Geld maakt niet gelukkig

Ik heb geen geld! Wel jonge vriend en vriendin, dat is een voorrecht. Tenminste… als het gaat over het ene nodige! Als het gaat over de genade tot zaligheid! Voor sommige dingen in het tijdelijke leven hoor je iemand wel eens teleurgesteld zeggen: “Ik kan de rekening niet betalen”. Maar zijn we met betrekking tot de grootste rekening die een mens eens krijgen zal, de zonderekening, al eens in de nood gekomen en hebben we uitgeroepen: ik heb geen geld? Wat ik bedoel? Dit: ieder mens krijgt van God eens de rekening van de zondedaden gepresenteerd. En die rekening is geadresseerd. Die kun je niet als een verzoek om een vrijwillige bijdrage naast je neer leggen. Krijgt ieder mens van God zo’n rekening? Ja! Maar de vraag is: krijg ik die rekening tijdens mijn leven of pas bij mijn sterven? Nu zou het onze vraag moeten zijn: “Heere, zou U mij in mijn ( jonge) leven die rekening al willen geven?” Ja maar, als ik toch geen geld heb om te betalen? Dan ga je alles in het werk stellen om de rekening toch te betalen. Dat wil je niet alleen omdat je anders onder de zondestraf komt te liggen, maar ook omdat de Heere bij de uitreiking van de zonderekening ook liefde in het hart uitgiet!

En die liefde kan geen openstaande zonderekening verdragen! Zo één heeft maar één liefdesbegeerte: betalen! Het moet opgelost worden tussen God en mijn ziel! Alles zelf in het werk stellen? Ja, maar dan moet ik tot mijn schande ook gaan leren dat ik het op een manier op wil lossen die God niet wil! Er staat van Simon: zo bood hij hun geld aan! Simon wilde Geestesgaven kopen met zijn geld! Maar Gods gaven, Gods genadegaven zijn niet te koop met zilver en met goud! O, die schuldvergevende genade, ik zou er alles wel voor over hebben als het maar vlak komt tussen God en mijn ziel! Maar… ik heb geen geld! Dat is een weg! Dat wordt een weg van onmogelijkheid. Een weg waarin je voor Gods rechtvaardige eis wordt geplaatst: betaal mij wat gij schuldig zijt. En… ik heb geen geld. Oh, hoe benauwd kan het worden als het woord van de Heere door Petrus gesproken in je hart wordt afgedrukt: uw geld zij met u ten verderve. Als geestelijk wordt doorleefd: hoe moet het nu? Kan ik dan niet meer zalig worden? Ja, ik zie wel dat het rechtvaardig is, want verloren gaan heb ik verdiend, daar kan ik onder buigen. En tegelijk is er ook de hartelijke bede: als ik dan niet betalen kan, is er dan een Ander die voor mij betalen wil? Als dat nu de nood geworden is in je ( jonge) leven, dan willen we schrijven wat er van Filippus staat in vers 5b: en predikte hen Christus! Christus, bij Wie een volheid is die nooit is te ledigen! Christus Die arm wilde worden daar Hij rijk was! En daarin juist onschatbaar rijk is! Hij was het die ‘geld’ aanbood aan God als Rechter. Hij was het Die Zichzelf aanbood als betalende Borg en Die de losprijs aan God volkomen heeft betaald! Hij betaalde met de duurste prijs: Zijn bloed en Zijn leven. We begonnen de meditatie met: ik heb geen geld! Wat een voorrecht als je geestelijk failliet mag gaan! Want zo werkt de Heilige Geest op Christus aan en dan wordt het een wonder: armen heeft Hij met goederen vervuld. Daarom, vóór alles: zoek Hem!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen