Te aller tijd lief
Toen er eind vorig jaar een oproepje in Daniël stond: “Wil jij ook een bijdrage leveren? Heb je ergens een mooi citaat gelezen, heb je een mooie handlettering gemaakt of een verhaal geschreven? Heb je een idee voor een interview of een artikel? Een vraag voor de vragenrubriek? Je kunt dit altijd mailen naar danielredactie@jbgg.nl en wie weet zie je jouw bijdrage in Daniël terug!”, reageerde Willemijn Kok (15) uit Uddel met een prachtig zelfgeschreven verhaal. Een vriend heeft te aller tijd lief; en een broeder wordt in de benauwdheid geboren. (Spreuken 17:17)
“En nu ben ik er klaar mee!” Tess kijkt Lynn boos aan. “Bemoei je nou eens met je eigen zaken! Laat mij het gewoon lekker zelf uitzoeken, ik ben geen watje, ja, dat je alles moet voorkauwen en net moet doen alsof je alles weet.” Lynn kijkt haar geschrokken aan. “Tess, word eens rustig, wat heb ik verkeerd gedaan?” Tess’ stem schiet uit. “Ja, dat zou je zeker niet weten. Doe maar niet zo schijnheilig nu. Ik zoek het zelf wel uit!” Tess draait zich woedend om en loopt weg. Lynn beduusd achterlatend. Lynn kijkt haar na totdat ze de hoek omgaat. O Tess, ik wil je alleen maar helpen. Je hebt het al zo moeilijk. Waarom laat je helemaal niemand toe en blijf je jezelf verstoppen achter dat masker? Als Tess de hoek om is, blijft Lynn nog even staan maar dan draait ook zij zich verdrietig om en loopt naar huis. Als ze thuisgekomen is loopt ze direct de trap op, naar haar kamer. Ze kijkt haar kamer rond. Waar is mijn schrift gebleven? Ze zoekt in haar bureaula en ja, daar ligt het. Terwijl ze het openslaat en begint te schrijven, voelt ze dat ze haar tranen niet meer kan tegenhouden.
Soms, als alles om je heen duister is, soms, als je de sterren niet meer ziet, soms, als de nacht niet meer verdwijnt, doe je masker dan maar af, kijk om je heen en pak mijn hand, ik wil je zonder masker zien, ik wil er voor je zijn, en zelfs als dat dan is, een stap te ver, dan is er nog die ander, die Vriend met een grote V, doe je masker dan maar af en kijk omhoog, kijk omhoog en zoek de sterren, vertel je zorgen dan aan Hem, kijk omhoog en zie de sterren, de sterren die de nacht verdrijven.”
Tess komt haar kamer binnen. O, wat schaamt ze zich, wat heeft ze een spijt! Spijt dat ze zich zo heeft laten gaan. Ze weet ook wel dat Lynn het goed bedoelt, maar ze kon niet meer. Het was te donker om haar heen. En zelfs Lynn kan dat niet begrijpen. Wie zal dat ooit kunnen begrijpen? Tess schudt haar hoofd. Nee, niemand kan dat begrijpen, niemand zal dat snappen. Ze voelt zich machteloos worden. Ze staat op en begint rondjes door haar kamer te lopen. Au, dat was haar kastje. Waarom staat dat ding ook altijd in de weg? Dan kijkt ze om zich heen. O, haar Bijbel is er af gevallen. Ze pakt hem op en wil hem achteloos weer op haar kastje leggen. Op dat moment ziet ze het. De klaproos die er half uitsteekt. Ze steekt haar hand uit om hem terug te leggen. Dan denkt ze terug aan die ene dag. Lynn en zij die zeiden dat ze vrienden voor het leven zouden zijn, elkaar alles zouden vertellen, geen geheimen voor elkaar zouden hebben. Dat ze daar zaten, midden in het park, tussen de klaprozen. En dat ze er allebei een plukten en die gedroogd hebben. En dat ze die toen in hun Bijbel hebben gedaan. Ja, Tess weet nog heel goed waar ze hem hebben neergelegd. Langzaam slaat ze de Bijbel open en ze leest het. Spreuken 17 vers 17. Een vriend heeft te aller tijd lief; en een broeder wordt in de benauwdheid geboren. Langzaam legt Tess haar Bijbel terug. Haar schuldgevoel wordt nog groter. Nee, wat ze gedaan heeft, kan echt niet. Op dat moment hoort ze haar mobiel. Hé, een appje. Langzaam staat ze op en pakt haar telefoon. Het is Lynn. Ze opent haar telefoon en leest het gedicht dat Lynn heeft gestuurd. Ze voelt zich warm worden vanbinnen. Lynn, die zelf weet wat het is om vast te lopen. Lynn, degene die er altijd voor haar is. Lynn, tegen wie zij zo onuitstaanbaar heeft gedaan. Ze voelt de tranen over haar wangen lopen. Als ze haar tranen wegveegt, ziet ze dat haar mobiel van het bed is gegleden. Ze pakt hem weer op en leest het gedicht nog een keer. Kijk om je heen en pak mijn hand, ik wil je zonder masker zien, ik wil er voor je zijn. Op het moment dat ze deze regels leest weet ze wat ze moet doen. Ze twijfelt nog eventjes, maar dan komt de klaproos weer in haar gedachten. Nee, dit is het enige goede. Ze zoekt Lynn op in haar contacten en drukt op het groene hoorntje. Bijna direct wordt er opgenomen. “Hey Tess, ik zat al te wachten.” Tess voelt zich nog warmer worden vanbinnen. Hoe kan het nu dat ze zich zo alleen heeft gevoeld? “Tess, ben je er nog?” Tess schrikt op. “O ja, sorry. Hé, Lynn, echt heel erg sorry voor vanmiddag!” Ze hoort de stem van Lynn. “Tess, het maakt niet uit, als je je verhaal kwijt wil, ik ben er voor je.” Tess denkt even na. Dan valt haar oog op de klaproos en dan weet ze het. “Lynn, ik moet je wat vertellen…”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 2021
Daniel | 36 Pagina's