JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Bijbelstudie n.a.v. Jesaja 44:7-25

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bijbelstudie n.a.v. Jesaja 44:7-25

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze bijbelstudie sluit aan bij hoofdstuk 4. Voor achtergrondinformatie: zie hoofdstuk 5.

 

In deze bijbelstudie gaan we aan de hand van Jesaja 44:7-25 na hoe er gesproken wordt over goden en wat we daaronder moeten verstaan. Juist dit Schriftgedeelte is van belang wanneer het gaat over occulte machten.

1. Waarom is het bij de bespreking van het onderwerp "Occultisme" zo belangrijk om te geloven in Gods woorden, zoals beschreven in Jesaja 44:6?

2. "De formeerders van gesneden beelden zijn altezamen ijdelheid" (Jesaja 44:9). Wat vind je van de volgende stelling: "Uiteraard gaat het hier in eerste instantie om godenbeelden. Maar het strookt geheel met de tekst om daarin ook de denkbeelden van de mens, zijn religieuze fantasieën, zijn schepping van allerhande geesten en machten te herkennen". Motiveer je antwoord, bijvoorbeeld aan de hand van een praktijkvoorbeeld.

3. a. Beantwoord aan de hand van Jes. 44:11 t/m 14 de volgende vraag: "Wie formeert een god en giet een beeld, dat geen nut doet?" (Jesaja 44:10).

b. Waarom staat er in vers 10 bij "dat geen nut doet"?

4. Wanneer je Jesaja 44:15 t/m 17 leest, zit er in deze teksten iets ironisch. Het is eigenlijk belachelijk om aan een stuk hout te vragen: Red mij, want gij zijt mijn god (vers 17).

a. Wat zijn volgens de Heidelbergse Catechismus afgoden? Zie vraag en antwoord 95.

b. Geef uit je eigen leven enkele voorbeelden van 'afgoden'.

c. Kunnen eigen gedachten, inbeeldingen ook afgoden zijn? Motiveer je antwoord.

5. "Hij voedt zich met as" (Jesaja 44:20).

a. Wie wordt er bedoeld met "Hij"?

b. Wat wordt er bedoeld met de bovenstaande zinsnede?

c. Is er verband tussen dit tekstgedeelte en Job 13:12?

6. "Uit Jesaja 44 en andere gedeelten met dezelfde inhoud wordt het duidelijk hoe de mens zijn eigen godenbeelden en idolen maakt. Daarmee vult hij de leemte, die door het verbreken van de band met zijn Schepper ontstaan is. Tegelijkertijd kan de verblindende aard van die zelfgemaakte machten door het Woord van God ontdekt worden... De afgoden, occulte en magische praktijken worden voorgesteld als eigen produkten van de mens. De satan heeft daarin toegang tot het hart van de mens en houdt hem daarmee van God af."

a. Welke waarschuwing klinkt er in het bovenstaande citaat door?

b. Hoe dienen we occultische machten volgens bovenstaand citaat te benaderen?

c. Ben je het eens met het citaat? Motiveer je antwoord.

7. Beschrijf in enkele woorden de inhoud van de volgende teksten:

a. Jesaja 44:21 en 22.

b. Jesaja 44:23 en 24.

c. Jesaja 44:25.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 1989

Mivo +16 | 68 Pagina's

Bijbelstudie n.a.v. Jesaja 44:7-25

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 1989

Mivo +16 | 68 Pagina's