De onbekende God
De tweede zendingsreis van Paulus
Paulus heeft met Barnabas de eerste zendingsreis gemaakt. Daarna hebben ze het apostelconvent in Jeruzalem bezocht. (Handelingen 15) Hier ging het over de vraag of de christenen uit de heidenen ook de wetten van Mozes moesten onderhouden. Als Paulus daarna weer op reis wil, krijgt hij onenigheid met Barnabas over wie ze nog meer mee zullen nemen. Paulus en Barnabas scheiden. Paulus gaat dan met Silas op reis: de tweede zendingsreis. In Lystre en Derbe ontmoeten ze Timotheüs. Deze wordt door Paulus besneden "om der Joden wil". Als ze Frygië en Galatië doorgereisd hebben, verhindert de Heilige Geest het hun om naar Azië en Bithynië te reizen. In de nacht ziet Paulus het gezicht van de Macedonische man, die hen wenkt: "Kom over en help ons." Dit is de weg van de Heere en zo maken Paulus en Silas de oversteek naar Europa. Ze komen aan in Filippi. Hier wordt Lydia, de purperverkoopster bekeerd onder de prediking van Paulus. Paulus en Silas komen in de gevangenis terecht, waar ze midden in de nacht Gode lofzangen zingen. Na de aardbeving en de bevrijding van de gevangenen wordt de stokbewaarder bekeerd. Hierna reizen ze verder en komen in Thessalonica. Hier zijn veel mensen die het Evangelie geloven. De Joden worden daarom jaloers en verwekken een oproer tegen de apostelen. Daarna gaan Paulus en Silas naar Berea. Deze mensen zijn "edeler, dan die te Thessalonica waren", staat er. Ze onderzoeken dagelijks de Schriften of het klopt wat de apostelen preken. Als de Joden uit Thessalonica horen dat ook hier veel mensen Paulus en Silas aanhangen, komen zij naar Berea en stoken ook daar de mensen op tegen hen. Paulus wordt nu naar Athene gebracht en Silas blijft in Berea. Als Paulus in Athene is, vraagt hij of Silas en Timotheüs ook gauw naar hem toe willen komen. Paulus is dus even alleen in Athene. Als hij de stad bekijkt, valt hem de enorme afgoderij op. Dit ontroert hem. Nog voor zijn twee metgezellen gearriveerd zijn, gaat hij preken in de synagoge, op de markt, tegen iedereen die het maar horen wil. Na de preek op de Areopagus, verlaat Paulus de stad. Dan bezoekt hij Korinthe, waar Paulus zelfs nog voor de rechterstoel gesleept wordt. Daarna gaat Paulus via Efeze en Caesarea naar Jeruzalem.
Athene
Athene is de hoofdstad van Attica (Griekenland) genoemd naar de godin Athene. Toen Paulus in Athene kwam, bezocht hij een van de beroemdste centra van wijsheid, bouwkunde en kunst. Athene beleefde toen een nabloei, omdat de handel verplaatst was naar Korinthe. Alexandrië was de stad van de wetenschap geworden. Toch had Athene ook in Paulus' dagen nog een grote naam. Het middelpunt van het Athene van de Oudheid was de heuvel Acropolis. Dit was een rots die 156 meter boven de zeespiegel uitstak, en onder andere, een koningsburcht is geweest. De belangrijkste tempel in Athene was het Parthenon, daar stond het gouden met ivoren beeld van Pallas Athene. Aan de westkant van de Acropolis was de Areopagus. Aan de noordkant van de Acropolis lag de Agora, de marktplaats, omgeven door zuilengalerijen, tempels, bazars en regeringsgebouwen, waar de Atheners graag 'rondhingen'. In Athene werden heel veel goden vereerd. De schrijvers uit die tijd schreven daar ook over: er stonden volgens sommigen wel drieduizend afgodsbeelden en dan nog altaren voor onbekende goden (waarschijnlijk meer dan een).
Areopagus
De Areopagus was een heuvel van kalksteen, een smalle kale heuvel ten noordwesten van de Acropolis. In de Engelse vertaling: heuvel van Mars. Het was het stadhuis en een gerechtshof en de plaats waar de geleerden hun denkbeelden en meningen verkondigden. Vanaf de markt voerde een rotstrap naar de Areopagus omhoog. Net iets onder de top was een terras van zestien bij twaalf meter met een achtergrond van drie meter hoog. Dat was de plaats waar het hof van de Areopagieten samenkwam om recht te spreken; hun zetels waren in de rotsen uitgehouwen.
De onbekende God
In Athene werden heel veel afgoden gediend. Voor allerlei omstandigheden was er wel een god om te danken of aan te roepen. Als iemand nu iets meegemaakt had en hij wist niet welke god hij daarvoor danken moest, offerde hij aan de onbekende god. Het kon ook zijn dat de Atheners bang waren om een god te vergeten, een god die ze niet kenden, en om die tevreden te stellen, werd de 'onbekende god' gediend. Aan de zijkant van het altaar stond met grote letters "DE ONBEKENDE GOD". Voor het altaar stond een bak met graan. Het vuur op het altaar brandde altijd. Als men dan voorbij het altaar liep, gooide men een handje graan op het vuur. Dan had men z'n godsdienstplicht weer gedaan...
Epicureën
Epicurus was een wijsgeer uit de derde eeuw voor Christus. De Epicureën (de navolgers van Epicurus) leren dat de goden zich niet bemoeien met de mensen; ook geloven ze niet in een leven na de dood. Smart en zorg moet je uit de weg blijven. Komen de zorgen toch, dan moet je je er over heen zetten. Zij spannen zich in om 'deugdzaam' te leven. Het huwelijk minachten zij. De Epicureën kwamen samen in de "Tuin" (de tuin van Epicurus' huis). Hun leer was erg egoïstisch. Alleen wat genot geeft, is goed. De dingen waar je je voor moet inspannen, mijden ze. Daarom willen ze niet aan godsdienst doen, niet aan familieleven, niet aan politiek. Hun slogan is: "Houd u stilletjes achteraf." Voor de kerkvaders waren de Epicureën het voorbeeld van atheïsme en zedenbedervende filosofie.
Stoïcijnen
Stoïcijnen zijn de navolgers van de wijsgeer Zeno, die ook leefde in de derde eeuw voor Christus. De Stoïcijnen vergaderen in de "Poort". "Stoa" is het Griekse woord voor zuilengang, vandaar de naam Stoïcijnen. Zij leerden dat de wereld is ontstaan uit oerstof, door de werking van een oerkracht. Aan het einde van alle dingen komt er een grote wereldbrand en dan keert alles weer tot de oerstof terug. Tot die tijd is de ziel onsterfelijk en openbaart ze zich steeds in een andere vorm. Stil en gelaten blijven, zelfs in de moeilijkste en smartelijkste omstandigheden, is het hoogste geluk dat de ziel kan bereiken. 'Stoïcijnse gelatenheid' is zelfs spreekwoordelijk geworden. De Stoicijnen waren ook pantheïsten, dat wil zeggen dat alles in de natuur en dus ook in de mens iets van God is.
Vrucht op de preek
Paulus heeft in zijn preek de mensen in Athene opgeroepen om zich te bekeren, omdat het oordeel komt. Hij noemt de opgestane Heere. Maar als de luisteraars horen over de opstanding, beginnen ze te spotten, daar moeten ze niets van weten, daar geloven ze niet in! Er zijn ook anderen die er later nog wel meer over zouden willen horen. Of dat ook inderdaad gebeurd is, weten we niet. Want Paulus is na dit voorval uit Athene vertrokken en de Bijbel beschrijft niet of Paulus later nog in Athene gepreekt heeft. In ieder geval is er geen gemeente ontstaan, terwijl in alle andere plaatsen die Paulus bezocht wel een gemeente ontstond. Gelukkig zijn er ook mensen in Athene die de preek van Paulus, ja het Woord van de Heere Zelf van harte geloven! Daar zorgt de Heere Zelf voor. Er worden er twee bij hun naam genoemd: Dionysius, de Areopagiet en Damaris, een vrouw. Er waren er nog een paar, maar hun naam staat niet in de Bijbel. Maar de Heere kent ze! Dionysius was een Areopagiet, dat wil zeggen dat hij een hooggeplaatst persoon was, hij was lid van het gerechtshof van de Areopagus. Van Damaris weten we alleen dat ze een vrouw was, verder niet. Dat hoeft ook niet.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1996
Mivo +12 | 36 Pagina's
