Vrijwilliger in de gemeente
“Dienen is ook iets van je tijd geven”
Als er één plek is waar dienen gestalte moet krijgen, is het de kerk wel. In elke gemeente zijn veel vrijwilligers actief. Niet zelden gaan ouders hun kinderen daarin voor. Dat blijkt ook in de Gereformeerde Gemeente van Doetinchem. Drie kosters, vier jongeren en een leidinggevende schoven aan tafel voor een gesprek.
Als mensen zich thuis voelen in de kerk, is koster Henk Wiltink tevreden. Daar doet hij, samen met Simon Wagenaar en Bert Dijkman, dan ook zijn uiterste best voor. De drie mannen doen hun werk als vrijwilliger, naast hun baan. Henk nam het werk zestien jaar geleden van zijn vader over. Die was op zijn beurt 35 jaar koster. Simon en Bert reageerden respectievelijk anderhalf jaar en vijf jaar geleden op de oproep van de kerkenraad voor een koster, toen er een vacature kwam. Wat bewoog hen om dat te doen?
Samenwerking
“Ik wilde graag iets doen voor de gemeente,” zegt Bert. “Als iedereen iets doet, komt het niet altijd op dezelfde schouders neer.” Ook bij de andere mannen was het de drijfveer om iets voor de kerk te kunnen betekenen. Met drie kosters betekent dat ook: goed samenwerken. Daar hebben de mannen geen moeite mee. De taken zijn duidelijk verdeeld. Bert: “In een kerkdienst hebben er altijd twee kosters dienst, de derde is vrij. Een van de twee is de hoofdkoster, die bepaalt. De zondag daarna wordt er gerouleerd en is een ander de hoofdkoster. Ook organisatorisch zijn de taken verdeeld. Simon beheert de voorraden en de sleutel, Bert zorgt voor de liturgie en de roosters, Henk onderhoudt het contact met de kerkenraad en is contactpersoon voor het gebruik van de zalen. De samenwerking loopt geolied.
Ook de jongeren die aanschoven, zetten zich in als vrijwilliger. Marinde Rijneveld (18) draait mee in de kinderbijbelclub en helpt bij het internationaal café dat de gemeente organiseert voor onder andere mensen uit Syrië. Ook Linda Bulten (19) is daarbij betrokken. Ze speelt ook viool tijdens de internationale diensten die door de gemeente worden georganiseerd. Iris Hanskamp (16) draait mee bij de vakantiebijbelclub en Wessel Wassink (20) heeft verschillende vrijwilligerstaken, zoals het bestuur van de +18 JV, de Jongerendag-commissie van de Jeugdbond, de kinderbijbelclub en vrijwilligerswerk voor de SGP. Hun tijd is dus, naast hun opleiding, goed gevuld.
Janice Ebbers is sinds vier jaar leidinggevende van de +14 vereniging. Ze begon bij de kinderclub en ging later door naar de tienervereniging. Ze geniet ervan om met jongeren om te gaan. “Je ziet ze groeien. Ik hou ervan om actief met hen bezig te zijn, samen dingen doen geeft een band. Maar ik vind het ook heel mooi om Bijbelstudie met hen te doen en hen te leren op welke manier ze de Bijbel kunnen lezen.”
Dienen
In elke vrijwilligerstaak zit ook iets van dienen. Bert Dijkman: “Ik zie dit aspect vooral in de eredienst. Als koster zorg je voor orde, zodat alle aandacht uit kan gaan naar het Woord van God.” Simon: “Je bent als koster veel met mensen bezig. Je dient niet alleen God, maar ook anderen.” Dat zit in kleine dingen, zo blijkt. Mensen die nieuw zijn in de kerk, ontvangen en een plek geven bijvoorbeeld. Bert: “De kosters in Doetinchem hebben ’s zondags altijd een badge met ‘koster’ op. We moeten herkenbaar en aanspreekbaar zijn.”
Janice denkt bij dienen vooral aan wat ze jongeren mee wil geven. “Soms heb ik het gevoel tekort te schieten en denk ik: heb ik hen wel genoeg over de Heere Jezus verteld? Daar gaat het tenslotte om.” Toch onthouden jongeren vaak meer dan ze gedacht had. “Aan het eind van het seizoen vroegen we wat de jongeren het meest was bijgebleven. Ze noemden een onderwerp dat voor de Kerst al was behandeld. Zo zie je dat ze bepaalde dingen echt meenemen.”
Marinda: “Dienen betekent voor mij ook iets van je tijd geven. Als ik van mijn tijd geef, merk ik dat meer dan dat ik iets van mijn geld geef.” Linda sluit daarop aan: “Je geeft de talenten die je van God hebt gekregen, als het ware terug.”
Tijd
Naar die tijd is het soms zoeken, merkt Wessel. Hij heeft naast zijn studie ook nog een baantje. “Toch vind ik altijd wel tijd. Ik kan bijvoorbeeld mijn reistijd in het OV gebruiken om e-mails te sturen of andere dingen te regelen.” De drie meiden vinden ook wel tijd voor hun vrijwilligerstaken. Linda: “De internationale dienst is op zondag, dus dan heb ik geen andere dingen.” Ook de kosters vinden altijd de tijd die nodig is voor hun taken. Henk: “Je bent met z’n drieën, dat scheelt.” Bert: “De gemeente is een onderdeel van je leven. Ik ben ermee opgegroeid dat je je inzet voor de kerk. Wat mij wel opvalt, is dat het vaak dezelfde mensen zijn die ergens hun schouders onder zetten en tijd weten te vinden als er iets gebeuren moet. Ik zou het mooi vinden als het werk in de gemeente over zoveel mogelijk schouders wordt verdeeld. Je zit ’s zondags samen onder het Woord van God, maar er hoort nog meer bij.”
Ook de jongeren merken dat er een stimulans van uitgaat als ouders anderen dienen. Marinda: “Mijn moeder staat altijd met kleine dingen voor anderen klaar, zoals eten brengen bij iemand die ziek is.” Linda: “Er gebeurt ook heel veel dat andere mensen niet zien. Niet al het vrijwilligerswerk valt op.”
Tegenvallers en mooie momenten
Vrijwilligerswerk geeft energie en voldoening, maar soms zijn er ook tegenvallers. Marinda: “Het kan gebeuren dat je een mooi Bijbelverhaal hebt voorbereid en dat de kinderen vervelend zitten te doen. Dat is een teleurstelling. Hoewel het later vaak ook weer mee blijkt te vallen wat ze ervan hebben opgepikt.” Wessel: “Ik vind het jammer als er weinig kinderen komen. Dan heb je je best gedaan om alles voor te bereiden en komen er maar drie. Maar ook voor hen is het de moeite waard om je in te zetten.”
Ook de kosters hebben soms te maken met minder leuke gebeurtenissen. Henk: “Er worden bij de kerk altijd veel fietsen gestolen. Toen ik pas koster was, dacht ik er goed aan te doen om een paar fietsen die niet op slot stonden, uit voorzorg op slot te zetten. Een stukje extra service dus. Maar één van de eigenaars zei: ‘Wie ben jij om je daarmee te bemoeien?’ Dan denk je goed te doen, maar het wordt niet gewaardeerd. Ook op andere fronten is het lastig om het iedereen naar de zin te maken, zoals bijvoorbeeld de temperatuur in de kerk. Toch krijgen de kosters over het algemeen veel waardering. Bert: “Je krijgt een speciale band met de leden van de gemeente. Van oudere mensen krijgen we soms een reep chocola in onze handen gedrukt, met een bedankje voor de geboden hulp. Een klein gebaar, maar het zegt heel veel.”
Mooie momenten kennen ook de jongeren. Linda: “Pas kwam er na de internationale dienst een Syrische jongen naar me toe. Hij vroeg of hij even op mijn viool mocht spelen. Het bleek dat hij in Syrië ook een viool had gehad en hij miste het vioolspelen erg. Het gaf een stukje verbondenheid dat je allebei van dit instrument houdt.”
Gebed
Dienen doe je niet voor jezelf. Je bent in alles afhankelijk van de Heere en van Zijn zegen. Dat is ook de ervaring van de vrijwilligers in Doetinchem. Dienen kan niet zonder gebed. Henk: “Het is vaak mijn gebed of alles goed verlopen mag.” Janice ervaart dat het gebed heel belangrijk is in het jeugdwerk. “Ik neem regelmatig een jongere mee in het gebed, als ik zie dat die het nodig heeft. Ook bid ik om Gods hulp bij de verenigingsavond. Na afloop mag je dan zien dat God geholpen heeft.” Wessel: “De laatste tijd komen er minder kinderen naar de kinderbijbelclub. Dat is echt wel iets waar ik voor bid.” De jongeren zien ook dat de Heere soms werkt door tegenvallers heen. Wessel: “Pas kwam er bij de Paasviering een moeder mee met haar kinderen. We merkten dat ze belangstelling had voor wat er verteld werd. Het zit soms in kleine dingen.”
Als je dienstbaar bent in vrijwilligerswerk, merk je ook dat je een mens blijft met zonden en gebreken. Er was er Eén die Zijn Vader volmaakt diende: de Heere Jezus. Wat kunnen wij van Hem leren? Simon: “Geduld.” Henk: “De minste te zijn, je moet niet altijd belangrijk willen zijn.” Janice: “Hoe Hij met kinderen omging, hen liefhad en alle tijd voor hen nam.” Linda: “De Heere Jezus deed veel meer dan wij ooit kunnen doen.” Wessel: “De Heere Jezus was niet bang voor wat mensen zeiden. Bij ons in de buurt is een asielzoekerscentrum. Ik zou wel met hen in gesprek willen gaan over wie God is, maar ik ben bang voor hun reactie. De Heere Jezus keek niet naar wat mensen zeiden, maar naar wat Zijn Vader wilde.”
De Heere Jezus zei: ‘Zonder Mij kunt gij niets doen.’ Ook Paulus wist dat Gods genade onmisbaar is. Hij geeft in Romeinen 12: 1 de enige grond voor ons dienen weer. Wie zo dienen mag, is werkelijk dienstbaar in het Koninkrijk van God.
Dienen, daarvoor hoef je niet oud te zijn. Rogier Wassink (8) uit Doetinchem helpt elke zondag met plezier oude mensen in zijn kerk.
Weet je wat ‘dienen’ is?
“Ja, dat is andere mensen helpen.”
Waar help jij mensen mee?
“Ik help ’s zondags meneer en mevrouw Colenbrander altijd als ze de kerk uitgaan. Ik houd de deur van de auto open, zodat meneer Colenbrander gemakkelijk in kan stappen. Dan rijd ik de rollator naar de achterklep. Als ze wegrijden, zwaai ik altijd nog even naar hen en soms geef ik hen een tekening.
Ik help ook mevrouw Ebbers. Haar rollator kan niet naast de bank staan, die staat ergens anders in de kerk. Ik ga hem altijd voor haar halen, voordat de kerk uitgaat.”
Hoe kwam je erop om dat te doen?
“Dat heb ik gewoon bedacht.”
De Heere wil graag dat wij mensen helpen. Waarom is het belangrijk dat je dat doet?
“Omdat je mensen kunt helpen met dingen die zij niet goed kunnen.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 2016
Eigenwijs | 24 Pagina's
