JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Al Uw baren en Uw golven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Al Uw baren en Uw golven

7 minuten leestijd

Je staat op het strand. De wind giert om je heen en de zee is wild. Golven rollen onophoudelijk over elkaar heen. De ene golf is nog niet uitgebruist, of de volgende stort zich al met geweld naar voren. Je ziet de kracht van het water, de ontembare beweging van de zee. En als je ’s avonds in bed ligt, hoor je in je hoofd nog steeds het bulderen van de golven. Je beseft: ik ben maar een mens en wat een enorme krachten schuilen er in de zee. En dan te bedenken dat de Heere de zee in Zijn hand houdt, dat Hij grenzen stelt aan haar golven: “Tot hiertoe en niet verder.” Wat een ontzagwekkende God is Hij.

Eindeloze golven

Laten we gaan kijken bij Job. Wanneer het over lijden gaat, wordt Job nogal eens genoemd. Als je nu het beeld van de zee weer in gedachten neemt, zie je het voor je in Job 1. Ramp na ramp treft Job. De dood van zijn vee, zijn knechten, zijn kinderen, het einde van zijn gezondheid, de woorden van zijn vrouw, de woorden van zijn vrienden. Het is niet verwonderlijk dat de Heere in Job 38 het beeld van de zee gaat gebruiken. De ene golf was nog niet verdwenen of de volgende golf was over Job heen gespoeld. Wat een vernietigende krachten. Job houdt echt helemaal niets meer over. En als zijn vrienden dan ook nog gaan zeggen dat hij vast gezondigd zal hebben, heeft hij nog slechts één verlangen: zijn eigen zaak bij God bepleiten en van Hém antwoorden krijgen. Maar dan gaat de Heere het in Job 38 omdraaien. In plaats van antwoord te geven op al de vragen die Job uitgeschreeuwd heeft, gaat de Heere vragen aan Job stellen.

Grenzen aan de zee

De Heere gebruikt voor het lijden van Job het beeld van de zee. De zee die jou doet voelen hoe nietig en klein je bent. De zee die je altijd weer doet beseffen dat je nooit tegen haar krachten bestand bent. De golven die maar blijven komen en waarvan je weet dat je ze niet zult kunnen tegenhouden. En dat is de bedoeling van God met Job en met jou. Dat je erachter komt dat je nooit tegen de zee opgewassen bent. Dat je klein, nietig, zwak bent. Want dan komt ook vers 11. Daar gaat God spreken tot de zee: tot hiertoe zult gij komen en niet verder. De Heere stelt grenzen aan de zee. Híj stelt grenzen aan het kwaad. Dan ben jij misschien overweldigd door alles wat er in de wereld gebeurt. Door alles wat in je leven gebeurt. Maar God is dat niet. Het loopt Hem niet uit de hand. Al het kwaad, alle chaos, al het lijden, moet blijven binnen de grenzen die God gesteld heeft. Hoewel het kwaad verschrikkelijk kan zijn, ook in jouw leven, zal het geen millimeter gaan over de grenzen die God het gesteld heeft. Maar de HEERE in de hoogte is geweldiger dan het bruisen van grote wateren, dan de geweldige baren der zee (Psalm 93:4).

Verder kijken dan de zee

De Heere gaat aan Job laten zien dat er in al het lijden nog steeds schoonheid is. De Heere laat dat ook aan jou zien. Misschien is de ene na de andere golf over je heen gespoeld. Misschien staat het water je tot aan de lippen. Dan mag je nu om je heen gaan kijken. Want de schoonheid van God brengt licht, zelfs in de diepste lelijkheid van kwaad en zonde. Hoe dat gaat? Dan wordt de grond misschien onder je voeten weggeslagen, maar vind je toch schoonheid in Gods Woord. Dan schreeuw je het buiten in de eenzaamheid uit naar God. En dan vind je toch schoonheid in de schepping. Dan dreigt eenzaamheid je te verstikken. En dan vind je schoonheid in vriendschap. Dan denk je er alleen voor te staan. En dan vind je op zondag onder de preek schoonheid in het samenkomen rond Gods Woord.

En de zee was niet meer

Je staat nog steeds op het strand. Je ziet de machtige golven komen. Eindeloze golven. Maar je weet nu dat de golven niet verder zullen komen dan de Heere toelaat. Je weet nu ook dat, hoe hoog de gol ven ook zijn, je om je heen moet blijven kijken. Dat je schoonheid mag zoeken in Gods Woord, in de schepping, in vriendschap, in je gemeente. En, het allerbelangrijkste, je weet dat er Iemand in de hemel is, over Wie al de baren en golven zijn heengegaan. Hij is helemaal vrijwillig ondergegaan in de kolkende golven van Gods toorn, om zo Zijn kinderen hieruit te kunnen verlossen. Wat is het nodig dat je Hem kent en in Hem geborgen bent. Want dan is er toekomst. Een toekomst die Johannes mocht zien toen Hij ook op het strand stond. En in deze toekomst zal er geen kwaad, chaos en wanorde meer zijn: En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer (Openbaring 21:1).


Kwaad, chaos, wanorde, oordeel

Als je zo dit beeld in gedachten neemt, kun je begrijpen dat in het Joodse denken de zee de betekenis heeft van kwaad, chaos, wanorde. Ook in de Bijbel vinden we deze betekenis van de zee terug. Denk maar aan Psalm 42: al Uw baren en Uw golven zijn over mij heen gegaan. En Psalm 77: Uw weg was in de zee, en Uw pad in grote wateren, en Uw voetstappen werden niet bekend. Of Jesaja 5: En zij zullen tegen hetzelve te dien dage bruisen als het bruisen der zee. Dan zal men de aarde aanzien, maar zie, er zal duisternis en benauwdheid zijn, en het licht zal verduisterd worden in haar verwoestingen. Waarom wordt in de Bijbel het beeld van de zee gebruikt? Betekent dit dat chaos, kwaad, wanorde net als de golven van de zee vrij spel hebben? In deze wereld, in jouw leven? Dat ramp na ramp je kan treffen en dat het nooit ophoudt? Of heeft dit beeld van de zee ons méér te zeggen?


Gods majesteit, jouw nietigheid

Job krijgt van de Heere een spervuur van vragen. Waarom doet de Heere dit? Wil de Heere Job hiermee laten zien hoe groot Hij is en hoe nietig Job is? Wil de Heere hiermee Job het zwijgen opleggen? Ja, de Heere gaat aan Job laten zien dat Hij de almachtige Schepper is. Maar er is meer dan dat. De Heere gaat ook aan Job laten zien dat de wereld zelfs na Genesis 3 nog steeds goed is in haar majesteit, in haar pracht, in haar mysterie. Daar had Job in zijn lijden geen oog meer voor. En tegelijkertijd erkent God óók de aanwezigheid van chaos en kwaad en daarmee ook het lijden van Job. Hoe? In het beeld van de zee:

Wie heeft de zee met deuren toegesloten, toen zij uitbrak en uit de baarmoeder voortkwam? Toen Ik de wolk tot haar kleding stelde, en de donkerheid tot haar windeldoek; Toen Ik voor haar met Mijn besluit de aarde doorbrak, en zette grendel en deuren; En zeide: Tot hiertoe zult gij komen en niet verder, en hier zal hij zich stellen tegen den hoogmoed uwer golven (Job 38).


Schoonheid ín de golven

Maar er is nog iets groters. Er is meer dan de schoonheid om ons heen. Want jij begrijpt misschien zo goed de woorden uit Psalm 42: al Uw baren en Uw golven zijn over mij heengegaan. Maar er is Iemand voor Wie deze woorden in de volle betekenis waarheid werden. Dat is de Heere Jezus. Op Hem zijn alle verschrikkingen van de dood en de hel losgelaten. Al de golven van Gods toorn zijn over Hem heen gespoeld. En het leek op dat moment alsof het kwaad zegevierde. Maar het kruis werd overwinning. Want daar zijn alle machten van de chaos en het kwaad gebroken. Wat een onuitsprekelijke troost als je erachter bent gekomen dat je nooit in eigen kracht de zonde, de duivel en het kwaad kunt overwinnen. Overmits dan de kinderen des vleses en bloeds deelachtig zijn, zo is Hij ook desgelijks derzelve deelachtig geworden, opdat Hij door den dood tenietdoen zou dengene die het geweld des doods had, dat is den duivel, en verlossen zou al degenen die met vreze des doods door al hun leven der dienstbaarheid onderworpen waren. Want waarlijk, Hij neemt de engelen niet aan, maar Hij neemt het zaad Abrahams aan; Waarom Hij in alles den broederen moest gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn in de dingen die bij God te doen waren, om de zonden des volks te verzoenen. Want in hetgeen Hij Zelf verzocht zijnde geleden heeft, kan Hij dengenen die verzocht worden, te hulp komen (Hebreeën 2:14-18).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 2025

Daniel | 40 Pagina's

Al Uw baren en Uw golven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 2025

Daniel | 40 Pagina's