Hoe ga je om met je buren?
Vaak gaan de kinderen naar een christelijke school, ze gaan naar de club van de kerk… maar ze wonen niet in een christelijke buurt. Hoe ga je in de buurt om met verschillen?
Ik vraag het aan Evert en Nelleke Roeleveld uit Bodegraven. Zij wonen met hun drie zonen Lucas (7), Joël (5) en Ezra (3) in een eengezinswoning in een rustige woonwijk. Voor hun huis ligt een grasveld, met perkjes en een speeltuin. Ideaal voor kinderen, de drie jongens spelen dan ook graag buiten. Ze wonen hier nu anderhalf jaar. Na de verhuizing was het contact met de buurkinderen eerst nog wat onwennig, vertelt Nelleke, maar in de loop van de tijd ontstaat er steeds meer contact. Samen fietsen, racewedstrijden houden, hutten maken en bewaken, samen stoepkrijten. Ze hebben het gezellig met elkaar.
Het eerste jaar ging Nelleke geregeld mee naar buiten omdat Ezra toen nog toezicht nodig had. Zo ontstond er makkelijk contact met de andere ouders in de straat. Enkele buren zijn kerkelijk, het merendeel niet. Het samen in de speeltuin zitten en letten op de kinderen is een mooie, spontane manier van ontmoeting. Nelleke vertelt dat er in de buurt veel jonge kinderen zijn. “Met een aantal van hen hebben onze kinderen een leuke klik en spelen ze regelmatig samen. Er zijn ook buurtkinderen waarmee het contact minder soepel verloopt.” Evert vertelt dat kinderen uit de buurt ook soms binnen komen spelen. “We zijn daar wel wat terughoudender in dan bij kinderen van school. Buurkinderen zijn welkom in ons huis als de relatie met onze kinderen goed is. Tegelijkertijd willen we niet dat ons huis een ‘zoete inval’ wordt. Wij hebben ook regelmatig contact met de ouders van deze kinderen, vooral in de zomertijd als er veel mensen buiten zijn.“
Er zijn ook buurkinderen waarmee het minder goed klikt. De ouders denken dat dit meer door het karakter bepaald wordt, dan door de achtergrond van het kind. Vooral aan het taalgebruik van een kind hoor je de gewoonten van een buurgezin terugkomen. “Het gebeurde eens dat onze twee oudste kinderen zich thuis afvroegen waarom hun buurjongen zong: ‘ik ben een kind van de duivel’. Dit leverde een waardevol gesprek op met onze kinderen.”
Op de vraag of ze als christenen specifiek iets betekenen voor hun buren, reageert het stel voorzichtig. “We zijn daar niet heel specifiek mee bezig, maar ons er wel van bewust dat ons gedrag ertoe doet. De manier waarop we met onze kinderen en hun buurvriendjes omgaan, zegt iets. Ook proberen we betrokken te zijn bij de buurt, goed contact te houden met de mensen. Afgelopen jaar werd bijvoorbeeld een burendag georganiseerd. Hier hebben we ons bij aangesloten.”
De familie Roeleveld is blij met hun buurt, mede omdat er een paar christelijk gezinnen wonen. "Het is voor ons als ouders makkelijker de kinderen vrij te laten buitenspelen, omdat je weet dat je als ouders vanuit eenzelfde kader denkt."
Bidden en danken bij het eten
Bas en Simone Pors wonen met hun kinderen Anouk (18), Gerwin (16) en Milan (11) in Zoetermeer. Ze wonen in een hoekwoning in een gezellige, rustige straat. Achter het huis ligt een speelplein met een voetbalveld en een speeltuintje. Een fijne plek om te wonen dus. Wel zijn ze het enige kerkelijke gezin in de straat. Simone vertelt dat Anouk en Gerwin 8 en 5 jaar oud waren toen ze hier kwamen wonen. “Ze speelden veel met buurkinderen, maar toen ze het buitenspelen ontgroeiden, zijn de contacten verwaterd.” Milan is goed bevriend met Maikel, die aan de overkant woont. Hij is bijna 14 en zit op de middelbare school, terwijl Milan in groep 7 van de basisschool zit. Toch trekken ze nog steeds naar elkaar toe. “Ze spelen graag basketbal op het basketbalpleintje achter ons huis. Ze zijn al jaren goede vrienden. Ze halen elkaar vaak op en logeren in de vakantie ook bij elkaar.”
Ik vraag of ze aanlopen tegen verschillen in het contact tussen de jongens. Simone vertelt dat ze het grootste verschil merken in de zondagsbesteding. “Al van jongs af aan hebben we de buurtkinderen verteld dat onze kinderen op zondag niet komen spelen. Ook weten ze dat we op zondag naar de kerk gaan.”
Daarnaast merken zij verschil bij de maaltijden. “Als Maikel bij ons eet, weet hij dat we bidden en danken voor en na het eten en dat we uit de Bijbel lezen. We proberen dan uit de kinderbijbel te lezen, zodat het voor Maikel makkelijker te begrijpen is wat er in de Bijbel staat. Als Milan bij Maikel eet, krijgt hij daar ook gelegenheid om te bidden en te danken bij de maaltijd.” Simone vraagt aan Maikel hoe hij merkt dat zij een christelijk gezin zijn: “Ik weet het omdat jullie naar de kerk toe gaan en Milan op zondag niet komt spelen. Ook zie ik het aan de rok van Milans moeder, en merk ik het aan jullie taalgebruik, het Bijbellezen en bidden bij het eten.”
Maikel gaat al een poosje met Milan mee naar de -12 club van de kerk en rondom de christelijke feestdagen proberen ze aan Maikel uit te leggen waar ze aan denken bij deze feesten.
Op de vraag of zij iets mogen betekenen voor de buurt, geeft Simone aan dat ze daarin veel tekort schieten. “Een enkele keer als er een open dag in de kerk is of een evangelisatiezangavond proberen we buren mee te krijgen, maar dit is niet zo eenvoudig. De drempel naar de kerk is heel hoog.”
De familie heeft goede contacten met de buren rondom hun huis. Ze proberen meelevend te zijn, kaarten te sturen bij ziekte of soms op ziekenbezoek te gaan. Een goede buur zijn is belangrijk, geeft Bas aan: “In de vakantieperiode zorgen we voor elkaars huis(dieren) en de post. Ook het contact met de ouders van Maikel is goed. We spreken elkaar geregeld, en spreken soms een avond bij één van ons thuis af.”
Leren verantwoorden wat belangrijk is
Eelco en Lenneke Weerheim wonen in de wijk Bloemendaal, een kinderrijke, groene buurt in Gouda, samen met hun vier kinderen: Nathan (10), Jurrien (8), Roan (6) en Loïsa (2). Ze verwachten binnenkort hun vijfde kindje.
Ze vertellen dat ze met veel plezier in hun wijk wonen. “Er zijn door het jaar heen diverse activiteiten die we in de buurt samen doen, zoals een buurtbarbecue, pannenkoekenfeest, ijsfeest en dergelijke. In april hebben wij de landelijke opschoondag georganiseerd waarbij we de buurt hebben opgeruimd en plantjes hebben gepoot.
Ze spreken de buren bijvoorbeeld bij de speeltuin en op straat. Lenneke geeft aan dat de activiteiten en gesprekken zorgen voor verbinding en dat vinden zij erg belangrijk. Daarom proberen ze ook altijd deel te nemen aan de activiteiten.
Hoe gaat het samen spelen? Eelco vertelt: “Onze kinderen spelen heel graag buiten met de andere kinderen uit de wijk, zowel christelijke als onchristelijke kinderen. Onze kinderen krijgen weleens vragen over het geloof, zoals of God wel bestaat en wat ze doen als ze bidden. Ook krijgen ze vragen over bepaalde dingen die we wel of niet doen zoals de vraag waarom we geen tv hebben. Dat is weleens moeilijk voor ze, maar het is mooi om het daar samen over te hebben en ze leren om te verwoorden wat belangrijk is.”
Ze willen graag in hun levenswandel laten zien dat ze christenen zijn. “Maar ook wij zijn zondig en maken fouten. Een licht op de kandelaar zijn, is niet zo makkelijk; maar we moeten er met Gods hulp wel naar uitzien om zo anderen jaloers te maken op een leven met God.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 2019
Eigenwijs | 24 Pagina's