JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Gelijkenissen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gelijkenissen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Algemeen

Een gelijkenis is eigenlijk niets anders dan een verhaal uit het dagelijks leven. Met dit verhaal wil de verteller de luisteraars iets duidelijk maken of leren. De Heere Jezus heeft veel in gelijkenissen gesproken, maar Hij was niet de eerste die dat deed.
In het Oude Testament komen ze namelijk ook voor; bijvoorbeeld in 2 Samuël 12 : 1-4, Psalm 80 : 9-15, Jesaja 5 : 1 -7 en Ezechiël 34. Ook de Joodse rabbijnen vertelden in gelijkenissen. Zij probeerden op deze manier het volk iets duidelijk te maken. Dat de Heere Jezus in gelijkenissen vertelde, was voor de joden dus helemaal niet vreemd of nieuw. Hij sloot hiermee aan bij de gewoonte van de rabbijnen.


Een gelijkenis uit het oude testament
2 Sam. 12 : 1-4: "En de Heere zond Nathan tot David. Als die tot hem inkwam, zeide hij tot hem: Er waren twee mannen in een stad, de een rijk en de ander arm. De rijke had zeer veel schapen en runderen. Maar de arme had gans niet dan één enig klein ooilam, dat hij gekocht had en had het gevoed, dat het groot geworden was bij hem en bij zijn kinderen tegelijk; het at van zijn bete en dronk van zijn beker en sliep in zijn schoot, en het was hem als een dochter. Toen nu de rijke man een wandelaar overkwam, verschoonde hij te nemen van zijn schapen en van zijn runderen, om voor de reizende man, die tot hem gekomen was, wat te bereiden; en hij nam des armen mans ooilam en bereidde dat voor de man, die tot hem gekomen was."

Vragen:
1. Wie is in deze gelijkenis de rijke man en wie de arme?

2. Wie wordt er vergeleken met een ooilam?


Betekenis

Een gelijkenis is dus een goed voor te stellen verhaal, voor iedereen herkenbaar.
Zo kende iedereen in Israël wel het beeld van een herder of een zaaier. Hoe vaak kon je ze niet tegenkomen bij hun werk op de akkers en in de velden?
De Heere Jezus maakt daar graag gebruik van. Hij vertelt bijvoorbeeld een gelijkenis over een herder die zijn schaap kwijt is en een gelijkenis over een zaaier die gaat zaaien. Nu is het verhaal zelf niet zo bijzonder, de bete-kenis echter wel. De joden wisten wel dat deze gelijkenissen niet zomaar verhaaltjes waren.
Niet alle joden zullen echter de betekenis (direct) begrepen hebben. Ze hadden uitleg nodig. De Heere Jezus heeft daarom bij veel gelijkenissen Zelfde betekenis aan de joden verteld.
Sommige gelijkenissen heeft Hij echter alleen aan Zijn discipelen uitgelegd. Dit is ook zo bij de gelijkenis van de zaaier. In de Bijbel staan verder nog gelijkenissen, waarbij we helemaal geen uitleg van de Heere Jezus Zelf vinden. Van deze gelijkenissen kunnen we bij sommige de betekenis toch achterhalen, omdat we de aanleiding weten. In die gevallen vertelt de Heere Jezus de gelijkenis, omdat er kort daarvoor iets gebeurde. Ze is dus bedoeld als een reactie op iets.
Bij nog weer andere gelijkenissen wordt de betekenis door de evangelist, zoals bijvoorbeeld Lukas, uitgelegd.

Als je de Bijbel goed leest en je neemt er een bijbelverklaring bij, dan is het goed mogelijk de betekenis van een gelijkenis te begrijpen. Toch is dat niet genoeg. Je begrijpt het dan met je verstand. Veel belangrijker is of je de gelijkenis ook "met je hart verstaat". Dat kan alleen als de Heilige Geest je "licht" geeft. Heel vaak zegt de Heere Jezus dan ook na het vertellen van een gelijkenis: "Die oren heeft om te horen, die hore..."

Waarom gelijkenissen?

De joden waren het vertellen in gelijkenissen dus wel gewend. Vaak werd de boodschap er duidelijker door. Toch wil dat niet zeggen dat de joden alles gelijk begrepen. De diepere betekenis was niet altijd op hetzelfde moment duidelijk. Welke reden had de Heere Jezus dan om af en toe Zijn gelijkenissen niet aan de mensenmassa uit te leggen? Dat begrijpen de discipelen ook niet. Ze vragen het aan de Heere Jezus: "Waarom spreekt Gij tot hen door gelijkenissen?" (Matt. 13 : 10).

Niet luisteren... eigen schuld

"En Hij antwoordende zeide tot hen: Omdat het u gegeven is, de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het niet gegeven" (Matt. 1 3 : 11). De Heere Jezus bedoelt hier dat het vertellen in gelijkenissen een scheiding teweegbrengt. Aan de ene kant heb je de grote mensenmassa. Zij horen de gelijkenis wel, maar eigenlijk hebben ze verder geen interesse. Ze hebben geen echte belangstelling voor de boodschap van de Heere Jezus. Ze luisteren naar het verhaal van de zaaier en zijn daarmee tevreden. Ze nemen niet eens de moeite om aan de Heere Jezus om uitleg te vragen. De Heere Jezus zegt dat Zelf ook in het vijftiende vers van Mattheüs 1 3: "Want het hart dezes volks is dik geworden, en zij hebben met de oren gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met het hart verstaan, en zich bekeren, en Ik hen geneze."
Hadden ze er maar om gevraagd, dan zou Hij het ze met alle liefde gegeven hebben. Nu ze er niet naar vragen, halen ze het oordeel over zich. Ze verwerpen het Woord van de Heere Jezus en worden gestraft met geestelijke blindheid, doofheid en verharding. (Zie Matt. 13 : 13-15).

Wel luisteren... genade van God

Aan de andere kant staan de discipelen. Zij vragen wéi naar de betekenis van de gelijkenis. Het zaad valt bij hen in goede aarde. Zij voelen dat ze gered moeten worden. Ze kunnen niet meer zonder Hem. Hij is hun Herder, Hem willen ze volgen.
De Heere Jezus verzwijgt voor hen de betekenis van de gelijkenis niet. Hij iegt Zijn discipelen geduldig de bedoeling van de gelijkenis uit. Dit doet Hij, omdat Hij Zijn discipelen liefheeft. Dit doet Hij ook, omdat Hij wil dat ze hun Meester steeds meer leren kennen. Hij zegt het Zelf: "Doch uw ogen zijn zalig, omdat zij zien, en uw oren, omdat zij horen" (Matt. 13 : 16).
De discipelen zijn echter niet beter dan de andere mensen. Zij zijn net zo zondig als al de anderen, maar de Heere wil aan hen Zijn verborgenheden


Luister jij?
Stel, je bent 14...,

dan ben je al... in de kerk geweest;
dan heb je al... preken gehoord;
dan heb je al... keer in de Bijbel gelezen.

(Probeer het eens uit te rekenen...)

De Heere Jezus zegt: "Wie Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden". Zoek jij Hem al?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1998

Mivo +14 | 20 Pagina's

Gelijkenissen

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1998

Mivo +14 | 20 Pagina's