Op weg naar Bethlehem
Midden op het dorpsplein staat een groepje mensen nieuwsgierig de weg af te turen. Er is zeker iets bijzonders aan de hand! In de verte komt een ruiter aan. Geen gewone ruiter. Nee, het is een dienaar, een heraut van de keizer. Nieuwgsierig dringen de mensen om hem heen. Dan staat hij stil. Met zijn ene hand houdt hij de teugel vast en met zijn andere hand brengt hij een trompet aan zijn mond. Hij geeft er drie lange stoten op. Dan haalt hij van onder zijn mantel een stuk perkament tevoorschijn en begint luid te lezen wat daarop staat geschreven. Het is een bevel! Een bevel van de keizer Augustus!
En hoe luidt dat bevel? Wel, de keizer Augustus wil weten hoeveel mensen er in zijn rijk wonen en daarom moet nu een ieder op reis gaan naar de plaats, waar vroeger zijn familie heeft gewoond. Een ieder zal daar zijn naam op moeten laten schrijven. Niemand mag aan dit bevel van de keizer ongehoorzaam zijn. De mensen weten immers dat de keizer een streng heerser is, die niet met zich laat spotten Ook in het stadje Nazareth wordt dit bevel van de keizer voorgelezen. Jozef en Maria horen het ook. Ze schrikken van dit bericht. Juist nu!
Juist nu het niet lang meer zal duren dat Maria een Kindje zal krijgen. Dat heeft de engel Gabriël hen immers verteld. Eerst aan Maria en later ook aan Jozef. En moeten zij nu op reis? Dat kan toch niet! En toch, het moet! Het is een bevel van de keizer. Maar eigenlijk is het een bevel van de Heere. De Heere Jezus moet immers in Bethlehem geboren worden. Daar zal de Heere Zelf voor zorgen.
Jozef en Maria gaan op weg. Helemaal alleen! Alleen? Nee, toch niet! De Heere Zelf gaat met hen mee. Hij wijst ze de weg. Hij bewaart ze op de weg. Ja, Hij zorgt er Zelf voor, dat alles gebeurt, zoals Hij dat wil. Wat gelukkig dat de Heere Zelf voor hen zorgt.
En, dat deed de Heere toen, maar dat doet Hij nu nog. Daar mogen wij óók elke dag om vragen. "Heere, wilt U Zelf ook voor ons zorgen?"
Zo gaan Jozef en Maria op reis. Het wordt een lange en moeilijke tocht. Samen lopen ze over de moeilijk begaanbare wegen. Geen mooie wegen, zoals wij die tegenwoordig hebben. Nee, het zijn dikwijls smalle kronkelige bergpaden. Er zitten kuilen in, er liggen stenen op die weg. Ze moeten voortdurend goed opletten. Eindelijk, na enkele dagen lopen zien ze in de verte de groene palmbomen en de blinkende witte huizen van Bethlehem. Ze slaken een zucht van verlichting als ze de poort van Bethlehem binnengaan. Maar wat is het verschrikkelijk druk in het stadje.
Ze gaan op zoek naar een plaats om te overnachten. Ze kloppen aan bij de herberg. Maar tot hun grote schrik horen ze dat er geen plaats meer voor hen is. Géén plaats voor Jozef en Maria. Maar bovenal, géén plaats voor de Heere Jezus. Waar moeten zij nu heen? Het wordt nacht! Zij kunnen toch niet buiten blijven? Nee de Heere wijst aan Jozef en Maria Zelf de weg. Naar een stal! Een stal? Ja, zo arm werd de Heere Jezus, dat Hij wilde geboren worden in een stal.
Zie je wel dat het voor Jozef en Maria geen gemakkelijke weg was. Dat is nu ook nog zo hoor. Als je werkelijk de Heere Jezus mag volgen, Hem je zondige hart mag geven, dan is dat vaak ook niet zo gemakkelijk. Misschien dat er wel vrienden zijn, die niets meer met je te maken willen hebben. Dat kan heel verdrietig zijn. Maar één ding mag je nooit vergeten, dat de Heere je op die weg altijd wil helpen, zelfs al lijkt het wel dat je helemaal alleen bent.
In die donkere stal gebeurt het grootste wonder dat ooit is gebeurd en nog ooit gebeuren zal. Daar wordt Gods Zoon geboren. Hij wilde de hemel verlaten, geboren worden in een arme stal. Hij wilde de straf dragen die wij mensen hebben verdiend.
Misschien vind je dit wel héél moeilijk om te begrijpen. Maar eigenlijk wilde de Heere Jezus voor zondige mensen weer een nieuwe weg openen. Opdat ze, als zij daarop zouden lopen, behouden zouden kunnen worden. Je begrijpt het al hè? De weg naar het eeuwige leven. Zou jij ook wel op die weg willen wandelen? Dan mag je aan de Heere vragen of Hij je op die weg brengen wil. Hij wil, dat wij Hem daarom vragen. En als wij daarom vragen, niet zomaar eens een keertje, maar elke dag, dan heeft de Heere ook beloofd, dat Hij je zal leiden op die weg.
Weet je wie er kort na de geboorte van de Heere Jezus ook op weg zijn gegaan naar Bethelhem? De herders. Zij zijn buiten op het veld en passen op hun schapen. Zij hebben een vuur gemaakt, om de wilde dieren die alsmaar op hun schapen loeren te verjagen. Plotseling schrikken ze geweldig. Er is opeens een geweldig groot licht bij hen. Veel lichter nog dan de vlammen van hun vuur. Het is een engel, een dienstknecht van de Heere. Hij zegt: "Vreest niet, want ik kom jullie iets moois vertellen. De Heere Jezus is geboren." Even is het alsof de donkere hemel openscheurt. Er komen duizenden engelen, die zingen "Ere zij God in de hoogste hemelen en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen." Dan sterft het gezang weg en de hemel sluit zich weer. Het is weer donker, alleen het vuur brandt nog. Maar dan staan de herders op. Ze laten hun schapen in de steek, en gaan op weg om de Heere Jezus te aanbidden.
Zou jij dat ook wel willen? Alles in de steek laten, om de Heere Jezus te aanbidden.
Weet je wie er ook op weg zijn gegaan naar Behtlehem? De wijzen uit het Oosten! Zij zien een ster aan de hemel staan. Een hele bijzondere ster. En ze zeggen tegen elkaar: "Er zal vast een Koningskind geboren zijn." Ze nemen al hun schatten die zij hebben mee. Goud, wierook en mirre. Want dat zullen zij als geschenk aan het Koningskind geven.
Zo gaan ze op reis. Naar Jeruzalem. Want daar zal dat Koningskind wel geboren zijn. Maar in Jeruzalem weten de mensen niet eens dat er een Koningskind geboren is. Zij moeten naar... Bethlehem. Dáár is de Heere Jezus. Dáár moeten zij Hem zoeken. Maar dáár zullen zij Hem ook vinden. Dáár knielen zij neer en geven Hem al hun schatten. Goud, wierook en mirre. Maar zij geven Hem ook hun hart. En dat is het mooiste geschenk wat ze hebben kunnen geven.
Dat is ook voor jou nodig. Heel je hart, vol zonden aan de Heere geven! Weet je dat de Heere daar zelfs om vraagt. "Mijn zoon, mijn dochter, geef Mij je hart."
Op weg naar Bethlehem. Geen gemakkelijke weg. Maar wel de enige weg om behouden te worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1989
Mivo -12 | 23 Pagina's
