Schuilkelder
Nathanaël
Ineens zit ik rechtop in bed. Wat is dat? Schoten… inslagen van bommen? Moeder roept!
Vanmiddag was ik nog met mijn vrienden aan het vissen, aan het meer van Tiberias. Soms vangen we een vis die we weer terugzetten. We moeten dichtbij huis blijven, want het is oorlog… Als de sirene gaat, moeten we snel naar de schuilkelder. Maar vandaag was het rustig, dus mochten we even genieten van het vissen. Het is fijn om met mijn vrienden te zijn – even niet aan de zorgen denken.
Maar die herinnering is ineens weg. Mijn moeder roept: “Kom naar de schuilkelder!” In de donkere nacht rennen we naar buiten, naar de schuilkelder. Daar zitten ook mijn buren en visvrienden. Onder het gedreun en gedonder zitten we rillend bij elkaar. Het is eng, en iedereen is bang. In mij rijst een gebed, niet meer dan een paar woorden: "Heere, help ons!"
Eindelijk wordt het weer stil en mogen we voorzichtig naar buiten. Bij het schaarse ochtendlicht zien we de schade: een bom heeft het huis van de buren geraakt, maar wij zijn gespaard… Waarom?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 2025
Daniel | 40 Pagina's