2. Het jaar 1992
Nadat de EG een voorspoedige start hadden gemaakt, ontstond bij de verdere uitbouw ervan al in de jaren zestig vertraging. Met name Frankrijk kreeg in toenemende mate moeite met het verregaande karakter van de EG. Nationale belangen konden door EG besluiten worden geschaad, zonder dat een lidstaat daar veel tegen kon doen. Immers in overeenstemming met het Verdrag beslist de Raad bij meerderheid van stemmen, zodat een land het gevaar liep te worden overstemd.
De ontwikkeling vóór 1992
Onder druk van Frankrijk besloten de andere lidstaten dat ieder land voortaan het zogenaamde vetorecht (het recht om een beslissing tegen te houden) kon uitoefenen.
Dat mocht alleen bij kwesties die van groot belang waren voor zo n lidstaat. Dat laatste was uiteraard voor meerdere uitleg vatbaar. In de praktijk kwam het er dan ook op neer dat een beslissing pas genomen kon worden bij eenstemmigheid. Eenstemmigheid bereiken is niet zo gemakkelijk met zes, later nog meer, lidstaten, die ieder weer andere belangen hebben. Deze afspraak leidde er dan ook toe dat het proces van verdere integratie ernstige vertraging opliep, welke tot in de jaren tachtig zou duren. Dit werd nog verergerd door de komst van nieuwe lidstaten als Groot-Brittanië, waar de nationale zelfstandigheid veel gevoeliger lag en ligt dan in de andere lidstaten. De EG dreigden daardoor steeds meer terug te vallen tot een gewone samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese landen, in plaats van een supranationale gemeenschap te zijn.
Daarbij kwam dat als gevolg van de oliecrisis de Europese landen in grote economische moeilijkheden raakten. Dit kwam de bereidheid om samen te werken niet ten goede. Steeds weer bleken de lidstaten tegen de EG-doelstellingen in, bereid het eigen bedrijfsleven te bevoordelen, hetgeen natuurlijk afbreuk deed aan het vrije verkeer van goederen en personen. Intussen ging het proces van in
Intussen ging het proces van integratie, ondanks alle vertraging, zijn eigen weg. De onderlinge handelsstromen namen toe, terwijl het Hof in vonnis na vonnis handelsbelemmeringen tussen lidstaten als in strijd met de EG-verdragen aan de kaak stelde, ook al gaf de betreffende lidstaat een hele andere uitleg aan de bestreden regels. Als voorbeeld het aardige Reinheitsgebot van de Duitsers. Zogenaamd in het belang van de volksgezondheid mocht er in Duitsland alleen natuurzuiver bier worden verkocht. Alle andere lidstaten brouwen bier met kunstmatige toevoegingen.
De Duitse regel was dan ook meer bedoeld om dat andere bier van hun markt te weren, dan dat men werkelijk bevreesd was voor "ongezond" bier van over de grenzen.
Het Hof achtte deze regel in strijd met het EG-verdrag en haalde een streep door de Duitse wet.
De Europese rechtsregels krijgen dusdoende voorrang boven nationale wetten.
De omslag in de jaren tachtig Pas in het midden van de jaren tachtig kwam er echter een duidelijke omslag. Van verschillende zijden werden initiatieven genomen om het eenwordingsproces uit het slop te halen. Opvallend is daarbij dat die initiatieven in eerste instantie niet van de zijde van de regeringen afkomstig waren, maar vanuit de samenleving zelf. Bedrijven als Philips sloegen alarm en wezen op de enorme en steeds toenemende kosten van produktontwikkeling. In plaats van gezamenlijk onderzoek te verrichten naar nieuwe produkten, gebeurt dat nu vaak per lidstaat, hetgeen natuurlijk leidt tot extra kosten. Er werd dan ook door het bedrijfsleven voor een verder samengaan gepleit. Heel Europa moest zonder belemmeringen hun werkterrein worden. Een grote thuismarkt dus. Dat is zeker in de internationale
Dat is zeker in de internationale concurrentieslag met de Verenigde Staten en Japan noodzakelijk. Deze landen beschikken immers over een grote thuismarkt. Bedrijven uit die landen kunnen daardoor veel goedkoper werken dan bedrijven in de Europese landen, waar de bevolkingsomvang per land kleiner is dan in Japan of de Verenigde Staten.
Dc Europese Akte
Deze activiteiten leidden tot de in 1987 in werking getreden Europese Akte. Dit is een aanvullend verdrag, waarin de toekomstige koers van de EG wordt aangegeven. Tevens worden daarin de stappen aangegeven, die nodig zijn om de gestelde doelen te bereiken.
Hoofddoel daarbij is het instellen van een interne markt per 31 december 1992. Dit doel gaat verder dan de oorspronkelijke bedoeling van een gemeenschappelijke markt.
Thans gaat het namelijk om het geheel opheffen van de binnengrenzen, waardoor een volledig vrij verkeer tussen de lidstaten zal worden gerealiseerd. Deze gemeenschap zal ook in politieke zin sterk naar elkaar toe moeten groeien. Het zal immers niet blijven bij het wegnemen van de grenzen. Bij een grote vrije economische ruimte hoort ook een gemeenschappelijke munt met een centrale bank. Verregaande afstemming van het economisch beleid van de lidstaten is dan geen wens meer doch een vereiste, met alle beperkende gevolgen van dien voor de beleidsvrijheid van de lidstaten.
Alle regelingen die betrekking hebben op dat vrije verkeer zullen daartoe op elkaar moeten worden afgestemd. Immers wat heb je aan een 'grensloos' Europa als voortdurende verschillen in inflatiecijfers en op- en neergaande wisselkoersen (nog afgezien van de enorme kosten voor het omwisselen) de risico's om over de grenzen te handelen onaanvaardbaar groot maken. Via een economische unie naar een monetaire unie (iedere lidstaat heeft dezelfde munt; de hoogte van de rente wordt door één centrale Europese bank bepaald en niet meer door de centrale banken van de lidstaten afzonderlijk). Als einddoel een volledige Europese Unie (de lidstaten gaan min of meer in elkaar op).
De vereiste maatregelen
Wat betreft de directe maatregelen valt te denken aan het gelijktrekken van, om een voorbeeld te noemen, de veiligheidsvoorschriften met betrekking tot elektrische apparatuur.
Gezondheidsvoorschriften zullen onderling worden overgenomen. Nationale onderwijsdiploma's worden straks in de hele EG erkend. Daartoe is natuurlijk noodzakelijk dat de eisen voor de eindexamens op elkaar worden afgestemd. Een verpleegster uit Sardinië kan dan zonder problemen meesolliciteren naar een functie in een Deens ziekenhuis, even afgezien van verhuisen taalproblemen. Verzekeraars zullen in staat worden gesteld om vanuit één centraal Europees hoofdkwartier in alle lidstaten bedrijfspolissen af te sluiten. Een autotelefoon kan zowel in Schotland als in Portugal zonder problemen worden gebruikt. BTW-tarieven (de belasting die je betaalt als je iets koopt en die wordt berekend door een percentage van de koopprijs bij de koopprijs op te tellen ten behoeve van de schatkist) zullen met elkaar in overeenstemming moeten worden gebracht. Tevens zullen, teneinde een daadwerkelijk einde te kunnen maken aan de grenscontroles, afspraken moeten worden gemaakt over de verdeling van de BTW-inkomsten.
Beschermde delen van het bedrijfsleven, zoals in sommige lidstaten het bank- en telecommunicatiewezen of de luchtvaart zullen worden blootgesteld aan vrije concurrentie vanuit de andere lidstaten.
Het komt er in wezen op neer dat er volledige bewegingsvrijheid zal zijn van personen, goederen, diensten en kapitaal.
In de Europese Akte werd vastgelegd dat beslissingen die in de Raad genomen moesten worden om deze interne markt tot stand te brengen niet meer met eenstemmigheid zouden worden genomen maar met meerderheid van stemmen. Dit kwam de snelheid van werken uiteraard ten goede.
De uitvoering van de afspraken
Sinds 1987 is er hard gewerkt om de maatregelen (rond de 300) die nodig zijn voor de realisering van deze interne markt gereed te krijgen. Eind 1991 moeten de Europese organen de ongeveer 300 richtlijnen hebben aangenomen. De lidstaten hebben dari 1992 nog om die richtlijnen om te zetten in nationale wetgeving. Een geweldige taak. Allerlei zeer gedetailleerde regelingen dienen te worden herzien, te worden besproken en ingevoerd. Een aantal daarvan blijken enorme
Een aantal daarvan blijken enorme struikelblokken. Zo is men er tot nu toe niet in geslaagd overeenstemming te krijgen over de BTW heffingen, de zogenaamde harmonisatie. De tarieven verschillen thans behoorlijk van land tot land. De consument zal natuurlijk straks,
De consument zal natuurlijk straks, indien hij vrij kan kopen in alle lidstaten, daar kopen waar de prijzen het laagste zijn. Het maakt daarbij nogal wat uit of je 38%, 2% of helemaal geen omzetbelasting moet betalen. In Groot-Brittannië wordt bijvoorbeeld op levensmiddelen, schoenen en kinderkleding geen omzetbelasting geheven. De Britse regering heeft weinig zin om dat nu wel te gaan doen. Dat leidt immers tot een behoorlijke prijsstijging. Kiezers waarderen zoiets over het algemeen niet. Lidstaten met lage tarieven verzetten zich dan ook tegen verhoging van de tarieven. Anderzijds willen de lidstaten met hoge tarieven niet omlaag. De belastinginkomsten zullen dan immers fors dalen. Er zal waarschijnlijk een middenweg (moeten) worden gekozen, waarvan in de praktijk zal moeten blijken of deze houdbaar is. Kleine prijsverschillen zullen niet leiden tot problemen, grote wel, met name in de grensstreken.
Voor de meeste levensmiddelen en dranken zal gelden dat wat in één lidstaat is toegestaan volgens de daar geldende normen, in alle landen mag worden verkocht. In wezen komt dit er op neer dat de lidstaten over en weer eikaars voorschriften en normen erkennen. In bepaalde gevallen worden globale gezondheids- en veiligheidseisen in de EG-richtlijnen vastgelegd. De lidstaten dienen dergelijke normen in hun regelgeving te verwerken.
Kostenbesparing
Het zal niet verbazen dat de plannen zullen leiden tot een enorme kostenbesparing. Denk alleen al eens aan de douane-controles voor het vrachtverkeer. Urenlang staan chauffeurs met hun kostbare trucks en lading te wachten tot alle formulieren zijn verwerkt.
Bij Philips werken tientallen mensen aan het aanpassen van nieuwe apparatuur aan landelijke normen. Lopende banden staan wekelijks stil om overgeschakeld te worden op de produktie voor weer andere landen.
Door de komst van één bankiersvergunning die in heel Europa zal gelden, kunnen banken uit het ene land zondermeer in de andere lidstaten activiteiten ontplooien. Dit zal in Europa een felle prijs- en kwaliteitsconcurrentie doen ontstaan tussen de banken, die thans vaak nog worden beschermd door hun nationale overheden.
In 1988 werd in het zogenaamde Cecchini-rapport de totale kostenbesparing geschat op een bedrag tussen de vier- en vijfhonderd miljard gulden. De werkgelegenheid zal volgens dit rapport met twee miljoen banen stijgen. De welvaart zal toenemen met 4,5 %. De prijzen voor de consument zullen daarentegen dalen en wel met 6 %. De verwachtingen van de voormalige topambtenaar van de EG Cecchini worden overigens sterk overdreven genoemd. Zelf geeft hij trouwens toe dat zijn cijfers geenszins zeker zijn.
Andere afspraken
In het verlengde van de meer economische maatregelen liggen moeilijk te maken afspraken op het gebied van misdaadbestrijding en asielbeleid. Immers, bij wegvallende binnengrenzen heeft de opstelling van het ene land direct consequenties voor de situatie in het andere land. Frankrijk is veel strenger bij het toelaten van vreemdelingen dan andere lidstaten, maar straks zal door het wegvallen van de grenzen een in een andere lidstaat toegelaten vreemdeling zich over het gehele Europese grondgebied kunnen verplaatsen. Het heeft dan voor Frankrijk weinig zin meer om strenger te zijn dan de andere lidstaten.
Anderzijds hoeft een vluchteling die in Engeland geen asiel verkreeg het straks niet nog eens in bijvoorbeeld Portugal te gaan proberen. België heeft een zeer soepel wapen
België heeft een zeer soepel wapenbeleid, terwijl Nederland weer een grote mate van tolerantie heeft ten aanzien van soft drugs. Voor ieder land geldt daarbij de vraag: willen wij de vreemdelingenwetgeving of het drugsbeleid van de ander? Zo niet, dan zullen afspraken dienen te worden gemaakt. Ieder land zal zoveel mogelijk zijn eigen karakter willen bewaren. Door de wisselwerking van het onderlinge contact zal er echter wel een soort van gemene deler ontstaan, waarbij ieder wat water bij de wijn doet. Dat bij dit soort onderwerpen de
Dat bij dit soort onderwerpen de moeilijkheden om tot afspraken te komen het grootst zullen zijn, blijkt wel uit het akkoord dat indertijd is gesloten tussen Duitsland, Frankrijk en de Beneluxlanden. Bij dit zogenaamde akkoord van Schengen werd afgesproken om reeds in 1990 de onderlinge grenzen op te heffen en dus vooruit te lopen op de overige EG-landen. Vorig jaar bleek het echter nodig de uitvoering van deze afspraken voorlopig op te schorten. Op tal van deelgebieden kon nog geen overeenstemming worden bereikt. In Nederland wil men bijvoorbeeld nog steeds niet aan een algemene legitimatieplicht, die overigens in alle Europese landen reeds jarenlang bestaat.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1991
Mivo +16 | 32 Pagina's