JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Verhaal: Dayuma - levend onder Auca-speren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verhaal: Dayuma - levend onder Auca-speren

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is nacht en pikdonker in het oerwoud. Stil is het er nooit 's nachts. Allerlei dieren bewegen zich door de struiken en slingerplanten. Roofdieren zijn op zoek naar een prooi - soms hoor je de schreeuw van een dier in doodsnood. Het is een leven van boa's (grote slangen), wilde zwijnen, jaguars en heel veel apen. Verder wemelt het van insecten. De bomen in het oerwoud staan dicht op elkaar en zijn met elkaar verbonden door sterke slingerplanten die zich over het hele woud verspreiden. Het water van een rivier glinstert in het maanlicht, vol vis zit hij. Het is de jungle - een oerwoud waar nog nooit een blanke is geweest...
Niet ver bij de rivier vandaan zien we een vuurtje smeulen. Als we gaan kijken zien we drie vrouwen zitten, ze eten vis en praten wat met elkaar. Als we beter luisteren horen we wat ze gaan doen. Eén van de vrouwen is twaalf jaar geleden uit het oerwoud weggevlucht, Dayuma heet ze. In die tijd heeft ze nooit meer contact gehad met haar familie - haar familie dacht dan ook dat ze niet meer leven zou. Haar moeder kon dat echter niet verdragen en heeft nu, twaalf jaar later twee vrouwen het oerwoud uitgestuurd om te kijken of ze Dayuma konden vinden. En ze hébben Dayuma gevonden... Dayuma, die christen geworden is en nu met de twee vrouwen teruggaat naar het oerwoud, naar haar moeder en verdere familie, om te laten zien dat ze nog leeft en om te vertellen dat er een God is, Die de aarde geschapen heeft - om het Evangelie te verkondigen aan haar volk, dat nog in duisternis wandelt, dat leeft om elkaar te doden met speren. Dayuma gaat vertellen dat er een leven na dit leven is, dat doodslag zonde is, dat er genade bij God is voor schuldige zondaren...
Hoe komt het eigenlijk dat Dayuma twaalf jaar geleden het oerwoud verliet? Ze was toen nog maar 12 of 13 jaar. Ze vertelt het zelf: "Ik behoor tot de Auca-Indianen, een stam die diep in het oerwoud leeft, nog heel primitief. We leefden in hutten van palen met een dak, zonder muren. We sliepen in hangmatten, aten voedsel wat het oerwoud ons gaf: apenvlees, vis, vruchten van de bomen en we dronken yucadrank - een drank die we maakten van de door onszelf verbouwde yucaplant. Kleren droegen we niet, we hadden onze eigen taal en onze eigen gewoonten. Eén van die gewoonten was het leren omgaan met speren - vis ving je met je speer, een aap doodde je met een speer, een boa, ook vruchten haalde je met je speer uit de boom. Veel erger is dat ook mensen, zelfs veel mensen, met speren gedood werden en nog worden. Als men ruzie heeft of ook maar denkt dat op iemand een vloek rust, is hij zijn leven niet meer zeker. Dat is de aanleiding geweest van mijn vlucht uit het oerwoud. Mijn vader werd al langere tijd bedreigd om met speren gedood te worden. Mijn moeder zei eens, in haar zorg daarom, dat als mijn vader niet meer thuis zou komen, zij mij ook zou doden. Ik was toen nog jong, groeide slecht, was vaak ziek en was gèk op mijn vader en hij op mij. Toen al nam ik me voor te vluchten als mijn vader gedood zou worden. Een aantal jaren later gebeurde dit tijdens een grote steekpartij. Met mijn nichtje en een huisgenote ben ik toen gevlucht met de kano over de rivier naar het land van "de vreemdelingen". De eerste tijd was moeilijk, maar de vreemdelingen waren goed voor ons: we kregen kleren, voedsel, een dak boven ons hoofd en al snel hoorden we erbij en werkten we even hard als zij. De taal leerden we ook vrij snel, doordat onze Auca-taal niet gesproken en verstaan werd. We waren zo'n acht jaar daar toen Rachel, een blanke vrouw, bij ons kwam wonen. Ze vertelde vreemde, maar mooie dingen - ze vertelde dat God haar gestuurd had om de stam van de Auca's, de Indianen waar nog nooit een blanke was geweest, van God te gaan vertellen. Dat wilde volk, dat elkaar doodde met speren, zonder dat ze wisten van God en van een leven na dit leven, daar wilde ze naar toe... maar dan moest ze eerst de taal kennen en ik moest haar daarbij helpen. Langzaam, omdat ik in die acht jaar nauwelijks meer Auca gesproken had, vorderde Rachel met haar taalstudie - ze begreep dat ze veel geduld zou moeten hebben. Intussen vertelde ze mij steeds uit de Bijbel en ik luisterde graag. Ik begreep er soms weinig van - vond veel dingen mooi, maar kon niet zo gemakkelijk mijn Auca-achtergrond loslaten. Daarbij haatte ik de moordenaar van mijn vader... Later heb ik gezien dat haat zonde is, dat de Bijbel andere dingen van ons vraagt. Ik heb ook ervaren dat ik zoals ik leefde niet kon sterven. "Waarom heb ik dat nooit eerder gehoord? En mijn volk - velen zijn gestorven, gedood door de speren, zij kenden God niet", heb ik vaak tegen haar gezegd. Rachel begreep mijn zorg, dat was haar drijfveer: mensen, die nog nooit gehoord hadden, het Evangelie brengen. Het was voor ons een extra stimulans door te zetten met de moeizame taalstudie. Eén keer heb ik bericht uit het oerwoud gehad, maar daar heb ik alleen maar veel verdriet van. Een vliegtuigje met vijf zendelingen, waaronder de broer van Rachel, heeft wekenlang geschenken in het oerwoud gedropt en probeerde voor het eerst te landen om contact te leggen: alle vijf zijn ze doodgestoken door mijn eigen volk! Nu, vier jaar nadat ik voor het eerst van God hoorde, zijn twee vrouwen van mijn volk gekomen, om te kijken of ik nog leef. Nu zijn we onderweg naar mijn volk..."
De volgende dag ontmoet Dayuma haar moeder en vele andere familieleden. Dayuma moet veel vertellen, maar wil ook veel weten - veel vertelt ze over de God van de schepping, van leven en dood - er wordt met verbazing, door sommigen zelfs met belangstelling geluisterd... Dayuma zaait het eerste zaad. Ze vertelt over "Gods kerven", zoals de Bijbel in hun taal genoemd wordt. De Auca's kunnen niet lezen of schrijven - ze kerven in bomen als ze bijvoorbeeld een pad aan willen geven. Dayuma is de eerste die de Auca's, haar eigen volk laat kennis maken met Gods kerven. Later gaat ze met Rachel naar haar volk, de eerste blanke mag bij hen wonen en wordt in de familie opgenomen. Het zaad wordt gezaaid door Dayuma en Rachel.
Na veel lange jaren is Rachels wens in vervulling gegaan: de Auca's, die nog nooit van God gehoord hebben, laten toe dat een blanke in hun midden is... Als Dayuma en Rachel een jaar na hun eerste verblijf in het Auca-gebied daar weer voor een periode heengaan, mogen ze zien dat het zaad ook in goede aarde is gevallen, wortel heeft geschoten en vruchten mag gaan dragen. Eén man uit Dayuma's volk, die vele steekpartijen had meegemaakt zei: "Ik heb niet goed gedaan. Voor de laatste keer heb ik gedood. Dat was voor ik God kende...".
Dayuma zaaide het eerste zaad bij de Auca's en was zo via Rachel een middel in Gods hand tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk!

Bewerking van het gelijknamige boek van E.E. Wallis door Ellen Mauritz.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

Mivo +12 | 72 Pagina's

Verhaal: Dayuma - levend onder Auca-speren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

Mivo +12 | 72 Pagina's