JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

8. Gad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

8. Gad

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Gen. 49:19)

Rond de geboorte (Gen. 30:9-11)

Net als Rachel neemt ook Lea de toevlucht tot haar slavin, als ze zelf denkt geen kinderen meer te krijgen. Haar dienstmaagd Zilpa baart een zoon, die Lea Gad noemt. Wanneer Lea hierbij zegt: "Daar komt een hoop", dan bedoelt zij daarmee dat deze zoon een hoop mensen, dus veel nakomelingen met zich mee zal brengen. Het woord "hoop" wordt hier dus niet gebruikt in de betekenis van "verwachting".

 

De zegen

Aangaande Gad, een bende zal hem aanvallen; maar hij zal haar aanvallen in het einde.

 

Aantekeningen

* bende: woordspeling op de naam Gad.

* aanvallen: al rovend en stropend een uitval doen.

* in het einde: twee mogelijke betekenissen:

1. Gad zal alleen aanvallen als hij zelf wordt aangevallen;

2. bij de hiel aanvallen.

 

De stam Gad zal het niet gemakkelijk hebben en zal door vijanden worden aangevallen. Toch zal hij zich dapper weren en zijn vijanden overwinnen.

 

Vervulling

Het erfdeel van Gad, gelegen in het over-Jordaanse, is een kwetsbaar gebied (zie kaartje, hoofdstuk 13, punt 3). Omdat het gebied van Gad verschillende malen wordt bedreigd, ontvangt deze stam twéé richteren, namelijk Jaïr en Jefta (Richt. 10:3 en 11:1).

Van de nakomelingen van Gad wordt gezegd dat zij veel vee hadden. Daarbij komt dat de landstreek zeer vruchtbaar was (Num. 32:1 en 2). Gad had dus een mooi stuk land ontvangen.

Juist deze landstreek zal worden aangevallen door vijanden. Zo wordt Gad aan het sterfbed van zijn vader opgeroepen om zijn grondgebied te verdedigen. Hij kan zich voorbereiden op de verschillende aanvallen van de vijanden, want hij weet dat ze komen zullen. "Een bende zal hem aanvallen". Hij is gewaarschuwd.

Jakob besluit zijn zegen met de woorden: "maar hij zal haar aanvallen in het einde". De Gadieten waren geoefende krijgers (1 Kron. 5:18), mensen waar de vijand beducht voor zou moeten zijn. Gad wordt opgeroepen om niet alleen te verdedigen maar ook te achtervolgen, ook Gad zal moeten aanvallen. Verdediging en aanval is nodig.

In 1 Kron. 5:25 en 26 is te lezen dat Gad van God is afgevallen en meegevoerd naar Assyrië door koning Tiglath-Pilezer.

De oude Jakob spreekt hier als profeet. Dwars door de zegen van Gad, zijn de lijnen zichtbaar naar het Nieuwe Testament. "Een bende zal hem aanvallen".

In het Nieuwe Testament wordt de Heere Jezus in de woestijn geleid "om verzocht te worden van den duivel". Een bende heeft Hem aangevallen, maar Hij heeft Zijn vijand aangevallen aan het eind van Zijn leven. Hij heeft hem niet alleen aangevallen, maar heeft ook overwonnen.

 

Opdracht

Schrijf aan de hand van de konkordantie enkele kenmerken over de nakomelingen van Gad op.

Gad

Gen. 30:11; 35:26; 46:16; 49:19. Exod. 1:4. Num. 1:14,24,25; 2:14; 7:42; 10:20; 13:15; 26:15,18; 32:1,25. Deut. 27:13; 33:20. Joz. 13:24,28; 18:7; 20:8; 21:7,38; 22:33,34. 1 Sam. 13:17. 2 Sam. 24:5. 1 Kron. 2:2; 5:11; 6:63,80; 12:14. Jer. 49:1. Ezech. 48:27,28,34. Openb. 7:5 zoon van Jakob.

 

Gespreksvragen

1. De stam Gad werd opgeroepen om zich tegen de vijanden te verdedigen, maar ook om aan te vallen.

a. Kun je aan de hand hiervan zeggen dat het geoorloofd is om de oorlog te verklaren tegen een ander land? Motiveer je antwoord.

b. Wanneer is het geoorloofd oorlog te voeren en te strijden? Betrek hierbij o.a. Matth. 5:38-48.

2. Zie je verband tussen de zegen (tevens opdracht) die Gad ontvangt en het leven van de strijdende Kerk?

Betrek bij je antwoord Matth. 24:13, Efeze 6:12-18 en vraag en antwoord 127 van de Heidelbergse Catechismus.

3. Lees 1 Kron. 5:20. Hierin lezen we over de kracht van het gebed,

a. Verhoort God alle gebeden? Motiveer je antwoord.

b. Waarom is het zo belangrijk om te bidden? Betrek hierbij o.a. vraag 116 van de Heidelbergse Catechismus.

c. Geef aan de hand van vraag en antwoord 117 weer wat de inhoud van het gebed moet zijn. Motiveer en ondersteun je antwoord aan de hand van bijbelgedeelten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1984

Mivo +16 | 53 Pagina's

8. Gad

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1984

Mivo +16 | 53 Pagina's