Tips voor ouders
Van bijbellezen naar bijbelleven
De opdracht om kinderen ‘te onderwijzen in de voorzeide leer’ beperkt zich niet alleen tot het lezen van een stukje uit de Bijbel, maar vraagt ook een gesprek erover. De Heere zegt Zelf in Zijn Woord dat het gaat om het onderzoeken van dat Woord. Enkele tips.
Tip 1 | Eerbied
De Bijbel is Gods Woord. Als we uit de Bijbel lezen, spreekt de Heere. Leer kinderen van jongs af aan op deze momenten eerbiedig te zijn. God is heilig. Het kan gebeuren dat oudere kinderen het moeilijk vinden om eerbiedig te zijn. Lees dan met hen eens hoe het volk van Israël zich bij de berg Sinaï voor moest bereiden op het spreken van de Heere. Zorg dat er tijd is voor het gezamenlijk lezen uit de Bijbel en dat er geen verstoringen zijn door telefoons en dergelijke.
Tip 2 | Allemaal een Bijbel
Zodra kinderen hebben leren lezen, kunnen ze meelezen uit hun eigen Bijbel. Voor de allerkleinsten kan er een kinderbijbel worden neergelegd met een afbeelding die bij het bijbelgedeelte past. Wie meeleest of meekijkt, kan zich beter concentreren. De Bijbel is zo ook een Boek dat letterlijk voor iedereen open gaat en door iedereen wordt gebruikt. Laat de kinderen die kunnen lezen zelf een paar verzen voorlezen. Zo wennen ze aan de stijl en het taalgebruik van de Bijbel.
Tip 3 | Aandacht
Tijdens het Bijbellezen gaat het er niet alleen om dat kinderen stil zijn, maar ook dat ze echt luisteren. Probeer hun gedachten gevangen te nemen, zodat ze niet afdwalen naar andere dingen.
- Stel vooraf een vraag om hen extra op te laten letten. Door het stellen van vragen wordt een actieve luisterhouding ontwikkeld. Bijvoorbeeld: "Wat zegt David in deze psalm over de Heere?”
- Sluit aan bij het Bijbelgedeelte van de vorige dag en vertel kort wat de verhaallijn van deze dag is. Kinderen begrijpen het beter als vooraf kort is verteld waar het over gaat. Het te lezen gedeelte kan ook ingeleid worden met een paar zinnen, die tegelijk tot luisteren aansporen. Bijvoorbeeld: "Weet je nog dat Jozef in de gevangenis zat? Vandaag lezen we hoe hij er uit mag komen. Luister maar goed hoe dat gebeurt.”
- Als kinderen weten dat hun ouders achteraf vragen stellen over het gelezen gedeelte, zal dat kinderen stimuleren goed te luisteren.
Tip 4 | Leg uit
Leg al tijdens het lezen bepaalde moeilijke woorden uit, zodat kinderen de lijn van het gedeelte vast kunnen houden. Bij het lezen van een heel Bijbelboek is het waardevol wanneer het gezin zich verdiept in de achtergrond. Bijvoorbeeld wie de schrijver is en wat zijn bedoeling is. Oudere kinderen kunnen de opdracht krijgen dit op te zoeken, of om iets anders uit te zoeken wat onduidelijk is. Zij kunnen bij het bijbellezen de Bijbel met kanttekeningen gebruiken, zodat zij bij een bepaalde tekst voor kunnen lezen wat de kanttekenaren ervan gezegd hebben.
Tip 5 | Ga in gesprek
Bespreek het gelezen gedeelte. Dat kan op verschillende manieren, maar vaak wordt geadviseerd dat te doen door 3W-vragen te stellen:
• Wat staat hier?
Dat betekent: Wat lees ik hier precies? Waar gaat het over?
• Wat bedoelt de schrijver?
Dat betekent: In welk verband staat dit gedeelte en wat bedoelt de schrijver over te brengen.
• Wat is de boodschap?
Dat betekent: Wat wil de Heere door dit gedeelte zeggen en hoe laat ik mij door de tekst gezeggen?
Tip 6 | Persoonlijke toepassing
De laatste vraag van het gesprek brengt het gelezen gedeelte op de toepassing. Het gaat om persoonlijke kennis van God, van zonde, van verlossing, van bekering en van vernieuwing door de Heilige Geest. Maak de kinderen duidelijk dat er gerust vragen gesteld mogen worden. Zelf na het lezen een vraag stellen, de aandacht richten op een bepaald vers of een persoonlijke opmerking maken geeft al aan dat die ruimte er is en kan het gesprek hierover verder bevorderen.
Tip 7: | Gebed
Bijbellezen kan niet zonder het gebed. Alleen de Heere kan harten die van nature voor Zijn Woord op slot zitten, openen. Ouders zijn met hun kinderen volkomen afhankelijk van de Heilige Geest om de Bijbel te verstaan. Hun werk ten aanzien van het bijbellezen is net als het werk van de bouwer en de wachter tevergeefs als de Heere het niet zegent (Psalm 127). Maar die afhankelijkheid van het werk van de Heilige Geest doet niets af van de verantwoordelijkheid van de opvoeder. Paulus en Apollos hoefden geen geestelijke groei te geven, maar moesten wel planten en natmaken. De Heere werkt middellijk en ouders moeten doen wat hun hand vindt om te doen. Niet in eigen kracht, maar in afhankelijkheid van de Heere, biddend om Zijn zegen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juli 2009
Eigenwijs | 28 Pagina's
