JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

A Vertelschets -12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

A Vertelschets -12

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zingen: Ps. 118:11

Ps. 80:6

Ps. 2:1 en 4

Ps. 147:10

Lezen: Matth. 21:33-46

Mark. 12:1-12

Luk. 20:9-19

voor + 12 Psalm 118

Jes. 5:1-7

Jes. 53

Kerntekst: Matth. 21:42: "Jezus zeide tot hen: Hebt gij nooit gelezen in de Schriften: De steen, dien de bouwlieden verworpen hebben, deze is geworden tot een hoofd des hoeks; van de Heere is dit geschied, en het is wonderlijk in onze ogen".

Het is erg druk in Jeruzalem.

Veel mensen zijn naar de stad gekomen om het paasfeest te vieren. Vooral bij de tempel is het druk rond het paasfeest. Weet je Wie er ook bij de tempel is? De Heere Jezus. De mensen hebben al veel van hem gehoord. En de vorige dag hebben ze ook wat gezien. De Heere Jezus heeft alle mannen die schapen en koeien en dergelijke verkochten de tempel uitgejaagd. Ook heeft Hij alle tafels van de mensen bij wie je geld kunt wisselen omgegooid. Hij heeft ze allemaal de tempel uitgestuurd. In het huis van Zijn Vader moet toch eerbied zijn? Daar mag niet geschreeuwd en verkocht worden.

Doordat de mensen dit allemaal gezien hebben zijn ze nog nieuwsgieriger geworden. Daarom blijven ze dicht bij de Heere Jezus om alles te kunnen horen. Tussen de mensen lopen ook de Fari-

E1 zeeërs en de overpriesters. Zij luisteren goed, maar niet omdat ze zo graag naar de woorden van de Heere Jezus luisteren. Nee-, ze kijken boos en denken: Hoe durft die Jezus dat allemaal te doen. 0 konden we Hem maar doden, dan zouden de mensen weer naar ons luisteren.

De Heere kent hun boze plannen wel. Hij weet dat dit Zijn laatste paasfeest in Jeruzalem is.'Maar toch is Hij nog zo goed om 'de Farizeeën en overpriesters te waarschuwen.

D1 Hij doet dat door ze een gelijkenis te vertellen.

Er is een rijke man die veel eigendommen heeft. Hij bezit een huis met een stuk land.

D3 Op dat land laat die man nu een wijngaard planten. De grond wordt omgespit, er wordt mest opgedaan en -er worden druivestekken geplant. Om de wijngaard laat de eigenaar »n omheining maken. Dit doet hij als bescherming tegen windvlagen maar ook om allerlei gedierte buiten de wijngaard te houden. Nog is de wijngaard niet klaar. Nee, de heer laat er nog een wijnpersbak in maken, zodat de Rijpe druiven m de eigen wijngaard geperst kunnen worden. En ook laat hij er een tor-en, een wachthuis, in bouwen. Vanuit deze toren kunnen de wachters dan de heiwijngaard overzien. Ze kunnen zó zien of er rovers of wilde dieren komen om hun druiven te stelen. Eindelijk is de wijngaard klaar. De heer heeft er alles aan gedaan. Het giet er goed uit. Meer kan hij er niet aan doen. De man blijft niet zelf in zijn wijngaard werken. Hij verhuurt zijn wijngaard.

Enkele landlieden komen om er in te werken en er wordt afgesproken dat de eigenaar een deel van de opbrengst, van de vruchten, zal krijgen. De rest is voor de landlieden zelf. De eigenaar gaat op reis als hij dit alles geregeld heeft.

Na verloop van tijd worden de druiven rijp en de heer stuurt enkele van zijn knechten om zijn deel op te halen. Maar de landlieden zijn alles behalve vriendelijk als deze knechten komen vragen om vruchten. Ze slaan de knechten en gooien ze met stenen. Ja het wordt zelfs zo erg dat ze enkele knechten doodslaan. De eigenaar zal nu wel kwaad worden als hij dit hoort. Hij zal de slechte huurders uit zijn wijngaard jagen. Haar nee, dat doet hij niet. Hij is een geduldig man en wil het nog een keer proberen. Opnieuw stuurt hij knechten; een paar meer dan de vorige keer. Nu zullen ze toch wel luisteren denkt hij. Maar ook aan deze knechten willen de landlieden hun schuld, de huur, niet betalen. De knechten worden wéér geslagen en gedood en buiten de wijngaard gegooid. Nu zal de heer toch wel erg boos zijn en de landlieden direkt uit zijn wijngaard zetten en straffen? Nee, nog is zijn geduld niet op. Hij zegt: Ik zal mijn enige zoon sturen, naar hem zullen ze toch wel luisteren omdat ik zijn vader ben. Later zal de wijngaard van mijn zoon worden. Maar als de huurders de zoon zien komen zijn ze helemaal niet onder de indruk. Welnee, ze bedenken een plan en zeggen: "Laat ons deze zoon doden, dan is de wijngaard later voor ons".

En de zoon is nog maar net in de wijngaard of ze pakken hem vast en-slaan hem dood. Zo daar zijn ze vanaf. Nu is de wijngaard voor hen.

Maar zegt de Heere Jezus dan plotseling: "Wat zal de heer van de wijngaard doen als hij terugkomt van zijn reis?" 0, de mensen die luisteren, ze weten het antwoord wel. Hij zal de landlieden straffen. Hij zal ze laten doden en de wijngaard verhuren aan andere, aan betere landlieden, die wel de huur, de vruchten, zullen betalen. De overpriesters en de Farizeeën weten het antwoord wel maar ze zeggen niets. Ze begrijpen heel goed wat de Heere met deze gelijkenis bedoelt. Zij zijn de landlieden. Zij moeten werken in de wijngaard van de Heere. Met de wijngaard bedoelt de Heere Jezus het volk Israël. De Farizeeërs moeten het volk van de Heere Jezus vertellen. Maar nu lopen juist zij rond met plannen om de Heere Jezus, de Zoon van God te doden. Zij hebben Hem niet nodig.

De heer zendt zijn knechten. Daarmee worden de profeten bedoeld. De profeten moesten het volk wijzen op de verwaarlozing van Gods dienst. Zij eisten dat het volk Israël zich zou bekeren tot God. En wat deed het volk. Ze sloegen, stenigden en doodden hen, net als de knechten van de heer van de wijngaard. Maar wat is de heer goed, hij zendt zijn enige zoon. Wat is de Heere goed, Hij zendt Zijn geliefde Zoon, de Heere Jezus, om Zijn volk weer tot Zich te trekken. De landlieden verachten en doden de zoon van de heer. Ze denken er niet aan dat de heer zelf ook zou kunnen komen. Zo denkt ook het volk Israël, het handelde met Gods Zoon ook verachtelijk. Ze willen de Heere Jezus doden. Moest de Heere Jezus dan niet sterven om de weg naar God weer te openen? Ja, de Heere Jezus wilde de straf van de zonde vrijwillig dragen en daarvoor lijden en sterven op Zijn tijd. De zoon van de heer van de wijngaard werd piet eens bégraven. De Zoon van God is wél begraven en nog veel meer, veel rijker, Hij is na drie dagen weer opgestaan. Hij, de Levensvorst, is door de opstanding weer verhoogd en Hij is nu niet meer veracht maar heeft een ereplaats

Twee mogelijkheden zijn er maar, ook voor jou en mij: verachten wij de Heere Jezus? Dat is tegen Hem zeggen: Ik heb wel van U gehoord, maar ik vind U niet belangrijk. Of mag je bij alle dingen die je doet weten, die Hoeksteen, de Heere Jezus is voor mij het allerbelangrijkst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1984

Mivo -16 | 28 Pagina's

A Vertelschets -12

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1984

Mivo -16 | 28 Pagina's