De boodschap van de engelen
Overzicht van de stof
Inleiding
Natuurlijk hebben jullie allemaal wel eens iets over engelen gehoord. Vooral in de kersttijd. Maar heb je er wel eens een gezien? Ja, misschien wel in de reclame, maar die zijn niet echt. Toch bestaan engelen wel. In de Bijbel wordt op verschillende plaatsen over de engelen gesproken. Daar gaat het deze keer over.
In het paradijs
In het begin heeft God alles goed gemaakt: het land, de zee, vissen, land, dieren, mensen en engelen. Adam en Eva wonen in het paradijs. Alles is goed en vredig totdat Adam en Eva eten van de boom der kennis des goeds en des kwaads. De boom van welke God hun verboden had te eten. Adam en Eva luisteren niet naar God, maar naar de slang. Ze willen "als God zijn". Dan komt Gods straf: de vrede is weg, de duisternis en de zonde woont nu in hun hart. En dat niet alleen, de zonde woont daarna ook in het hart van alle mensen, omdat ze kinderen van Adam zijn. De zonde woont dus ook in ons hart. Adam en Eva moeten door eigen schuld de vloek op de zonde dragen. Ze moeten het paradijs verlaten.
De tuin, de hof van Eden, wordt bewaakt door engelen met een vlammig zwaard. Die engelen noemen we ook wel cherubijnen. Ze waken voor de handhaving van Gods recht. Ze hebben macht ontvangen om te wreken. Hier zijn de engelen dus boodschappers van Gods toorn. En dit is hun boodschap: "De vrede tussen God en de mensen is weg". Zal dit zo blijven? Nee. De vrede tussen God en de mensen zal weer hersteld worden. Dat kan niet door een mens gebeuren. Daarom zal de Heere Jezus komen. Hij is de tweede Adam. Hij zal de vrede herstellen. Maar het duurt nog een hele tijd voor Hij komt.
De engel bij Zacharias
Jaren later zien we in de tempel een oude man. Zacharias de priester. Hij mag de tempel ingaan om het reukoffer te brengen. Het reukofferaltaar staat in het Heilige midden voor het voorhangsel van het Heilige der Heiligen. Het is helemaal met goud beslagen en er wordt 's morgens en 's avonds een offer van reukwerk gebracht. Dit offer bestaat uit wierook en andere welriekende specerijen. Van de ware dienst des Heeren is echter weinig meer over. De tempel is een huis van koophandel geworden. Toch zijn er nog mensen die de Heere dienen en de Messias verwachten. Is dat bij ons ook zo?
Zacharias en Elisabeth zijn ook zulke mensen. Toch is er verdriet in hun leven. Ze hebben geen kind. Ze hebben er wel veel om gebeden, maar nu zijn ze te oud geworden om een kind te krijgen. Zacharias gaat naar de tenpel. Als hij bezig is met het offer wordt hij opeens opgeschrikt. Aan de rechterzijde van het reukofferaltaar ziet hij een engel. Het is de engel Gabriël. Zacharias is zeer bevreesd als hij hem ziet, maar de engel zegt: "Vrees niet, Zacharias want uw gebed is verhoord, en uw vrouw Elisabeth zal u een zoon baren, en gij zult zijn naam heten Johannes." Johannes, dat betekent: God is genadig. Johannes zal een wegbereider zijn voor de Messias, de Gezalfde. De engel in de tenpel is hier een boodschapper van heil. God wijst een weg van verlossing in een wereld van haat en smaad. God baant Zich een weg van genade en vrede, door de onmogelijkheid heen.
De engel bij Maria
In het dorp Nazareth woont een meisje, Maria. Ze is ondertrouwd met Jozef, een timmerman. Ook Maria ontvangt bezoek van een engel. De engel Gabriël. Deze groet haar en zegt dat ze een gezegende onder de vrouwen is. Maria vreest bij het zien van deze hemelse verschijning. De engel echter troost haar en zegt: "Vrees niet, want gij hebt genade bij God gevonden". Hij geeft ook antwoord op de vraag in haar hart waarom zij een gezegende onder de vrouwen is. Maria zal moeder worden van een Kind. Ze moet dit Kind Jezus noemen. Het is de Zoon van de Allerhoogste. De Zoon van God. Hij zal Koning zijn op de troon van Zijn vader David. Maria begrijpt het niet. Hoe kan zij nu een kind krijgen? Ze is toch nog niet getrouwd? De engel zegt dan dat de Heilige Geest over haar zal komen. De kracht van de Allerhoogste zal haar overschaduwen. Daarom zal het Kind dat ze zal ontvangen Gods Zoon zijn. Een heilig Kind zal in Maria groeien. Maria gelooft dit. Ze zegt: "Mij geschiede naar uw woord". De komst van de hemelbode die de heerlijkheid en de heiligheid van de hemel uitstraalt, bezet Maria met ontzag en met een indruk van haar eigen zondigheid. Daarna gaat de engel weg van Maria.
De engel brengt de boodschap van vrede aan de herders
Zijn de engelen nu gereed met hun werk? Nee, ze kondigen niet alleen de komst van de Messias aan, maar zij boodschappen ook van het grote wonder van Zijn geboorte aan de mensen. In de velden van Efratha brandt een houtvuur. Een paar herders zijn er omheen geschaard. Ze waken over hun kudde zodat geen leeuw of beer de kudde kan binnendringen. Plotseling zien ze een engel. De heerlijkheid des Heeren omschijnt hen. Gods majesteit, kracht en heiligheid vergezelt de engel en omstraalt de herders. In dat licht zien ze ook hun eigen zondigheid. Daarom zijn ze zo bang. De engel zegt echter tegen ze: "Vrees niet." Leg uw vrees af, want ik verkondig u grote blijdschap, ik vertel u iets dat u grote vreugde geven zal. Deze blijdschap is niet alleen voor de herders maar voor "alle den volke". Hier wordt niet het hele volk mee bedeeld, maar mensen uit het gehele volk zonder onderscheid van geslacht, leeftijd of positie. De engel gaat nog verder met zijn boodschap. De Messias is geboren in de stad van David, in Bethlehem. Hij ligt in doeken geworden in een kribbe. Dan is er opeens met de engel een hemels koor van engelen. Zij zingen: Ere zij God in de hoogste hemelen. God komt hier aan Zijn eer door het geven van Zijn Zoon. Want door het geloof in die Borg, kunnen wij weer uit genade God groot maten. Nu nog maar ten dele, maar eenmaal zullen al Gods kinderen zingen tot Zijn eer. De engelen zingen nog verder: "Vrede op aarde". Hoe kunnen de engelen dit nu zingen, terwijl er op aarde vaak oorlog, ruzie, geweld en jaloezie is? Maar de Heere kan nu weer vrede geven in het hart van zondige mensen. Paulus zegt er van: "Want Hij is onze vrede. En komende heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd u, die verre waart en die, die nabij waren." Daar waar God aan Zijn eer komt is vrede. Tenslotte zingen de engelen: "In mensen een welbehagen". Dat wil zeggen dat God Zich nog over grote zondaren ontfermt. De engelen maken in hun loflied God groot. Ze zingen ter ere van God omdat ze gezien hebben dat God door het zenden van Zijn Zoon zondaren verlossen wil. Ja, God kan nu weer in en door verloren mensen een welbehagen hebben. Heb jij de genade van de Heere in jouw leven ervaren? Heeft de Heere de macht van de zonde in jouw leven gebroken? Dan ga je ook zingen tot Gods eer en zul je eens de engelen overstemmen! Mijn God, U zal ik eeuwig loven. Omdat Gij 't hebt gedaan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1981
Mivo -16 | 39 Pagina's
