JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

1. Hemelvaartsfeest in de protestantse traditie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. Hemelvaartsfeest in de protestantse traditie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het vieren van de hemelvaartsdag was in de tijd van de Reformatie een betwist punt. Artikel 67 van de Dordtse Kerkorde geeft daarvan blijk. De ambtsdragers worden in die bepaling opgeroepen "overal daar dit nog niet in het gebruik is ... de dag van de besnijding en de Hemelvaart Christi" te vieren.

Uit deze aanbeveling van de Dordtse synode blijkt dat de hemelvaartsdag en de dag van de besnijdenis van de Heere Jezus niet in elke kerkelijke gemeente werden gevierd.

Het feest van de besnijdenis van Christus, aan welk onderwerp vroeger veelal de prediking op de nieuwjaarsdag werd gewijd, is op de kerkelijke kalender niet meer terug te vinden. In onze eigen gemeenten wordt aan deze gebeurtenis geen bijzondere aandacht (meer) gewijd.

De hemelvaartsdag daarentegen heeft een plaats gekregen naast de overige grote christelijke feestdagen.

Feestdagen

Overigens geldt voor alle feestdagen dat de reformatoren er hun bedenkingen tegen hadden. Calvijn bijvoorbeeld was van mening dat de heilsfeiten niet op bijzondere feestdagen doch gewoon op zondag in de prediking aan de orde gesteld dienden te worden. Hij keerde zich dus tegen het vieren van afzonderlijke feestdagen. De Bijbel geeft voor het onderhouden daarvan immers geen enkele steun, laat staan dat de stelling kon worden verdedigd dat deze feesten op Goddelijke instelling zouden berusten. Dat was toch de visie van de rooms

Dat was toch de visie van de roomskatholieke kerk. Deelname aan missen, processies, bedevaarten, bijzondere feestdagen, voorgedrukte meditaties en gebeden waren de vormen waarin het roomse geloof gestalte diende te krijgen. De protestantse gelovigen vertoonden evenwel een afkeer van een dergelijk stelsel van kerkelijke gebruiken en hadden een nuchtere kijk op de sacramenten. Zij wezen op de noodzaak van een persoonlijk geloof; uitgezonderd de Bijbel zelf accepteerden zij geen enkele instantie of traditie tussen God en de mens. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zij zich verzetten tegen het vasthouden aan de feestdagen, die zij zagen als onderdeel van de kerkelijke praktijken.

Ondanks deze principiële bezwaren hebben de protestantse kerkvergaderingen in de Nederlandse gewesten zich reeds spoedig uitgesproken vóór het houden van de feestdagen. De synode van het Noorderkwartier, op 6 juli 1573 te Enkhuizen samengekomen, sprak ondermeer over de te houden 'vierdaegen'. De 'hemelvaertsdach' werd daarbij uitdrukkelijk genoemd. De praktijk bleek in dit geval sterker dan de leer. Het volk hield met kracht vast aan de feestdagen, meer als vrije dagen tussendoor dan om religieuze redenen. Voor Calvijn was dat nu juist een reden te meer om de heilsfeiten niet op bijzondere dagen te vieren. Derge- lijke vrije dagen gaven immers slechts aanleiding tot losbandigheid en heidense feestelijkheden. Uiteindelijk hebben de kerken op dit punt de heersende praktijk niet meer kunnen terugdraaien en om de "onnutte en schadelijke lediggang in een heilige en profijtelijke oefening te veranderen" werden kerkdiensten belegd op de dagen die in de kerkelijke traditie vanouds in het teken stonden van de heilsfeiten. De geschiedenis heeft Calvijn in zoverre gelijk gegeven dat de wereld zich slechts met behoud van de romantiek - evenwel zonder enige religieuze diepgang - meester heeft gemaakt van Kerst en Pasen, terwijl de andere christelijke feestdagen op zijn best als alweer een vrije dag worden verwelkomd.

Belijdenisgeschriften

Opvallend is dat de belijdenisgeschriften uiterst sober zijn als het gaat over de hemelvaart van Christus.

De twaalf artikelen, de belijdenissen van Nicéa en Athanasius zijn op dit punt nagenoeg gelijk aan elkaar: "opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods, des (almachtigen) Vaders".

Kort en bondig. Gelijkgestemd in de keuze van het werkwoord: niet opgenomen, maar opgevaren. De Schrift gebruikt nu eens het ene, dan weer het andere werkwoord. Ongetwijfeld hangt deze keuze in genoemde belijdenisgeschriften samen met de theologische geschillen die in de eerste eeuwen na Christus' leven de kerk hebben bezet rond de vraag of naast de Vader ook Christus als God beleden mocht worden. Met name in de geloofsvorm en bekentenis van Athanasius is deze strijd als het ware zichtbaar, waarbij hij tot het volgende besluit: "Zo is dan het rechte geloof, dat wij geloven en belijden, dat onze Heere Jezus Christus, Gods Zoon, God en mens is".

Eén van de argumenten voor de belijdenis dat Christus zowel God als mens is, is dat de Bijbel bij de heilsfeiten van Pasen en Hemelvaart zowel van opstanding en opvaren spreekt als van opwekking en opneming. Het eerste duidt op de Goddelijkheid van Christus: Hij stond op uit de doden en voer op naar de hemel. Het andere op Zijn menselijkheid, Hij werd uit de dood opgewekt en Hij werd in de hemel opgenomen.

In de Dordtse Leerregels is niets te vinden over de hemelvaart.

Wel besluiten deze leerregels met de volgende bede: De Zoon Gods, Jezus Christus, die ter rechterhand zijns Vaders zittende, den mensen gaven geeft, heilige ons in de waarheid ...", in welke woorden wordt verwezen naar de hemelvaartsprofetie van Psalm 68, in het bijzonder vers 19.

Ook de Nederlandse belijdenis des geloofs noemt de hemelvaart slechts zijdelings.

In artikel XXVI schrijft Guido de Brés over de toegang tot God.

Daarbij vestigt hij de aandacht op de grootheid en majesteit van de Middelaar in bewoordingen die naar de hemelvaart verwijzen: "En zo wij Eén zoeken, die macht en aanzien heeft, wie is er, die daarvan zoveel heeft als Degene, die gezeten is ter rechterhand Zijns Vaders, en Die alle macht heeft in den hemel en op de aarde? En wie zal eer verhoord worden, dan de eigen welbeminde Zoon Gods".

Een zijdelingse verwijzing, die niettemin de kern raakt van de vraag waarom de hemelvaartsdag door de kerk als een feestdag wordt ervaren en gevierd.

Van de gereformeerde belijdenisgeschriften besteedt de Heidelbergsche Catechismus rechtstreeks aandacht aan de hemelvaart van Christus. Zondag 18 is zelfs volledig gewijd aan het 'opgevaren ten hemel'. In deze eenvoudige onderwijzing in de christelijke leer worden ondermeer de twaalf artikelen behandeld, in welk verband uiteraard ook de hemelvaart aan de orde komt. Vraag 47 en 48 zijn opgenomen met het oog op de weerlegging van de leer van Luther, dat Christus' menselijke natuur bij de hemelvaart alomtegenwoordigheid had verkregen.

Ondanks de in vergelijking tot de andere belijdenisgeschriften uitvoe rige behandeling valt ook hier de terughoudendheid op waarmee de opstellers te werk gaan. Geen diepgaande beschouwingen over vragen die de Schrift noch stelt noch beantwoordt. Slechts kort wordt ingegaan op het feit als zodanig en op de verbondenheid tussen de Goddelijke en menselijke natuur, terwijl goed beschouwd vraag 49 het wezen vormt van zondag 18, waarin aan de orde komt wat ons de hemelvaart van Christus nut.

Meer eigentijds gezegd: welke voorrechten de kerk door de hemelvaart verkrijgt.

De belijdenisgeschriften staan niet naast de Bijbel maar onder het gezag van de Bijbel. Het is dan ook van belang om te bezien wat er in de Bijbel zelf wordt gezegd over de hemelvaart van Christus.


Jezus' hemelvaart

Ze waren bedroefd en ze zeiden:

'O Heere, waarom toch dit scheiden.

Is het nu nog niet genoeg?

De mensen zullen ons haten.

Wij blijven alleen en verlaten,

ons hart is verslagen en droef'.

Maar Jezus zei: 'Gij zult getuigen

tot alle knie zich zal buiten,

van hen, wiens zonden Ik droef.

De Trooster die komt, zal u leiden.

Gij zult voor Mij moeten lijden.

En uitzaaien, wat Ik u zeg.

Ik zal u nimmer vergeten.

Weest niet bevreeds, ge zult spreken,

wat Ik in uw monden leg.'

Toen zagen ze engelen wenken.

'Wat staat ge toch treurig te denken...

Ze keken verbaasd, Hij was weg.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1991

Mivo +16 | 24 Pagina's

1. Hemelvaartsfeest in de protestantse traditie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1991

Mivo +16 | 24 Pagina's