‘Ze zijn van de Heere, meer dan van u’

‘Zij zijn van de Heere, meer dan van u’

“Daarom bid ik u: begin aan uw arbeid wat dit betreft. Dit geldt zowel voor vader als moeder, want de Heere eist het van hen beiden. Breng uw kinderen tot God en leer hen, hoe ze Hem dienen moeten in hun gehele leven.

Zij zijn van de Heere, meer dan van u. De Heere is zowel hun Eigenaar als hun Schepper en Onderhouder. U hebt hen in de doop aan God toegewijd; daar hebt u een plechtige gelofte gedaan dat u hen als Zijn eigendom zou opvoeden; niet voor het vlees, de wereld en de duivel, maar voor Hem, om Hem te dienen en voor Hem te leven.”

Jacobus Koelman: De plichten der ouders, blz. 33.

Mag je fouten maken?

“De kinderjaren zijn altijd vol van mislukte pogingen en vergeefse inspanningen. Onvolwassen kinderen die proberen te leren hoe ze moeten leven in een complexe wereld maken ongetwijfeld fouten.

Het is heel belangrijk in de opvoeding hoe ouders omgaan met deze fouten. Krijgen kinderen het gevoel dat ze dom zijn? Worden ze uitgelachen voor hun fouten? Zijn er gezinsleden die ervan genieten als ze een ander zien falen? Sommige ouders zijn bijzonder goed in staat om mislukte pogingen te beschouwen als prijzenswaardige inspanningen. Ze zijn altijd positief. Ze zijn er bedreven in om de gevolgen van een mislukking te relativeren. Of een kind overtuigend is gestimuleerd of vaak kritiek te horen heeft gekregen, of een mengeling daarvan, is van grote invloed op zijn leven.”

Tedd Tripp: De weg naar het kinderhart, blz. 12.

Blijvende indrukken

“De eerste godsdienstige indrukken krijgt een kind door zijn biddende ouders. Een vader is voor een klein kind het toonbeeld van macht, een moeder de belichaming van zorg. Als die grote, sterke vader nu zijn handen vouwt en als een kind gaat spreken tegen zijn Vader, zal dit dan geen diepe indrukken maken op een tere kinderziel? Als de zorgzame moeder met zachte woorden smeekt om de onmisbare zorg van de Heere, zal dat het kind geen teer gevoel geven van een grote God, Wiens zorg ook zijn ouders nodig hebben?”

Ds. C.J. Meeuse: Kinderen voor God opvoeden, blz. 51.

Wereldsgezindheid

“De wereld is voor ons een doorgang, zij is niet ons erfdeel.”

J.R. Beeke: Aangaande mij en mijn huis, blz. 23.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen