Weer een dag voorbij laten gaan…

06.45 uur Je wekker gaat. Slaperig pak je je mobiel en je zet de wekker uit. Je ziet met een half oog de meldingen die binnengekomen zijn. Je draait je nog een keer om, gisteravond was het laat geworden. Terwijl je nog wat wegdommelt, denk je aan de meldingen op je telefoon. Echt lekker lig je dan niet meer. Je bent benieuwd hoeveel reacties er gekomen zijn op de foto die je gepost hebt van je examenfeestje. Je pakt opnieuw je mobiel. En voor je het weet moet je je gaan haasten om op tijd te zijn.

David werd ook wakker, lezen we in Psalm 139. Verwonderd zegt hij in vers 18: Word ik wakker, zo ben ik nog bij U. Hoe komt het, dat David zo wakker wordt? Dat zijn eerste gedachten voor de Heere zijn? Dat lezen we ook in Psalm 139. Toen David die avond daarvoor was gaan slapen, had hij gedacht aan de trouwe zorg en regering van God in Zijn leven. Hij was in gedachten helemaal teruggegaan naar zijn prille begin. Hij had de Heere geloofd, omdat hij zo wonderbaarlijk gemaakt was. Wat een wonder, dat de Heere hem al zag in de moederschoot. Zijn verwondering werd nog groter, want al de dingen die in zijn leven gebeurden, waren toen al in Gods boek geschreven. Wat een troost was dat voor David. En zo was David in slaap gevallen.

!

Als je vanavond op bed ligt, ga dan in gedachten ook eens terug naar het allereerste begin in je leven. Ben je dan ook zo verwonderd? Als je eens bedenkt dat er niets zomaar gebeurt in je leven, maar dat alles bij de Heere bekend is, ervaar je dan ook die troost? Dan kun je gerust gaan slapen. En dan zou het zomaar kunnen zijn, dat de Heere, net zoals bij David, nog steeds dicht bij je is, als je ’s morgens wakker wordt.

07.30 uur Je bent veel te lang in bed blijven liggen en nu moet je je haasten. Gelukkig ben je al een eind. Je moeder heeft je brood al gesmeerd. Er ligt zelfs al een boterham klaar op je bord. Snel schuif je aan tafel. Je vouwt je handen. Na het eten pak je de Bijbel. Je zoekt een psalm op. Meer tijd heb je nu niet. Je probeert de woorden tot je door te laten dringen, maar het lukt niet. Je moet weg.

Job is die morgen vroeg opgestaan (Job 1:5). Dat is niet zo verwonderlijk, want Job heeft het druk. Job heeft immers grote kudden vee en zeer veel dienstvolk. Toch is Job niet daarom zo vroeg opgestaan. Job is opgestaan om brandoffers te offeren. Job gaat de dienst der verzoening verrichten. Want de kinderen van Job zijn bij elkaar geweest om feest te vieren. En Job zegt: misschien hebben ze gezondigd. Job kent zijn eigen hart. En daarom kent hij ook het hart van zijn kinderen. Job weet hoe makkelijk de zonden ingang vinden. Er is verzoening nodig! Job maakt zich er niet makkelijk van af. Hij laat zich niet tegenhouden door al het werk dat wacht. Hij zoekt het allerbeste lam uit. Hij offert een brandoffer. Een offer dat heen wijst naar het Lam, dat Zichzelf geofferd heeft om de zonden van Zijn volk te verzoenen.

!

Zet je morgenochtend ook je wekker wat vroeger? Want het morgenoffer kost tijd. Het morgenoffer is kostbare tijd. Dat is stille tijd, waarin je je zonden belijdt voor de Heere. Dat is tijd, waarin je worstelt om vergeving. Des morgens, HEERE, zult Gij mijn stem horen; des morgens zal ik mij tot U schikken, en wacht houden (Psalm 5:4).

12.00 uur Je hebt pauze. Je loopt naar buiten. Je trekt je even terug. Wat was het druk vanmorgen! Je hoofd zit vol met alle indrukken. Je hebt behoefte aan rust. Even je hoofd leegmaken. Even helemaal niets. Je trekt je terug op een bankje in het park en pakt je smartphone. Tijd om even bij te komen.

Daniël trekt zich ook terug. Daniël is een drukbezet man. Hij moest honderdtwintig stadhouders en drie vorsten aansturen. Het is begrijpelijk, dat Daniël ook een moment van rust zoekt. Drie keer op een dag laat Daniël de drukte achter zich (Daniël 6:11). Even z’n hoofd leegmaken, zou je denken. Maar Daniël maakt niet zijn hoofd leeg, hij stort zijn hart uit voor de Heere. Daniël was biddende en smekende voor zijn God. Ben je benieuwd naar wat Daniël bad? Lees Daniël 9 maar eens, daarin vindt je een gebed van Daniël.

!

Als je jezelf nu weer even terugtrekt, omdat je behoefte hebt aan rust, beloof je dat je dan je handen vouwt en gaat bidden? Daniël deed het openlijk (kanttekening 33), zelfs toen het verboden was. Misschien moet je jezelf er toe zetten. Dat moest Daniël misschien ook wel, hij heeft vast ook niet altijd drie keer op een dag de behoefte gevoeld. Maar maak er maar een heilige gewoonte van.

19.00 uur Je neemt afscheid van je vriendin. Eigenlijk ben je te lang blijven hangen. Je wilde even langs gaan; je vriendin kon haar examen niet doen, doordat ze al weken niet op school was. Onverwachts bleef je eten. Maar nu moet je nog helemaal naar huis. Onderweg bedenk je met schrik dat je te laat bent voor de kerkdienst vanavond. Je komt thuis in een leeg huis. Je ouders, broer en zussen zijn naar de kerk. En jij was bezig met andere dingen.

Martha is ook druk aan het werk (Luk. 10:40). Jezus was in Bethanië! Vlug had ze alles in orde gemaakt om Hem te ontvangen in haar huis. En nu is ze hard aan het werk om een maaltijd te bereiden voor haar Meester. Ze ergert zich aan haar zus Maria, die zich nergens druk om lijkt te maken. Rustig zit ze aan de voeten van Jezus en hoort Zijn woorden. Geërgerd loopt ze naar hen toe: Heere, trekt Gij U dat niet aan, dat mijn zuster mij alleen laat dienen? Zeg dan haar, dat zij mij helpe. Wat krijgt Martha nu een les: Martha, Martha, gij bekommert en ontrust u over vele dingen; Maar één ding is nodig; doch Maria heeft het goede deel uitgekozen, hetwelk van haar niet zal weggenomen worden.

!

Heb jij het ook zo druk? Ben je net als Martha bezig met zeer veel dienen? Dat zijn goede dingen. Maar zit je ook nog wel eens aan de voeten van Jezus? Om Zijn woorden te horen? Daar mag je je werk voor laten vallen. Daar mag je tijd voor vrij maken. Zoek door de week een kerkdienst op. Praat eens met iemand die dicht bij de Heere leeft. Lees Zijn woorden.

23.00 uur Je ligt op bed. Er is zomaar weer een dag voorbij gegaan. Wat gaat de tijd snel voorbij.

Weet je wie zich daar heel goed van bewust is? De duivel. Hij weet dat hij nog maar een kleinen tijd heeft (Openb. 12:12). En daarom gaat hij rond als een briesende leeuw, zoekende wie hij zou mogen verslinden (1 Petr. 5:8) Hij weet precies hoe hij het aan moet pakken: hij zorgt ervoor dat we het druk hebben. Hij legt beslag op onze tijd. Als het even kan, zelfs op onze stille tijd. De duivel weet daarin precies aan te sluiten bij ons zondige hart. En wij zitten verstrikt in de banden van de vorst der duisternis.

!

Er is er Eén Die de macht van de duivel gebroken heeft. In de volheid van de tijd heeft God Zijn Zoon uitgezonden (Gal. 4:4). Deze Jezus heeft geen tijd verknoeid. Hij heeft geen kostbare tijd verloren laten gaan. Maar Hij kon zeggen van ieder ogenblik dat Hij hier op deze zondige wereld was: Ik heb U verheerlijkt op de aarde (Joh. 17:4). Hij heeft Gods wet volkomen gehouden, de vloek van de wet op Zich genomen en Zijn kinderen daarvan verlost. Zing je het mee? “Neem mijn leven, laat het Heer’, toegewijd zijn aan Uw eer. Maak mijn uren en mijn tijd, tot Uw lof en dienst bereid.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen