Herdenken bij Gilgal en nu
Vertelschets
Zingen:
Ps. 9 : 1, 2, 11
Ps. 33 : 10, 11
Ps. 57 : 5, 7
Ps. 68 : 13, 17
Ps. 77 : 7, 9, 11
Ps. 78 : 2, 3
Ps. 95 : 1, 3, 4
Ps. 103 : 1, 4
Lezen: Jozua 4 : 1-7, 19-24
Kernteksten: Jozua 4 : 21, 22a, 24
"Wanneer uw kinderen morgen hun vaderen vragen zullen, zeggende: Wat zijn deze stenen? Zo zult gij het uw kinderen te kennen geven...Opdat alle volken der aarde de hand des Heeren kennen zouden, dat zij sterk is; opdat gij de Heere, uw God, vreest te allen dage."
Samen met vader loopt Ithamar langs de oever van de Jordaan. Het is warm en het zonlicht schittert fel op het water. Ithamar probeert de overkant van de rivier te zien. Door de dichte staiiken aan de rand van het water is dat wel moeilijk. Maar, als je je best doet, kun je toch af en toe iets zien van rotsachtige grond en droge, zanderige plaatsen. Daar, aan de overzijde, is de woestijn waar het volk Israël veertig jaar geweest is.
Ithamar komt uit Gilgal, een plaatsje dicht bij de Jordaan, langs de weg naar Jericho. Vanmorgen vroeg vader of hij zin had om mee te gaan naar de gedenkstenen van het volk.
"Gedenkstenen?" vroeg Ithamar. "Wat bedoelt u?" "Zijn we daar nog nooit samen geweest?" vroeg vader. "Wel de verhalen gehoord over ons volk maar niet samen bij het gedenkteken gestaan? Kom, dan gaan we vandaag!" En zo gebeurt het dat Ithamar en vader bij de Jordaan lopen.
Turend gaan de ogen van vader langs de oever. Nog een klein stukje en dan moeten ze toch bij de plaats zijn waar Israël door de Jordaan trok. Ook Ithamar probeert mee te zoeken naar de hoop stenen. "Waar moet ik kijken vader? Lagen ze nu in de Jordaan of aan de oever?" Ithamar kijkt naar vader. Zou hij het weten? "Je kunt ze op allebei de plaatsen vinden, zoon. In de rivier liggen twaalf stenen die neergelegd zijn door Jozua. Jozua was de leider van het volk. Op de kant moet ook een stapel stenen zijn, ook precies twaalf. Die heeft Jozua daar laten opstapelen door twaalf sterke mannen. De Heere had gezegd dat uit iedere stam van het volk Israël een man zo'n zware steen uit de rivier mee moest nemen. Vandaar dat het er precies twaalf zijn."
Vader wacht even en kijkt tussen twee struiken door naar de Jordaan. Hij wijst met zijn vinger naar het midden van de Jordaan. "Zie je ze? Daar, midden in de rivier, steken nog net een paar stenen boven het water uit!" Ithamar duwt nieuwsgierig wat takken van een struik opzij. "Ja, ik zie ze ook!" roept hij. "Vader, dan is hier dus de plaats waar dat grote volk Israël door de Jordaan ging! Wat diep is het water hier! Hoe zijn ze er doorheen gekomen? En waar stonden de priesters met de ark? Waarom zijn die stenen opgestapeld? En hoe komt het dat..."
"Ho, ho!" lacht vader. "Niet alles tegelijk! Ik snap wel dat je zoveel vragen hebt. Jij bent er immers niet bij geweest, bij die wonderlijke tocht door de Jordaan. Je hebt het niet met eigen ogen gezien. Ik ook niet. Maar ik heb de verhalen van de oude vaders en moeders gehoord. En die kan ik aan jou doorvertellen! Straks, bij het gedenkteken, kan je vragen wat je wil. Zodat ook jij nooit zal vergeten wat er toen gebeurd is!"
Ithamar en vader lopen een stukje verder langs de Jordaan. Zoekend gaan vaders ogen over het gras en de struiken wat verderop. Hier ergens moeten de gedenkstenen van Gilgal liggen. Ja, daar! Achter een van de struiken zien ze twaalf forse stenen, op een hoop opgestapeld. "Kijk" zegt vader. "Hier, op deze plaats heeft Jozua gestaan. Kan je het je voorstellen, Ithamar? Hier stond Jozua met al heel het volk Israël! Alle mensen bij elkaar om deze stenen heen! En op deze plaats, waar wij nu staan, heeft Jozua het woord van de Heere gesproken. Hij zei: "Wanneer uw kinderen morgen hun vader vragen zullen 'Wat zijn deze stenen?'. Zo zult gij het uw kinderen te kennen geven." Het is even stil. Dan gaat vader verder. "Ithamar, je vroeg aan mij wat deze stenen betekenen. Je wil graag weten waarom ze hier liggen? Ik zal het je vertellen." En vader vertelt over het volk Israël dat veertig jaar door de woestijn gelopen heeft. Hij vertelt over het verlangen van de Israëlieten om eindelijk in het beloofde land te komen. Maar dan komen ze bij de rivier de Jordaan. Het lijkt voor het volk onmogelijk om ooit nog in Kanaan te komen! Ithamar ziet het bijna voor zich, zo goed kan vader vertellen. Hoe moeten de mensen en de dieren nu naar de overkant?
Maar dan... kijk eens naar vaders gezicht!
Blijheid, verwondering kun je zien in vaders ogen! "Ithamar" zegt vader. "God, de Almachtige, de sterke God, deed een wonder! Zijn Naam zij geloofd! Op het droge, Ithamar... Op het droge is Israël door deze Jordaan gegaanl Zie je het water, zoon? In dat water maakte de Heere een droog pad. Langs een muur van water kon het volk van Israël eindelijk in het beloofde land Kanaan komen! De priesters met de ark gingen het eerst in de Jordaan. Daarna kwamen alle mensen en alle dieren langs de priesters naar de overkant lopen. Toen iedereen in Kanaan was, kwamen twaalf mannen aanlopen. Zij waren door Jozua uitgekozen, uit iedere stam een. En die twaalf mannen pakten elk een steen van de bodem van de rivier en liepen verder. Als laatste zijn de priesters uit de rivier gegaan. En op de plaats waar de priesters stonden, heeft Jozua zelf stenen opgestapeld. Daarna stroomde de rivier weer gewoon verder. Net als de dagen ervoor." Vader gaat met zijn hand over een van de stenen. Ze zijn ruw. Je ziet dat ze al oud zijn. "Sterke mannen waren het, Ithamar. Kijk maar eens hoe groot en zwaar de stenen zijn." Ja, Ithamar ziet het wel. Het zijn grote stenen die hier op een stapel liggen. Daarom kun je het gedenkteken ook goed zien. Het valt op tussen alle andere rotsen en steenhopen. Zo zijn de stenen hier dus gekomen.
"Ilhamar..." Vaders stem klinkt ernstig. "De Almachtige heeft niet zomaar die hoop stenen hier neer laten leggen. Jozua heeft gezegd: "Zo zullen deze stenen de kinderen Israëls ter gedachtenis zijn tot in eeuwigheid." Daarom heb ik je verteld hoe de Hcere wonderlijk voor ons volk gezorgd heeft." Vaders ogen zien over de struiken en bomen heen naar de verte. Alsof hij uitziet naar iets dal in de toekomst gaat gebeuren. "Ithamar, bij deze stenen denken we ook aan de trouwe zorg van de Heere die ook in de toekomst over ons zal zijn. Eens, mijn zoon... Eens zal de Almachtige ons de Verlosser zenden." Ithamar voelt dat vader ontroerd is door de zorg van de Heere voor Zijn volk. Ontroerd door de liefde van de Heere voor Israël, ondanks alle zonden die het volk deed. En hij merkt dat vader verlangend uitziet naar de komst van de beloofde Messias, de Verlosser van het volk.
"Deze stenen, Ithamar, spreken zonder woorden! Ze vertellen over de wonderen die de Heere gedaan heeft. Deze stenen zijn een teken van de almacht en de trouwe zorg van de Heere. Jozua zei: "Opdat alle volken de hand des Heeren kennen zouden, dat ze sterk is; opdat gij de Heere, uw God, vreest te allen dage." Dit moetje nooit vergeten, Ithamar. Het is de Heere, Die ons volk verloste uit de nood toen ze voor de diepe Jordaan stonden. Hij maakte een pad door de rivier. Hij is de Almachtige, de sterke God. Hij is de God op wie we mogen vertrouwen, voor nu en in de toekomst! Ithamar, laten we Hem daarom vrezen! Laten we Hem daarom dienen! Elke dag, heel ons leven!"
Herdenken bij Gilgal... Terugdenken aan de grote daden van de Heere, de sterke God! Opdat we nooit zullen vergeten hoe de Heere op een wonderlijke manier het volk Israël in het beloofde land Kanaan bracht! Opdat we Hem daarom zullen vrezen, Hem alleen dienen!
Herdenken... Terugdenken aan de grote daden van de Heere, de sterke God! Gebeurt dat alleen bij de twaalf stenen bij de Jordaan? Nee, ook in de geschiedenis van ons land zijn dingen gebeurd waar we vaak aan terugdenken. In tijden van oorlog bevrijdde de Heere ons, vaak op een wonderlijke manier. Hij is sterker dan vijanden, machtiger dan koningen! Herdenken... Ook straks op 4 en 5 mei. Ga je mee? Eens een kijkje nemen bij een monument? Het is een oorlogsmonument. En het is bedoeld om terug te denken aan de vele mensen die gestorven zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wouter en zijn vader zijn er ook.
"Pap", fluistert Wouter en hij trekt vader aan zijn jas. "Pappa, ziet u ook die oude soldaten staan? En de vlag hangt niet helemaal tot bovenaan! En..." Vader luistert niet. Hij zegt niets terug. "Pap!" Wouter praat harder nu. Hij trekt aan vaders hand. "Ik wil u wat vragen! Luister nu even!" Vader kijkt naar Wouter en knikt dat hij zijn vraag gehoord heeft. "Even geduld, Wout. Die ene meneer gaat nu eerst wat zeggen, dan hoor je de trompet en daarna is het in heel Nederland twee minuten stil. Straks zal ik je antwoord geven op al je vragen. Nu eerst even luisteren."
Wouter en zijn vader staan met heel veel mensen bij een monument. Het is vandaag 4 mei. Op deze dag wordt in de avond, om acht uur, teruggedacht aan de Tweede Wereldoorlog. En daarom zijn Wouter en vader vanavond naar het oorlogsmonument gegaan. Als Wouter om zich heen kijkt, ziet hij veel kinderen uit zijn klas. En ook een oude meneer en mevrouw uit de straat. Allerlei mensen, groot en klein, staan bij het monument. Ze zijn bij elkaar gekomen om te herdenken wat vele jaren geleden gebeurd is in de oorlog.
Hoor, de trompet! En dan is het stil... Heel stil... De vogels fluiten hun lied verder, maar de mensen zwijgen... Twee minuten lang. Wouter kijkt eens naar vader. Zijn gezicht staat ernstig. Zijn handen zijn gevouwen. Bidt vader? Waar denkt hij aan? Wouter zou wel een heleboel dingen willen vragen. Maar nu kan het niet. Straks, heeft vader beloofd. Hoor, weer de trompet! Wouter herkent de melodie: dat is het Wilhelmus! Er klinkt weer wat geroezemoes om hen heen. Mensen fluisteren met elkaar en sommigen snuiten hun neus. "Zou dat komen doordat ze verdrietig zijn?", denkt Wouter.
Samen met vader loopt Wouter even later naar huis. "Nou, vertel maar Wout." zegt vader. "Wat wil je allemaal weten?" Dat hoeft vader geen twee keer te zeggen! De vragen rollen over elkaar heen want Wouter is zo nieuwsgierig! "Hoe zit dat dan met die oude soldaten en de vlag? En waarom kijken veel mensen verdrietig? Waar denk je eigenlijk aan als het zo stil is? En waarom had u uw handen samen? Het leek wel of u aan het bidden was! En waarom..." "Ho, ho!" lacht vader. "Niet alles tegelijk! Ik snap wel datje zoveel vragen hebt. Jij bent er immers niet bij geweest, bij de oorlog. Je hebt het niet met eigen ogen gezien. Ik ook niet. Maar ik heb de verhalen van opa en oma gehoord. En die kan ik aan jou doorvertellen! Zodat we nooit zullen vergeten wat er toen gebeurd is!"
Vader vertelt en Wouter luistert. Vader vertelt over vijanden, verraad, honger, zwoegen voor de vijand, concentratiekampen en het doodschieten van onschuldige burgers. Vader vertelt over mensen die in nood tot God riepen om bevrijding. Vader vertelt over de Heere die hoorde naar het gebed en ons land bevrijdde. "Wouter" zegt vader ernstig, "dit moetje nooit vergeten: uit die grote nood, die vreselijke oorlog, heeft de Heere ons verlost. Hij is de Almachtige, de sterke God! Hij is de God op wie we mogen vertrouwen, voor nu en in de toekomst! Laten we Hem daarom vrezen! Laten we Hem daarom dienen! Elke dag, heel ons leven!"
Ter inleiding
Herdenken: over een poosje is het weer zover. Op 4 mei hangen overal de vlaggen half stok, en worden bij nationale en plaatselijke monumenten herdenkingsbijeenkomsten gehouden. Zulke gelegenheden roepen vragen op bij kinderen. Wat betekent dat monument in het centrum van het dorp? Waarom hangt de vlag half stok?
Herdenken is goed: "opdat wij niet vergeten". Laten we zulke momenten maar gebruiken om de kinderen te wijzen op de grote daden van God. Zoals de vaders in Israël hun kinderen meenamen naar het gedenkteken bij de Jordaan, mogen wij onze kinderen wijzen op de tekenen van Gods trouw in de geschiedenis, en in ons eigen leven.
De tweede schets gaat over het omgaan met geld en goed. Willen we zoveel mogelijk voor onszelf houden, of denken we ook aan anderen? Geven we de Heere iets terug van wat Hij ons gal? Aan de hand van twee geschiedenissen uit het Nieuwe Testament zien we dat het niet alleen belangrijk is hoeveel, maar ook hóe je geeft.
Onderwerpen die voor kinderen heel concreet te maken zijn, en die op de club genoeg vertel- en gespreksstof op zullen leveren!
Namens de commissie Mivo-12,
Gertrude de Regt
Aantekeningen bij de tekst
Jozua 4
vs. 3: '...het nachtleger...': Dat is Gilgal, zoals Jozua dit later zal noemen,
vs. 6: '...een teken': Dat is een gedenkteken, ook wel gedachtenis genoemd. 'Wat zijn u deze stenen?': Dat is, waartoe dienen deze stenen? of, wat hebben ze te beduiden? (zie ook Ex. 12 : 26)
vs. 7: '...afgesneden geweest...': verdeeld geweest.
vs. 9: 'Jozua richtte ook..': Er zijn dus twee monumenten geweest die het volk moesten herinneren aan de sterke God, in het water en op de oever. '„.tot op dezen dag": Tot op de dag dat de verhaler dit schreef.
vs. 14: '...maakte de Heere Jozua groot...': In het wonder van het droogvoets gaan door de Jordaan zagen ze duidelijk dat de Heere met hem was.
vs. 23: '...ons aangezicht...wij daardoor gegaan...': 'ons' en "wij' dat zijn Jozua, Kaleb en de vaders (en moeders) van het volk dat Jozua momenteel toespreekt,
vs. 24: 'Opdat...': Dit vers noemt dus de goddelijke bedoeling van het wonder en het gedenkteken.
Achtergrondinformatie
Gilgal
Gilgal was een plaats vlak bij de stad Jericho, net boven de Dode Zee. Het was de eerste legerplaats van het volk Israël in het beloofde land Karman. Een dorp of stad was het ten tijde van Jozua nog niet, slechts een plek onder de open hemel (het nachtleger). Pas nadat lsral'1 zich in Kanaan vestigde, ontstond een nederzetting die in de loop der tijd uitgroeide tot een dorp/stad.
De stenen ter gedachtenis
Calvijn: Ofschoon op zichzelf de stenen niet zouden spreken, zo geeft Hij echter aan de vaderen het monument als teken om te spreken. Dit, opdat de weldaad Gods aan hen verkondigd zou worden. Hiemee wordt van de vaderen verlangd te streven naar vroomheid, tevens wordt hen bevolen in het onderrichten van hun kinderen alle mogelijke moeite te geven. Want God wil dat, al de eeuwen door, deze kennis van hand tol hand zou gaan. Opdat wie toen nog niet geboren waren, door de vaderen echter onderwezen, getuigen zouden zijn uit het gehoor, ofschoon zij de zaken met eigen ogen niet hadden gezien.
Tweeërlei doel van de stenen
Het wonderlijke bevel tot stapeling van de twaalf stenen heeft tweerlei doel. Als eerste wil het de volken tot erkentenis brengen dat de God van Israël de enige God is, de God van hemel en aarde. De Heere wil dat Zijn daden bekend raken bij de heidense volken opdat zij zouden erkennen dat Hij de ware God is. Voor de Israëlieten heeft dit bevel echter nog een extra betekenis. Zij worden hierdoor opgeroepen de Heere, hun God, te vrezen. Uit de beschouwing van de werken Gods moeten we leren te wandelen in de vreze Gods en Hem de eer van Zijn Naam te geven.
Antwoorden van de vragen uit het ledenblad
Weet je het nog?
1. Jozua.
3. Kies twaalf mannen uit, uit iedere stam een man.
2. de rivier.
1. de priesters met de ark.
2. Opstapelen als gedenkteken.
1. Gilgal.
2. dan mogen de kinderen aan hun vader vragen wat dat betekent.
12 opgestapelde stenen.
Om over te praten
1. De Heere heeft het volk gered uit de nood in Egypte. In de woestijn heeft Hij hen meerdere keren gered van hongersnood, van dorst, uit de hand van vijanden. Nu gaat het volk eindelijk, na veertig jaar, het beloofde land Kanaan binnen maar... de rivier de Jordaan staat hen in de weg. Zou de belofte van een nieuw land nu niet in vervulling gaan? Jawel! De Heere redt hen ook uit deze nood! Hij maakt een pad door de zee zodat het volk erdoor kan gaan.
2. Nooit mag vergeten worden dat het de Heere, de sterke God, is Die het volk Israël op wonderlijke manier in Kanaan gebracht heeft. Alle volken moeten weten dat de Heere een machtig God is, dat Hij een sterke hand heeft. De nood kan groot zijn, maar de Heere is machtiger! Het volk van Israël krijgt van de Heere nog een bijzondere opdracht erbij. De vaders moeten de betekenis van de stenen vertellen opdat iedereen in Israël steeds weer herinnerd zal worden aan de almacht en de krachtige hand van de Heere. Ze moeten vervuld worden met ontzag en eerbied voor de Heere. En daarom Hem vrezen. Hem alleen dienen. Alle dagen, hun leven lang!
3. Ook vandaag (in onze tijd) hebben vaders en moeders de opdracht hun kinderen te vertellen over de Heere. Elke dag en elke nacht kunnen we de zorgende hand van de Heere opmerken. Ook in 'alledaagse' gebeurtenissen zijn de wonderdaden van de Heere te zien. Voorbeelden: veilig van school naar huis op de fiets, beter gemaakt door de Heere, elke dag eten en drinken, vrienden en familie om je heen, etc... Opdat een ieder, klein of groot, de Heere zal vrezen. Hem alleen zal dienen, op Hem alleen vertrouwen. Alle dagen, hun leven lang!
4a. Een antwoord is moeilijk te geven. U weet zelf, als inwoner van de betreffende plaats, het beste de herdenkingsplaatsen in de buurt te noemen.
4b. De bedoeling van een monument is om de herinnering aan bepaalde belangrijke gebeurtenissen of personen levend te houden. Zo kan een oorlogsmonument als opschrift (en doel) hebben: Ter herinnering aan hen die hun leven gaven voor het vaderland' of 'Opdat wij niet vergeten...'.
5. Veel kinderen zullen denken aan de verhalen die ze in boeken over de tweede wereldoorlog gelezen hebben. Misschien zijn er kinderen die familierelaties in de oorlog verloren hebben, zoals een opa. Het kan ook zijn dat kinderen denken aan slachtoffers van geweld nu. Ook die gedachten kunnen een plaats krijgen bij de dodenherdenking. U kunt er op wijzen dat het belangrijk is te bidden voor slachtoffers van oorlog en geweld. Alleen aan hen denken helpt zo weinig. Door te bidden vragen we de Heere deze mensen te helpen. Hij is immers de Almachtige, de sterke God!
6. Neem alles serieus. Ook gebeurtenissen die in uw ogen van weinig belang zijn, kunnen bij kinderen een grote plaats innemen en hun gedachten vervullen. Probeer bij alle dingen een aanknopingspunt te vinden om te wijzen op de trouwe zorg van de Heere. De sterke hand van de Heere is ook in veel 'alledaagse' dingen te zien.
Puzzel 1
Ruben, Simeon, Gad, Juda, Issaschar, Zebulon, Manasse, Efraim, Benjamin, Dan, Aser, Naftali.
Puzzel 2
Schuin: Opdat alle volken de hand des Heeren kennen zouden dat zij sterk is.
Recht: Opdat gij de Heere uw God vreest te allen dage.
Jozua 4 : 24
Puzzel 3
opstapelen; vertellen; priesters; kinderen; monument; jordaan; gilgal; twaalf; Israël; vaders; vrezen; rivier, steen; jozua.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 2003
Mivo -12 | 24 Pagina's