JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Achtergrondinformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Achtergrondinformatie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vervolging van de vroegchristelijke kerk

In de eerste drie eeuwen na Christus is de christelijke kerk een kerk van martelaren geweest. Het duurt tot ongeveer 250 voordat de vervolging een algemeen en systematisch karakter krijgt. Van het begin af aan echter bedreigde het zwaard de christenheid. Petrus schrijft in zijn eerste brief (4: 12) over "de hitte dei verdrukking onder u, die u geschiedt tot verzoeking". Met verzoeking wordt in dit bijbelgedeelte beproeving bedoeld.

Opvallend is dat in het toenmalige Romeinse rijk het christendom als een ongeoorloofde en ontoelaatbare vorm van godsdienst werd beschouwd. In het algemeen waren de Romeinen namelijk zeer verdraagzaam. Oosterse godsdien- sten werden getolereerd, Griekse godheden aanbeden, alleen het geloof van de christenen werd afgewezen.

De reden van deze afwijzing vindt zijn grond in 1 Corinthe 12: 3. "Daarom maak ik u bekend dat niemand, die door de Geest Gods spreekt, Jezus een vervloeking noemt; en niemand kan zeggen Jezus de Heere te zijn, dan door de Heilige Geest." In het Grieks staat er niet 'Jezus de Heere' maar 'Jezus is Kurios'. In het Romeinse rijk nu was de aanspraak 'Kurios' de officiƫle titel van de keizer, waaraan de titels Heiland en Weldoener werden toegevoegd.

Elke godsdienst in het Romeinse rijk werd getolereerd, mits aan de keizer de hulde van 'Kurios' werd gegeven. En juist deze aanspraak van de keizer was voor de christenen, gezien 1 Corinthe 12: 3, onmogelijk. In de meeste martelaarsverhalen wordt dan ook bij de verhoring aan hen gevraagd de keizer 'Kurios' te noemen (god). Echte christenen deden dat niet. De heidenen zagen dit als majesteitsschennis, landverraad. Men beschouwde hen daarom als vijanden van het Romeinse rijk.

Het martelaarschap en martelaarsgeschriften

Het Nederlandse woord 'martelaar' is afgeleid van het Latijnse woord 'marlyr'. 'Martyr' betekent 'getuige'. De martelaren getuigden van hun geloofszekerheid, van God en Zijn woord, van Christus en van het eeuwige leven.

Speciaal in de 'martyria' (marlelaarsgeschriften) lezen we over dit getuigen in diverse situaties. Ook Perpetua schreef een martelaarsgeschrift. Zij beschrijft daarin haar belevenissen van de gevangenneming tot de voltrekking van het vonnis. De weergave van de gebeurtenissen op weg naar en in de arena zijn vrijwel zeker door Tertullianus van Car thago op papier gezet.

De martelaren in de vroegchristelijke kerk hebben het martelaarschap bewust aanvaard. Ze waren blij te mogen lijden om de Naam van hun Heere (zie ook 1 Petrus 4: 13). Hun reaktie op het martelaarschap viel de heidenen op. Elke vervolging gaf verlies: gemeenteleden werden afvallig. Maar de winst van de verdrukking was groten velen werden heilig jaloers, de Geest Gods maakte hen zoekers en vinders van de levende God. De kerk groeide tegen de verdrukking in. Tertullianus schrijft: 'Het bloed van de martelaren is een zaad'.

Plaats van veroordeling

Waarschijnlijk zijn Perpetua en de andere christenen in Carthago, Noord-Afrika, veroordeeld. Zekerheid is hier echter niet over.

De eigenlijke plaats van voltrekking van het vonnis, de arena, had twee poorten die aan de centrale zandvloer grensden: de poort van de dood en de poort van het leven. Wanneer een veroordeelde de aanval van een gladiator (kampvechter) of een wild dier had doorstaan en nog (enigszins) levend was, werd hij naar de poort van het leven gebracht. Naar de gebruikelijke gang van zaken werd in een ander vertrek de keel doorgesneden of de doodsteek toegebracht. Was de veroordeelde echter op de zandvloer reeds gestorven, dan werd hij door de poort van de dood buiten de arena gedragen.

Extra informatie over het lijden van Perpetua

In het martelaarsgeschrift over Perpetua wordt verteld dat zij de pijn van de aanval van de wilde koe niet gevoeld heeft. De Heere bewaarde haar voor die lijdensweg. Als zij reeds uit de arena is gedragen, vraagt ze wanneer ze nu voor de koe zal geworpen worden. Ze is verbaasd als ze al sporen van mishandeling op haar kleren en lichaam ziet.

Ook over de genadeslag voor Perpetua en de anderen zijn feiten opgeschreven in het martelaarsgeschrift. De leerlinggladiator die de laatste zwaardstoot toe moest dienen, had een onvaste hand. Dit wordt speciaal bij de genadeslag voor Perpetua vermeld. De anderen kwamen door een enkele slag om het leven. Bij Perpetua echter zorgde zijn onvaste hand ervoor dat de slag niet goed gericht en onvoldoende van kracht was. Andere geschiedschrijvers vermelden dat de on vaste hand wellicht ook veroorzaakt is doordat Perpetua zo'n krachtig geloof uitstraalde dat het de gladiator verwarde. Perpetua moet op dat ogenblik zelf ingrijpen. Ze lijdt ondraaglijke pijn dooide weifelende zwaardstoot en grijpt vervolgens zelf de hand van de gladiator. Ze richt deze hand op haar keel en komt zo om het leven. Tertullianus (mede-auteur van het martelaarsgeschrift) schrijft: "Wellicht had zo'n grote vrouw, die door de onreine geest (de duivel) werd gevreesd, niet anders gedood kunnen worden als zij het niet zelf had gewild."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 1998

Mivo -12 | 34 Pagina's

Achtergrondinformatie

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 1998

Mivo -12 | 34 Pagina's