Ik zal tot de koning gaan
En alzo zal ik tot den koning ingaan, hetwelk niet naar de wet is. Wanneer ik dan omkom, zo kom ik om. En het geschiedde toen de koning de koningin Esther zag, staande in het voorhof, verkreeg zij genade in zijn ogen, zodat de koning den gouden scepter, die in zijn hand was, Esther toereikte, en Esther naderde en roerde de spits des scepters aan. Toen zeide de koning tot haar: Wat is u, koningin Esther, of wat is uw verzoek? Het zal u gegeven worden, ook tot de helft des koninkrijks (Est. 4:16 en 5:2-3).
Het laatste nieuws dat wij van koningin Esther hadden in hoofdstuk vier, vertelde ons van haar tranen, haar vasten en bidden. Dit hoofdstuk vertelt ons van Esther in haar blijdschap. De koning liet haar zijn gunst zien. Hij vereerde haar ook door zijn tegenwoordigheid bij de feestmaaltijd van de wijn.
Dapper naderen
In de verzen 1 tot 8 wordt gesproken over het dapper naderen van Esther tot de koning. Zij stond in het binnenste voorhof van de koning, tussen hoop en vrees, haar vonnis afwachtend.
Gunstige ontvangst
Toen hij haar zag, verkreeg zij genade in zijn ogen. De koning beschermde haar tegen de wet. Hij verzekerde haar van haar veiligheid door haar de gouden scepter toe te reiken. Esther maakte daar dankbaar gebruik van door de spits aan te roeren. Daarmee laat Esther zien dat ze een nederige smekelinge is.
Aanmoediging om te spreken
Wat is u, koningin Esther, of wat is uw verzoek? Esther was bang geweest dat zij zou omkomen, maar er werd haar beloofd dat zij alles zou krijgen waarom zij zou vragen, ook tot de helft van het koninkrijk.
Bemoeding
Laten wij uit dit verhaal een bemoediging afleiden net zoals onze Heiland uit de gelijkenis van de onrechtvaardige rechter. Wij moeten altijd bidden en niet vertragen (Luk. 18:6). Esther kwam tot een trots, heerszuchtig man. Wij komen tot een God van liefde en genade. Zij was niet geroepen. Wij wel: de Geest zegt: Kom! En de Bruid zegt: Kom! Zij had een wet tegen zich. Wij hebben een belofte, vele beloften, ons ten gunste: Bid, en u zal gegeven worden. Zij had geen vriend om haar te introduceren of voor haar te bemiddelen. Daarbij was Haman, de vertrouweling van de koning, haar vijand. Maar wij hebben een Voorspraak bij de Vader, in Wie Hij behagen heeft. Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade.
Wie was Matthew Henry?
Matthew Henry (1662-1714) was een Engelse presbyteriaanse predikant. Hij was predikant te Chester en Londen. Zijn levenswerk was de Verklaring van het Oude en Nieuwe Testament die onder ons nog steeds bekend en geliefd is.
Verder praten
Op JV, thuis of met je vrienden:
ʾ Ken jij de houding van een nederige smekeling waarover Matthew Henry schrijft?
ʾ Matthew Henry zegt dat wij komen tot een God van liefde en genade. Geloof je dat?
ʾ Matthew Henry spreekt op een heel eerbiedige en vrijmoedige manier over de Heere Jezus. Hij spreekt over een Vriend en Voorspraak. Van wie is de Heere een vriend volgens Matthéüs 11 vers 19 en Lukas 7 vers 34? Voor wie is de Heere Jezus een voorspraak volgens 1 Johannes 2 vers 1? Is de Heere Jezus jouw Voorspraak?
Dit is een bewerking door Gerben van der Wulp van een gedeelte uit de Verklaring van het Oude en Nieuwe Testament door Matthew Henry.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 2021
Daniel | 36 Pagina's