JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

1. Griekenland helpt Jeruzalem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. Griekenland helpt Jeruzalem

Bijbelstudie n.a.v. 2 Kor. 8 en 9

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Jeruzalem, de moedergemeente van waaruit het evangelie de wereld was ingegaan, heerste armoede. Die armoede was voor een deel ontstaan door de vervolging van de kant van de joden, waardoor een groot deel van de gemeente moest uitwijken naar Judéa en Samaria (zie Hand. 8:1b). De achtergebleven christenen behoorden waarschijnlijk tot het armste deel van de gemeente. Bovendien werd er geen handel meer gedreven tussen de joden en de christenen. Het spreekt vanzelf dat de gemeente van Jeruzalem, die toch al niet zo rijk was (zie Hand. 6:1), op deze manier geweldig verarmde.

De apostelen Jakobus, Petrus en Johannes, die ondanks de vervolging als getrouwe herders op hun post waren gebleven, luidden de noodklok. Zo kon het niet langer. De gemeente van Jeruzalem had dringend financiële steun nodig. De apostelen namen Paulus, de heidenapostel, in de arm om de nood van Jeruzalem onder de aandacht van de heiden-christenen te brengen. Paulus moest in de gemeenten van Klein-Azië en van Griekenland gaan kollekteren voor Jeruzalem (Gal. 2:10).

 

Paulus in Korinthe

De apostel Paulus heeft zich met al zijn krachten ingezet om deze taak tot een goed einde te brengen. We kennen Paulus vooral van zijn evangelieverkondiging (bv. 2 Kor. 4:1 en 2 Kor. 5:11), maar we mogen niet vergeten dat Paulus tegelijkertijd iemand was die barmhartigheid beoefende door bijvoorbeeld de gaven voor de gemeente van Jeruzalem in te zamelen (2 Kor. 8 en 9). Woord en daad mogen we nooit van elkaar scheiden. Woordbediening en diakonaat zijn onafscheidelijk.

Aan het einde van zijn tweede zendingsreis is Paulus in Korinthe aangekomen. Anderhalf jaar lang heeft hij in die grote wereldstad mogen werken (Hand. 18:11). Paulus heeft daar niet alleen het evangelie van Christus verkondigd, maar heeft er ook gesproken over de nood en de armoede in Jeruzalem. De Korinthiërs reageerden direkt enthousiast (zie 2 Kor. 9:2). Ze konden voor Jeruzalem nog wel wat missen. De Korinthiërs stelden zich met alle liefde garant voor het onderhoud van de moedergemeente in Jeruzalem. Het enthousiasme van Korinthe werkte zelfs aanstekelijk. Wanneer Paulus op zijn volgende zendingsreis van de bereidwilligheid van Korinthe spreekt, willen andere gemeenten niet achterblijven. De gemeenten van Macedonië (we moeten daarbij vooral denken aan Filippi; vergelijk Filip. 4:10-19) hebben een flink bedrag bijeen gebracht. Zij zijn boven vermogen gewillig geweest (2 Kor. 8:3). Zij "gaven zich eerst aan de Heere" en toen aan Paulus, d.w.z. ze gaven hun gift niet in de eerste plaats aan de heiligen te Jeruzalem, maar aan de Heere. Ze herkenden in de oproep van Paulus de stem van de Heere.

 

De kollekte stagneert

Intussen lieten de Korinthiers niets meer van zich horen. Dat was ook niet zo verwonderlijk. Na het vertrek van Paulus werd de gemeente verscheurd door twist (zie 1 Kor. 1:10). Men achtte zich vanwege zijn eigen genadegave uitnemender dan zijn medebroeders (1 Kor. 12-14). Wanneer men zelfs aan de armen binnen de eigen gemeente niet toekomt (1 Kor. 11:21), zal men dan wel de armen in een andere gemeente gedenken?

In 1 Kor. 16:1-3 moet Paulus de vervallen gemeente van Korinthe, die hij toch niet loslaat, herinneren aan de kollekte voor Jeruzalem. Paulus zegt dat hij spoedig naar Korinthe komt. De Korinthiërs moeten reeds nu elke zondag wat apart leggen voor Jeruzalem.

 

2 Kor. 8 en 9

Door de eerste brief aan de Korinthiërs was de verstandhouding tussen Paulus en de gemeente van Korinthe er wel beter op geworden maar Titus, de overbrenger van de brief, keerde terug zonder geld. (Vgl. 2 Kor. 7:6-16). De valse apostelen, die in het troebele water van Korinthe uitstekend wisten te vissen, beschuldigden Paulus van hebzucht. (Vgl. 2 Kor. 12:14).

Paulus ziet zich dan genoodzaakt om zeer uitvoerig op de zaak van de kollekte in te gaan. Paulus gaat daarbij niet zozeer in op de armoede van Jeruzalem zelf, maar hij wijst de gemeente op het feit, dat het zaliger is om te geven dan te ontvangen (Hand. 20:35). We willen Paulus betoog in vogelvlucht volgen. Hij wijst de gemeente van Korinthe op een zevental punten:

1. Paulus wijst op het voorbeeld van de Macedoniërs. Zij hebben boven vermogen gegeven. Paulus heeft wellicht eerst geprobeerd om het enthousiasme van de Macedoniërs te temperen, maar dat mocht niet baten (2 Kor. 8:4). De gedachte dat ze nu eindelijk iets terug konden doen - het evangelie, waardoor zij geestelijk rijk waren geworden, kwam toch uit Jeruzalem? - deed hun eigen armoede vergeten. Met hun gaven wilden ze echter vooral de Heere dienen (2 Kor. 8:5).

2. De Korinthiërs waren wel erg inkonsekwent. Zij zijn wel overvloedig in geloof, en in woord, en in kennis, en in milddadigheid jegens Paulus, maar inzake de kollekte voor Jeruzalem waren ze nalatig (2 Kor. 8:7). Paulus wil de gemeente niet een kollekte afdwingen, maar hij wijst de Korinthiërs er wel op dat ze van de ijver van de Macedoniërs nog veel kunnen leren. Dat was voor de gemeente van Korinthe, die het zo goed met zichzelf getroffen had, toch wel een hard verwijt.

3. De apostel bepaalt de Korinthiërs bij de Heere Jezus, de Diaken bij uitstek. Hij is arm geworden, opdat jullie rijk zouden worden (2 Kor. 8:9). Paulus wil zeggen: Christus werd arm voor u, wat doet u voor Hem? (Vgl. Filip. 2:5-8) Wie niet bereid is tot armoede en dienstbetoon, kan geen volgeling van Jezus zijn. (Vgl. Matth. 19:16-30).

4. Paulus herinnert de Korinthiërs bovendien aan hun aanvankelijk enthousiasme (2 Kor. 8:10-12). De bereidheid om te geven is goed, maar het geven zelf is beter. Paulus wil Korinthe niet een te zware last opleggen, maar hij wil dat ze delen in de gemeenschap der heiligen. Jeruzalem is materieel arm, terwijl de gemeente van Korinthe kan spreken van een "overvloed" (2 Kor. 8:13-15). Paulus wekt op om vanuit deze overvloed de gemeente van Jeruzalem te dienen.

5. Vervolgens wijst Paulus erop dat zijn roem over de Korinthiërs bij de Macedoniërs wel ongeloofwaardig wordt, als zij niet over de brug komen.

Voordat Paulus zelf komt om de kollekte te halen, stuurt hij Titus en twee andere, niet met name genoemde, broeders. Eén van hen is speciaal door de gemeenten verkozen om zorg te dragen voor de kollekte (2 Kor. 8:19). Paulus vraagt of de gemeente dit drietal goed wil ontvangen. Ze zijn medearbeiders van Paulus, afgezanten van de gemeenten en "een eer van Christus" (2 Kor. 8:23). De apostel doet een oproep om milddadig te geven (2 Kor. 9:5).

6. De Korinthiërs moeten ook niet vergeten dat wie spaarzamelijk zaait, ook spaarzamelijk maait. Wie echter in zegeningen zaait, zal ook in zegeningen maaien (2 Kor. 9:6). De Korinthiërs zullen er echt niet op achteruitgaan. Wie blijmoedig geeft, wordt gevend rijker. De Heere zal de Korinthiërs dan in geestelijk en in stoffelijk opzicht zegenen (2 Kor. 9:8-11). De diakonale zorg van de Korinthiërs is tot eer van God, omdat de gemeente van Jeruzalem de Heere er voor zal danken dat de Korinthiërs hun belijdenis zullen versierd hebben met goede werken (2 Kor. 9:12-14).

7. Aan het eind van zijn betoog wijst Paulus erop dat de gave van de Korinthiërs voor Jeruzalem niet meer centraal staat, maar de gave van God, Die rijk is in barmhartigheid. Deze gave is oneindig veel rijker dan welke menselijke gave ook: het is de Zoon van God, Jezus Christus. Wie Hem bezit, bezit alles.

"Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave" (1 Kor. 1:30).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

Mivo +16 | 64 Pagina's

1. Griekenland helpt Jeruzalem

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

Mivo +16 | 64 Pagina's