JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Een Bijbel voor Mary Jones

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een Bijbel voor Mary Jones

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vertelschets


Lezen:
Mattheüs 6 : 19-21, 33-34,
Mattheüs 7 : 7-8

Zingen:
Psalm 128 : 1
Psalm 140 : 13
Psalm 119 : 3, 5, 7 9, 32, 53
Psalm 121 : 1, 4
Psalm 33 : 6, 10, 11
Psalm 138 : 1, 2, 3
Psalm 122 : 1
Psalm 25 : 1, 2, 10

Kerntekst: Opdat zo wat gij van den Vader begeren zult in Mijn Naam, Hij u dat geve. Johannes 15 : 16b)


"Mary! Mary! Waar zit je toch? Zijn alle dieren al gevoerd? Zit je weer te dromen? Als je werk klaar is, moet je binnen komen, dan kunnen we gaan eten!" Moeders stem klinkt ongeduldig. Mary schrikt op uit haar gedachten. O ja, dat is waar ook. ze was naar buiten gegaan om de konijnen en de kippen te verzorgen. En ze is helemaal de tijd vergeten. Haar gedachten waren bij het bijbelverhaal dat vader haar vanmiddag onder het werken heeft verteld. Vader kan zo mooi vertellen, dat ze het helemaal voor zich ziet.
Het lijkt soms of de verhalen uit de Bijbel bij haar in Wales zijn gebeurd. Of de heuvels die zij om zich heen ziet de heuvels In het Heilige Land zijn. En in haar gedachten ziet ze dan de mensen uit de bijbelverhalen lopen, in de heuvels van Wales. Vaak vergeet ze dan de tijd... Snel maakt ze nu haar werk af en gaat het huisje binnen.

Als ze gebeden hebben voor het eten vraagt haar moeder: "Wat was je toch aan het doen? Je bleef zo lang buiten!" Mary kijkt haar vader en moeder aan. "Ik dacht aan Abram, waar vader vanmiddag over vertelde. Gaat het verhaal van Abram nog verder? Vertelt u vanavond weer?" Vader schudt zijn hoofd.
"Vanavond is het bijbelstudie, dan zijn moeder en ik niet thuis, Mary. Maar morgen kan ik je dan misschien een nieuw verhaal vertellen." Mary knikt. Dan zegt ze: "O, wat zou het fijn zijn als ik de verhalen zelf zou kunnen lezen. Als ik zelf in de Bijbel zou kunnen opzoeken wat er over de Heere Jezus geschreven Is." Vader en moeder horen het verlangen in haar stem. Ze kijken elkaar eens aan. "Ja Mary, we weten dat dat jouw wens is. Maar jij weet net zo goed als wij dat het niet kàn. Er is geen school in de buurt waar jij heen kunt gaan. Bijna niemand hier in de buurt kan lezen.
Alleen boer Evans die op de grote boerderij woont." Mary weet het ook wel, maar het verlangen blijft in haar hart. Zélf kunnen lezen uit haar eigen Bijbel. Maar de mensen in Wales zijn arm. Lezen en schrijven kunnen ze niet. Vertellen des te beter. En zo geven ze hun kinderen de bijbelverhalen door.

"Zo, nu ga ik eerst dit stapeltje naaiwerk bij vrouw Evans brengen hoor!" roept Mary naar haar vader die achter zijn weefgetouw bezig is. "Dat is goed. Blijf er niet te lang, het wordt al zo vroeg donker!"
Opgewekt gaat Mary op weg. Het is wel een uur lopen, maar daar geeft ze niet om. Mary is gewend om te lopen. Hoe zou ze anders ergens moeten komen? Alleen rijke mensen hebben wagens en rijtuigen. Een arme wever zoals haar vader is. hoeft daar niet aan te denken.
Als ze het naaiwerk bij vrouw Evans aflevert, zegt de boerin: "Kom maar even binnen. Je lust vast wel een paar boterhammen en een beker melk." "Nou, heel graag, vrouw Evans!" Binnen zijn ook de kinderen van de boer. Zij vinden het maar wat gezellig dat er bezoek komt. Dat gebeurt niet zo vaak. Mary krijgt amper tijd om haar boterhammen op te eten. De kinderen willen allemaal met haar spelen en praten. Opeens ziet Mary op een houten lessenaar een groot boek liggen. Haar ogen worden groot. "Oh... Is dat een Bijbel?' vraagt ze aan de boerin. "Jazeker, dat is de familiebijbel." is het antwoord. Op haar tenen loopt Mary ernaar toe. Een echte Bijbel...! Zo groot en zo mooi. Ze voelt haar hart bonzen. "Wil je de Bijbel graag bekijken?" vraagt de boerin vriendelijk. Ze ziet het verlangen in de ogen van Mary. "Mag dat?" "Als je heel voorzichtig bent. Kom maar, dan leg ik hem op tafel, dan kun je er beter bij." Als de Bijbel op tafel ligt durft Mary hem haast niet aan te raken. Heel voorzichtig slaat ze de bladzijden om. Daar staan de woorden die God aan de mensen gegeven heeft. Maar al die zwarte kriebeltjes zeggen haar niets. Kon ze nou maar lezen!
"Weet je wat?" zegt de boerin, "als jij kunt lezen, mag je hier in de Bijbel komen lezen. Ik geloof vast dat jij het zult leren. Je mag het aan de Heere vragen."

"Mary! Mary! Luister eens!" Opgewonden komt haar vader het kleine huisje binnen. "Weet je wat ik gehoord heb? Er komt een school hier in de buurt. Nu kun jij ook leren lezen!" Mary laat haar naaiwerk uit haar handen vallen.
"O vader, echt waar? Wanneer dan?" Vader vertelt wat hij gehoord heeft. Mary zal elke dag een heel eind moeten lopen, maar dat is niet erg. Nu zal ze leren lezen!
Als ze 's avonds de konijnen eten geeft, moet ze denken aan wat in de Bijbel staat: Bidt, en u zal gegeven worden... Dan mag ze toch ook om een Bijbel bidden? Zachtjes bidt ze:
"Heere, als U mij helpt zodat ik leer lezen, dan zal ik de verhalen ook weer aan anderen vertellen. Dat beloof ik."

Het wordt een tijd van hard werken voor Mary. Op school leert ze zoveel nieuwe dingen. En haar werk thuis moet ook gewoon gedaan worden. Maar Mary vindt het niet erg. Ze geniet. Het leren lezen gaat erg vlot.
Als ze op een dag weer op de boerderij van Evans moet zijn, vraagt ze de boerin: "U heeft mij eens wat beloofd, weet u het nog?" "Nou en of!" zegt de boerin. "En, kun je al lezen?" "Ja, ik heb het op school geleerd." "Dan mag jij in onze Bijbel lezen en je mag elke zaterdag terugkomen." Als Mary even later met de Bijbel voor zich aan tafel zit, zegt de boerin: "De Heere heeft jouw wens om te kunnen lezen vervuld, ik denk dat jouw tweede wens, een eigen Bijbel, nu ook wel in vervulling zal gaan."
Bij het weggaan geeft vrouw Evans Mary een mand. Er zitten twee kippen in. "Nu moet je maar gaan sparen voor een eigen Bijbel, Mary. Deze kippen zijn voor jou. Als je de eieren verkoopt, verdien je wat geld. Dat is dan voor jouw Bijbel."

Als ze haar eerste eitjes verkocht heeft, doet ze het geld in een kommetje. Het is niet veel, nog lang niet genoeg voor een Bijbel. Maar het is een begin. "Het geeft niet hoe lang het duurt," zegt ze tegen zichzelf, "maar ik wil het proberen! Heere, wilt u mij helpen?"
ledereen in de buurt weet al snel dat Mary allerlei werkjes wil doen om geld te verdienen voor haar Bijbel. "Mary, wil je vandaag op de kinderen passen? Ik heb het zo druk dat ik eigenlijk geen tijd heb om zelf op ze te letten." En Mary doet het graag. Ze past graag op kinderen en vertelt ze dan de verhalen die zij van haar vader gehoord heeft. En ze verdient er nog wat mee ook. Een andere buurvrouw heeft geen tijd om de kapotte kleren zelf te verstellen. "Mary, jij kunt netjes naaien en je wilt toch graag wat verdienen?"
Mary heeft het vreselijk druk, maar, en daar gaat het om, in het kommetje komt steeds meer geld. Als het kommetje te klein wordt, maakt vader een houten kistje voor haar. Met een gleuf bovenin. En ieder muntje dat ze verdient, verdwijnt door de gleuf.
Het duurt lang, heel lang. Na zes jaar zit ook het kistje vol met geld. "Zal ik nu genoeg gespaard hebben voor een Bijbel?" vraagt ze aan haar ouders. "En waar zou je een Bijbel kunnen kopen?" "Tja, dat weten wij ook niet Mary. We hebben ook nog nooit ergens een Bijbel te koop gezien..."

Er komt een nieuwe onderwijzer op de school werken. Hij heeft een mooie nieuwe Bijbel.
"Hoe komt u daaraan?" vraagt Mary nieuwsgierig. "Gekocht," zegt de onderwijzer. "Ik heb er twee jaar voor gespaard. Toen had ik genoeg geld voor deze mooie Bijbel." Blij kijkt hij naar het Boek in zijn handen. "Ik spaar al zes jaar voor een eigen Bijbel," vertelt Mary. "Misschien heb ik nu ook wel genoeg. Maar ik weet niet waar ik een Bijbel zou kunnen kopen." "In Bala woont dominee Charles. Bij hem kun je een Bijbel kopen." Daar schrikt Mary toch wel van. Bala is best ver weg. Zeker wel een dag lopen. Zij is er nooit geweest. Haar vader en moeder zijn ook nooit zo ver geweest. Maar als daar nu een Bijbel te koop is...
Ze praat erover met haar vader en moeder. Met bezorgde gezichten geven ze haar toestemming. Mary heeft ten slotte zo lang gespaard, ze heeft er zoveel voor over gehad.

"Goede reis, Mary! Wees voorzichtig en kom maar weer zo snel mogelijk naar huis!"
Eindelijk is het zover. Opgetogen gaat Mary op pad. Haar geldkistje neemt ze mee. En ook wat eten en drinken voor onderweg. Haar schoenen zitten in haar tas. Het zou jammer zijn als ze zo erg slijten onderweg. Schoenen zijn duur.
Omdat ze zo vroeg vertrekt, is het overal nog heel stil. Tussen de bergen hangt de nevel. Ze moet denken aan wat er in de Bijbel staat: "Ik hef mijn ogen op naar de bergen, vanwaar zal mijn hulp komen? Mijn hulp komt van de Heere..." " Heere, Wilt U mij bewaren op de weg, zodat ik veilig in Bala aan zal komen? U heeft toch steeds geholpen? Wilt U ook deze reis doen lukken, zodat ik met een eigen Bijbel naar huis kan gaan?"
Na uren lopen komt ze langs een huisje. "Is dit de weg naar Bala?" vraagt ze aan een vrouw die bij het huis aan het werk is, "Moet je helemaal naar Bala? Dat is nog een heel eind lopen! Waarom wil je daar heen?" "Ik ga een Bijbel kopen. Dan kan ik zelf lezen wat er in de Bijbel staat. En dan kan ik andere mensen vertellen wat ik gelezen heb." De vrouw nodigt haar uit om even uit te rusten en wat te drinken. Mary gaat met haar mee, maar al snel wil ze weer verder. De weg is nog lang. "Nou," zegt de vrouw, "dan wens ik je een goede reis."

Het is al schemerig als Mary de stadsmuren van Bala bereikt. Van de onderwijzer heeft ze een briefje gekregen met het adres van zijn vriend, meneer Edwards. Daar moet ze nu eerst heen, dan zal die haar bij dominee Charles brengen.
O, wat is ze moe! Nu haar lange reis voorbij is, voelt ze pas hoeveel pijn haar voeten doen. De man die opendoet als Mary op de deur klopt, kijkt erg verbaasd. "Kind, waar kom jij vandaan?" "Uw vriend, de onderwijzer, heeft mij naar u toe gestuurd." "Wat! Kom je dat hele eind gelopen?" "Och, het viel wel mee. Kunt u me bij dominee Charles brengen?" "Nu nog? Maar dat kan niet. Het is veel te laat. Kom maar binnen en blijf hier vannacht.
Morgen zal ik je dan bij de dominee brengen." Eigenlijk kan Mary niet wachten tot morgen. Ze is nu zo dicht bij haar Bijbel. Maar ze snapt ook wel dat ze zo laat niet meer bij de dominee aan kunnen komen. Bovendien is ze ook wel erg moe.
Binnen vraagt meneer Edwards: "En, vertel me nu eens, wat kom je doen, waarom heb jij die lange wandeling gemaakt?"
Als Mary alles verteld heeft kijkt de man haar verwonderd aan. "Zoiets heb ik nog nooit gehoord!" roept hij uit.

De volgende morgen zijn ze allebei al vroeg wakker. Meneer Edwards gaat mee naar de dominee. Mary heeft nu haar schoenen wel aangetrokken.
"Vertel eens waar jullie voor gekomen zijn. Er is toch niets ernstigs gebeurd?" vraagt de dominee. Hij kijkt naar het meisje in haar versleten jurk, met haar ruwe werkhanden en haar gespannen gezichtje.
Meneer Edwards doet het woord. "Nee hoor. Maar dit meisje heeft gisteren de hele dag gelopen omdat ze gehoord heeft dat ze bij u een Bijbel kan kopen."
"Een Bijbel? Maar kun je dan wel lezen?" "O ja!" zegt Mary trots. "Ik ben op school geweest." "Weet je veel van de Bijbel?" "Ja. Mijn vader heeft me heel veel verhalen verteld. Toen ik zelf kon lezen ging ik elke week bij boer Evans in de Bijbel lezen. Maar nu wil ik graag een eigen Bijbel waar ik thuis ook mijn vader en moeder uit kan voorlezen."
"En ben je nu dat hele eind komen lopen om..." "Ja, en ik heb geld ook. Ik heb er heel hard voor gewerkt." Mary zet het kistje met geld op tafel. "Mag ik nu alstublieft een Bijbel?"
De dominee kijkt haar zwijgend aan. Eindelijk zegt hij: "Ik durf het bijna niet te zeggen, maar ik heb geen Bijbels meer. Ze zijn allemaal verkocht. En er worden ook geen nieuwe meer gemaakt."
Mary zegt helemaal niets. Met grote ogen kijkt ze de dominee aan. Dan begint ze wanhopig te huilen. Nu is alles voor niets geweest. Al het werken, het sparen, het hopen. Voor niets heeft ze leren lezen. Een eigen Bijbel zal ze nooit hebben.
De twee mannen weten niet wat ze moeten zeggen. "Stil, niet zo huilen Mary. Zo kun je niet naar huis. Jij moet een Bijbel hebben.
Laat me even nadenken." Dan loopt de dominee naar zijn boekenkast. "Hier, neem deze Bijbel maar, deze kan ik wel missen. Dan heb je toch een Bijbel." Mary pakt de Bijbel van de dominee aan. "Dank, dank u wel!" stottert ze. Het is bijna niet te geloven dat haar wens nu onverwacht toch in vervulling gaat. Voor Mary is het de grootste schat die ze kan krijgen. Ze bekijkt de Bijbel, haar Bijbel. Na zoveel jaar, eindelijk haar eigen Bijbel!
Dan wil ze snel vertrekken. Als ze vandaag nog thuis wil komen moet ze echt gaan. Hartelijk neemt ze afscheid van meneer Edwards en dominee Charles.
De weg lijkt nu veel korter. Mary kan wel zingen van blijdschap. Ze zou het wel aan iedereen willen vertellen: "Ik heb een Bijbel, een eigen Bijbel!"
Het is al laat en al helemaal donker als ze thuis komt. "Mary, ben je daar eindelijk! Hoe is het gegaan? Aan je gezicht zien is je reis niet voor niets geweest!"
Het gezicht van Mary straalt. "Kijk, hier, mijn eigen Bijbel. Vanaf nu kan ik jullie alles voorlezen wat erin staat!"

Achtergrondinformatie 

Deze kerkhistorische schets gaat over het verhaal van Mary Jones. In de hervormingstijd staan we onder andere stil bij het feit dat het Woord ook voor gewone mensen toegankelijk gemaakt en niet langer alleen het boek voor de geestelijkheid is. Maar het feit dat de Bijbel uit het Latijn werd vertaald, betekende nog niet dat iedereen een Bijbel in zijn bezit kon krijgen. Aanvankelijk waren er Bijbels in een beperkt aantal talen en verschenen alleen als er een grote oplage uitgegeven kon worden. Bovendien konden een paar honderd jaar geleden weinig mensen lezen.

De hervorming zoals die 'bij ons' heeft plaatsgevonden, heeft in Engeland weinig weerklank gehad. Wel in Schotland.
In Engeland kent men al eeuwen lang de Anglicaanse Kerk. Dit is een afsplitsing van de Roomse Kerk. Men was het niet eens met de Mariaverering en aanvaardde niet de absolute macht van de Paus. Overigens lijken de kerkelijke gebruiken nog sterk op die in de Roomse Kerk. In de 18e eeuw vond er onder invloed van John Wesley in Engeland een Revival plaats. In die tijd zijn er veel (kleine) kerken ontstaan, o.a. de Methodisten en Baptisten. Vooral in Wales worden veel kleine kerkjes en gemeenten gevonden.

Wat betreft de bijbelvertaling, in de 13e eeuw heeft John Wycliff, ondanks veel tegenstand, de Bijbel in het Engels vertaald. Twee eeuwen voor Luther heeft hij zich als doel gesteld de Roomse Kerk te hervormen. Zijn bijbelvertaling, waar hij op het laatst van zijn leven aan heeft gewerkt, is van groter betekenis geweest dat zijn streven op politiek, academisch en kerkelijk gebied.
Het verhaal van Mary Jones is echt gebeurd en speelt zich af in Wales. De mensen in Wales spreken hun eigen taal, het Welsh. Het Welsh is zangerig om te horen, maar het kent woorden die voor ons niet zijn uit te spreken. In het verhaal zijn daarom de meeste plaatsnamen weggelaten. Ter illustratie: Mary (geboren in 1784) heeft gewoond in Llangfihangel, de school stond in Abergynolwyn.

In de tijd dat dit verhaal speelt, waren de meeste mensen in Wales erg arm. Jong en oud werkte hard. Er werden veel schapen gehouden, die graasden op de groene heuvels van Wales. Die schapen waren een bron van inkomsten. De wol werd geweven en verkocht. Ook Mary's vader was wever. De kinderen hielpen thuis en gingen niet naar school. De ouders vertelden hun kinderen wat ze wisten. En dat werd veel gedaan: vertellen. Veelal verhalen uit de Bijbel, het enige boek dat men kende. Er waren slechts enkele Bijbels in het Welsh. Het feit dat Mary zo graag een Bijbel wilde hebben, had grote gevolgen. Dominee Charles, de dominee waar ze naar toe liep om een Bijbel te kopen vond het zó erg dat er maar zo weinig Bijbels voor de mensen beschikbaar waren. Tijdens een vergadering van het Godsdienstig Traktaatgenootschap vertelde hij het verhaal van Mary Jones. Het geld van Mary legde hij op tafel. Daar is toen het Brits en Buitenlands Bijbelgenootschap opgericht. Het geld van Mary was het startkapitaal. Doel van het genootschap is om Bijbels te drukken die voor iedereen te betalen zijn. Niet alleen voor mensen in Wales, maar voor mensen in de hele wereld. Wie geen Bijbel kan betalen, krijgt hem gratis.
Andere landen hebben het initiatief overgenomen. Er zijn nu ca. 35 Bijbelgenootschappen in de wereld, ook in Nederland. De Bijbel is inmiddels vertaald in vele talen, op het moment zo'n 1250.
Wij zijn zo gewend één of meer Bijbels in ons bezit te hebben. Wat wordt er vaak ook achteloos met een Bijbel omgegaan. We beseffen dan niet dat de Bijbel Gods Woord is, dat we met respect moeten behandelen.
Hoewel het graf van Mary nog te bezoeken is, is er verder weinig meer over haar te vinden. Navraag bij het Britse Bijbelgenootschap leverde een verbaasde reactie op. Mary Jones is niet meer actueel. Tijdens het 200-jarig bestaan van de Britse Bijbelgenootschap wordt slechts zijdelingse aandacht aan Mary besteed.

Antwoorden bij het ledenblad

Weet je het nog?
1. b - In Wales.              4. a - Zes jaar.                                  6. a - In de stad Bala.
2. c - Wever.                  5. b - Ze deed allerlei werkjes.    7. c - Dominee Charles.
3. c - Bij boer Evans.

Om over te praten
1. Als je alleen van de bijbelverhalen houdt om er naar te luisteren en van te genieten, is dit tekort voor de zaligheld. Net zoals bij het historisch geloof. Het is op zichzelf niet verkeerd.
Integendeel. Maar het Woord is niet bedoeld om alleen van de schoonheid (die er zeker is!) te genieten, maar om ons de Weg ter zaligheid te wijzen. Alle verhalen in het Woord staan ook in dat teken. We moeten eruit leren dat er van ons geen goed te verwachten is. Dat we verloren zijn voor God. Dat er bij Hem het Leven te vinden is. Jezus Christus kan ons redden van de dood.
Het is de opdracht die de Heere Jezus zelf aan Zijn discipelen heeft gegeven: alle volken over de hele wereld moeten onderwezen worden en het Woord horen. Wie dit Woord hoort en gelooft, ontvangt het eeuwige leven. Wij moeten niet alleen druk zijn met de dingen van het hier en nu, maar moeten vooral bezig zijn met de Heere en Zijn dienst.
2. Psalm 119 is een lofzang op Gods Wet. Met 'Woord' en 'Wet' wordt hier hetzelfde bedoeld. Deze twee begrippen liggen ook erg dicht bij elkaar in dit verband. Gods Woord is immers niet vrijblijvend, maar is een bevel tot geloof en bekering.
De Psalm bestaat uit 22 coupletten waarvan ieder vers met dezelfde letter begint. Om de opdracht te beperken moeten er gezocht worden in de eerste drie coupletten. Er zijn vele goede antwoorden, uit ieder vers een voorbeeld:
Aeleph vers 2: Welgelukzalig zijn zij, die Zijn getuigenissen onderhouden, die Hem van harte zoeken.
Ook goed: vers 1, 6.
Beth vers 9: Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw woord.
Andere mogelijkheid: vers 11.
Gimel vers 21: Gij scheldt de vervloekte hovaardigen, die van Uw geboden afdwalen.
Of: vers 19, 22
In vers 105 staat: Uw Woord is mij een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. Zoals in het donker het gevaar om te struikelen groot is, zo is het gevaar groot dat we in zonden vallen als Gods Woord onze Gids niet Is, Gods Wet leert ons hoe wij moeten leven tot eer van God, tot heil van onszelf en onze naasten.
In vers 9-1 6 laat David horen dat het zijn vermaak is om Gods Wet te onderhouden. Hij probeert het met zijn hele hart en vertelt er met vreugde over aan anderen. Het houden van Gods geboden geeft hem meer vreugde dan de grootste rijkdom.
3. Laat de kinderen maar vertellen hoe zij omgaan met hun Bijbeltje. Zijn ze er zuinig op? Wat hebben hun ouders gezegd toen ze het Bijbeltje gaven?
Als het goed is, wordt er met respect omgegaan met de Bijbel. Niet dat de Bijbel als een relikwie behandeld en aanbeden moet worden. Maar op een mooi leesboek ben je ook zuinig. Dan met de Bijbel toch zeker ook? Het gaat hier om 'even bewust worden van', het is niet de bedoeling dat hier heel diep op door gegaan wordt.
4. Eigen antwoorden. Het kan tot uiting komen in zelf bijdragen in een collecte of zendingsgeld, iets maken voor de verkoping, dienstbaar zijn aan anderen zonder daar zelf beter van te willen worden. Maar ook het gewillig (proberen te) houden van Gods geboden en inzettingen, wat te zien is aan je levenswandel. Uitkomen voor Zijn Naam en Zijn eer boven je eigen eer stellen.

Puzzel 1
De woorden vormen samen de psalmregel "Uw Woord is mij een lamp voor mijne voet." (Psalm 119 : 53)

Puzzel 2
Er staat in het Welsh deze tekst: "En Hij zeide: Ik ben die God, uws vaders God; vrees niet van af te trekken naar Egypte; want Ik zal u aldaar tot een groot volk zetten."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 2005

Mivo -12 | 19 Pagina's

Een Bijbel voor Mary Jones

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 2005

Mivo -12 | 19 Pagina's