JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

John Knox, de Schotse hervormer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

John Knox, de Schotse hervormer

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vertelschets


Zingen:
Psalm 3 : 2-4
Psalm 18 : 7-9
Psalm 27 : 2 en 7
Psalm 46 : 1 en 4
Psalm 54 : 4
Psalm 72 : 7
Psalm 103 : 9
Psalm 121 : 1-4
Psalm 142 : 1-7

Lezen: Matth. 10 : 16-33 (evt. eerst vers 5-7)

Kerntekst "En gij zult van allen gehaat worden om Mijn Naam; maar die volstandig zal blijven tot het einde, die zal zalig worden." (Mat. 10 :22)


"Sneller roeien, stelletje ketters."
De zweep knalt en komt op de rug van een arme slaaf neer.
Een rode striem wordt zichtbaar.
De andere slaven buigen nog dieper en roeien wat ze kunnen.
Weer schreeuwt de opzichter.
Wie zal er nu van langs krijgen?
Nee, gelukkig, de opzichter loopt naar achteren.
Over het smalle gangpad tussen twee rijen roeiers door.
De roeiers halen opgelucht even adem. Wat een werk!
Er zitten zes mannen aan één roeiriem. Twaalf rijen lang en dat aan beide kanten van het gangpad.
Het roeien gaat zwaar.
Zulke boten waar slaven moeten roeien, worden 'galeien' genoemd.
De slaven op de galeien worden afgebeuld.
Komt de opzichter er weer aan?
Ze kijken bang over hun schouder.
Wanneer de opzichter in de buurt is, trekken ze harder aan de riemen.
Die zweep... Maar als hij niet in de buurt is, gaat het weer rustiger.
Want hun ruggen en armen doen vreselijk pijn.
Dat komt van het voorover zitten en het trekken aan de roeiriemen.
Hun handen zitten vol blaren en rode plekken.
En sommige ruggen hebben rode striemen.
Deze mannen hebben ook niets anders verdiend.
Het zijn de ergste misdadigers, die voor straf dit werk moeten doen.
Je kunt aan hun woeste gezichten wel zien dat het misdadigers zijn.
Sommige gezichten zitten vol met littekens.

Maar, die slaaf die net een zweepslag kreeg?
Is dat óók een misdadiger?
Nee.
En die man naast hem ook niet.
Deze mannen komen uit Schotland en zijn gevangen genomen.
Bij hen zit ook hun dominee, dominee John Knox [spreek uit: Nox],
Maar hoe komen die nu hier terecht?

In het Schotse stadje St. Andrews staat een kerk.
De predikant van de kerk is John Knox. Eigenlijk is de kerk van St. Andrews een roomse kerk.
Maar John Knox is er achter gekomen dat Maarten Luther gelijk heeft.
De roomse kerk leert dat je heel veel goede dingen moet doen om zalig te worden.
Volgens Luther staat er iets anders in de Bijbel.
Alleen uit genade kun je zalig worden, door het bloed van de Heere Jezus.
De predikant vóór John Knox was dominee George Wishart.
Die is door de kardinaal in St. Andrews op de brandstapel verbrand. Een aantal inwoners van St. Andrews namen dat niet en vermoordden de kardinaal.
Toen is John Knox de nieuwe predikant van St. Andrews geworden.
En hij durft hardop in de kerk te zeggen, dat de paus de Antichrist is.
De paus en de andere kardinalen willen de inwoners van St. Andrews straffen.
Hun kardinaal vermoorden en naar die ketter Knox luisteren?
Dat kan niet ongestraft blijven.

In de zomer van 1547 verschijnen er 21 schepen voor de kust van Schotland.
Vanaf het kasteel van St. Andrews zijn ze te zien.
Het zijn Franse galeischepen.
Maar ook over land komen er soldaten met kanonnen.
Al snel is het plaatsje St. Andrews omsingeld.
Tegen die overmacht kunnen ze niet op. En zo worden de inwoners van St. Andrews met hun dominee meegenomen naar Frankrijk.
De paus besluit dat John Knox roeier moet worden op een galeischip.
Dit is wel één van de ergste straffen die John Knox kon overkomen.
Temidden van misdadigers moet hij zwaar werk doen.
En de opzichters zijn ook niet mis, zeker niet voor zulke ketters als John Knox.

Het galeischip vaart over de rivier de Loire.
Ze gaan richting Nantes.
Daar zullen ze aanmeren.
Gelukkig, denken de roeiers.
Nog even..., en dan hebben we rust.
Als de boot de kant raakt, laten de roeiers de riemen los.
Sommigen laten uitgeput hun hoofd op hun armen vallen.
Anderen rekken zich uit, zo zeer doet hun rug.
John Knox hoest.
Hij is verkouden geworden.
Wat wil je ook met die koude zeewind over z'n bezwete lichaam.
John Knox voelt dat hij niet zo sterk meer is als toen hij nog jonger was.
Om zich heen zijn er ook anderen die hoesten.
"Dominee, hoe moet het toch? Ik houd het niet meer uit," zegt één van hen.
Dan vergeet John Knox zijn eigen moeheid en pijn.
"Hou maar moed," troost hij. "Er zal eenmaal een eind aan komen. De Heere ziet ons en zal ons helpen. Op Zijn tijd. Kijk maar veel omhoog. Daar woont Hij, de Redder der wereld."
De gevangenen zijn blij dat ze hun predikant in hun midden hebben.
Als zij de moed opgeven, troost John Knox hen weer.

Heeft John Knox dan altijd zoveel moed?
Nee, hoor.
's Avonds, als iedereen slaapt op de houten planken voelt hij zich ook wel eens ongelukkig.
Dan lijkt het wel alsof God niet ziet wat er allemaal gebeurt.
Dat Hij niet hoort, wat er allemaal gezegd wordt.
John Knox weet wel dat hij op de Heere moet vertrouwen, maar dat kan hij niet altijd.
Soms gelooft hij heel vast dat de Heere hem uit de galeien zal verlossen en dat hij de mensen weer mag vertellen van de enige Zaligmaker, de Heere Jezus.
Maar soms denkt hij dat de Heere hem vergeten is en dat hij nog zal sterven op deze boot.
Als hij van de koorts rilt, dan valt het niet mee om te geloven dat de Heere over alle dingen regeert.

Als ze in de haven van Nantes liggen, hebben de slaven het rustig.
Ze hoeven niet te roeien, maar ze blijven wél vast in de boeien zitten.
Opeens klinkt er gezang op de walkant. Het is een rooms lied ter ere van Maria. 'Allemaal eerbiedig luisteren", schreeuwt de opzichter.
Maar John Knox steekt zijn vingers in z'n oren.
Ook andere gevangenen doen het.
De opzichter zoekt z'n zweep op en slaat erop los.
Maar het helpt niet, pas als het lied uil is, gaan de vingers weer uit de oren.
Elke keer proberen ze weer iets te verzinnen om die Schotse ketters terug te brengen tot het roomse geloof.

"Hier, ketter, kijk eens wat we hebben?" John Knox kijkt de franse officier aan.
In de handen van de man ziet hij een schilderij.
Op dat schilderij staat Maria afgebeeld. "Kus Maria, dan zorg ik ervoor dat je vrij komt."
Maar John Knox schudt zijn hoofd.
"Val me niet lastig, want dit is een beeld. En beelden mogen we niet aanbidden. Bid tot God."
Nu wordt het schilderij nog dichter bij zijn hoofd geduwd.
"Kus dan toch, ketter", schreeuwen ze hem toe.
Dan neemt John Knox het schilderij voorzichtig in zijn handen.
Wat gaat er nu gebeuren?
Zal hij dan toch de afbeelding van Maria gaan kussen?
De anderen kijken in spanning naar hem.
Dat hadden ze niet verwacht.
Zal hij ...?
Ook John Knox kijkt eens om zich heen. Hij heeft het schilderij in beide handen vast.
Dan tilt hij het boven zijn hoofd en voordat de officier weet wat er gebeurt, gooit hij het schilderij in het water.
John Knox zegt: "Laat onze lieve vrouwe nu zichzelf maar redden. Laat haar leren zwemmen."
Knox wordt overladen met scheldwoorden, maar hierna wordt hij nooit meer lastig gevallen.

John Knox is staande gebleven.
Negentien maanden heeft hij in het galeischip moeten roeien.
Dan wordt hij plotseling vrijgelaten, omdat de Franse kroonprins trouwt met de Schotse prinses Maria Stuart.
Wat een blijdschap is dat voor John Knox.
Eerst blijft hij lange tijd in Engeland.
Maar in Engeland willen ze hem weer gevangen nemen.
Dan vlucht hij naar Geneve, naar Calvijn.
Pas acht jaar na zijn vrijlating uit de galeien kan Knox eindelijk weer naar Schotland terugkeren.
Een aantal edellieden vragen hem of hij teruggkomt in Schotland.
Zij zullen er voor zorgen dat het voor hem niet gevaarlijk meer is.
Dan gaat John Knox.
Eindelijk weer terug in Schotland.

Honderden Schotse edellieden komen samen om hem te begroeten.
Ze sluiten op dat moment een verbond met de Heere.
Ze beloven dat Gods Woord de wet in hun land zal zijn. Ze beloven ook dat ze de kerk zullen beschermen en niet meer vervolgen.
Wat is dat een ontroerend ogenblik als zij dat verbond, het Convenant sluiten voor Gods aangezicht.
Vol vuur heeft John Knox vanaf die tijd gepreekt onder zijn landgenoten.
Heftig heeft hij gewaarschuwd tegen al wat rooms is.
Met diepe ernst heeft hij zijn volk opgewekt aan die roomse gruwelen een eind te maken.
En het volk hoort naar hem, ook de leiders van het volk.
De beelden, de relikwieën, de altaren en de kruisen worden zelfs uit de kerken gehaald.
Ongestoord kunnen de Schotse protestanten leven naar Gods Woord.

Plotseling komt daar verandering in.
Maria Stuart, hun roomse koningin, komt terug uit Frankrijk.
Op zevenjarige leeftijd trouwde ze met de Franse kroonprins.
Nu is ze negentien jaar en is de Franse kroonprins overleden.
Ze is gekomen om de Hervorming in Schotland te bestrijden en uit te roeien. Al de eerste zondag laat zij in de kapel van haar paleis de mis opdragen.
De Schotten zijn verontwaardigd.
Een aantal dringen de kapel binnen en vernielen het altaar.
De kaarsen voor het beeld van Maria breken ze in stukken.
John Knox waarschuwt op de kansel ernstig tegen die vreselijke afgoderij.
"Een enkele mis is gevaarlijker dan een leger van tienduizend soldaten, dat in een land zou komen om de ware godsdienst te onderdrukken," houdt hij de gemeente voor.
Als Maria Stuart hoort wat John Knox heeft gezegd, laat ze hem onmiddellijk roepen.
En John Knox gaat.
Hij vreest de koningin niet, omdat hij in dienst staat van de Koning der koningen. Als John Knox voor Maria Stuart staat, vraagt ze nors of de onderdanen hun vorsten niet moeten eren.
Vrijmoedig antwoordt dominee Knox dat dat inderdaad moet.
Maar als de vorsten van hun onderdanen iets verlangen dat tegen Gods Woord ingaat, kunnen en mogen zij niet gehoorzamen.
Spottend zegt de koningin dat zij het wel begrijpt.
"De onderdanen moeten hun kóningin niet gehoorzaam zijn, maar moeten doen wat Jóhn Knóx zegt."
"Nee, dat ziet U niet goed," zegt John Knox, "de vorsten moeten de kerk beschermen."
"Maar wat doe ik dan," antwoordt de koningin. "Volgens mijn geweten is de Rooms Katholieke kerk de ware kerk en die bescherm ik."
Zonder aarzelen antwoordt John Knox de koningin.
"Niet ons geweten, maar Gods Woord zegt ons wat de waarheid is. Gods Woord leert ons duidelijk wat de ware kerk is en wat de ware kerk niet is. En aan Gods Woord hebben we ons te houden," legt John Knox uit.
Rood van boosheid stuurt de Schotse koningin hem weg.
Maria Stuart heeft meerdere keren John Knox bij zich laten roepen.
De heftigste verwijten slingerde ze dan naar zijn hoofd.
Ze beeft soms van woede.
Eens barstte ze in snikken uit en smeekt hem om haar te eren voor het volk.
Maar voor John Knox ging de eer van God boven alles.
Daarom is John Knox zijn hele leven standvastig gebleven. Niet voor niets kreeg hij de bijnaam 'de onbuigzame Schot'.
John Knox is 67 jaar oud geworden. Toen is hij gestorven.
Hij wordt wel de Hervormer van Schotland genoemd.
Op woensdag 26 november 1572 is hij begraven.
John Knox mag nu bij de Heere zijn.
"Wie volstandig zal blijven tot het einde, die zal zalig worden."

Achtergrondinformatie 

Korte levensloop van John
Knox John Knox werd geboren in 1505. Door zijn vader wordt hij in 1524 naar de universiteit van St. Andrews gestuurd om theologie te studeren. Het lijkt erop dat John Knox nog enige tijd roomse priester is geweest. Maar in 1542 blijkt hij over te zijn gegaan naar de gereformeerde religie. In 1546 wordt ds. George Wishart op de brandstapel verbrand en de verantwoordelijke kardinaal, Beatoun vermoord. Omstreeks pasen 1547 wordt Knox beroepen tot predikant van St. Andrews. In juni wordt hij gevangen genomen en moet hij naar de Franse galeien tot 1549. Hierna vertrekt hij naar Engeland totdat het ook in Engeland te gevaarlijk voor hem wordt. Van 1554 tot 1557 verblijft hij in Geneve en Frankfurt.

Op uitnodiging van de Schotse adel gaat hij in 1557 weer terug naar Schotland, waar hij in 1560 predikant te Edinburgh wordt. Op 20 december 1560 wordt de Gereformeerde Kerk van Schotland officieel de Staatskerk. In 1563 wordt John Knox beschuldigd van verraad door de Raad des Konings. Gelukkig wordt hij hiervan vrijgesproken. In 1570 krijgt John Knox een hersenbloeding en in 1572 sterft hij. 

Huwelijk en kinderen
John Knox is twee keer getrouwd geweest. De eerste keer met Maijorie Bowes uil Engeland. Bij haar kreeg hij twee zonen, Nathanaël en Eleazar. Beide zonen hebben nog aan de universiteit van Cambridge gestudeerd, maar zijn op jonge leeftijd overleden. Uit zijn tweede huwelijk met de adellijke dame Margaret Stewart zijn drie dochters geboren. Toen John Knox overleden was is Margaret weer getrouwd met Sir Andrew Ker. De derde dochter van John Knox is getrouwd met de bekende predikant John Welch. 

De hervorming in Schotland
Ook in Schotland drong de hervorming door. Dit is niet zonder bloedvergieten gegaan. Maria de Guise, de Schotse regentes, had zelfs hulp van Frankrijk ingeroepen om de Hervorming te bestrijden. Vandaar dat John Knox op een Frans galeischip terechtkwam. Om samen met Frankrijk de Hervorming nog beter te kunnen bestrijden, liet Maria de Guise haar dochtertje Maria Stuart, trouwen met de Franse kroonprins. Ter ere van dat huwelijk kwam John Knox weer vrij. Nadat John Knox in Geneve gezien had hoe Calvijn alles in kerk en stad geregeld had, wilde hij dat in Schotland ook zo organiseren. Krachtig bestreed John Knox de roomse dwaalleer. Velen stemden met hem in. Honderden Schotse edellieden sloten plechtig een verbond, een Convenant. Zij beloofden Gods Woord door te voeren en Gods volk te beschermen. De presbyterianen, zoals de Schotse protestanten worden genoemd, konden ongestoord leven naar Gods Woord. Maar toen Maria Stuart uit Frankrijk terugkwam, heeft ze het werk van de Hervorming zoveel mogelijk bemoeilijkt. John Knox ging haar niet uit de weg. Onbevreesd bestrafte hij haar. Later werd zij in een burgeroorlog zelfs gevangen genomen. Ze wist naar Engeland te vluchten, hier werd ze gevangen genomen en tenslotte is zij in Londen onthoofd.

Mariabeeld
De lezingen omtrent het verhaal over het in het water gooien van Maria verschillen. John Knox zelf heeft dit voorval beschreven, maar vermeldt niet wie de hoofdpersoon is. De meeste schrijvers denken dat John Knox het zelf heeft gedaan en dat hij uit bescheidenheid niet zegt dat hij het gedaan heeft. Ook over wat voor Maria-afbeelding te water ging verschillen de schrijvers. De een heeft het over een schilderij; de ander spreekt van een op een houten plaat geschilderd portret. Dat het bleef drijven is in ieder geval duidelijk.

St. Andrews
De verovering van St. Andrews was de straf op de moord op kardinaal Beaton. De kardinaal heeft zelf het bevel gegeven om dominee George Wishart op de brandstapel om te laten brengen. Boze tongen hebben beweerd dat John Knox achter de moord op kardinaal Beaton zat. John Knox heeft dat altijd ontkend en gezegd dat men niet de plaats van God mocht innemen. "Mij komt de wrake toe, zegt de Heere".

Galeischepen
In het boek van André Chamson - De wond van een galeischip - wordt uitvoerig verteld over het leven op een galeischip. Hieronder een korte samenvatting van de boekrecensie uit het Reformatorisch Dagblad.

Voor het oog is het galeischip "De Geweldige" een eilandje van pracht en praal. Rode, met goud bestikte vlaggen en glimmend galonwerk verbergen echter een gapende wond: het bagno. Daar bevinden zich 260 galeislaven, die in uiterst ellendige omstandigheden de roeiriemen moeten hanteren. „Ik heb deze wereld van verschrikking betreden alsof ik hem reeds kende, alsof hij een voorafschaduwing van onze eigentijdse geschiedenis was," schrijft de auteur in het voorwoord van "De galei".
De galeislaven vormen een gemêleerd gezelschap van krijgsgevangenen, dieven, moordenaars, zoutsmokkelaars en christenen. Volgens een luitenant van "De Geweldige" is de laatste categorie het ergst: „Er is geen slag misdadigers dat zo aan zijn misdaden verknocht is. Ze mishagen God, richten zich tot Hem in het Frans en tutoyeren Hem alsof ze Hem in de kroeg ontmoet hebben."
De uit het Frans vertaalde roman begint met een bezoek van drie schone dames en hun begeleiders aan "De Geweldige". De kapitein wil hun een onvergetelijke dag met „brood en spelen" bezorgen. De gasten genieten van een overvloedig maal en van fraaie orkestmuziek. Als klap op de vuurpijl mogen de galeislaven optreden. Bij elk fluitsignaal moeten de slaven een bepaalde beweging maken. Dit gaat gepaard met een stortvloed van slagen.
Het gehuil en gekerm, de ontblote ruggen vol wonden en striemen en de stank van uitwerpselen, zweet en etter maken het tot een verbijsterend schouwspel.


Je kunt overwegen om nadat deze schets is behandeld, een avond over vervolgde christenen te hebben. Vraag hiervoor de Treffer 'Vervolging' aan en / of neem hiervoor contact op met bijv. Stichting de Ondergrondse Kerk Zij kunnen u tips geven of misschien zelf een avond verzorgen.
Let er op dat er geen overlap met de lagere school ontstaat: scholen geven ook soms aandacht aan vervolgde christenen.

Stichting De Ondergrondse Kerk
Postbus 705,
4200 AS Gorinchem
Tel. 0183-561186 / Fax. 0183-561229
info@sdok.org    www.sdok.org


Antwoorden

Weet je het nog?
1. ja
2. nee, want John Knox was geen misdadiger.
3. nee, hij zei dat de Paus de Antichrist was.
4. ja
5. ja
6. nee, omdat Maria Stuart met een Franse kroonprins trouwt
7. nee, met de Schotse edellieden
8. ja
9. ja
10. ja 

Om over te praten 
1. Hij was net als Calvijn en Luther tegen de Roomse leer. Hij kwam erachter dat je alleen uit genade zalig kan worden en niet door goede werken.
2. Verering van heiligen; aanbidden van beelden; door goede werken zalig worden.
3. Van de Roomse Kerk moeten de mensen de beelden aanbidden.
4. Hij ging ondanks het verbod toch door met bidden. Ja, maar dan had hij niet moeten bidden of het stiekem moeten doen.
5. China, Indonesië De mensen moeten in het geheim samenkomen om te bidden. Ze worden uitgelachen, bespot en gepest. Sommige worden gevangen genomen en gemarteld.
6, Op deze vraag komen persoonlijke antwoorden. Neem de kinderen serieus hierbij. Probeer tot de kern door te dringen: God liefhebben boven alles. (Zie Jozef: Zou ik zo'n groot kwaad doen en zondigen tegen God?). 

Puzzel 2:
Maar die volstandig zal blijven, die zal zalig worden. (Matth. 10 : 22). 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 2002

Mivo -12 | 28 Pagina's

John Knox, de Schotse hervormer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 2002

Mivo -12 | 28 Pagina's