Een (t)huis voor jongeren (Jeugdactie voor jongeren in nood

Inleiding

Heb je er wel eens bij stil gestaan dat er heel wat jongeren zijn - ook op jouw JeV! - waarmee op het eerste gezicht niets mis is, maar die moeite hebben met het leven? Ze hebben er geen zin meer in, tobben over belangrijke en minder belangrijke zaken, hebben thuis problemen, enzovoort.
Misschien ben jij ook wel zo'n jongere. In ieder geval willen we aandacht vragen voor jongeren in nood.

Deze schets verschijnt in het kader van de Jeugdbondactie 'Een (t)huis voor jongeren'. In de schets gaan we in op de problemen waar jongeren tegenaan kunnen lopen, waar ze aan kunnen kloppen en wat er vanuit de gereformeerde gezindte gedaan wordt aan jeugdhulpverlening.

We schenken tevens aandacht aan de projecten die we vanuit de actie steun willen geven.

1. Jongeren zijn kwetsbaar

Op het eerste gezicht is er weinig aan de hand met de jongeren van de gemeente. De meesten groeien op in gezinnen waar liefde is, waar nog enig beslag van het Woord van God is. Het zijn jongeren die elk met de eigen gaven op weg zijn naar de volwassenheid. De een is praktisch ingesteld; zit nog op school: mdgo-vz en wil straks graag kraamverzorgster worden. Een tweede is een echte studiebol; eerstejaarsstudent in Delft. Een derde werkt al en heeft als ideaal een eigen bedrijfje op te bouwen. Sommigen hebben verkering, anderen gaan in een vriendenkring met elkaar om.

Jongeren zijn kwetsbaar
Op het eerste gezicht een groep jongeren zonder problemen. Tot je wat meer contact met ze krijgt. Je komt er achter dat er veel problemen kunnen schuilgaan achtereen schijnbare onbezorgde jeugd.
Jongeren zijn kwetsbaar. Kwetsbaar wil zeggen dat jongeren schade op kunnen lopen. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn. Het kan zijn dat jongeren problemen ervaren in de puberteit. Wie ben ik? Er kunnen ingrijpende verlieservaringen zijn, die je als tiener of oudere jongere moet verwerken. Er kunnen problemen en zorgen zijn in het gezin. Soms ontbreekt echte leiding in het jonge leven. Het kan zelfs zover gaan dat er sprake is van verwaarlozing of beschadiging door lichamelijke en/of psychische mishandeling. Zelfs situaties van misbruik en incest komen helaas in kerkelijke gezinnen voor.

Wie bedoelen we eigenlijk met jongeren en wat is kenmerkend voor hun leeftijd? Het is een vrij ruim begrip. In drie perioden gesplitst kunnen we spreken over de jongeren in de le of 2e puberteitsfase (vroege puberteit van 11 t/m 14 jaar en de 2e fase van 14 t/m 17 jaar) en de jongeren in de adolescentiefase (17/18 jaar en ouder). Het is over het geheel genomen een turbulente tijd. Het lijkt er bij sommigen van hen op dat de lichamelijke en psychische ontwikkeling in hoge versnelling en schoksgewijs plaatsvindt. Belangrijke facetten zijn: het zoeken en vinden van een eigen identiteit, het leren keuzes maken, het steeds meer dragen van eigen verantwoordelijkheden, het verkrijgen van vastere relaties en het vinden van een maatschappelijke en kerkelijke positie.
Leeftijdgenoten zijn erg belangrijk in het leven van jongeren. Vooral in de groep vinden veel meisjes en jongens het noodzakelijke houvast waarbinnen ze zichzelf wat beter leren kennen. Wanneer de mening van de groep botst met die van de ouders kan dat de jongere in grote conflicten brengen.
Samengevat kunnen we zeggen dat de jongeren in een intensieve leer- en groeiperiode zitten. En de één leert anders dan de ander. Sommigen tasten de bestaande grenzen af en houden de vele vragen voor zichzelf. Anderen experimenteren en botsen regelmatig met de ouders en leraren die de regels handhaven. Weer anderen leren met vallen en opstaan of imiteren leeftijdgenoten en gewaardeerde idolen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een aantal jongeren regelmatig last heeft van grote stemmingsschommelingen, afhankelijk van de omstandigheden in en om hen heen. Ze voelen zich soms net als de slinger van een klok; zwevend tussen succes en teleurstelling, zekerheden en onzekerheden, hoop en vrees.
Als we bedenken dat jongeren in zichzelf en om hen heen veel nieuwe ervaringen opdoen, vindt dat mede een oorzaak in de maatschappij waarin onze jongeren hun weg moeten vinden. Een maatschappij die hen (ogenschijnlijk) veel te bieden heeft, maar ook heel bedreigend kan zijn.

Probleempjes...
Je hebt allemaal zo je probleempjes...zeker als je jong bent. Je voelt je wel eens rot, je hebt wel eens ruzie, er lukt wel eens iets niet. Zolang die dingen niet uit de hand lopen, hoort het gewoon bij de groei naar de volwassenheid. Met vallen en opstaan. ..door schade en schande word je nou eenmaal wijs. Daar moet je niet (blijvend) van slag van raken. Aan de andere kant is de periode van je jeugd heel belangrijk voor je latere leven. Het is ook een heel kwetsbare periode. Op verschillende momenten kan er iets misgaan. Er kunnen moeilijkheden ontstaan die, als er niets mee gedaan wordt, later voor ernstige problemen kunnen zorgen. Dan is het belangrijk om hier hulp bij in te schakelen!

Ontsporingen
Jongeren groeien op in een complexe wereld, waarin zeer veel invloeden op hen af komen. Het eigen ik viert hoogtij: ik beslis wat ik wil, niemand heeft mij iets te gebieden. Ik dop mijn eigen boontjes. Ik ben mijn eigen norm. Jongeren moeten kunnen experimenteren met alcohol, drugs, de andere sekse en noem maar op. Temidden van deze invloeden worden antwoorden gezocht op vragen die het verdere leven van de jongere enorm kunnen beïnvloeden. Principiële vragen, maar ook vragen met betrekking tot de keuze van een levenspartner, een studie, een beroep. Jongeren buigen midden in de storm van de samenleving nog met de wind mee, allerlei kanten op. Ze willen zien wat er te koop is. Gelukkig zijn ze flexibel en buigen ze vaak ook weer de goede kant op: toch mee naar de kerk, toch kiezen voor belijdenis doen en trouwen binnen de eigen gemeente.

Het bovenstaande beeld dat is geschetst van de jongeren en van de wereld om hen heen, leidt bij sommige jongeren tot problemen. Met nadruk: bij sommigen. Bij het ontwikkelen van problemen spelen veel factoren een rol. Zo maakt de één ingrijpender dingen in zijn leven mee dan de ander, maar hij leeft in een omgeving waarin hij terug kan vallen op mensen: goed contact met ouders en met de leider van de JeV. Voor hem zijn ze betrouwbare steunbronnen. Een ander kan nergens zijn verhaal kwijt en heeft na verloop van tijd professionele hulp nodig.

2. Jongeren in de problemen

Er zijn jongeren die temidden van allerlei vragen er niet meer alleen uitkomen. In onze gemeenten neemt het aantal jongeren met problemen toe. Het gaat om jongeren met gedragsproblemen, problemen in de relatie jongere-ouder(s), ontwikkelingsproblemen, identiteitproblemen, verwaarlozing, lichamelijke en psychische mishandeling, incest, verwerking van angst, enzovoort. Enkele - vrij willekeurige - problemen worden hieronder uitgewerkt.

Identiteitsproblemen
Voor Mieke is het leven erg moeilijk sinds ze de verwarring voelt over haar identiteit, wie is ze eigenlijk? Gaat die verwarring dan nooit over? Ze wil helemaal niet zijn die ze lijkt te zijn! Ze kan alleen maar negatieve dingen over zichzelf en haar toekomst bedenken. Ze durft hier met haar moeder ook niet over te praten; ze hebben samen trouwens nooit intieme zaken gedeeld. In een boekje heeft ze heus wel gelezen dat veel jongens en meisjes een periode in hun puberteitsjaren hebben waarin ze niet goed raad weten met zichzelf en hun omgeving. Maar zij is bang dat het bij haar echt anders is. Het maakt haar somber en depressief.

Verlieservaringen
Joost is 18 jaar als hij zijn moeder verliest. Ze sterft na een korte ziekte. Naast alle onzekerheden bij het zoeken naar werk en het vinden van een plek binnen de vriendenkring, raakt hij nu het vaste punt in zijn leven, zijn moeder, kwijt. Hij gooit zijn kop in de wind en ongemerkt wordt hij een stevige drinker. Steeds vaker zoekt hij plaatsen op waar hij niet hoeft te praten en waar het denken over zichzelf onmogelijk wordt gemaakt. Zo verwijdert Joost ver van zichzelf, van zijn familie en van de Heere. Als zijn drinkgedrag thuis problemen gaat opleveren, gaat hij overstag en zoekt hulp. Achter de bitterheid over de situatie waarin hij is terechtgekomen, komt langzamerhand een onzekere jongen tevoorschijn. Een jongen die zijn moeder nog zo hard nodig had toen hij haar moest missen.

Jacobien heeft vanaf haar 15^e verkering met Rein. Zijn ouders stonden erop dat hij na de middelbare school een vakopleiding ging volgen. Hij vond een baan en ontdekte in zijn werkkring dat hij fijn contact kreeg met collega's. Met één collega speciaal. De verkering kwam onder druk te staan. Rein verbreekt de relatie. Jacobien klopt op advies van haar ouders aan bij de hulpverlening. Al haar vertrouwen in de toekomst is verdwenen. Niets heeft meer zin voor haar. Daardoor lukt het thuis en op het werk ook niet meer. Jacobien komt in de ziektewet. Ze blijft in haar verdriet hangen, kan het geen plaats geven. Ze vindt geen nieuwe perspectieven meer in haar leven.

Jongeren in nood
Jongeren in noodsituaties, ze zijn er. Misschien ken jij ze ook wel. Misschien zit jij wel in zo'n situatie. En wat doe je dan? Wat kun je doen? Je hebt hulp nodig, dat is wel duidelijk. Maar welke hulp en van wie? Misschien durf je met niemand over je problemen te praten. Toch is het goed om in deze situaties op zoek te gaan naar iemand die je vertrouwt. Hij kan misschien helpen, al is het alleen maar door naar je verhaal te luisteren. Misschien is er professionele hulp nodig.

Gezinsproblemen
Martin komt uit een éénoudergezin. Zijn vader is al jaren geleden vertrokken. Na de scheiding heeft vader ook gebroken met de kerk. Er is tussen hem en de vijf kinderen wel contact gebleven. Maar dat geeft nu juist zoveel problemen. Moeder wil de kinderen graag een christelijke opvoeding geven, vader neemt hen mee naar plaatsen waar ze volgens haar niet horen. Elke keer staan de kinderen voor de keuze: naar moeder luisteren of doen wat vader voorstelt. Ze komen voortdurend in conflict met één van de ouders en met zichzelf. Ze zijn nog te jong om te kiezen.
Zijn ouders konden en kunnen samen niet op één lijn komen over de opvoeding van hun kinderen. Martin en zijn zussen zijn daardoor tussen de mazen van het opvoedingsnet geglipt. Ze hebben binnenshuis nooit iets gezien van het waardevolle wat er kan zijn tussen man en vrouw; hun vader en hun moeder. Wat moet je dan als jongere? Martin vindt het leven van zijn vader wel aantrekkelijk. Als 17-jarige boeit hem een avondje karten met z'n vader meer dan naar de JV te gaan. Een pilsje ergens buiten op een terras na een goede film is spannender dan thuis in een hoek met een 'goed' boek. Martin lijdt aan het probleem van zijn ouders, al zal hij dat zelf zo niet verwoorden. Hij klopt bij de hulpverlening aan, omdat hij met zijn moeder steeds in botsing komt. Zij wil dat hij zich aan de huisregels houdt en hij wil zijn eigen gang gaan.

Seksueel misbruik
Er zijn genoeg cijfers bekend over seksueel misbruik. Schrikbarende getallen! En dan moeten we daarbij niet vergeten dat alleen geteld wordt wat bekend is geworden!
Er blijft ook nog zoveel als een diep geheim bewaard.
Het komt nogal eens voor dat jongeren met een probleem bij de hulpverlening binnenkomen waar ze aan willen werken, maar dat ze gaandeweg het contact vertellen van incestervaringen of van misbruiksituaties. Ontspoorde machtsverhoudingen en onbeheerste seksuele gevoelens leiden tot handelingen waarbij het welzijn van de ander volkomen uit het oog verloren wordt. Met alle gevolgen en schade van dien. Hoe komt iemand toch zo ver om dader te worden? Waardoor zijn er zoveel jongeren die alle respect voor ouderen hebben verloren en geen vertrouwen meer hebben in gezagsdragers? Het komt ook voor dat een man of vrouw die bescherming hoort te bieden aan een kind of jongere juist degene wordt die kwaad aanricht. Jongeren die misbruikervaringen hebben opgedaan, weten welke diepe wonden dat nalaat. En als je eigen ouders of andere volwassenen al niet te vertrouwen zijn, is God dan wel te vertrouwen? Er zijn slachtoffers van seksueel geweld of misbruik, die later in problemen komen, als ze zelf een relatie krijgen. Er is zo weinig respect getoond voor hen toen ze jong waren, hoe kunnen ze dan met datzelfde lichaam goed omgaan in het intieme contact binnen een huwelijksrelatie?

Depressieve gevoelens
Caria was in september aan een nieuwe opleiding begonnen. Na de HAVO had ze een kamer gezocht en was terechtgekomen in een soort studentenhuis. Met veel ijver begon ze aan de studie, die de eerste maanden ook goed vlotte. Geleidelijk aan merkten Carla's huisgenoten dat ze somberder werd. Ze lachte niet meer vrolijk mee tijdens de afwas. Ze lag soms zomaar uren op bed. Koken deed ze nooit voor zichzelf en als één van de anderen gekookt had at ze maar mondjesmaat mee. Ze sliep slecht en liep rond met dikke wallen onder haar ogen. Ook besteedde ze steeds minder aandacht aan haar uiterlijk.
Vriendinnen kwamen niet vaak over de vloer en als haar huisgenoten haar eens vroegen om mee te gaan ergens naar toe had ze vaak geen zin of was ze te moe. Ook haar ouders merkten dat Carla anders was als ze thuis kwam. Ze was niet meer de vrolijke meid die ze was toen ze nog thuis woonde. Zou ze heimwee hebben? Zou de studie te moeilijk zijn? Wat is er toch aan de hand met Carla?

In de puberteit lopen veel jongeren het risico om depressief te worden. Ze hebben te maken met grote veranderingen in hun uiterlijk en innerlijk. Dat kan zorgen voor een onzeker gevoel. Vooral meisjes maken zich vaak zorgen over hun uiterlijk, hun vriendschappen en hun positie en resultaten op school. Wanneer de onzekerheid blijft en jongeren steeds meer in zichzelf gaan wroeten om oplossingen te vinden, kan dit zorgen voor een negatief zelfbeeld en depressieve gevoelens. Depressieve gevoelens kunnen uiteindelijk tot een echte depressie leiden. Daarnaast zijn er natuurlijk zeer veel oorzaken waardoor een jongere zich eenzaam, somber en depressief kan gaan voelen. Er kunnen problemen zijn in de thuissituatie, zoals bijvoorbeeld een (dreigende) scheiding van de ouders of het verlies van één of beide ouders. Er kunnen reele zorgen zijn over schoolprestaties, er kunnen zorgen zijn rondom seksuele geaardheid, rondom seksueel misbruik, rondom verkeringen. Er kan sprake zijn van pesterij op school, op het werk of op de club. Jongeren kunnen zich zo anders voelen dan de rest van het gezin of van de groep, waardoor ze zichzelf gaan veroordelen en terugtrekken omdat ze toch iedereen tot last zijn. Zo kan een enorm isolement ontstaan, waarbij de kans op een depressie reëel aanwezig is.

Gedragsproblemen
Wat er toch met die jongen van de Vries aan de hand is? Hij is zo onrustig op de JeV-avonden. Hij zit voortdurend te wiebelen en te draaien op zijn stoel. Af en toe zegt hij zomaar iets hardop, terwijl de anderen luisteren. Hij steekt soms de jongens om hem heen aan met zijn gedrag. En als je hem in de pauze ziet!

Gedragsproblemen kunnen zich voordoen in allerlei soorten en maten. Ze zijn te onderscheiden in drie stoornissen: ADHD, ODD en CD (engelse afkortingen). Hieronder zullen deze termen kort worden toegelicht.
ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) is hiervan waarschijnlijk de meest bekende. Deze jongeren hebben moeite met het richten van hun aandacht en met het in de hand houden van hun gedrag. De drie hoofdkenmerken van ADHD zijn:
• aandachts- en concentratieproblemen: snel afgeleid, lijkt vaak niet te luisteren, vergeetachtig e.d.
• hyperactiviteit: niet stil kunnen zitten, friemelen, veel praten e.d.
• impulsiviteit: eerst doen, dan denken, van de ene activiteit naar de andere overspringen e.d.
De oorzaak van ADHD moet niet gezocht worden in een falende opvoeding, maar in een anders verlopend chemisch proces in de hersenen. De prikkeloverdracht van de ene zenuwcel naar de andere is verstoord, er wordt ook wel gezegd dat het "remsysteem" van de hersenen niet goed werkt.
Een jongere met ODD (Oppositional Defiant Disorder - een oppositionele, opstandige gedragsstoornis) vertoont een aantal van de volgende kenmerken:
• vaak driftig zijn en hun geduld verliezen
• veel ruzie maken en discussiëren met volwassenen
• is vaak opstandig of lapt de regels van volwassenen aan zijn laars
• ergert vaak opzettelijk anderen
• geeft anderen vaak de schuld van eigen fouten of wangedrag
• vaak prikkelbaar en snel geraakt zijn
• is vaak boos, wrokkig en gepikeerd
• is vaak hatelijk en wraakzuchtig
• gebruikt dikwijls vloeken en grove taal
Ook kenmerken van ADHD (vooral hyperactiviteit) komen vaak voor bij jongeren met ODD.
Tenslotte is er de CD (Conduct Disorder - gedragsstoornis). Veel kenmerken van ODD komen ook bij deze jongeren voor, alleen vaak in ergere mate. Naast het opstandige en ongehoorzame gedrag komt bij CD tevens veel agressie en gewelddadig gedrag voor. Agressie gericht op zowel mens als dier, vernielingen, diefstal, leugenachtigheid en ernstige schendingen van regels (bv. 's nachts van huis blijven, weglopen e.d.).

Angststoornissen
Alle jongeren kennen wel hun angsten voor bepaalde dingen. De meeste jongeren zullen nooit zonder bibbers een spreekbeurt voorbereiden en veel jongeren zullen 's avonds niet graag alleen langs een bos fietsen. Dit soort angsten zijn heel normaal en kunnen ook functioneel zijn. Een gezond stukje faalangst kan zorgen voor een betere prestatie bijvoorbeeld. Er zijn echter ook jongeren die extreem angstig zijn voor zaken die anderen niets doen. Er zijn verschillende soorten angsten waar jongeren mee te maken kunnen krijgen. Faalangst is een hele bekende. Daarnaast zijn er sociale angsten waarbij men zich grote zorgen maakt over wat anderen wel zullen denken over hun uiterlijk en gedrag. Angst voor afwijzing speelt hierbij een grote rol. Sommige jongeren hebben fobieën voor specifieke dingen zoals bijvoorbeeld de angst om vies te worden, angst om de straat op te gaan, angst om een ernstige ziekte te hebben e.d. Jongeren met een angststoornis kunnen de volgende kenmerken vertonen:
• rusteloosheid, opgewondenheid of geïrriteerdheid
• snel vermoeid zijn
• moeilijk kunnen concentreren en moeite om herinneringen op te halen
• prikkelbaarheid
• verhoogde spierspanning
• slaapstoornissen

Met het oog op hun welzijn
De genoemde voorbeelden van problemen onder jongeren zijn met vele uit te breiden. Het is hier slechts een greep. En ook al kunnen de problemen op elkaar lijken, iedere jongere is weer uniek, heeft een unieke levensgeschiedenis en unieke mogelijkheden om met de moeiten van het leven om te kunnen gaan. Nogmaals, niet alle jongeren met problemen hoeven in contact te komen met professionele hulpverleners.
Wat jonge mensen gemeen hebben, is dat ze in een leeftijdsfase verkeren waarin veel verandert en er veel van hen gevraagd wordt. Het is een cruciale periode in hun leven.
Het geheel van dit hoofdstuk overziend kan je de angst bekruipen dat er alleen nog maar problemen bestaan. En inderdaad, de gevolgen van de zondeval komen hierin schrijnend openbaar. Gelukkig zijn er ook veel jongeren die zonder al te grote problemen hun jeugd doorkomen. Het is een voorrecht om op te mogen groeien in een fijn gezin, waar de (eer van de) Heere gezocht wordt, ook in alle dagelijkse noden.

3. Hoe kunnen we deze jongeren helpen?

Jongeren met problemen (en hun ouders) die hulp gaan zoeken komen in eerste instantie vaak terecht bij een huisarts, een decaan of een ambtsdrager. Meestal wordt dan verwezen naar een instelling met een gereformeerde identiteit. In Nederland zijn er drie instellingen die gereformeerde jeugdzorg bieden: Stichting De Vluchtheuvel, Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn (SGJ) en Stichting Eleos.

De Vluchtheuvel
De Vluchtheuvel gaat uit van de Gereformeerde Gemeenten. De Vluchtheuvel is een eerstelijns hulpverleningsinstelling, dat wil zeggen: iedereen vanaf 12 jaar kan er zonder verwijzing van bijvoorbeeld een huisarts of een ambtsdrager terecht. De Vluchtheuvel werkt met professioneel opgeleide en vanuit de kerkelijke achtergrond principieel gemotiveerde maatschappelijk werkers. De problemen waarmee mensen bij De Vluchtheuvel komen zijn vaak nauw verbonden met vragen op godsdienstig terrein. De hulpverleners kunnen vanuit hun kerkelijke achtergrond en betrokkenheid hierin meedenken. De instelling biedt hulp bij persoonlijke problemen en relatieproblemen. Bijvoorbeeld hulp bij rouwverwerking, eenzaamheid, seksuele problemen, scheiding van ouders en relatie met ouders. In sommige gevallen is het beter voor jongeren om (een tijdje) niet meer thuis te wonen. Met de SGJ is een overeenkomst gesloten waarmee De Vluchtheuvel jongeren op basis van vrijwilligheid uithuis kan plaatsen, bijvoorbeeld in een pleeggezin. De hulpverlener is dan een schakel tussen de jongere die uithuis geplaatst is en zijn ouders die het wettig gezag uitoefenen. Soms kan het gebeuren dat een jongere verplicht uithuis geplaatst moet worden, dan is er sprake van ondertoezichtstelling. Een ondertoezichtstelling gebeurt niet buiten de Raad voor de Kinderbescherming om. De ouders blijven het ouderlijk gezag over het kind houden, maarzij mogen belangrijke beslissingen niet meer alleen nemen. De Vluchtheuvel is niet bevoegd om deze plaatsingen te doen. In die gevallen wordt een jongere overgedragen aan de SGJ. De Vluchtheuvel kan in zo'n situatie wel contact blijven houden met het gezin.
Wanneer een jongere als het mogelijk is na verloop van tijd weer terugkeert in z'n eigen gezin, bij z'n eigen ouders, kan De Vluchtheuvel de draad weer oppakken voor wat betreft de hulp die dan nog nodig is. Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn De SGJ is een gereformeerde instelling voorjeugdhulpverlening, die ouders en jongeren begeleidt en probeert problemen, die binnen een gezin kunnen ontstaan, op te lossen. Binnen een gezin kunnen problemen ontstaan tussen ouders en kind. Dat is niet zo vreemd, in elk gezin gebeurt dat. Maar in sommige gevallen lossen deze problemen zich niet in de loop van de tijd weer op. Ouders en kinderen praten niet meer met elkaar en begrijpen elkaars gedrag niet. Er wordt alleen nog maar op elkaar gescholden.
Die problemen kunnen niet altijd binnen het gezin opgelost worden. De SGJ plaatst deze jongeren dan in een pleeggezin, een jeugdhuis of een gezinshuis. In een pleeggezin komt een jongere in een bestaand gezin: een echtpaar, al of niet met eigen kinderen. Niet voor alle jongeren die vrijwillig of verplicht uithuis geplaatst zijn, is een pleeggezin een goede oplossing. Deze jongeren kunnen dan in een jeugdhuis of een gezinshuis gaan wonen. In een jeugdhuis kunnen acht jongeren wonen en deze worden begeleid door groepsleiders. Een gezinshuis is bestemd voor jongeren, voor wie een leefgroep of pleeggezin niet geschikt is. Hier kunnen vier jongeren wonen en deze worden begeleid dooreen echtpaar dat zelf ook kinderen heeft. De SGJ heeft 106 pleeggezinnen, acht jeugdhuizen: in de plaatsen Kampen, Zwolle, Wezep, Amersfoort, Leusden, Ede, Dordrecht en Gouda en één gezinshuis in Bilthoven.

Eleos
Eleos is een gereformeerde instelling en een tweedelijns hulpverleningsinstelling: voor deze hulp is dus wel een verwijzing nodig dooreen arts, een decaan of iemand anders. Eleos behandelt jongeren met (ernstige) psychische problemen.
Bijvoorbeeld jongeren met eetstoornissen of jongeren die te maken krijgen met mishandeling of incest. Soms gaan jongeren in therapie of worden ze opgenomen in het psychiatrisch ziekenhuis.
Op verschillende terreinen wordt er door deze instellingen samengewerkt. Zo maakt De Vluchtheuvel gebruik van de plaatsingsbevoegdheid en van de diagnostische mogelijkheden van de SGJ en Eleos. De SGJ en De Vluchtheuvel voeren regelmatig overleg over de hulpvragen van jongeren. Jongeren die bij De Vluchtheuvel terechtkomen worden soms doorverwezen naar de SGJ en omgekeerd.

Als je tussen wal en schip valt
Gelukkig hebben de meeste mensen onder ons een gewoon maatschappelijk bestaan. Maar er zijn ook mensen die weinig perspectief hebben. Door psychiatrische problemen, door verstandelijke of sociale beperkingen zijn er mensen die bijvoorbeeld de school niet hebben kunnen afmaken, geen levenspartner hebben kunnen krijgen, of zichzelf niet kunnen redden in onze maatschappij. Voor de meeste mensen met problemen wordt door de overheid hulp beschikbaar gesteld. Sommigen vallen echter tussen wal en schip en kunnen geen gebruik maken van voorzieningen die door de overheid betaald worden. Voor deze mensen wordt het woon- en werkproject in Ouddorp opgezet. Het is een project waar mensen zelfstandig kunnen wonen met begeleiding en waar mensen tijdelijk kunnen worden opgevangen. Zij krijgen bijvoorbeeld begeleiding bij het wonen, bij het zoeken en vinden van sociale contacten of bij het deelnemen aan het kerkelijk verenigingsleven. Het is ook een project waar mensen zelfstandig kunnen werken met begeleiding.
'De Mekkerstee' gaat uit van de Stichting Pensiontehuizen van de Gereformeerde Gemeenten die ressorteert onder het Deputaatschap Diaconale en Maatschappelijke Zorg.
Het woon- en werkproject omvat een geitenboerderij, waarbij al het werk door de deelnemers wordt gedaan met ondersteuning van beroepskrachten. In 'De Mekkerstee' kan aan twintig tot dertig deelnemers een zinvolle dagbesteding worden geboden. Een dagbesteding die bestaat uit het werken in de tuin, met de dieren, in het restaurant, in de administratie enzovoort.
De deelnemers zijn over het algemeen volwassenen, maar ook jongeren die op 'De Mekkerstee' een flink stuk werkervaring kunnen opdoen om zo hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.

Veranderingen in de hulpverlening
De overheid wil het een en ander op het gebied van jeugdzorg gaan veranderen. Op dit moment is Nederland verdeeld in 31 gezondheidsregio's. Het is de bedoeling dat er in ieder geval in elke provincie en misschien zelfs in elke regio een Bureau Jeugdzorg (BJZ) komt. Dit bureau zal gaan functioneren als een centraal meldpunt. Jongeren met een hulpvraag melden zich dan eerst aan bij het BJZ.
Daar wordt bekeken wat er aan de hand is en welke hulp nodig is om de problemen de baas te kunnen. Het BJZ verwijst dan door naar de instelling die de juiste hulp kan geven. Op deze manier is er in de regio waar je woont in eerste instantie maar één adres waar je als jongere met je hulpvraag terecht kunt. Dit voorkomt onnodig zoekwerk of dat je niet de hulp krijgt die je eigenlijk nodig hebt. Dit lijkt veel gemakkelijker en efficiënter, maar er zitten ook schaduwkanten aan.
Wanneer instellingen die gereformeerde jeugdzorg bieden ook onder het BJZ gaan vallen, zal de identiteit van deze instellingen ondergesneeuwd raken. Dat zou heel jammer zijn, omdat het juist belangrijk is dat hulpverleners ook je achtergrond begrijpen en vanuit diezelfde achtergrond advies kunnen geven en doorverwijzen. Je kunt als jongere en als ouders bij een BJZ natuurlijk wel een voorkeur uitspreken voor bijvoorbeeld een gereformeerde instelling, maar uiteindelijk bepaalt het BJZ welke hulp de jongere krijgt.

De Toegang
Om dit te voorkomen willen De Vluchtheuvel, de SGJ en Eleos gezamenlijk één bovenregionale toegang voor gereformeerde jeugdzorg vormen: De Toegang Gereformeerde Jeugdzorg (TGJ). Deze Toegang functioneert als een soort voordeur voor gereformeerde jeugdhulpverlening en moet gemakkelijk te bereiken zijn. Er komt één landelijk nummer, dus één centraal meldpunt, waar je je telefonisch kunt aanmelden. De Toegang is 24 uur per dag bereikbaar. Op het moment dat je belt word je te woord gestaan door één van de medewerkers. Deze vult een aanmeldingsformulier in. Hierop staan verschillende vragen zoals: wat zijn de problemen, waar doen ze zich voor en sinds wanneer, wat heb je gedaan om tot een oplossing te komen, heb je eerder te maken gehad met hulpverlening, wat verwacht je van hulpverlening, wat verwachten je ouders van hulpverlening, enzovoort. Als het op dat moment nodig is om een hulpverlener te spreken, word je telefonisch doorgeschakeld of binnen 15 minuten teruggebeld. Binnen tien dagen volgt er een gesprek en indien nodig nog een tweede gesprek. Afhankelijk van je identiteit en van de problemen die spelen word je in contact gebracht met een medewerker van De Vluchtheuvel, de SGJ of Eleos. Het gesprek vindt zo dicht mogelijk bij jou in de buurt plaats en duurt maximaal een uur. Aan de hand van dit gesprek wordt besloten welke hulp van welke instelling voor jou het meest geschikt is. Wanneer je hulpvraag niet aansluit bij het hulpaanbod van De Vluchtheuvel word je doorverwezen naar de SGJ of Eleos. Zij zullen je dan verder helpen.

De Luisterlijn
Het kan gebeuren dat je alleen behoefte hebt aan een luisterend oor, aan iemand aan wie je je verhaal kwijt kunt, aan iemand die advies geeft. Je zit ergens mee en je hebt in je omgeving niemand waarmee je erover durft te praten. Hiervoor is de zogenaamde Luisterlijn. Deze Luisterlijn bestaat al een aantal jaar en gaat uit van de Gereformeerde Gemeenten. Sinds 2000 is de Luisterlijn ook opengesteld voor kinderen en jongeren. De bereikbaarheidstijden zijn veranderd. De woensdagmiddag is toegevoegd en de avondtijd is vervroegd. De telefonisten zijn geschoold en toegerust om naar mensen met problemen te luisteren en deze te woord te staan. Ze proberen hierbij de norm van Gods Woord te handhaven.
Door omstandigheden kan het zo zijn dat de personen in de directe nabijheid, die normaal gesproken juist degenen moeten zijn die je ondersteunen, veiligheid en bescherming bieden, hiervoor niet beschikbaar of geschikt zijn. Het is niet de bedoeling om gezagsondermijnend bezig te zijn of de positie van je ouders te verzwakken. Ouderlijke zorg is ontzettend belangrijk, maar het komt voor dat kinderen en jongeren serieus in de knel zitten, omdat het gezin niet goed functioneert. Als de Luisterlijn gebeld wordt, wil dat niet per definitie zeggen dat de ouders of de school daarmee gepasseerd worden of niet capabel zijn om problemen op te lossen. Je kunt bijvoorbeeld met het probleem zitten dat je niet goed weet hoe je iets thuis of op school bespreekbaar kunt maken. De hulp van de Luisterlijn kan er dan aan bijdragen dat je handvatten aangereikt krijgt om het gesprek met je ouders aan te gaan.
Al pratende proberen de telefonisten de bellende mensen inzicht te geven in hun eigen problemen. Door te luisteren, vragen te stellen en emoties onder woorden te laten brengen kan de oorzaak van het telefoontje duidelijk worden. Gevoelens van angst, schaamte en verdriet kunnen besproken worden. Eenzaamheid komt veel voor, evenals schuldgevoelens, psychische problemen, gezins- en opvoedingsproblemen, relatieproblemen en seksuele problemen. In ernstige gevallen word je doorverwezen naar hulpverleningsorganisaties. De Luisterlijn probeert je op weg te helpen. Er wordt geluisterd en advies gegeven, waarmee je gesteund weer verder kunt.

4. Waar moet ik heen als het thuis niet meer lukt?

Sommige jongeren kunnen (thuis) zoveel problemen hebben, dat ze niet meer thuis kunnen wonen. Maar wat dan? Er zijn verschillende mogelijkheden. Een hulpverlener zoekt in zo'n geval, zoveel mogelijk samen met de ouders en de jongere, naar de beste oplossing.

Er is een aantal mogelijkheden:
1. een pleeggezin
2. een gezinshuis
3. een jeugdhuis
4. een kamertrainingscentrum
5. een kostgezin.

In het kader van de actie worden alleen de eerste twee mogelijkheden uitgewerkt.

Een pleeggezin
Aan een plaatsing in een pleeggezin gaan een aantal vragen vooraf.
Heeft een jongere een warm, beschermd plekje nodig waar aandacht is? Kan een kind opnieuw binding aangaan? Kan het de concurrentie aan met pleegbroertjes en -zusjes? Is de problematiek niet te groot voor een pleeggezin (bijvoorbeeld zelfmoordneigingen, of het zichzelf beschadigen, teveel agressie, drugsgebruik)?
Een pleeggezin biedt bijna alles wat ouders aan hun kinderen zouden moeten bieden. De plaatser zoekt een gezin dat structuur en veiligheid kan geven. Zo mogelijk een gezin met dezelfde identiteit en geloofsopvoeding als waar het kind vandaan komt. Er wordt ook gekeken of de jongere in dat gezin iets van zijn eigen identiteit mag behouden, of er ruimte is in dat gezin voor de natuurlijke ouders van het pleegkind. Want vanuit dat gezin ga je kijken of er mogelijkheden zijn om de contacten met het thuisfront weer op te bouwen. Een pleegkind heeft voor zijn gevoel een echte vader en moeder (natuurlijke ouders) en een tweede vader en moeder in zijn of haar pleegouders. Dit kan wel eens verwarring opleveren. Want naar wie moet je nu luisteren? Van wie ga je nu het meest houden?

Gezinshuis
Wanneer er voor een kind meer afstand tussen pleegouders en pleegkinderen moet zijn, kan een gezinshuis een oplossing zijn. In een gezinshuis fungeert een echtpaar met een aantal pleegkinderen. Pleegouders krijgen intensieve begeleiding en vaak krijgen de pleegkinderen een vorm van therapie. Doordat zij met meerdere pleegkinderen in een gezin wonen, geeft dat vaak een lotverbondenheid. In een gezinshuis is er iets meer doorstroming van kinderen en jongeren.

Dichterbij...
Stel dat er in de gemeente zo'n jongere is die ergens anders woont. Hoe ga je er dan mee om, wat moetje dan doen?
• Doe gewoon. Zoals je met de andere jongeren in de gemeente ook doet. Zoals je met mensen om wilt en hoort te gaan.
• Betrek die jongere eens bij je vriendengroep. Ook al is hij/zij de weekenden soms weg. Probeer de ander niet uit te horen over zijn/haar verleden, maar laat het een vriend(in) van je zijn. Accepteren dat de ander is zoals hij/zij is. Iedereen, ook de jongere die ergens anders woont dan bij zijn/haar ouders, wil er bij horen. Daar kun je met z'n allen zorg voor dragen.
Uithuisplaatsing; soms een noodzakelijk besluit. Regelmatig toch de beste oplossing van een heel nare situatie. Soms een stap vooruit tot een betere/hernieuwde relatie met ouders. Soms een 'moeten' om weer veilig te zijn. Om volwassen te kunnen worden, om verantwoordelijkheden te kunnen nemen en dragen.
Uithuisplaatsing betekent altijd verdriet, altijd afscheid nemen van mensen en dingen die je lief zijn, die iets voor je betekenen.

Als het jezelf betreft...
Het kan ook zijn dat het jou is overkomen. Dat jij die jongere bent die uithuis geplaatst is of die in een pleeggezin woont of tijdelijk in een jeugdhuis woont. Dan weet jij wat een verdriet, pijn en boosheid dat allemaal kan geven. Dat zowel je ouders als jij vaak hunkeren naar een 'gewoon' gezinsleven. Een plek waar jij ook hoort. Een thuis. Naar verbondenheid en geborgenheid. Dat je ondanks jouw fijne pleeggezin, de goede groep waar je in zit, verlangt naar een (je) vader en moeder. Je hoopt dat alles tijdelijk is en vaak is dat gelukkig ook zo. Het kan ook zijn dat je weet; ik zal nooit meer bij mij ouders gaan wonen.

Tips van een hulpverlener...
• Probeer in je kerkelijke gemeente aansluiting te vinden bij de jeugdvereniging en de catechisatiegroep van jouw leeftijd.
• Probeer zo ook wat nieuwe vrienden te krijgen. Vrienden met wie je vreugde en verdriet kunt delen.
• Probeer te werken aan jezelf als dat nodig is, om zo een nieuwe start te kunnen maken. Je mag dan zeggen datje ondanks alles geleerd hebt wat jij in jouw (toekomstige) relatie en in jouw opvoeding van de kinderen wel en niet wilt.
• Een dagboek bijhouden kan soms heel erg helpen. Schrijven watje bezig houdt geeft wat minder piekeren in bed.

Tenslotte

Oog voor elkaar
Je kunt als jongere en als leidinggevende veel betekenen. Meer dan je zelf vaak denkt. Door trouw te zijn. Door mee te leven in moeilijke dagen. Waar krijgen jongeren anders steun en aandacht als het minder goed gaat? Wat kan het veel betekenen voor een jongere als iemand van de kerk, van je eigen leeftijd nog wel, je komt opzoeken en belang in je stelt. Dat er o.og voor de jongere is. Jongeren hebben liefde en soms ook hulp nodig. Dat begint niet met grote dingen. Dat begint met de kleine dingen. Een vraag, een kaart, een telefoontje, een bezoekje, een stimulans!
En als jongeren er een tijdje uit geweest zijn, wat is het dan belangrijk om er ook voor hen te zijn. Een helpende hand te bieden door de ander erbij te betrekken. Oog voor elkaar, daar gaat het toch om binnen de christelijke gemeente?

Jakob en Ezau: jongeren met problemen in de Bijbel

Ook in de Bijbel komen problemen voor. Het begint al net na de zondeval als Adam en Eva voor God staan. Ze geven elkaar en de slang de schuld van het kwaad wat ze veroorzaakt hebben. Ze hebben niet alleen een probleem in hun relatie tot de Heere, mar ook ten opzichte van elkaar. Een bijbels voorbeeld van jongeren met problemen zie je in de geschiedenis van Jakob en Ezau, de tweeling van Izak en Rebekka (Genesis 25 : 19-34, 27 : 1 - 28 : 9), en later in de geschiedenis van Jozef in relatie tot zijn broers (Genesis 37).

Jakob en Ezau
Ze waren zo goed begonnen, Izak en Rebekka. De Heere zegende hen terwijl ze woonden bij de putLachai-Róï. De kinderzegen blijft echter uit. Izak heeft vurig tot de Heere gebeden in het bijzijn van Rebekka en de Heere laat Zich verbidden. Na twintig huwelijksjaren wordt Rebekka zwanger van een tweeling. Wat zullen Izak en Rebekka blij en dankbaar geweest zijn.
Maar nog voordat Jakob en Ezau geboren zijn. is het al raak tussen die twee. Rebekka voelt hen in de baarmoeder tegen elkaar stoten. Het is zelfs zo erg, dat ze zich afvraagt wat er toch aan de hand is. Wat hangt haar boven het hoofd?
Met die zorg vlucht ze naar de Heere en de Heere zegt tegen haar: "Twee volken zijn in uw built, en twee naties zullen zich uit uw ingewand vaneen scheiden; en het ene volk zal sterker zijn dan het andere volk; en de meerdere zal den mindere dienen." (vs. 23)
De strijd tussen Jakob en Ezau wordt hier al voorzegd. Ze zullen niet alleen verschillen in karakter, lichaamsbouw, manieren en omstandigheden, maar het zal zelfs een strijd zijn tussen twee volken, ten diepste een strijd tussen het rijk van God en het rijk van de duivel.
Wat een verschil, al direct na de geboorte. Ezau ruw en behaard, de sterkste van de twee. Jakob, de jongere, de zwakkere. Bij het opgroeien nemen de verschillen alleen maar toe. Ezau houdt van het zwervende bestaan in de vrije natuur en legt zich toe op de jacht; Jakob heeft meer een huiselijk karakter. Hij is rondom de tenten te vinden.
Naar aanleiding van hun verschillende zonen open- baart zich ook een verschil in voorkeur tussen de ouders. Izak koos voor Ezau boven Jakob, omdat hij zo graag gebraden wild at. Ezau zal regelmatig wild gevangen hebben en braadde dat dan voor zijn vader. Rebekka koos voor Jakob. waarschijnlijk vanwege zijn huiselijk karakter. Izak en Rebekka hebben een belangrijke fout gemaakt in de opvoeding van hun kinderen door een duidelijke voorkeur te laten blijken. Het bevorderde de verschillen en uiteindelijk het vertrek van Jakob uit dit gezin.

Het verkopen van de schotel met linzenmoes is een voorbode van de problemen die volgen zullen. Jakob maakt misbruik van Ezau's vermoeidheid en honger wanneer hij de schotel aanbiedt in rui] voor het eerstgeboorterecht. Ezau gaat daar grif op in. Wat interesseert hem dat eerstgeboorterecht: "Ik ben toch op weg om te sterven..." Ezau's onverschilligheid komt hier openbaar. Een ruige kerel, die na het eten van de linzenmoes weer fris opstaat en erop uittrekt. Hij bekommert zich niet om het verlies wat hij geleden heeft. De geschiedenis vertelt ons dan ook terecht: 'alzo verachtte Ezau de eerstgeboorte' (vers 34).
Tot overmaat van ramp trouwt Ezau met twee vrouwen uit de inheemse bevolking van Kanaan. Dat zijn opa het destijds voor zijn vader verderop zocht vanwege het heidense peil van die bevolking, interesseert hem blijkbaar niet. Zijn ouders hebben ernstig bezwaar gehad en het is hen tot een bron van bitter verdriet geweest.

Wanneer Izak Ezau de vaderlijke zegen wil geven, en daaraan verbonden het eerstgeboorterecht, loopt het uit de hand in het gezin van Izak en Rebekka. Izak gaat zijn eigen gang. Op zich is dat begrijpelijk. De oudste zoon is tenslotte de erfgenaam. Maar het gaat lijnrecht in tegen wat de Heere had gesproken tegen Rebekka voor de geboorte van de tweeling. Het is onwaarschijnlijk dat ze daar nooit samen over hebben gesproken. Izak kiest dus heel bewust toch voor de ruwe, onverschillige Ezau. Vanwege het wildbraad?
In ieder geval kiest Rebekka als vanzelf partij voor Jakob en verzint een list. Samen bedriegen ze hun man en vader en Jakob verkrijgt de vaderlijke zegen, het eerstgeboorterecht. Dit was door de Heere voorzegd, maar daarmee is de handelswijze nog steeds zondig. God volvoert Zijn raad dwars door de zonden van verdorven mensenkinderen heen.

Jakob haalt met deze daad de woede en de haat van Ezau over zich heen. Ezau zal Jakob doden. Wanneer Rebekka dat hoort, wordtjakob als het ware uithuis geplaatst. Hij wordt naar zijn oom Laban gestuurd om erger te voorkomen.

Of het ooit echt goed gekomen is, vermeldt de Bijbel niet. De ontmoeting met Ezau in Genesis 33 valt erg mee. maar er wordt geen woord over het verleden gerept. Als Izak gestorven is, begraven Ezau en Jakob samen hun vader, maar ook dat is geen bewijs van verzoening. Helaas komen dergelijke situaties ook nu nog voor.
De geschiedenis van Jakob en Ezau is een schrijnend voorbeeld in de Bijbel van een probleemgezin.

De verwerking op de verenigingsavond

Werkmateriaal
Uiteraard kun je de mivoschets 'Een (t)huis voor jongeren' goed gebruiken als basis voor de verenigingsavond. Er is echter nog meer werkmateriaal waar je gebruik van kunt maken.

Wat is er met jongeren aan de hand?
Een boekje over jonge mensen met zorgen en problemen. In een aantal bijdragen wordt ingegaan op de problemen die zich bij jongeren voordoen.

Inhoud:
1 Oog voor jongeren - ter inleiding J.H. Mauritz
2 Welke problemen doen zich voor bij jongeren? H. de Groot
3 Komt dat ook voor in onze kringen.. J. A. Kok
4 Wat kunnen ouders betekenen? M. Geluk
5 Hoe pakken anderen signalen op? W.M. van der Zalm - Grisnich
6 Als het thuis niet meer gaat G.J. Groeneveld
7 Hulpverlening aan jongeren J. Meurs - Lambregts
8 Jongeren met een contactstoornis G.J. de Pater

Actieklankbeeld 'Het verhaal van Steven'
In het actieklankbeeld wordt het verhaal van Steven verteld. Steven heeft problemen en kan uiteindelijk niet thuis blijven wonen. Via de Toegang Gereformeerde Jeugdzorg komen hij en z'n ouders bij een hulpverlener van de SGJ terecht, die Steven in een gezinshuis laat opnemen. Het verhaal geeft een duidelijk beeld van een jongere in een probleemsituatie en kan zeer goed als introductie voor de actie (op de vereniging en/ol op een gemeenteavond) gebruikt worden.

Actiekrant
Traditiegetrouw verschijnt aan het begin van de actie een jeugdwerkkrant over de inhoud van de actie. Deze informeert in een notendop over de actie en wordt verspreid onder alle gezinnen in de gemeente.

Opzet van een verenigingsavond
Een verenigingsavond over jeugdhulpverlening kan heel confronterend zijn. Op bijna elke jeugdvereniging zitten wel jongeren die te maken hebben met de hulpverlening door problemen die ze zelf hebben of die zich in hun directe omgeving voordoen. Daarnaast zijn er jongeren die wel problemen hebben, maar er niet mee voor de dag (durven) komen. Er kan door zo n onderwerp aan de orde te stellen heel wat in hen loskomen. Het is dan ook van groot belang dat het goed aan de orde gesteld wordt. Aan spectaculaire of zielige verhalen heeft niemand iets. Probeer nuchter, maar wel betrokken met het thema om te gaan.

Suggestie 1
Opening bijvoorbeeld n.a.v. Hoofdstuk 4
Diaklankbeeld met behulp van actieklankbeeld
Verwerking n.a.v. p. 22/23
Pauze
Inleiding over jeugdhulpverlening n.a.v. mivoschets
Verwerking n.a.v. p. 22/23
Sluiting

Suggestie 2
Opening bijvoorbeeld n.a.v. Genesis 37
Verwerking Stelling n.a.v. p. 21 (individueel of in een groepje)
Inleiding n.a.v. 'Wat is er met jongeren aan de hand'
Pauze
Verwerking n.a.v. p. 22/23
Plenaire afronding
Wat zouden we voor de actie kunnen betekenen?
Sluiting

Verwerking

Stelling
Er zijn zo weinig jongeren die in de problemen zitten dat aandacht daarvoor eigenlijk onzin is. 
Mee eens, want 
Mee oneens, want  

Verwerking n.a.v. actieklankbeeld
1 Waarom kon Steven uiteindelijk niet meer thuis blijven wonen?
2 Kun je iemand zomaar de schuld in de schoenen schuiven van zo n uithuisplaatsing?
3 Zou het goed zijn geweest als Steven in een onchristelijk gezinshuis opgenomen zou zijn?
4 Zie je de zin van een gereformeerd coördinatiepunt en gereformeerde hulpverlening in naar aanleiding van het verhaal van Steven?

Algemene verwerking
1 Jongeren zijn kwetsbaar. Kun je voorbeelden noemen?
2 Jongeren groeien op in een complexe wereld.
a Kun je wat kenmerken van onze tijd noemen?
b Welke invloeden komen er vanuit de samenleving op je af?
c Zijn die invloeden altijd bedreigend?
3 ledereen heeft wel eens probleempjes. Zou jij kunnen zeggen wanneer je echt hulp moet vragen?
4 Hoe kun je ruzie in het gezin voorkomen?
5 Wat zou jij doen als het thuis altijd ruzie is?
6 Stellingen:
a Er zijn zoveel problemen in de wereld. Helpen is maar een druppel op een gloeiende plaat,
b Voor ruzie moet je altijd samen zijn.
7 Door middel van de actie willen we graag gereformeerde jeugdhulpverlening steunen,
a Wat zou het nut zijn van gereformeerde hulpverlening?
b Is het niet weer een eigen organisatie waarin we ons terugtrekken uit de wereld?
c Kun je het nadeel van een algemeen (niet-christelijk) regionaal coördinatiepunt benoemen?
8 De SGJ kan kinderen en jongeren uithuis plaatsen in een gezinshuis, een pleeggezin en een jeugdhuis.
a Kun je bedenken wat de verschillen zijn en waarom niet elke jongere in een bepaalde opvangsitualie geplaatst kan worden?
b Stelling: Oost, West, thuis best!
9 Bij ons fhuis leefl iedereen langs elkaar heen. Er is daarom bijna nooit onenigheid en echt gezellig is het ook niet. Soms denk ik: "Hadden we maar eens een knetterende ruzie. Nu wordt er nooit naar je mening gevraagd of wordt er het zwijgen toe gedaan".
Wat vind je van deze uitspraak?
10 De Luisterlijn...
Als je over problemen fhuis met iemand praat kan dat wel eens opluchten. Toch kan het ook een gevoel geven dat je je thuis verraadt. En dal is weer heel belastend.
Hoe zie jij dat?
11 Iemand zit in de problemen thuis en vraagt al heel lang aan de Heere om uitkomst, maar al die nare dingen gaan gewoon door.
a Hoort God dan niet? Wil Hij niet helpen? Motiveer je antwoord,
b Sluiten hulp aan de Heere vragen en jeugdhulpverlening elkaar uil?
12 Lees Efeze 4 : 26.
a Wat wordt bedoeld met "Laat de zon niet ondergaan over uw toorn"?
b Komt dal je bekend voor?
c Hoe moet je daar mee omgaan?

Verwerking n.a.v. hoofdstuk 4

1 De Heere laat Zich verbidden... wat is dat?
2 Rebekka vlucht in haar nood tol de Heere. Ze krijgt een duidelijk antwoord van God.
a Dat je in het Oude Testament een antwoord van de Heere kreeg is te begrijpen, maar gebeurt dat nu nog?
b Stelt de Heere 'voorwaarden' om tot Hem te komen?
3 Rebekka droeg twee volken onder haar hart (Gen. 25 : 23).
a Wat was er met die twee aan de hand?
b Hoe zie je dat in de bijbelse geschiedenis terugkomen?
c Om welke strijd gaat het hier ten diepste?
d Noem eens wat opmerkelijke verschillen tussen Ezau en Jakob. Zie je dat in vers 23 terug?
4 Izak had Ezau liet en Rebekka Jakob. Natuurlijk zullen ze het andere kind ook liefgehad hebben, maar de voorkeur is duidelijk,
a Is het begrijpelijk? Is het goed?
b Lees Genesis 37. Wat blijkt hieruit?
c Ook nu zie je wel eens dat ouders het ene kind boven andere kinderen stellen. Wat kunnen de gevolgen hiervan zijn?
5 Ezau heeft als eerstgeborene recht op de grootste zegen, maar Jakob heeft er volgens de belofte van God recht op.
a Waarom geeft Ezau dit recht zo nonchalant weg?
b Waarom doet Jakob er alles aan om de zegen te krijgen?
c Rebekka zal Jakob zeker hebben verteld van de belofte. Waarom kan Jakob niet wachten? d Wat miste Jakob hier?
e Vaak willen wij ook de Heere voorschrijven hoe het in ons leven moet gaan. Geef daarvan eens een voorbeeld uit je eigen leven.
6 De zonde heeft altijd een bitter gevolg. Jakob moet vluchten voor een woedende Ezau. Ook zijn vader keurde hem hierin af. Jakob heeft in deze geschiedenis duidelijk verkeerd gehandeld.
a Is het terecht dat Ezau boos op hem is?
b Wat vind je van zijn reactie die je kunt lezen in Genesis 27:41?
c De Heere blijft toch zorgen voor de vluchtende Jakob. Weet jij waarom?
7 Het is in het gezin van Izak en Rebekka een ellendige toestand geworden. Ook nu is er veel verdriet en gebrokenheid in gezinnen.
a Kun je hiervoor enkele oorzaken noemen?
b Wat kunnen we in ieder geval uit deze geschiedenis leren?

Een goed gezin
Nu je bijna heel de Mivo hebt gelezen, lijkt het misschien of er in veel gezinnen iets mis is. Gelukkig is dat niet zo. Veel jongeren groeien op in een fijn gezinsklimaat. Natuurlijk gaat het wel eens anders dan je zou willen, maar toch. Je mag misschien samen met je ouders psalm 133 wel eens zingen: "Waar liefde woont gebiedt de Heere Zijn zegen". Je beseft nu des te meer wat een voorrecht dat is. Andere jongeren hebben het moeilijk in de gezinssituatie, jij gelukkig niet. Waardeer je dat ook? Zie je het wel, of heb je daar nog nooit zo op gelet? Zeg je wel eens tegen je ouders dat je het thuis best fijn vindt? Gewoon doen! En misschien kun je vanuit je fijne thuissituatie ook wel wat betekenen voor jongeren die het minder hebben thuis...

De deelprojecten op een rijtje

1. Toegang Gereformeerde Jeugdzorg f200.000,-
Hoe komen jongeren in nood (of hun ouders) zo snel mogelijk bij de juiste jeugdhulpverleningsinstantie? Ze kunnen daarvoor telefonisch terecht bij de Toegang Gereformeerde Jeugdzorg. Vanuit dit landelijke coördinatiepunt wordt de intake van de jeugdhulpverlening geregeld. Voor de intake worden beroepskrachten ingeschakeld van de verantwoordelijke organisaties - De Vluchtheuvel, Eleos en de SGJ - op locaties waar zij werkzaam zijn. Het eerste intakegesprek wordt binnen tien dagen na aanmelding gerealiseerd. Daarna volgt een advies welke instantie het meest geschikt is voor de hulpverlening.
De kosten van deze 'voordeur' komen voor eigen rekening van de drie organisaties, die daarvoor geen subsidie krijgen. Door middel van de actie willen we een belangrijke bijdrage leveren.

2. Wachtlijst vrijwillige pleegzorg f45.000,-
Soms moeten jongeren door omstandigheden in een pleeggezin geplaatst worden. De SGJ is bevoegd om pleegzorgplaatsingen te realiseren. Bij jongeren van de Gereformeerde Gemeenten dikwijls in samenwerking met De Vluchtheuvel. Omdat er te weinig gesubsidieerde plaatsingen zijn, worden tien kinderen voor eigen kosten in een pleeggezin geplaatst. Ze hoeven dan niet langer in een moeilijke thuissituatie te blijven en bekostigde plaatsing kan direct starten wanneer dit mogelijk is.

3. Gezinshuis f150.000.-
Een gezinshuis wordt bewoond door een gewoon gezin: vader, moeder en kinderen. Daarnaast wonen er vier jongeren die niet meer thuis kunnen zijn. De SGJ is bereid om in het zuidwesten van het land een gezinshuis te openen met een ouderpaar uit onze gemeenten waar jongeren/kinderen uit onze kring zich thuis voelen. Via de actie willen we de exploitatie voor anderhalf jaar voor onze rekening nemen.

4. Woon-en werkbegeleiding 'De Mekkerstee' f1OO.OOO,-
'De Mekkerstee' is opgezet als woon- en werkproject voor mensen die begeleiding nodig hebben. Dit wordt gerealiseerd door een boerderijproject in Ouddorp, waarbij tevens de mogelijkheid geboden wordt aan VSO-leerlingen voor een 'stageplaats'.

5. Jongeren met autisme f50.000,-
Autisme is een ontwikkelingsstoornis. Voor specifieke problemen en de begeleiding in de thuissituatie is hulpverlening nodig die vanuit eigen kring nog niet kan worden geboden.
Belangrijk is dat de ouders geholpen worden hun kind zo lang mogelijk thuis op te voeden en te verzorgen. Hierbij wil Siloah helpen.

6. Uitbreiding jeugdhulpverlening en opvoedingsondersteuning f85.000,-
De Vluchtheuvel verwacht na openstelling van de Toegang meer cliënten. Daarom is deskundigheidsbevordering en uitbreiding van de plaatsersmogelijkhedenindepleegzorgnodig.
Verder hoopt de JBGG samen met 'De Vluchtheuvel' extra aandacht te gaan geven aan opvoedingsondersteuning.
De bestaande Luisterlijn is ook opengesteld voor kinderen en tieners. Daarvoor is deskundigheidsbevordering en voorlichting nodig.
Aan deze projecten wordt door de actie een bijdrage geleverd. 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen