JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Samuël, geboren en geroepen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samuël, geboren en geroepen

Achtergrondinformatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ramathaïm-Zofim

Elders in de Bijbel wordt deze plaats gewoon Rama genoemd. Zij behoort tot het erfdeel van Benjamin (Joz. 18: 25) en ligt 2 uur ten noorden van Jeruzalem. Tegenwoordig heet deze plaats Er Ram.

De afkomst van Elkana

Zoals uit 1 Kron. 6: 22-27 en 33-38 blijkt komt Elkana uit de stam Levi en uit het geslacht van diens zoon Kehat. De Levieten hebben geen afzonderlijk stamgebied, maar wonen bij de andere stammen.
Het voorgeslacht van Elkana wordt in 1 Sam. 1: 1 vermeld tot aan Zuf, naar wie ook een landstreek vernoemd schijnt te zijn (1 Sam. 9: 5). "Zuf" moet in de onmiddellijke nabijheid van Bethlehem gelegen hebben. De streek van Bethlehem wordt ook vaak Efratha genoemd (Gen. 35: 16 en Micha 5: 1). Nu is wellicht duidelijk, waarom Elkana een Efrathiet genoemd wordt. Waarschijnlijk is Elkana's voorgeslacht van Zuf naar Rama verhuisd.

Betekenis van de namen

Elkana = God heeft gegrondvest
Hanna = Begenadigde
Peninna= Koraal
Samuël = Ik heb hem van de Heere gebeden

De tabernakel

Dit is het heiligdom, dat Mozes op bevel van de Heere heeft gemaakt. In de tabernakel ontmoeten God en Zijn volk elkaar. Ze is te verdelen in het heilige en het heilige der heiligen. In het heilige der heiligen staat de ark des verbonds, waarop een massief gouden plaat ligt: dat is het verzoendeksel. Daarop staan de twee gouden cherubs (engelen) met uitgespreide vleugels, het gezicht naar elkaar en tegelijk ook naar het verzoendeksel gericht. In de ark worden de twee stenen tafelen van de wet, een kruik met manna en de staf van Aaron, bewaard. In het heilige staan: de gouden kandelaar, de tafel der toonbroden en het gouden reukofferaltaar.
De tabernakel staat in de voorhof. Dit is een door zware gordijnen afgesloten ruimte. De voorkant van de tabernakel staat in het midden van de voorhof. Op het plein, tussen de voorkant en de voorhof staan het brandofferaltaar en het koperen wasvat. Sinds Israël in het heilige land is, is de tabernakel opgericht in Silo, en later uitgebouwd tot een "huis" of een "tempel" (1 Sam. 3: 3).

De priester

Deze moet uit het geslacht van Aaron zijn. Zijn werk bestaat uit:
1. de offerdienst, het reinigen van het altaar, het in orde brengen en ontsteken van de lampen in het heilige
2. de zegening na het dagelijkse offer (Ex. 29: 36)
3. het leiden van de gebedsdienst (Lev. 10: 21)

Het verval

Eli leefde in een tijd, dat de afgoderij overal in het land is doorgedrongen. De kinderen van de hogepriester geven zelfs het verkeerde voorbeeld. Eli moet daar met de nodige kracht tegen optreden, maar hij is te slap. Hofni en Pinehas, de twee zonen van Eli, vragen niet naar de Heere en leven of er geen God is. Ze leiden een zedeloos leven in de naaste omgeving van de tabernakel. Toch nemen zij het priesterambt in de tabernakel waar. Wat een goddeloosheid. Van de offeranden nemen zij het beste voor zichzelf. En wie zich daartegen verzet, dreigen ze met geweld. Lees hoofdstuk 2 vanaf vers 22 in dit verband eens na.

De offermaaltijd (vers 4 en 5)

Het betreft hier het dankoffer, waarvan degene, die offerde zijn deel had, wat hij met zijn huisgezin mocht eten. Voor verdere gegevens over het dankoffer kunt u Lev. 7 vanaf vers 11 lezen.

Meerdere vrouwen

Meer dan één vrouw hebben was in de oudtestamnetische tijd niet uitdrukkelijk verboden. Ook aartsvaders (Abraham, Jakob) en koningen (David, Salomo) hadden meerdere vrouwen. Toch wordt telkens duidelijk gezegd dat dit tegen de wil van God is, gezien het feit, dat dit altijd spanningen gaf in de gezinnen. Denk maar aan Sara en Hagar of Rachel en Lea.

Het tergen door Pennina

Uit het slot van vers 6 (hfdst. 1) moeten we verstaan, dat Peninna Hanna's kinderloosheid naar de opvatting van die tijd voorstelt als een oordeel van God.

De troost van Elkana

Elkana probeert Harrna wel te troosten (vers 5a en 8), maar zijn woorden stoten niet door naar de kern van haar leed. Hanna vlucht naar God. Uiteindelijk zal Hij alleen haar kunnen helpen.

Het leed van Hanna

Hanna's verdriet is maar niet een kwestie van een begrijpelijke begeerte naar moederweelde, maar haar leed wordt ten diepste veroorzaakt omdat zij geen kinderen mag voortbrengen voor de Heere en Zijn verbond. De gelovige Israëlitische vrouw verlangde dat onder het volk ook haar nageslacht zou leven om de Messias te verwachten en Hem in die heerlijke toekomst te dienen.

Het gebed van Hanna

Hanna vreest God. Door haar geloof in de belofte van de Zaligmaker is zij rechtvaardig voor God. En nu gaat Hanna bidden. En een krachtig gebed van de rechtvaardige vermag veel: Dat is bij Hanna bewezen. Hanna's gebed is een gebed des geloofs: Gij hoort hen, die Uw heil verwachten. O, Hoorder der gebeên. (Ps. 65: 1)

De vervulling van de gelofte

Samuël is geboren en hij wordt door Hanna zelf gevoed. Niet een paar maanden, maar een paar jaar (gemiddeld 3 jaar), omdat de oosterse vrouwen veel langer hun kinderen zelf voeden, dan in het westen.
Als Samuël niet meer door Hanna gevoed wordt, staat zij hem af aan de Heere. Als dat gebeurd is, lezen we van een knielende Samuël: "en hij bad aldaar de Heere aan". We mogen daarin de zelfovergave zien van Samuël aan zijn God.

De smaad voorbij

In Zijn voorzienig bestel gaf de Heere Hanna, behalve Samuël, nog 3 zónen en 2 dochters (1 Sam. 2: 21).

Het woord des Heeren was dierbaar (3: 1)

Deze Hebreeuwse uitdrukking duidt iets kostbaars aan. Het woord "dierbaar" kan vervangen worden door: kostbaar, schaars, moeilijk verkrijgbaar (Zie ook Psalm 72: 7 berijmd).
Een directe mededeling van God, zoals bijvoorbeeld in Ex. 3, is in die tijd een hoge uitzondering. Ook Samuël kent de Heere nog niet in deze openbaringsvorm. Dit verandert pas als de Heere Samuël roept.

De lampe Gods

Dit is de gouden kandelaar (Ex. 26: 35), die 's avonds met olie gevuld moet worden om 's nachts te blijven branden (Ex. 27: 21; Ex. 30: 8).
De roeping van Samuël vindt plaats eer de lampe uitgedaan is d.w.z. niet lang voor het aanbreken van de dag.

De verschijningsvorm

God verschijnt Samuël niet in een droom, maar in een gezicht (vergelijk vers 10 eens met Ex. 34: 5). De nadruk moet niet vallen op wat hij ziet, maar op wat hij hoort.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

Mivo -16 | 28 Pagina's

Samuël, geboren en geroepen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

Mivo -16 | 28 Pagina's