niet erg als je zomaar een snoepje pakt. Dat ene snoepje missen ze toch niet. De duivel hoopt dat je in zijn aas hapt. Hij wil graag dat je verkeerde dingen doet, dat je zondigt. Hij wil dat je naar hém luistert en niet naar de Heere.
Vandaag gaat het op de club over verzoeking. Verzoeking betekent verleiding, iemand verleiden tot zonde. Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Deze bede uit het ‘Onze Vader’ is vandaag aan de beurt. Dit zinnetje is eigenlijk al een heel gebed. Eigenlijk zeg je: “Heere, ik moet strijden tegen verzoekingen maar… ik ben zo zwak. Als ik geen hulp krijg, word ik door de vijanden verslagen. De duivel wil me steeds maar zonde laten doen. Hij wil graag dat ik alleen maar bezig ben met de dingen van de wereld. Want dan is er geen plaats voor God in mijn hart. Mijn hart is ook zo boos, zo vol van zonde. Wilt U mij Uw Heilige Geest geven, want Die alleen kan mij helpen in de strijd tegen alle vijanden. Dan alleen kan ik staande blijven.”
Bid je zo wel eens om te mogen vechten tegen de zonde? Ook de Heere Jezus moest vechten tegen de duivel. Luister maar.
Zie je wie daar loopt? Daar in de eenzame, verlaten woestijn van Judea loopt een Man. Het is de Heere Jezus. Hij is al veertig dagen in de woestijn. Al die tijd heeft Hij niet gegeten en niet gedronken. Maar nu, na zo’n lange tijd zonder eten en drinken, heeft Jezus honger. En hier in de woestijn vind je geen eten. In deze woestijn vind je stenen, rotsen en hier en daar wat halfverdord gras. In deze woestijn kan je niet lang blijven. Als je zonder eten en drinken in deze woestijn bent, moet je sterven. Wat een wonder dat Jezus daar al zo lang is!
Toch is Hij niet alleen in de woestijn. Nee, er zijn geen mensen bij Hem. De duivel zoekt Hem op.
De duivel is de grote vijand van God. Het is hem gelukt om alle mensen in zijn macht te krijgen. Denk maar eens aan wat er in het paradijs gebeurd is. Hij heeft Adam en Eva laten zondigen. En sinds die tijd gehoorzamen wij, mensen, de duivel. Dat doen we elke keer als we verkeerde dingen doen. Alleen de Heere Jezus heeft nooit naar hem geluisterd. Hij heeft nog nooit gezondigd. Hij kwam op aarde om de straf op de zonde te dragen en te zorgen dat zondige mensen vergeving van hun zonden kunnen krijgen.
Hoor maar, daar klinkt de stem van de duivel. Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg, dat deze stenen broden worden!
Zie je wat het gemene plan van de duivel is? Jezus voelt de honger en de dorst; nu is Hij zwak. Als Hij eens een wonder voor Zichzelf zou doen, zodat Hij niet meer alleen op God vertrouwt, dan zondigt Jezus. Dan kan Hij niet meer betalen voor de zonde. Dan zal Hij nooit op Golgotha Zijn leven kunnen geven. Dan zal jij nooit zalig kunnen worden. De duivel wil niet dat zondaren zalig worden. Daar vecht hij tegen.
Maar Jezus doet het niet. Waarom niet? Eigenlijk zegt de duivel: “Is God in de hemel wel Uw Vader? Hij zorgt helemaal niet goed voor U! Hij geeft U geen brood. En U hebt nog wel zo’n honger! Vertrouw maar niet langer op Hem. U moet zelf maar voor brood zorgen. Dat kunt U toch wel?” Gelukkig luistert Jezus niet. Hij wil op Zijn Vader blijven vertrouwen. Hij antwoordt: Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat. Wat bedoelt de Heere Jezus daarmee? Hij bedoelt dat Hij van al die stenen op de grond geen broden wíl maken, omdat Hij geen wonder voor Zichzelf wil doen. Hij wil eten krijgen van de Heere, op de manier zoals Zijn Vader dat wil. Want wat heb je aan eten als de Heere het niet zegent? Hij wil in alles op Zijn Vader vertrouwen. Het is net, of Hij hier bidt: Geef ons heden ons dagelijks brood.
De duivel probeert het nog een keer. Hij neemt Jezus mee naar de tempel in Jeruzalem. Hij brengt Hem bovenop het dak van de tempel, naar de uiterste rand. Daarvandaan kijk je in een diep ravijn. Om het dak is een muurtje gebouwd, om ervoor te zorgen dat niemand er per ongeluk af kan vallen. En daar, bij dat muurtje, spreekt de duivel weer. Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelven nederwaarts; want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, en dat zij U op de handen zullen nemen, opdat Gij niet te eniger tijd Uw voet aan een steen aanstoot.
Hoor je wat de duivel zegt? “Indien Gij Gods Zoon zijt.” Hij zegt eigenlijk: Bent U wel écht Gods Zoon? Laat dat dan maar eens zien! Spring maar van het tempeldak naar beneden. Uw Vader zal dan wel zorgen dat U niet doodvalt. Er staat in de Bijbel dat de Heere Zijn engelen wel zal sturen en dat zij ervoor zullen zorgen dat er niets met U gebeurt!
Je ziet nu wel hoe gevaarlijk de duivel is. Hij misbruikt zelfs de Bijbel om je te laten zondigen. Hij gebruikt een Bijbeltekst, maar hij verandert hem een beetje.
Jezus luistert niet naar de duivel. Zijn antwoord is heel kort. Er is wederom geschreven: Gij zult den Heere, uw God, niet verzoeken. De Heere Jezus wil Zijn leven niet in gevaar brengen. De Heere wil ook niet dat jij je leven in gevaar brengt. Hij wil niet dat je gevaarlijke spelletjes speelt, of dat je gevaarlijke dingen doet in het verkeer.
Nog één keer probeert de duivel Jezus te laten zondigen. Hij neemt Hem mee naar een heel hoge berg. En daar, op het topje van die berg, laat hij Jezus in een ogenblik alle koninkrijken van de wereld zien. Hij ziet al die machtige koningen, al die legers, al dat geld en dat goud, alles! Hoor je wat de duivel zegt? Al deze dingen zal ik U geven, indien Gij, nedervallende, mij zult aanbidden. U krijgt al deze dingen van mij; U hoeft mij alleen maar te aanbidden.
Misschien denk je wel: Ja, maar alles is toch van de Heere? De aarde, de hele schepping? Dat is waar. De Heere heeft alles gemaakt en daarom is alles van Hem, ook al is er zoveel zonde in de wereld. De duivel probeert hier de Heere Jezus te bedriegen.
Wat een erge verzoeking is dat! De Heere Jezus zal Koning worden door te lijden en te sterven. En niet door voor de duivel te knielen. Jezus doet het niet. Hij stuurt de satan weg. Ga weg, satan, want er staat geschreven: Den Heere, uw God, zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen.
De duivel laat ons ook veel mooie dingen zien van de wereld. Dan zegt hij: “Die moet je zien te krijgen. Als je dat hebt, ben je pas echt gelukkig.” De duivel is een leugenaar. Zie je in wat voor aas hij je probeert te laten bijten? De duivel heeft veel macht, maar Jezus is gekomen om die macht te verbreken.
Het is moeilijk om niet naar de duivel te luisteren. Onmogelijk zelfs voor ons. Toch kun jij ook de duivel wegsturen. Niet in je eigen kracht, maar omdat de Heere je wil helpen. De Heere Jezus is staande gebleven toen de duivel Hem verzocht. Hij betaalde voor de schuld van Zijn kinderen. Ook als ze toch in het aas bijten dat de duivel hen voorhoudt. Als ze in zonden vallen. Dan is er vergeving als je de Heere als je Zaligmaker kent.
Alleen in Zijn kracht kun je staande blijven!
Aantekeningen bij de tekst
Vers 2 vasten: Dit is een wonderlijk vasten geweest zonder eten en drinken. Op deze manier hebben Mozes en Elia ook gevast (Exodus 34:28, 1 Koningen 19:8). Op deze manier kunnen wij niet vasten.
Vers 3 verzoeker: Zo wordt de duivel genoemd, omdat hij de mensen wil brengen tot zonden en afval. Zie Genesis 3.
Vers 5 De tinne van de tempel: de tinne van de tempel was de uiterste rand van het dak van het tempelcomplex, vanwaar men in een naast de tempelberg gelegen diep ravijn kijkt.
Achtergrondinformatie
De woestijn van Juda
De woestijn van Juda was een kaal, steenachtig, schaars bewoond gebied.
De mens zal bij brood alleen niet leven
Het brood houdt ons alleen in leven als God het zegent en er levenskracht aan verleent. We mogen onder alle omstandigheden erop vertrouwen dat God naar Zijn belofte voor ons zal zorgen. Het gaat in deze tekst niet om het geopenbaarde en geschreven Woord van God als geestelijk voedsel, maar om het scheppende spreken van God dat middelen weet te vinden om ons te onderhouden. Aan dit spreken wil Jezus Zich onderwerpen in gehoorzaamheid. Jezus wil het brood slechts ontvangen in gehoorzaamheid aan het Woord uit Gods mond.
De duivel verdraait Gods Woord
In vers 6 haalt de duivel Psalm 91:11 en 12 aan. Hij laat echter de woorden op al uw wegen weg.
Het domein van de duivel
De hele wereld heeft zich bij de zondeval vrijwillig aan de duivel onderworpen. De duivel oefent daarin zijn verleidende, verderfelijke macht uit, maar hij is niet de rechtmatige eigenaar van de wereld en kan deze macht ook niet vrijmachtig gebruiken. God is en blijft de enige Eigenaar van en Machthebber in deze wereld.
Verzoeking van Christus
De Heere Jezus moet voor ons verzocht worden door de duivel, omdat de hele mensheid in Adam is bezweken voor de verzoeking van de duivel. De Heere Jezus is de tweede Adam, Die moet laten zien dat het onze eigen schuld is dat we voor de verzoeking bezweken zijn. Hij blijft staande in verzoekingen die veel groter zijn dan de verzoeking van Adam. Als wij verzocht worden, weten we dat Christus ook tot zo’n zonde verzocht is en moeten we Christus’ hulp en kracht vragen om de verzoeking te weerstaan. Hij kent onze verzoeking uit eigen ervaring: Die in alle dingen, gelijk als wij, is verzocht geweest, doch zonder zonde. En: Want in hetgeen Hij Zelf, verzocht zijnde, geleden heeft, kan Hij dengenen, die verzocht worden, te hulp komen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Kompas Handleiding | 13 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Kompas Handleiding | 13 Pagina's