Jefta verstoten
'Ga jij maar weg, je mag met ons de erfenis niet delen.' Jouw moeder is een slechte vrouw, ze is niet eens getrouwd. Verbijsterd kijkt Jefha zijn broers aan. Hij ziet de haat in hun ogen. Ze dulden hem niet langer in huis. Het is maar beter dat hij vertrekt. Maar waar heen moet hij gaan?
Kijk, daar gaat hij. Weggejaagd door zijn eigen broers, die eigenlijk zijn halfbroers zijn. Hij gaat daar helemaal alleen. Nee niet alleen, de Heere verstoot Hem niet. Psalm 22: 12 'Wie mij veracht, God wou mij niet verachten'.
Jefta gaat wonen in het land Tob, een woest en onvruchtbaar land. Om hem heen verzamelt zich een heel legertje mannen. Jefta wordt hiervan de aanvoerder. Hij is een strijdbaar held. Samen doen ze invallen in het land van de Ammonieten. De Ammonieten zijn de vijanden van het volk Israƫl, ze onderdrukken het volk al jaren.
Hoe ga je met elkaar om?
1. 'Zonen dezer vrouw, groot geworden zijnde, stieten Jefha uit'. Waar lezen we in de Bijbel nog meer over mensen die er niet bij mochten horen?
2. Wat staat in vraag en antwoord 105 over het omgaan met je naaste? Schrijf op wat er volgens jou bedoeld wordt.
Dat ik mijn naaste:
- niet ontere
- niet hate
- niet kwetse
- niet dode
wraakgierigheid
mijzelf:
- niet kwetse
- niet moedwillig in gevaar begeve
3. Zijn er nu nog jongeren die op de broers van Jefta lijken? Staan er bij jullie ook jongens en meisjes buiten de groep? Wat kun je er zelf aan doen?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1995
Mivo +12 | 28 Pagina's
