JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Asa, een koning die zo goed begon...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Asa, een koning die zo goed begon...

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als Asa, de kleinzoon van Rehabeam, de troon van David bestijgt, is er van het grote Israëlitische rijk niet veel meer over. In alle opzichten staat het land er slecht voor. Door de voortdurende oorlog met het tienstammenrijk is er van Salomo's rijkdom niet veel meer te vinden. En ook in geestelijk opzicht gaat het slecht. Er verschijnen steeds meer hoogten, altaren waarop aan Baäl wordt geofferd. En overal in het land staan gewijde palen voor de godin van de vruchtbaarheid Asjera. En over dit volk moet Asa nu gaan regeren. Het is een wonder dat Asa de Heere vreest. Zijn ouders en grootouders hebben hem niet anders dan goddeloosheid geleerd. En toch dient Asa de Heere met zijn gehele hart. Al snel begint hij met het uitroeien van de afgodendienst. Hij roept het volk op om terug te keren tot de Heere en Hem alleen te dienen. De Heere zegent Asa en het volk. Oorlogen blijven uit. Vrede en welvaart komen er voor in de plaats. In deze jaren gaat Asa zijn land versterken. Er worden vestingen gebouwd, muren om de grote steden. Tien jaar lang duurt deze heerlijke vrede. Maar dan komt er verandering.

Asa op de proef gesteld

Koning Zerah komt met een geweldig groot leger het land binnenvallen. Asa heeft ook wel een leger, maar wat betekent zijn leger tegenover die geweldige legermacht van de Moren. Hoe zal Asa het gaan winnen? Maar waarom brengt de Heere deze vrome koning nu zo in de benauwdheid? Waarom belet Hij de vijanden niet om het land binnen te dringen. Asa dient Hem toch zo trouw. Wel, koning Asa en het volk worden op de proef gesteld. Ze moeten nu tonen, dat ze niet alleen in voorspoed en geluk op de Heere vertrouwen, maar dat ze ook in gevaren en tegenspoed alleen op Hem steunen en hulp verwachten. Dat doet Asa. Hij brengt wel zijn leger bijeen en trekt naar het dal Zefata. Maar nog gaat hij niet strijden. Nee, Asa knielt eerbiedig neer en roept de Naam van de Heere aan. 'Heere, het is voor U niets een krachteloze te helpen tegen een machtige. Help ons, Heere onze God, want op U steunen wij. Heere onze God, laat naast U geen sterveling iets vermogen'. De Heere verhoort dit gebed. Hij geeft hen de overwinning. Het machtige leger van de Moren wordt verslagen. Daar keren zij terug. De soldaten zingen hun overwinningsliederen tot eer van God. Ze hebben het opnieuw gezien en gemerkt: die op de Heere vertrouwen zullen niet beschaamd worden. Ook wordt de koning door de profeet Azaria bemoedigd en gewaarschuwd. 'Asa', zegt hij in de Naam van de Heere, 'wanneer jij en het volk van Juda en Benjamin de Heere zullen blijven zoeken, dan zal Hij zich laten vinden en Hij zal jullie zegenen. Maar als jullie Hem verlaten, zal Hij jullie verlaten.' Asa krijgt nieuwe kracht en moed om door te gaan met het verwijderen van de afgodsbeelden. Hij slaat zelf het afgodsbeeld van zijn grootmoeder Maächa in stukken en zet haar af als koningin. Asa doet echter nog meer. Hij laat het volk bijeenkomen in Jeruzalem. Er wordt een feest gehouden tot eer van de Heere. Het verbond met de Heere wordt vernieuwd. Het zweert trouw te zijn aan de Heere. En de Heere zegent hen. Vijftien jaar lang heerst er rust en vrede in het rijk.

Asa zoekt hulp bij Benhadad

Maar dan... Dan komt er toch weer oorlog. Baësa, de koning van het tienstammenrijk trekt met een leger naar het grensstadje Rama. Daar aan die grens zal hij een stad bouwen en soldaten aanstellen die voortaan de grens zullen bewaken zodat de mensen uit zijn rijk niet meer zomaar over kunnen lopen naar het land van Juda. Koning Asa hoort van deze plannen. Hij wordt bang als hij de gevolgen van deze plannen van Baësa overziet. En in deze toestand neemt Asa niet de toevlucht tot de Heere. Helaas, hij gaat hulp zoeken bij mensen. Benhadad, de koning van Syrië, die moet hem helpen. Hij herinnert zich dat zijn vader destijds een verbond gemaakt heeft met Benhadads vader. Dat verbond is nooit gebroken. Als hij Benhadad nu eens kon bewegen zich aan dat verbond te houden. Hij peinst erover hoe hij Benhadad gunstig voor zich zou kunnen stemmen. En dan weet hij het. Hij zal een geschenk sturen, zo mooi en zo groot dat deze niet weigeren kan. Het zal veel geld kosten. Maar Asa heeft er alles voor over om zich van de hulp van Benhadad te verzekeren. Hij wil er zelfs voor geven wat niet van hem is. Hij laat het goud en het zilver dat nog in de tempel is weghalen. Asa wat doe je nu? Dat is toch het eigendom van God? Maar Asa stoort zich er niet aan. Hij neemt ook het goud en het zilver uit het paleis en geeft alles aan zijn knechten. Die moeten het naar Benhadad brengen en zeggen: 'Herinnert u zich nog, dat er een verbond is tussen u en mij? Uw vader heeft dat immers met mijn vader gesloten? Dat verbond bestaat nog en daarom help mij toch in de strijd tegen koning Baësa'. Wat is dat erg. Asa verlaat de Heere. En daarvan zei de profeet: als je dat doet, zal de Heere jullie verlaten.

Asa wordt gestraft

Koning Benhadad ontvangt de boodschap en de geschenken. Hij besluit te helpen. Met een leger valt hij het rijk van Baësa binnen. Die moet nu snel zijn soldaten uit Rama terugroepen. Zo grijpt Asa zijn kans en neemt Rama in bezit en bouwt daar zelf een paar machtige steden. Het lijkt of het leed is geleden. Maar de winst die koning Asa dacht te hebben, is uiteindelijk alleen maar verlies. Er komt bezoek bij Asa. Een profeet. Die bestraft hem. 'Omdat u niet op de Heere vertrouwd hebt, maar een verbond hebt gesloten met Benhadad, de koning van Syrië, daarom zullen er van nu af aan oorlogen tegen u zijn. U hebt dwaas gehandeld'. Wat had Asa zich moeten schamen. Maar nee, Asa schaamt zich helemaal niet en toont niet eens berouw. Hij wordt boos op de profeet Hanani en laat hem in de gevangenis zetten.

Een triest einde

Het gaat van kwaad tot erger met de koning. Asa is zo ver van de Heere afgedwaald. Hij neemt zijn eigen besluiten, zoekt zijn eigen weg. Weer waarschuwt de Heere Asa: Asa kom toch terug bij Mij. De Heere zendt Asa een ziekte aan zijn voeten. Welke ziekte dat is, staat niet in de Bijbel. Maar het is wel ernstig. Hij lijdt vreselijke pijnen. En nog keert Asa niet terug. Hij laat de beste medicijnmeesters uit zijn rijk bij hem komen. Maar de grootste en de machtigste Medicijnmeester, de Heere Zelf roept Asa niet tot hulp. Arme Asa, want hoe zul je beter moeten worden zonder de zegen van die grote Medicijnmeester. Slechter en slechter gaat het met Asa. Tenslotte sterft hij. Eenenveertig jaar lang is hij koning geweest. Asa een koning die zo goed begon. Hij diende de Heere met zijn hele hart. maar toch... zijn leven eindigde zo duister. Zo kan het ook gaan in het leven van kinderen van de Heere.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1995

Mivo +12 | 28 Pagina's

Asa, een koning die zo goed begon...

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1995

Mivo +12 | 28 Pagina's