JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

"Ik ben het Licht der wereld"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Ik ben het Licht der wereld"

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Licht en duistermis (1)

In de Bijbel vinden we veel teksten over licht en duisternis. Van nature horen na de zondeval bij het koninkrijk van de duisternis, bij het koninkrijk van de satan. Bij de zondeval is de Heilige Geest weggegaan uit ons hart, zodat wij het licht van de rechte kennis van God en Zijn wil, verloren hebben. In de wedergeboorte komt de Heilige Geest weer wonen in het hart, en schenkt het geloof, waardoor we weer gaan delen in Gods licht. En dan gaan we in het leven der bekering weer doen wat God wil (werken van het Licht), ook al is er nog veel zondigs overgebleven (werken van de duisternis). Zie ook H. Cat. zondag 33.

Licht en duistermis (2)

De Bijbel leert ons dat, zolang de mens het Woord van de Heere in het oog hield, het licht bleef. Maar toen hij zich van het Woord afkeerde, toen hij niet meer gehoorzaamde aan het Woord, trad de duisternis in. In die duisternis is de Heere Jezus gekomen, gezonden door Zijn Vader. "En het Woord (dat is de Heere Jezus) is vlees geworden en heeft onder ons gewoond" (Joh. 1: 14a). De Heere Jezus is Zijn Vader in alles gehoorzaam geweest en zo is Hij het Licht der wereld. Allen die Hem gehoorzaam zijn, is Hij oorzaak van eeuwige zaligheid. De Heilige Geest brengt tot dat Licht door te doen luisteren naar hetgeen de Heere heeft gesproken. Nu bestaat het wandelen in het licht in die kennis, die de mensen in de duisternis verkrijgen door naar Hem te luisteren, en ook door te handelen in gehoorzaamheid aan hetgeen Hij zegt.

Waarom werd Gods Zoon mens?

Ten eerste tot verheerlijking van God. "Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen." (Joh. 17: 4).
Ten tweede uit liefde tot zondaren. "Want gij weet de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden" (2 Kor. 8: 9). Door de zonde van Adam werd de gemeenschap tussen God en mens verbroken. In Adam viel ook het hele mensengeslacht van God af. Heel ons hart is boos en verkeerd. Wij zijn geneigd tot alle kwaad en onbekwaam tot enig goed. Door de zondeval liggen wij onder Gods vloek en toorn, want God kan en wil de zonde niet ongestraft laten. Hij eist dat onze schuld wordt betaald, door onszelf of door een ander. Wij maken echter die schuld alleen maar iedere dag groter. God eist dat een mens onze straf draagt, want de mens heeft gezondigd. Het zou er hopeloos voor ons uitzien, als de Heere Zelf niet voor verlossing zorgde. De Heere Jezus, Gods Zoon, wilde door mens te worden, te lijden en te sterven, de straf dragen, de schuld betalen en zo de relatie tussen God en mens herstellen, zodat hij weer in gemeenschap met God kan leven (nu en voor eeuwig).

Gods beloften over Jezus' komst

Blind
- Jes. 42: 7 Om te openen de blinde ogen.
- Jes. 42: 16 En Ik zal de blinden leiden door den weg dien zij niet geweten hebben, enz.

Duisternis
- Jes. 9: 1 Het volk dat in duisternis wandelt, enz.

Lamp
- Psalm 119: 105 Uw Woord is een lamp voor mijn voet, enz.

Ster
- Num. 24: 17 Er zal een ster voortgaan uit Jacob.

Zon
- Mal. 4: 2 Ulieden daarentegen, die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan, enz.

Vaak draagt een kind van God zijn lampje op de rug

(Gespreksvraag +12)

De opdracht van God is om Zijn licht uit te dragen, o.a. door het doen van goede werken (Matth. 5: 14-16). Immers de Heilige Geest doet Zijn werk zó, dat mensen vernieuwd worden om door Zijn kracht goede werken te doen. Toch: als een kind van God zijn eigen leven beziet, dan vraagt hij zich vaak af: "Waar zijn mijn goede werken? Draag ik Gods licht wel uit in deze wereld?" Maar hoewel hij zelf zijn goede werken niet ziet, andere mensen zien die goede werken vaak wel. Vandaar het lampje op zijn rug. Onze naasten kunnen voor Christus gewonnen worden door ons woord, maar meer nog door onze levenswandel. Het moet aan Gods kinderen te zien zijn dat het wandelen in het licht geen aangeleerde les is, maar een kracht Gods, door de Heilige Geest Die in hun hart woont.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1978

Mivo -16 | 32 Pagina's

"Ik ben het Licht der wereld"

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1978

Mivo -16 | 32 Pagina's