JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

1. Nicodemus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. Nicodemus

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer we het woord wedergeboorte noemen, denken we direkt aan het gesprek tussen de Heere Jezus en Nicodemus. De bekende leraar Israëls heeft gehoord over Jezus, Die in en rondom Jeruzalem Zijn arbeid verricht, predikende het Evangelie van het Koninkrijk Gods. En dat onderwerp sprak hem aan: welke rabbi (= joodse leraar) hield zich immers niet bezig met de komst van het Koninkrijk Gods; met de komst van het Messiaanse Rijk?

Hij heeft de nacht uitgekozen om eens indringend met Jezus te spreken over dat Koninkrijk van God. Misschien om zo ongezien in de duisternis Jezus te kunnen ontmoeten. Misschien ook, zoals dat wel meer onder de Joodse rabbi's gebruikelijk was, om van de rust en de stilte van de nacht gebruik te kunnen maken voor hun onderlinge discussie.

 

Nicodemus...

Wie was hij eigenlijk? We ontmoeten hem alleen in het evangelie van Johannes. In de eerste plaats in het bekende gedeelte, hoofdstuk 3:1-18. Verder in het zevende hoofdstuk, vers 50 als "een mens uit de Farizeën" (hij behoorde dus tot de streng orthodoxe richting onder de Joodse leidslieden). In hetzelfde vers wordt hij genoemd "een overste der Joden". Hij was dus lid van het Sanhedrin. Verder blijkt uit de Bijbelse gegevens dat hij rijk, vooraanstaand, invloedrijk en bekend was.

Het doet sympathiek aan, wanneer hij zich positief onderscheidt van de Joods leidslieden in het algemeen, die maar weinig van Jezus van Nazareth moesten hebben. Zij kwamen meestal om Hem in een van hun valstrikken te lokken. Nicodemus daarentegen wil op positieve wijze met Jezus in gesprek komen. Daarbij is het opvallend dat hij Hem aanspreekt als "Rabbi". Dat heeft namelijk nogal iets te zeggen. De gevoelswaarde van dit woordje was onder de Joden zodanig, dat men daarmee iemand erkende als zijn meerdere. Het drukt een gevoel van hoogachting uit, dat we bij veel tijdgenoten van Nicodemus ten opzichte van Jezus missen. Daarbij gaat Nicodemus nog verder: Hij erkent Jezus zelfs als "van God gekomen", op grond van de tekenen, die Hij verrichtte. 

Het onderwerp van het gesprek wordt in ons Bijbelgedeelte niet met zoveel woorden genoemd. Uit de samenhang van dit hoofdstuk mogen we echter afleiden dat Nicodemus gekomen is om te spreken over het brandende vraagstuk van de komst van Gods Koninkrijk. Opmerkelijk is echter de wijze, waarop Jezus reageert. Jezus toont namelijk op het eerste gezicht geen enkele vreugde of blijdschap, wanneer er nu eindelijk eens iemand uit het Sanhedrin komt, die Hem met de nodige achting tegemoet treedt.

Eindelijk komt er eens iemand, niet om te twisten, maar om een eerlijk gesprek te hebben. Nicodemus heeft echter nog maar net zijn "inleidende woorden" gesproken, of Jezus snijdt als het ware direkt dat gesprek af met de woorden "Voorwaar, voorwaar, zeg ik U, tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien." Nicodemus zal dit antwoord bepaald niet verwacht hebben...

 

De noodzaak van de wedergeboorte

Het is alsof Jezus direkt vanaf het begin het vrijblijvende en theoretische discussiëren over een onderwerp wil afsnijden. Zo'n discussie zou immers ten diepste van weinig waarde zijn. Veel belangrijker is het of men in dat Koninkrijk persoonlijk zal ingaan.

De Heere Jezus blijkt vanaf het begin van het gesprek de klemtoon daar te willen leggen, waar die behoort te liggen. Het "Eén ding is nodig..." klinkt ook hierin door. Zo is duidelijk dat de op het eerste gezicht wat scherpe reaktie van Jezus uiteindelijk voortkomt uit Zijn bewogenheid met Nicodemus.

Daarnaast is de reaktie van Jezus ook opmerkelijk en veelzeggend, als we letten op de persoon, tegen wie deze uitgesproken wordt. Had Jezus dit nu gezegd tegen een man, wiens leven naar de normen van die tijd, naar aller overtuiging een mislukking was; die in religieus en zedelijk opzicht minder was dan zijn medemensen, we hadden het kunnen begrijpen, dat Jezus zo reageerde.

Maar nee: Nicodemus is zeker geen openbare verachter van Gods Woord. Hij behoort niet tot de goddelozen, die (naar Psalm 1) in overmoed met God en godsdienst spotten. Hij behoort niet tot de lichtzinnige leidslieden, die zich niet bekommeren om de diepste levensvragen.

Hij is geen wereldling, geen rover, geen moordenaar. Integendeel: In eigen oog, en in de ogen van zijn medemensen, is Nicodemus in elk opzicht een respectabel mens, een man met een benijdenswaardige reputatie. Een toonbeeld van Godsvrucht en deugd. Hij acht het zijn taak Gods Wet dagelijks te overdenken en hij begeert volle ernst te maken met de onderhouding van het door God gebodene.

Nicodemus. Als hij zijn mond opent, luistert Israël eerbiedig, want het volk kent hem als een man, die ver gevorderd is op de steile weg van de gerechtigheid van de Wet.

 


Nikodémus. (gri., overwinnaar van het volk). Een schriftgeleerde, een farizeeër*, een overste der Joden, die 's nachts tot de Heere Jezus kwam met de erkentenis van Jezus' grootheid en de vraag, nader door Hem te worden onderricht, Jh. 3:1 v.v. Jezus predikt hem de noodzakelijkheid der wedergeboorte*. Later blijkt, dat de prediking op — een diepe indruk heeft gemaakt en dat hij 's Heilands discipel geworden is. In het sanhedrin* neemt hij het voor de Heere Jezus op, Jh. 7:50-52. En na Jezus' dood hielp hij mee, Hem te begraven, Jh. 19:39.


 

En juist tegen deze man benadrukt Jezus de noodzaak van wedergeboorte. Dat maakt dit bijbelgedeelte bijzonder aktueel. Als nu blijkt dat zelfs voor Nicodemus de eis van wedergeboorte volop geldt, hoeveel te meer geldt deze dan voor iemand, die het met het door God gebodene niet zo nauw neemt. Zelfs al zou iemand Nicodemus evenaren in getrouwheid: voor hem geldt het "tenzij..." Wie wil zich boven Nicodemus verheffen?

 

Zijt gij een leraar...?

Nicodemus begrijpt het echter niet. Of is hij door deze persoonlijke benadering uit het veld geslagen? Hier had hij niet op gerekend. Een mens moet wederom geboren worden? Hoe kan dat nu? Opnieuw geboren worden... "Hoe kan een mens geboren worden, nu oud zijnde...?" Vol onbegrip haalt Nicodemus de schouders op. Dit had hij eigenlijk niet verwacht. Dat pleit niet voor Nicodemus. As iemand had kunnen weten wat de Heere Jezus hiermee bedoelde, was hij het wel geweest, als kenner van het Oude Testament. Spreekt Ezechiël in hoofdstuk 11:9 niet over de wedergeboorte, wanneer daar staat: "En Ik zal hun enerlei hart geven, en zal een nieuwe geest in het binnenste van u geven; En Ik zal het stenen hart uit hun vlees wegnemen, en zal hun een vlesen hart geven". En wat te denken van "...een nieuw hart en een nieuwe geest..." uit hoofdstuk 18:31! In hoofdstuk 26:36 herhaalt Ezechiël deze woorden zelfs nog eens. Ook andere profeten doelen op de wedergeboorte, zoals bijvoorbeeld Jeremia in hoofdstuk 24:7.

De reaktie van Nicodemus doet Jezus zeggen: "Zijt gij een leraar van Israël, en weet gij deze dingen niet? Nicodemus had dit alles kunnen weten uit de Schriften van het Oude Testament. Hij reageert echter alsof dit voor hem volkomen nieuw is. Hieruit blijkt de fout van Nicodemus en met hem die van vele anderen: Wat Jezus predikt is in feite niet iets nieuws, maar het is verbonden aan de Schriften van het Oude Verbond. Daarom is de prediking van Jezus hier ook een getuigen van de dingen die de HEERE reeds van oude tijden af heeft geopenbaard in Zijn Woord. Velen wensen echter dit getuigenis niet te aanvaarden en doen de prediking af met een "...ik begrijp het niet...". In het wezen van de zaak wil Nicodemus met de Wet in eigengerechtigheid omhoog. Hij wil de zaligheid zelf verdienen. God wil echter in genade afdalen en zo de zaligheid, door een Ander (Zijn Zoon) verdiend, aan rechtelozen schenken.

Het "Onderzoek de Schriften..." blijft daarom noodzakelijk. En als Jezus met Zijn "Tenzij dat gij wedergeboren wordt..." de noodzaak van de wedergeboorte zo uitdrukkelijk aangeeft, is dat ook voor ons een aansporing om niet onbedachtzaam met dit woord om te springen...

Uit het antwoord van de Heere Jezus is duidelijk op te maken dat Hij niet doelt op het natuurlijk "geboren worden" wanneer Hij het heeft over de wedergeboorte. Integendeel, Hij doelt juist op het geestelijk geboren worden. Daarom kan het woord "wedergeboorte" goed vertaald worden met "geboorte van boven, geboorte uit God". Het is de radikale verandering in de mens, waardoor "hij die eerst niet wilde, nu metterdaad wil" en "die wederspannig was, gehoorzaam wordt". Dan roept zelfs Paulus uit: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal? In het tweede hoofdstuk van deze schets wordt nader ingegaan op de wedergeboorte. Nu kunnen we echter reeds vaststellen dat Jezus vooral doelt op deze "geboorte van boven". En Nicodemus had dit kunnen weten, getuige de (hem ongetwijfeld bekende) aangehaalde teksten uit het Oude Testament.

 


"En wanneer gij bidt, zo zult gij niet zijn gelijk de geveinsden; want die plegen gaarne in de synogogen en op de hoeken der straten staande, te bidden, opdat zij van de mensen mogen gezien worden. Voorwaar,Ik zeg u, dat zij hun loon weg hebben" (Matthéüs 6:5).

Zouden deze woorden van de Heere Jezus ook van toepassing zijn op Nicodemus? Hij kwam immers in de nacht tot de Heere Jezus?


 

Een nachtdiscipel wordt "dagdiscipel"

Hoe liep het verder af met Nicodemus? De Bijbel geeft niet veel gegevens over het verdere leven van Nicodemus. Wel kunnen we uit het verband in Johannes 3 opmaken dat het voor Nicodemus een onvergetelijke nacht geweest zal zijn. Een nacht, waarin "de leraar Israëls" zelf onderwijs ontving. Hij, die gewend was onderwijs te geven, krijgt nu onderwijs. Onderwijs van Hem, Die vaak smalend in de kringen van Nicodemus werd aangeduid als "de timmermanszoon uit Nazareth". Met de klemtoon op het woordje "Nazareth". Kon immers uit die landstreek "iets goeds voortkomen...?" vroeg men zich af. 

Voor Nicodemus werd het echter onderwijs van de Grote Leermeester, Die als Enige werkelijk in staat is om onderwijs te geven. En als Hij leert brengt Hij alles mee. Om het anders te zeggen: En de Geest wrocht mede! Hij werkt immers door Woord en Geest! Nicodemus mocht zien dat het werkelijk van levensbelang is om wedergeboren te zijn.

Daarom legt Jezus, als Nicodemus komt om met Hem eens in de stille nachtelijke uren een gesprek te hebben, de vinger direkt bij zijn zere plek: het gaat niet om de discussie, het gaat om de kern van de zaak. "Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien." En Nicodemus luistert. Het Woord van de grote Leraar dringt door tot in het diepste van zijn hart. De Bijbel laat ons in dit hoofdstuk min of meer in het ongewisse over het verloop van de verdere avond. En toch weten we zeker dat het zaad wortel geschoten heeft. Al laat de Bijbel op dit ogenblik Nicodemus dan stil heengaan, we komen hem straks nog eenmaal tegen. En dan niet meer als een "nachtdiscipel", maar als een "dagdiscipel". Als een volgeling van die verachte Jezus van Nazareth, die daar eerlijk en oprecht voor uitkomt, ten aanschouwe van de toplaag van de "geestelijkheid" uit die dagen. In Johannes 7:50 en 51 zien we dat Nicodemus de tegenstanders van de Heere Jezus wijst op het feit dat men niemand onverhoord mag veroordelen. En in Johannes 19:39 komt Nicodemus nog duidelijker openbaar.

Na de kruisiging van Jezus, de smadelijke en smartelijke dood die Hij moest ondergaan voor de zonden van Zijn volk, komt Jozef van Arimathéa, die ook reeds een discipel van Jezus was, tot op dat moment eveneens "bedekt, om de vreze der Joden". Nu kan hij echter niet langer zwijgen. En hij vraagt aan Pilatus om het dode lichaam van Jezus, teneinde het een eerbare begrafenis te kunnen geven.

En dan kan ook Nicodemus zich niet langer inhouden. En hij komt, met een mengsel van mirre en aloë: Niet zomaar wat, nee een hoeveelheid van omtrent honderd ponden gewichts...! Hij komt er open en eerlijk voor uit: Dit is zijn Meester. Voor Zijn Naam durft hij uitkomen. Voor Zijn Naam wil hij uitkomen. Hij is zijn Losser. Dat zijn positie op het spel staat is niet meer belangrijk. Dat hij nu zijn vooraanstaande postie wel vergeten kan doet niet meer ter zake. "En Nicodemus kwam ook...!"

En zo wil de Heere Jezus het. Immers, wie zich voor Hem schaamt voor de mensen, voor die zal Hij zich schamen tegenover Zijn Vader.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 1987

Mivo +16 | 24 Pagina's

1. Nicodemus

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 februari 1987

Mivo +16 | 24 Pagina's