JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Handleiding 5a: Het graf gesloten... het graf geopend

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handleiding 5a: Het graf gesloten... het graf geopend

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij deze handleiding is een -10 en een +10 werkboekje beschikbaar. Klik op onderstaande link om deze in te zien.

  • -10 werkboekje
  • +10 werkboekje

Lezen
Mattheüs 27:62-66
Mattheüs 28:1-10

Zingen
Psalm 16:3 en 6
Psalm 21:4, 5 en 13
Psalm 22:13 en 16
Psalm 30:3, 4 en 8
Psalm 42:3 en 5
Psalm 68:2, 9 en 10
Psalm 72:10 en 11
Psalm 110:1 en 2
Psalm 118:11 en 12
Psalm 146:1 en 8
Psalm 150:1, 2 en 3

Kerntekst
En ziet, er geschiedde een grote aardbeving; want een engel des Heeren, nederdalende uit de hemel, kwam toe, en wentelde de steen af van de deur, en zat op dezelve.
Hij is hier niet, want Hij is opgestaan (Mattheüs 28:2 en 6a).

Vertelschets

Het is avond. In de tuin van Jozef van Arimathea is het stil. Het is de stilte van de sabbat die is aangebroken. Het is ook de stilte van de dood.
In de tuin van Jozef is een rots. Daarin heeft hij een graf laten maken. Als hij zal sterven, zal hij daar worden begraven en niet in de rotsgraven die rondom Jeruzalem liggen.
Vandaag is dat graf voor het eerst gebruikt. Niet voor Jozef zelf. Niet voor iemand uit zijn familie. Jozef heeft het graf gebruikt om daar het lichaam van de Heere Jezus in te leggen.
Een graf voor de Heere Jezus? Ja! Jezus is gevangen genomen en ter dood veroordeeld. Eerst door het Sanhedrin en daarna door de stadhouder Pontius Pilatus. Laat Hem gekruisigd worden! heeft het volk geschreeuwd voor het rechthuis van Pilatus. En dat is gebeurd. Jezus is vastgenageld aan het kruishout op de heuvel Golgotha. Daar is Hij gestorven.
Maar… het is bijna sabbat! De lichamen mogen op de sabbatdag niet aan het kruis hangen. Jozef van Arimathea is naar Pilatus gegaan. “Mag ik het lichaam van de Heere Jezus om Hem te begraven?” heeft hij gevraagd. Dat mocht. Nog net voor de sabbat heeft hij samen met Nicodemus het lichaam van de Heere Jezus gezalfd, in doeken gewikkeld en in het lege graf gelegd. Hij heeft de grote steen ervoor gerold. Het is voorbij. Jezus is gestorven. In de tuin van Jozef van Arimathea heerst de stilte van de dood.

Weet je wie daar eigenlijk hadden moeten liggen? Wij! Want niet Jezus heeft de dood verdiend, maar wij! In het Paradijs waren geen graven. Maar wij hebben gezondigd en we wisten het: ten dage als gij van die boom eet, zult gij de dood sterven. Dat graf is òns graf. En toch, er ligt een Ander in.

Het is vroeg in de ochtend. In Jeruzalem is het nog stil. Het is sabbat geworden. Maar dan klinken haastige voetstappen door de straten van Jeruzalem. Het zijn Farizeeërs en overpriesters. Gaan ze naar de tempel voor het Paasfeest? Nee, ze gaan naar het rechthuis van de stadhouder Pilatus. Ze willen de stadhouder spreken. Pilatus is verbaasd. Komen deze vrome Joden op de sabbat naar hem toe om hem te spreken? Mag dat wel van hun wet? Dan moet er wel iets heel belangrijks zijn.
“Wat is er aan de hand?” vraagt hij hen. “Heer, deze verleider heeft, toen Hij nog leefde, gezegd dat Hij na drie dagen zou opstaan.” Deze verleider, daarmee bedoelen ze de Heere Jezus. Zo noemen ze Hem, een leugenaar, een bedrieger. Ze herinneren zich de woorden van de Heere Jezus. Vreemd, de discipelen zijn deze woorden vergeten, maar deze mannen weten het nog heel goed. Ze kijken Pilatus aan. “Wilt u daarom een bevel geven dat het graf verzegeld en bewaakt zal worden tot en met de derde dag? Anders zullen de discipelen van Jezus misschien ‘s nachts komen en het lichaam stelen. Dan zullen ze tegen het volk zeggen dat hun Meester is opgestaan uit de dood. Deze laatste leugen zal nog erger zijn dan de eerste.”
Pilatus kijkt de mannen aan. “U kunt een wacht krijgen,” antwoordt hij. “Ga heen, regel het maar zoals u denkt dat goed is.”

In de tuin van Jozef van Arimathea is het stil. Het is de stilte van de sabbat. Het is de stilte van de dood. Dan wordt die stilte verbroken. Het geluid van marcherende soldaten klinkt. De soldaten lopen de tuin in, gaan naar het graf. Een paar mannen van het Sanhedrin kijken toe hoe de soldaten een touw spannen om de grafsteen. De uiteinden van het touw worden met heet gemaakte was aan de steen vastgemaakt. Een soldaat drukt met een zegelring van Pilatus een zegel in die was. Niemand mag het graf nu openen. Zo is het bevel van de rechter Pilatus. Het graf is verzegeld en blijft dicht.

Weet je wie daar eigenlijk hadden moeten liggen? Wij! De Rechter van hemel en aarde heeft het vonnis over ons uitgesproken: schuldig tot de dood. Wij hebben de eeuwige dood verdiend door onze zonden. Wij hebben verdiend dat ons graf altijd dicht blijft. Het zegel van de hoogste Rechter hangt eraan. En toch, er ligt een Ander achter dat zegel.

Het is vroeg in de ochtend. De sabbat is voorbij. De eerste dag van de week breekt aan. In de tuin van Jozef van Arimathea is het stil. Het is de stilte van de dood. De hele nacht hebben de soldaten gewaakt. Vanzelf! Een Romeinse soldaat die slaapt als hij op wacht moet staan, wordt ter dood veroordeeld! En op wacht staan in een stille tuin bij het graf van een dode is niet zo’n moeilijke opdracht. De soldaten hebben wel gevaarlijker werk gedaan. Straks breekt de dag aan. Dan zullen ze worden afgelost.

Vroeg in die ochtend gaat er ergens in Jeruzalem een deur open. Vrouwen komen naar buiten. Het zijn Maria Magdalena en nog een paar andere vrouwen, die de Heere Jezus liefhadden. Ze zullen naar het graf van Jezus gaan. Op vrijdag hebben ze gezien hoe Jozef en Nicodemus de Zaligmaker hebben begraven. Zij hadden het lichaam van hun Meester gezalfd. Maar omdat het bijna sabbat was, was het allemaal erg haastig gebeurd. Nu gaan de vrouwen naar het graf. Ze hebben zalf en specerijen bij zich om het lichaam van de Heere Jezus nog beter te kunnen zalven.

Vroeg op die eerste dag van de week klinkt er in de hemel een bevel. Een goddelijk bevel. De Heere stuurt een engel naar de aarde. Daar in die stille tuin van Jozef van Arimathea, in dat donkere graf, gebeurt een heerlijk wonder. De Zoon van God staat op uit de dood! Hij leeft. Het is volbracht! De straf is gedragen, het offer is gebracht. Het is genoeg. De prijs is betaald.
De aarde beeft. De engel daalt neer. Als een bliksem, zo blinkt hij; wit als de sneeuw zijn zijn kleren. Hij gaat naar de steen en rolt hem weg van de opening van het graf. Maar het zegel dan? Het graf moest toch dicht blijven op bevel van de rechter? Nee! De Heere is de Rechter van hemel en aarde! Het vonnis is uitgevoerd. De straf is gedragen. De gevangene mag uit de gevangenis!
Op Golgotha heeft Jezus' woord geklonken: Het is volbracht! Hier in de tuin van Jozef klinkt de echo van God de Vader: “Het is volbracht!”
De Heere Jezus is gehoorzaam geweest tot in de dood. Nooit heeft Hij één zonde gedaan. Altijd was Hij gehoorzaam. Een Mens zoals de Heere Adam had geschapen. Maar de eerste Adam had door zijn zonde de dood verdiend. De laatste Adam, de Heere Jezus, heeft door Zijn gehoorzaamheid het leven verdiend. En nu staat Hij op. De dood moet wijken. De grafdoeken legt Hij af. Hij leeft! Jezus is Overwinnaar! Wat zal er in de hemel een blijdschap zijn geweest. Wat zullen de engelen gejuicht hebben! Hun Koning, Die eerst de doornenkroon droeg, ontvangt nu de kroon van het leven. Wat zullen Gods kinderen in de hemel gezongen hebben! Nu is hun zonde volkomen weggedaan, nu heeft de dood niet meer het laatste woord.
Wat zal de duivel gebeefd hebben. Het is afgelopen met zijn macht. Hij heeft het voorgoed verloren. Jezus is de Levensvorst.

En jij, juich je mee met de engelen, met Gods kinderen? Of ben je bang voor de dood? Als je de Heere Jezus liefhebt, hoeft dat niet. De dood is overwonnen, de hel is verslagen. Koning Jezus is sterker dan de dood. Hij is sterker dan jóúw dood. Hij heeft de macht en het recht ook jóúw graf te openen, het graf van de zonde. Om dat te doen, is Hij opgestaan. Wat de Heere Jezus verdiend heeft, toen Hij stierf aan het kruis, dat kan Hij nu gaan uitdelen, met doorboorde handen. Genade, vergeving, het eeuwige leven. Weet je daarvan?

Het graf is open. De Zoon van God staat op! Het zegel van Pilatus wordt verbroken. Dat is niet meer geldig. De hoogste Rechter spreekt vrij. Zo is er dan nu geen verdoemenis, voor degenen die in Christus Jezus zijn! Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning?
De aarde beefde toen Jezus stierf. De aarde beeft opnieuw als Jezus opstaat. De soldaten die op wacht staan, vallen als dood op de grond van angst en schrik. Een aardbeving, een man in blinkend witte kleren die als een bliksemstraal uit de hemel neerdaalt en de steen van het graf rolt… Haastig komen ze overeind. Ze slaan op de vlucht, ze maken dat ze hier wegkomen, zo bang zijn ze.
Ja, als je de Heere Jezus niet kent, maakt Zijn grote kracht je bang. Dan doe je net als de wachters, dan loop je bij Hem weg.
De wachters zijn naar de overpriesters gegaan. De overpriesters geven de soldaten veel geld. Ze moeten aan iedereen vertellen dat de discipelen van de Heere Jezus ’s nachts zijn gekomen en dat ze Zijn lichaam uit het graf hebben gestolen. Ze hoeven niet bang te zijn dat ze de doodstraf zullen krijgen, want de overpriesters en de ouderlingen zullen het wel in orde maken met de stadhouder. En zo gaat de leugen Jeruzalem in.

In die vroege ochtend, in die stille tuin van Jozef van Arimathea komen de vrouwen met hun zalf en specerijen. Maar dan schrikken ze! De steen is weggerold van het graf! Wat zou er zijn gebeurd? Ze bukken zich om in het graf te kijken. Ze zien een engel uit de hemel, met blinkend witte kleren. Hij zegt:Vreest gíjlieden niet, want ik weet dat gíj zoekt Jezus, die gekruisigd was!
De wachters moesten vrezen, maar deze vrouwen hoeven niet bang te zijn. Waarom niet? Omdat ze Jézus zoeken, Jezus, Die gekruisigd was! Hun hart is vol van Hem. Ze zoeken Hem op de verkeerde plaats, dat is waar, maar ze zijn gekomen uit liefde voor Hem. Dan hoef je nooit bang te zijn.
Doe jij dat ook? Gaat je hart uit naar Hem? De vrouwen zijn gekomen voor de Heere Jezus en ze zoeken Hem in het graf. “Maar,” zegt de engel, Hij is hier niet, want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft! Jullie zijn gekomen om nog iets voor Hem te doen, maar dat hoeft niet meer. Hij heeft alles voor jullie gedaan. “Kom maar hierheen en zie de plaats waar de Heere Jezus gelegen heeft.”
Dan zien de vrouwen de lege plaats in het graf. De doeken liggen netjes opgevouwen. Langzaam dringt het tot hen door: hun Meester leeft! Het is waar, Hij had het al van tevoren gezegd, maar ze hadden het niet begrepen. Een grote blijdschap stroomt hun harten binnen. Jezus leeft, Hij is opgestaan!
Dan gaat de engel verder: Gaat haastig heen, en zegt Zijn discipelen, dat Hij opgestaan is van de doden; en ziet, Hij gaat u voor naar Galilea, daar zult gij Hem zien. Ziet, ik heb het u gezegd.
Daar gaan de vrouwen. Nog vol ontzag door de ontmoeting met de engel, maar ook vol blijdschap om zijn heerlijke woorden, gaan ze op weg om dit alles aan de discipelen te vertellen.
En dan staat Jezus plotseling voor hen. De vrouwen waren die morgen op weg gegaan naar Hem, omdat hun hart naar Hem verlangde. Maar het is precies andersom. Jezus is op zoek naar de vrouwen, Zijn hart gaat uit naar hen. De vrouwen wilden naar het graf van een dode Jezus en nu ontmoeten ze de levende Jezus! Weest gegroet, zo klinken Zijn woorden. Nooit heeft een groet zo blij gemaakt als hier. Hier is hun Meester! Ze vallen op hun knieën neer en pakken Zijn voeten vast, Zijn doorboorde voeten. Er is aanbidding in hun hart.
Vreest niet, zegt de Heere Jezus. Nee, dat hoeft niet meer. Als je de levende Jezus zo mag ontmoeten, hoef je nergens meer bang voor te zijn. De Heere Jezus herhaalt de opdracht die de engel had gegeven: Gaat heen, boodschapt Mijn broederen, dat zij heengaan naar Galilea, en aldaar zullen zij Mij zien. Daar gaan de vrouwen. Ze mogen de blijde boodschap gaan doorgeven. Ze mogen gaan vertellen dat Jezus leeft. Wat een heerlijke taak!

Het is vroeg in de ochtend. In de tuin van Jozef van Arimathea is het stil. Maar het is niet meer de stilte van de dood. Het is de stille vreugde van de paasmorgen. Het is de stille vreugde van het leven.
Ben je op zoek naar Jezus, Die gekruisigd was? Hij leeft! Hij wil zondaren ontmoeten. Hij wil uitdelen wat Hij heeft verdiend. Door Zijn opstandingskracht maakt Hij zondaren levend.
Weet je wie er nu uit dat geopende graf mag opstaan? Geef zelf het antwoord maar. Weet je waarom? Omdat uit dat graf een Ander is gekomen! En Wie in Hem gelooft, zal leven, al was hij ook gestorven.
Geen stilte meer! Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, die galmt door gans Jeruzalem. Een heerlijk morgenlicht breekt aan: de Zoon van God is opgestaan!

Aantekeningen bij de tekst

Mattheüs 27:57-66
Vers 59 zuiver fijn lijnwaad: zuiver linnen van zeer hoge kwaliteit.
Vers 60 nieuw graf: een rotsgraf, waar nog niemand in begraven was.
Vers 62 Des anderen daags nu, welke is na de voorbereiding: dat is de sabbat.
Vers 63 deze Verleider: daarmee bedoelen ze Jezus.
Vers 64 het graf verzekerd: in verzekerde bewaring gesteld, dat is bewaakt.
Vers 65 een wacht: soldaten die de tempel van buiten bewaken, zij hebben hun wachtplaats in de burcht Antonia.
Vers 66 verzegeld: een koord werd strak om de steen getrokken. Met een zegel van was werd dat koord aan die steen bevestigd, niemand mocht dat zegel verbreken.

Mattheüs 28:1-16
Vers 1 de eerste dag der week: zondag.
om het graf te bezien: om het lichaam van de Heere Jezus beter te verzorgen met specerijen en zalf.

Achtergrondinformatie

Jozef van Arimathea
Arimathea wordt in de regel gehouden voor Rama of Ramataïm Zofim, aan de weg van Jeruzalem naar het noorden, dicht bij de grens van Samaria. Jozef was een rijk man, wat ook blijkt uit het feit dat hij een eigen graf had. Gewoonlijk werden de Joden begraven op een algemene begraafplaats. Hij was lid van het Sanhedrin.
Uit vrees voor de Joden was hij tot nu toe niet uitgekomen voor het feit dat hij ook een discipel van Jezus was. De liefde tot Jezus zal altijd een keer openbaar komen. In Lukas staat, dat hij zich verstout om naar Pilatus te gaan om aan de stadhouder om het lichaam van Jezus te vragen. Er was moed voor nodig, moed om voor Jezus uit te komen. Die had hij eerder niet, nu komt het echter toch naar buiten.

Begrafenis
Volgens de Joodse gewoonte mocht een dood lichaam niet een nacht aan een hout blijven hangen en zeker niet op een sabbat. Een kruiseling stierf echter meestal niet op de dag van de kruisiging. Daarom kwam ook het verzoek om de benen te breken, opdat de dood spoedig zou intreden. De Romeinen lieten de lichamen hangen als voedsel voor de roofvogels en wilde dieren. Omdat de lichamen niet aan het hout mochten blijven volgens Deuteronomium 21:22, werden de lichamen verwijderd en naar de vuilstortplaats van de stad gebracht.
Jozef vraagt aan Pilatus om het lichaam van de Heere Jezus, opdat hij het begraven zal. Zo wordt ook de Schrift vervuld: Hij is bij de rijke in Zijn dood geweest (Jesaja 53:9). Samen met Nicodemus verzorgt hij het lichaam van de Heere Jezus met een mengsel van mirre en aloë van een groot gewicht: omtrent honderd ponden. Jozef wikkelt het lichaam van de Heere Jezus in zeer kostbaar linnen. Vervolgens wordt de Heere Jezus in het rotsgraf gelegd: een horizontaal in de rotswand uitgehouwen grafkamer. Voor het graf werd met behulp van een stok een ronde platte steen gerold, door een soort goot. In opdracht van Pilatus werd later het graf verzegeld, door een touw om die steen te spannen en aan dat touw een zegel te bevestigen.

De opstanding
Er zijn geen menselijke getuigen geweest bij de opstanding van de Heere Jezus. De wachters waren gevlucht, de vrouwen waren er nog niet.
De opstanding is door de eeuwen heen door velen geloochend. Paulus heeft in 1 Korinthe 15 al uitvoerig verdedigd, waarom het geloof in de opstanding noodzakelijk is. In Romeinen 4:25 legt hij het doel van de opstanding uit: Welke overgeleverd is om onze zonden, en opgewekt om onze rechtvaardigmaking.
In Zondag 17 van de Heidelberger Catechismus staat een heldere samenvatting.

De leugen van de wachters
De soldaten zijn door de overpriesters en ouderlingen omgekocht om een leugen te verspreiden. De leugen rammelt aan alle kanten. Geen enkele Romeinse soldaat zal van zichzelf vertellen dat hij tijdens zijn wacht in slaap gevallen is. Dan wacht hem de doodstraf. Verder is het onmogelijk dat ze weten wie het lichaam gestolen heeft, terwijl zij sliepen. Tenslotte zouden ze dan direct overgegaan zijn tot actie, om de dieven te achtervolgen en te arresteren. Vreemd genoeg werd deze leugen geloofd. Tekenend voor hoe wij mensen eerder ons oor neigen naar de leugens van de boze, dan naar de waarheid van Gods Woord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2011

Kompas Handleiding | 20 Pagina's

Handleiding 5a: Het graf gesloten... het graf geopend

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2011

Kompas Handleiding | 20 Pagina's