1. Muziek, gave en opgave
Op verschillende plaatsen spreekt Gods Woord over muziek. Een bijbels uitgangspunt is bij de doordenking van muzikale vormen van onschatbaar groot belang. God heeft muzikale gaven aan mensen gegeven; muziek is dus een Goddelijk geschenk. Tegelijk houdt dat een opgave, een taak in, namelijk om op de juiste wijze met muziek om te gaan. Muziek, gave en opgave!
Muziek is een taal
Met behulp van de muziek zijn mensen in staat om iets aan anderen over te dragen.
Gevoelens zijn vaak moeilijk te verwoorden, maar door middel van muziek zijn deze wel overdraagbaar. Iemand heeft gezegd: "Muziek is de kunst om in klanken te denken".
Een andere omschrijving van muziek luidt: "Muziek is de ordening van klanken, waarbij drie elementen een belangrijke rol spelen, namelijk melodie, harmonie en ritme".
Muziek als gave
Al in het derde vers van de Bijbel wordt gesproken over een Stem. Gods Stem. In het 28ste vers spreekt God voor het eerst tot de mens.
God schiep de mens naar Zijn beeld en gelijkenis en gaf hem een stem. Adam en zijn vrouw ontvingen een stem om daarmee Gods eer en heerlijkheid te vertellen. Zoals de engelen in de hemel, moest de mens God op aarde verheerlijken, onder andere met de stem. Nadat God de schepping voltooid had, zag Hij dat alles goed was. Ook de stem en alles wat de mens met zijn stem deed, was volmaakt.
Toen zondigde de mens tegen God. Het volmaakte was verdwenen.
God zorgde ook na de zondeval ervoor dat Zijn Naam werd grootgemaakt, onder andere door gezang.
Hij gaf niet alleen de gave om te spelen en te zingen, maar ook de gave om de muziek te verstaan.
Muziek door de Bijbel heen
Pas na de zondeval wordt er in de Bijbel gesproken over muziekinstrumenten. De mens mocht de schepping gebruiken en kon muziekinstrumenten maken.
Jubal, één van de nakomelingen van Kaïn, handelde in harpen en orgelen (Gen. 4:21).
Misschien kan er ook op deze plaats gesproken worden van citer en fluit. Wat we ons daarbij moeten voorstellen, is niet duidelijk. In ieder geval was er naast de gezongen muziek (vokale muziek) nu ook instrumentale muziek.
Veelal werd er in de bijbelse tijd in groepen en met de nodige afwisseling gezongen. Toen de Heere het volk Israël door de Rode Zee had geleid, zong Mozes met het volk zijn lofzang. "Toen zong Mozes en de kinderen Israëls ..." (Ex. 15). Dat ging met zang en tegenzang: dan weer de ene, dan weer de andere groep mensen. Mirjam "nam een trommel in haar hand en al de vrouwen gingen uit, haar na" (Ex. 15:20). Mirjam en de vrouwen zingen het refrein van het lied.
In Numeri 10 geeft de Heere het bevel aan Mozes om zelf instrumenten te maken: twee zilveren trompetten.
Deze trompetten moesten het signaal geven tot vergadering of vertrek.
Er werd gespeeld. Steeds nieuwe instrumenten kwamen er bij. Niet alleen werd er gespeeld, maar er werd ook gezongen.
Een grote verzameling van liederen vinden we in het boek der Psalmen.
Psalm betekent een lofzang of een met snarenspel begeleid lied. De Bijbel noemt in de Psalmen verschillende meesters in de muziek.
Denk aan David, Asaf en de kinderen van Korach. Zij speelden, componeerden en schreven nieuwe lofzangen.
In de Bijbel lezen we dat er in het koninklijk paleis werd gezongen.
Jeremia zong zijn klaagliederen.
Zacharias kreeg na de geboorte van Johannes zijn stem weer terug. Daarmee zong hij zijn lofzang.
Jezus Zelf heeft ook gezongen. "En als zij de lofzang gezongen hadden, gingen zij uit naar de Olijfberg" (Matth. 26:30).
Ook bij Zijn geboorte werd er gezongen. Dit was een volmaakt gezang: "Ere zij God in de hoogste hemelen ..."
De stem, het meest natuurlijke instrument, werd veel gebruikt. Zelfs in de gevangenis: "En omtrent de middernacht baden Paulus en Silas, en zongen Gode lofgezangen ..." (Hand. 16:25).
Paulus schrijft in Kol. 3:16: "Leert en vermaant elkander met psalmen en lofzangen en geestelijke liederen, zingende de Heere met aangenaamheid in uw hart".
Muziek als opgave
Muziek is een gave, een geschenk. Het is niet zomaar een geschenk, maar een waardevol geschenk. Daar zal voorzichtig mee omgegaan moeten worden. Muziek moet je daarom als een geschenk hanteren, zowel in het luisteren als in het zelf musiceren.
Het moet ons verbazen dat de godzaligen in Nederland zo weinig lust hebben tot zingen, dit is een loomheid van onze Natie... God heeft in de natuur van de mens het zingen ingeschapen, zie eens naar de kinderen van 3 en 4 jaar, die zingende door het huis rondlopen. Let 's morgens vroeg op hoe de vogeltjes op hun wijze de Schepper zingende loven.
Gelovigen, moeten de vogeltjes en de kleine kinderen u bestraffen?
Wilhelmus à Brakel (1635-1711).
Luther heeft gezegd - en dat is de inhoud van de opgave - : "Ik zou alle kunsten, in het bijzonder die van de muziek, gaarne in dienst willen stellen van Hem die haar gegeven en geschapen heeft".
Daarvoor heeft de mens de gave van muziek ontvangen. Helaas wordt deze gave door velen misbruikt. Zo lezen we in Daniël 3 dat de muziek werd misbruikt. Muziek stond niet in de dienst van God, maar in dienst van koning Nebukadnézar.
Ook in onze tijd wordt muziek vaak misbruikt. Muziek staat dan in dienst van de mens en is een middel om mensen te verheerlijken. In dit verband hoef je niet alleen te denken aan popsterren, maar ook bij orgelconcerten of andere uitvoeringen is dit gevaar aanwezig.
Muziek tot Gods eer!
Dat is de opgave, de opdracht. Alleen door de werking van de Heilige Geest kan de muziek weer dienen als middel om God te loven. Op aarde zal er altijd een valse noot in de muziek blijven doorklinken. Maar eenmaal zal de muziek weer volmaakt dienen om God groot te maken. Johannes schrijft in het laatste bijbelboek over engelen met citers (Openb. 15:2-4).
Er zal volmaakt worden gezongen. De lofprijzingen zullen dan voor eeuwig klinken. Gods Woord wijst ons naar die toekomst, die voor al Gods kinderen weggelegd is. Zij zullen eeuwig zingen tot Gods eer. Dan zullen daar de blijde zangers staan, de speelliên op de harp en cimbel slaan!
Jubal
Hij luisterde naar 't ruisen van de beek,
naar 't ritme van de regen op het dak.
De scheerlijn van de tent stond nat en strak
te zoemen, als zijn hand er over streek.
Hij hoorde 't riet, en sneed een kleine fluit.
Zijn adem wekte aarzelend een toon.
Zijn ogen glansden, want hoe wonderschoon
klonk in de stilte dit ontroerd geluid.
Eens, toen zijn hand over de scheerlijn gleed,
ontstond er een gedachte, blij en klaar.
Aandachtig spande hij de eerste snaar
die hij zacht met zijn vingers zingen deed.
Een schaam'le melodie, nog ongewend,
wat simpele muziek, nog onvolmaakt,
een klankenspel, maar nauwelijks ontwaakt:
een glimlach van Jawè in Jubals tent.
E. Y. Yskes - Kooger.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1985
Mivo +16 | 24 Pagina's
