JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Leidinggevendenblad ‘Jakobus’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leidinggevendenblad ‘Jakobus’

21 minuten leestijd Arcering uitzetten

Programmasuggesties

Doel van de Treffer ‘Jakobus’:
- Jongeren weten dat het ware geloof altijd samen moet gaan met het doen van goede werken. Ze beseffen dat in hun doen en laten moet blijken Wie ze dienen.
- Jongeren denken er over na hoe zij spreken over anderen. Ze weten dat we onze tong zowel goed als ook heel verkeerd kunnen gebruiken.
- Jongeren beseffen dat zowel armoede als rijkdom een gevaar kunnen zijn voor het geloofsleven. En dat God dit niet in de weg staat. Hij heeft Zijn kinderen zowel onder rijken en armen.
- Jongeren worden zich bewust van de voorbede die zij voor anderen (kunnen) doen.
- Jongeren denken na wat zij kunnen betekenen voor anderen die van de kerk dreigen af te haken.

Lezen:
Jakobus 5 : 7-20 ( of gedeelte uit de brief wat aansluit bij eventuele werkvorm)
Mattheüs 7 : 24-27 (Horen en niet doen)
Lukas 10 : 25-37 (Barmhartige Samaritaan)
Mattheüs 6 : 19-34 (geen schatten op aarde verzamelen)

Zingen:
Psalm 25 : 2, Psalm 33 : 10, Psalm 37 : 9, Psalm 119 : 17, 19, 34. Psalm 136 : 7, 8, 9.

Ideeën voor +12 groep
- Opening
- Interactieve introductie over het thema ‘roddel’ of ‘armoede en rijkdom’.
Gebruik de werkvorm ‘wat zou jij doen?’ met een treffende casus over een van bovenstaande thema’s
- Inleiding over de brief van Jakobus, met de thema’s daarin die voor tieners relevant zijn.
(Kan ook in verhaalvorm met de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan er in verwerkt.)
- Pauze
- Bespreken in groepen van stellingen en/of vragen uit de Treffer.
- In groepsverband de uitkomsten samenvatten op de gegeven antwoorden.
- Sluiting

Ideeën voor +14 groep
- Opening
- Interactieve introductie, zie idee +12 groep
- Enkele jongeren behandelen kort de belangrijkste thema’s uit de brief van Jakobus, met de uitwerking naar onze tijd en gevolgen voor ons handelen.
- Pauze
- Bijbelstudie van pagina 10 en 11 uitvoeren. Dit vraagt wel voorbereiding (lezen van gedeelten die erbij horen)
- In groepsverband de uitkomsten samenvatten op de gegeven antwoorden.
- Sluiting

Pagina 3
Jakobus heeft zijn brief geschreven in het jaar 45 na chr. vanuit Jeruzalem. Hij richt zijn brief aan de twaalf stammen die in de verstrooiing zijn. Daarbij gaat het om de Joodse christenen die om hun geloof gevlucht zijn. Zij zijn in de vreemde ergens gaan wonen.
Na de steniging van Stefanus is er een geweldige christenvervolging losgebarsten tegen de Joden in Jeruzalem die geloven dat Jezus de Messias is.
Jakobus brief is een algemene zendbrief. Je zou kunnen zeggen een rondzendbrief. Niet gericht aan een bepaald persoon of een bepaalde gemeente.
De zeven brieven achterin de Bijbel zijn zeven algemene zendbrieven. Deze brieven zijn vooral praktisch, vermanend, oprichtend, waarschuwend of bemoedigend.
Het geloof staat centraal in deze brief, maar dan wel het levend geloof. Dat toont zich in goede werken.
Het doel van Jakobus is om de christenen te troosten en bemoedigen. Maar ook om hen aan te sporen om een echt christelijk leven te leiden.

Stelling:
Waar geloof wordt altijd op de proef gesteld.

Ook wanneer je geloof echt is, zijn er beproevingen. Beproevingen zijn niet iets om naar uit te zien. Het is geen zaak van vreugde. Hebreën 12 : 11 ‘En alle kastijding als die tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid dengenen, die door dezelve geoefend zijn.
Toch komen er op het ware geloof veel beproevingen af. Niet alle gelovigen zijn een voorbeeld dat zij geduldig hun kruis droegen. Toen Abram en Sarai jaren moesten wachten op een kind, toen God hun geloof beproefde, was het voor Abram en Sarai heel moeilijk om het in Zijn handen te laten. Zij namen het in hun eigen hand. ‘Neem Hagar tot vrouw’ zo raadde Sarai haar man aan. Abraham stemde daarmee in. Maar het was niet Gods weg. De geboorte van Ismaël heeft uiteindelijk tot veel verdriet in de tent van Abraham geleid.
In Romeinen 5 schrijft Paulus ook over verdrukkingen. Hij roemt er zelfs in, verblijdt zich er in. ‘Wetende dat de verdrukking lijdzaamheid werkt.’ Het goede gevolg van verdrukkingen is, dat we geduld leren oefenen, dat we leren alles in Gods hand te geven en onze hulp van Hem alleen te verwachten. Juist in de verdrukking kan ook Gods nabijheid ervaren worden. Dan wordt ervaren dat het echt waar is Ik ben met ulieden al de dagen (Mattheüs 28 : 20).
In de beproeving komt openbaar of ons geloof echt is. Spreuken 17 : 3: De smeltkroes is voor het zilver en de oven voor het goud; maar de HEERE proeft de harten.

Vraag:
Waar merken anderen aan dat jij een christen bent? Ga er bij deze vraag samen met de jongeren op in dat aan ons gedrag te zien moet zijn dat we christen zijn. Mogelijk worden er uiterlijke kenmerken genoemd, zoals het dragen van een rok, het gaan naar een reformatorische school of de kerk. Maar dit is voor buitenstaanders in eerste instantie niet iets om jaloers op te worden. In onze levensstijl blijkt pas wanneer we werkelijk christen willen zijn. Hoe praten we met elkaar over anderen? Hoe gedragen we ons in het verkeer op weg naar school bijvoorbeeld of in de bus? Hoe gaan we om met anderen? Wat horen anderen in ons taalgebruik? Juist in het dagelijkse leven komt openbaar wie je bent.

Pagina 4/5
Verwerkingsvorm voor deze pagina:
Schrijf op het bord het woord ‘RODDEL’ en houdt een stille bord discussie. Leg een of twee stiften in het midden op een tafel. Om de beurt mag iemand de stift pakken en een woord opschrijven wat in zijn of haar gedachten komt bij dit thema.
Ook andere verwerkingsvormen uit de ideeënmap zijn geschikt om dit uit te werken met tieners.
Laat de trefwoorden uit de verwerkingsvorm in de bespreking terugkomen.

Lees zondag 43 vraag 112.
a) Vat in je eigen woorden samen wat het negende gebod inhoudt.

Het negende gebod verbiedt het liegen. Dit is echter nog lang niet alles. Ook het verdraaien van iemands woorden is zonde tegen dit gebod. Evenals iemand heel makkelijk veroordelen of helpen veroordelen, lelijk spreken over een ander (lasteren) of kwaad spreken over een ander (achterklappen) Door deze zonden laadt je de zware toorn van God op je.
Behalve en verbod gebiedt dit gebod ook. We moeten de waarheid liefhebben, eerlijk zijn in ons spreken en handelen en juist de goede naam van onze naaste bevorderen!

b) In welke woorden vind je het roddelen terug?

Het woord achterklapper betekent eigenlijk ‘iemand die kwaad spreekt over een ander.’ Vaak spreekt zo iemand over het verkeerde van zijn naaste. Maar heeft hij niet met zijn naaste zelf gesproken. Al kan het waar zijn wat hij doorvertelt, dan nog is het verkeerd. Het tegenovergestelde van roddelen wordt in dit gebod ook geboden. We moeten de eer en goede naam van onze naaste juist voorstaan en bevorderen. Wanneer dat je intentie is, houdt je je ver van roddelen over een ander.

Ga de uitspraken over roddelen met elkaar na. Vraag de jongeren welke uitspraak hen aanspreekt. Waarom hebben ze deze gekozen?
a) Noem eens een aantal positieve dingen op hoe jij jouw stem positief kunt gebruiken.

Zingen, Bijbellezen, bidden, troosten, een goed gesprek

b) Welke positieve dingen heb jij deze dag gezegd?

Praat er met de jongeren over dat er deze dag door ons allemaal al heel veel is gezegd. Laat ze terugdenken welke gesprekken van deze dag ze zich nog kunnen herinneren. Wat is er toen gezegd? Waren dat positieve gesprekken? Of is er ook geroddeld? Is er juist kwaad van anderen verteld?
Als tieners zich weinig kunnen herinneren, zou je als leiding ook kunnen vragen, hoe ze het anders zouden kunnen doen. Laat ze een concrete situatie voor zich nemen, zoals het ontbijt, of het avondeten, en de gesprekken die daar plaatsvinden.

Pagina 6/7

1. a) Wat zou Jakobus bedoelen in hoofdstuk 2 : 1 met de woorden ‘aanneming des persoons?’

Het oneerlijk verschil maken tussen mensen. Aannemen des persoons slaat terug op het Hebreeuwse aannemen van aangezicht. Als in het oosten een nederige man een machtig persoon ontmoette, dan boog hij zijn gezicht ter aarde. Als die hooggeplaatste dan vriendelijk het aangezicht (letterlijk of figuurlijk) optilde, was dit het ‘aannemen van het aangezicht.’ We vinden dit ook terug bij Jakob. Hij hoopte dat Ezau zijn aangezicht zou aannemen (Genesis 32 : 20)
Als er aanneming des persoons is, wordt je niet eerlijk behandeld.

b) Op welke manier zou dit in jouw dagelijks leven voor kunnen komen?

Tieners zijn heel erg bezig met positiebepaling. Wie ben ik, wie zijn mijn vrienden, wat vinden ze van mij? Dat zijn vragen die hen bezig houden. Het gevaar is al snel dat er dan mensen zijn die ‘buiten de groep vallen’ en populaire jongens en meiden veel te vertellen hebben in een groep. Zo kan het gebeuren dat bepaalde tieners nooit uitgenodigd worden voor een verjaardag…Wie nodigen onze tieners uit op hun feestjes?

2. Lees Jakobus 2 : 5.
a. Waarom zou God juist de armen hebben uit verkoren?
God verkiest hen niet om hun armoede. Het is niet zo dat armoede een deugd zou zijn om daarmee voor God geschikt te zijn! Maar Hij verkiest armen om rijken te beschamen. (zie ook 1 Korinthe 1 : 26-29)
b. Wat is het gevaar van rijkdom? Weet je hier van ook voorbeelden uit de Bijbel? Wanneer we geen gebrek hebben, bestaat het gevaar dat we God niet nodig hebben. We kunnen zelf wel in onze behoeften voorzien. Vaak stellen we dan ons vertrouwen op ons eigen bezit en ons eigen kunnen. De gelijkenis van de rijke dwaas is hierbij een sprekend voorbeeld. In Lukas 6 : 24 zegt de Heere Jezus tegen de rijken in Israel Wee u, gij rijken!
3. Misschien verdien je zelf met een bijbaantje geld. Het is fijn om zelf te gaan verdienen. Waar werk jij eigenlijk voor? Hoe ga je met je geld om? Praat eens met elkaar wat je belangrijk vindt in het omgaan met geld.
Tieners verdienen tegenwoordig meer dan ooit. Bedragen van 200 euro per maand zijn geen uitzondering. Ze zijn dan ook een belangrijke doelgroep voor bedrijven. Mp3-spelers, computers, scooters, kleding, jongeren kunnen heel wat aanschaffen.
Tegelijkertijd hoeven ze weinig maatschappelijke verantwoordelijkheid te dragen.
Er zijn best jongeren die een deel van hun geld willen uitgeven aan een goed doel, maar vaak weten ze niet precies hoe. Zoek hier eens een leuke werkvorm bij!

Stelling:
Rijkdom is net zo goed een beproeving als armoede. Rijkdom op zich is een geschenk van God. Prediker 5 : 18: Ook een iegelijk mens, aan dewelke God rijkdom en goederen gegeven heeft, en Hij geeft hem de macht om daarvan te eten en om zijn deel te nemen en om zich te verheugen van zijn arbeid, datzelve is een gave van God.
Rijkdom kan zeker een beproeving zijn. We ervaren het echter vaak niet als een beproeving. Want het geeft hier op aarde juist zo vaak een gevoel onafhankelijk te zijn. Maar ten diepste heeft ook de rijke niets om op te roemen. Van het ene op het andere moment kan al zijn rijkdom van hem worden afgenomen.
In Jesaja 40 : 6 staat Alle vlees is als gras.

Pagina 8/9

1. Hoe kan uit je daden blijken dat je geloof oprecht is?
Geloof en geloofswerken (goede werken) horen bij elkaar. Wanneer je echt geloof hebt, blijkt dat in je leven. Het kan niet zijn dat je zegt God lief te hebben en je haat je broer staat er in de Bijbel. Betrek hierbij ook de Catechismus vraag 86 ‘…Waarom moeten wij nog goede werken doen? Daarom dat Christus, nadat Hij ons met Zijn bloed gekocht en vrijgemaakt heeft, ons ook door Zijn Heilige Geest tot Zijn evenbeeld vernieuwt, opdat wij ons met ons ganse leven Gode dankbaar voor Zijn weldaden bewijzen en Hij door ons geprezen worde. Daarna ook dat elk bij zichzelf van zijn geloof uit de vruchten verzekerd zij en dat door onze godzalige wandel ook onze naasten voor Christus gewonnen worden.
2. Iemand uit je klas is al een week ziek thuis. Wat doe je?
- Iemand uit je fietsgroep heeft een lekke band. Rijd je door?
Praat hierover met elkaar. Hoe ga jij met je naaste om? Heb je wat voor een ander over?
Ook hier is het groepselement vaak beslissend. Een populair iemand krijgt sneller hulp en aandacht, blijkt uit de praktijk.
4. Noem een aantal voorbeelden uit de Bijbel van mensen bij wie uit de werken bleek dat zij een waar geloof hadden. (gebruik er ook Jakobus 2 : 21 – 25 bij).
Abraham (in het offeren van Izak), Rachab (in het verbergen van de verspieders).
Dorkas (van haar wordt gezegd dat zij vol goede werken en aalmoezen was).
5. Ken jij ook voorbeelden van zulke mensen uit je eigen omgeving?
Over deze vraag kunt u met jongeren doorpraten. Al moet hierbij wel uitgekeken worden, want het moet niet gaan om mensen er mee op een voetstuk te zetten. Toch is het goed voor tieners om hier over na te denken, want vaak zijn ze onbewust op zoek naar voorbeelden, van mensen waar ze zich aan kunnen spiegelen.
Wat is het belangrijk als ze een persoon in de omgeving hebben waar ze in geestelijke zin jaloers op mogen worden!

Stelling:
Mensen die God niet kennen, kunnen toch wel veel goede werken doen.

In onze ogen kan dat wel. We zien om ons heen best mensen die niet in God geloven en toch veel voor anderen betekenen. Zij zetten zich soms enorm in voor mensen die het moeilijk hebben, staan bijvoorbeeld altijd klaar voor anderen. Waarschijnlijk weten de jongeren wel voorbeelden te bedenken. Toch zijn dit voor God geen goede werken. We belijden van nature onbekwaam tot enig goed te zijn en geneigd tot alle kwaad. Zonder geloof is het onmogelijk om God te behagen.
Toch mogen we de goede dingen die we zien bij anderen wel vatten onder de algemene genadegaven die God de mensen nog geeft. Daardoor kunnen we op deze aarde nog met elkaar samenleven. Wanneer deze gaven er niet meer waren, zou het geen leven zijn op aarde.

Pagina 10/11
Bijbelstudie Geduld en Gebed

Vers 7 en 8

1. a) Jakobus roept zijn broeders op lankmoedig te zijn. Wat bedoelt hij hiermee?
In het voorgaande gedeelte van hoofdstuk 5 worden de rijken die op een oneerlijke manier aan hun rijkdom zijn gekomen, veroordeeld. Bij vers 7 begint een nieuw gedeelte in dit hoofdstuk. Jakobus roept erin op om het ongelijk en geweld wat de broeders wordt aangedaan, geduldig te dragen. Dat is lankmoedigheid.

b) Wat stelt Jakobus hen in het vooruitzicht om hen te bemoedigen? Zoek hierbij ook 1 Korinthe 2 : 9 op.
Zoals de landman de vruchten verwacht, roept Jakobus de gelovigen op om de toekomst des Heeren te verwachten. De toekomst des Heeren komt dichtbij zo zegt hij hen. De gelovigen mogen daarop zien met een vast vertrouwen dat de Heere Zijn beloften, die Hij de gelovigen heeft gedaan ook zeker zal volbrengen. Ook in 1 Korinthe 2:9 wordt gezegd dat de Heere een toekomst heeft bereid voor die Hem liefhebben. Deze toekomst zal zo heerlijk zijn, zoals het in geen mensenhart ooit is opgeklommen. Niemand kan de diepte en hoogte er van kunnen peilen.

c) De dagen van Jakobus werden al de eindtijd genoemd. De eindtijd is de tijd tussen de hemelvaart van Christus en de wederkomst. In de bijbel staan kenmerkende dingen voor die tijd. Wat zal de eindtijd kenmerken? (zie 2 Timotheus 3 : 1-4)
De mensen zullen
- egoïstisch zijn, ze leven alleen voor zichzelf en houden geen rekening met anderen.
- Laatdunkend zijn, ze zien verachtelijk neer op anderen.
- de ouderen ongehoorzaam zijn
- ondankbaar zijn
- geen eerbied meer hebben voor heilige dingen
- zonder natuurlijke liefde zijn.
- goede en oprechte christenen haten
- enzovoorts

d) Ook jij leeft in de eindtijd. Wat ervaar jij nu van deze kenmerken?
Tieners beseffen niet altijd de grote relevantie van de Bijbel in onze tijd en in ons eigen leven.
Ga een aantal van deze kenmerken na met hen. Vraag hen welke zij herkennen en ervaren in onze huidige maatschappij. Ook in de tijd van de Bijbel kwamen deze kenmerken al wel voor. Maar naarmate de eindtijd verder vordert, neemt het wel toe en worden al deze dingen meer openlijk uitgeleefd.

2. In onze Nederlandse Geloofsbelijdenis staat ook een artikel over het laatste oordeel, wat er zijn zal als Christus wederkomt.

Gedeelte van Artikel 37. Van het laatste oordeel.
Voor alle mensen:
- En alsdan zullen persoonlijk voor dezen groten Rechter verschijnen alle mensen, zowel mannen als vrouwen en kinderen, die van den beginne der wereld af tot den einde toe geweest zullen zijn. (…)
- Want al degenen die gestorven zullen wezen, zullen uit de aarde verrijzen, de zielen samengevoegd en verenigd zijnde met haar eigen lichaam, in hetwelk zij zullen geleefd hebben.
- En aangaande degenen die dan nog leven zullen, die zullen niet sterven gelijk de anderen, maar zullen in een ogenblik veranderd en uit verderfelijk onverderfelijk worden.
- de doden geoordeeld worden, naar hetgeen zij in deze wereld gedaan zullen hebben, hetzij goed of kwaad.

Voor de gelovigen:
- En daarom is de gedachtenis van dit oordeel met recht zeer wenselijk en troostelijk voor de vromen en uitverkorenen
- de gelovigen en uitverkorenen zullen gekroond worden met heerlijkheid en eer.
- De Zone Gods zal hun naam belijden voor God, Zijn Vader, en Zijn uitverkoren engelen;
- alle tranen zullen van hun ogen afgewist worden
- hen de Heere zulk een heerlijkheid doen bezitten, als het hart eens mensen nimmermeer zou kunnen bedenken.
- Daarom verwachten wij dien groten dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods, in Jezus Christus, onzen Heere

Voor de goddelozen:
- En daarom is de gedachtenis van dit oordeel met recht schrikkelijk en vervaarlijk voor de bozen en goddelozen,
- dan zullen de verborgenheden en geveinsdheden der mensen openbaar voor allen ontdekt worden.
- De goddelozen zullen overwonnen worden door het getuigenis hunner eigen consciënties, en zullen onsterfelijk worden, doch in zulke mate, dat het zal zijn om gepijnigd te worden in het eeuwige vuur.

Om over na te denken: Wat staat in dit artikel over jouw toekomst?
Bespreek met de jongeren dat wat zij hebben aangestreept als geldend voor alle mensen, ook hen geldt. Maar daarna zal het of het ene of het andere zijn. Leg de ernst daarvan bij hen neer en leg de vraag aan hun hart hoe hun toekomst zal zijn.

Vers 13 t/m 18

In dit hoofdstuk vind je ook een oproep tot gebed. Wij mogen bidden voor onszelf. Maar we moeten ook bidden voor anderen. Elke zondag bid je in de kerk waarschijnlijk mee, als er voorbede wordt gedaan voor de zieken uit je gemeente en voor hen die grote zorgen hebben.
In vers 13 wordt de oproep gedaan om te bidden als er iemand in lijden is.

3. Hoe zou het komen, dat veel mensen pas gaan bidden als ze diep in de problemen zitten?
Veel mensen leven door, zonder God nodig te hebben. We beseffen met ons zondige hart niet meer, dat we alles van de Heere ontvangen. Pas als er werkelijke zaken uit handen worden geslagen, of de dood dichtbij komt, dan wordt God aangeroepen.
Hoogmoed is iets wat ons door de zondeval dagelijks van God aftrekt.

4. Lees vers 14. Als iemand ziek is, moet hij de ouderlingen van de gemeente tot zich roepen. Ook nu komen ouderlingen bij de zieken in de gemeente en bidden ze voor hen. Het hele thema van ziekenzalving en wonderlijke genezingen laten we hier liggen. Dat zou een thema op zichzelf zijn. De gave van wonderlijke genezingen van zieken is een korte tijd aan de Nieuwtestamentische kerk gegeven om de waarheid van het Evangelie te bevestigen. Maar deze gave is niet blijvend bedoeld.
We gaan er nu meer op in dat er voor de zieken gebeden wordt en wij hierin ook een opdracht hebben.

a) Weet je meer Bijbelse voorbeelden van mensen die voor anderen hebben gebeden? (zie eventueel ook Genesis 18 : 23-33, Exodus 15 : 25, 1 Koningen 17 : 20)
- Abraham bad voor Sodom
- Mozes heeft vaak voor het volk van Israel gebeden als zij weer gezondigd hadden.
- Elia bidt voor de weduwe van Zarfath, wanneer haar zoon is gestorven of God hem zijn leven weer terug wil geven.

b) Er wordt in de kerk voorbede gedaan voor veel mensen in de gemeente. Wat doe jij hier nog mee als de kerk weer uit is?
Bespreek met de jongeren hoe de zorgen uit de gemeente ook een plaats kunnen krijgen in het persoonlijke gebed. Dragen we de zorgen uit de gemeente echt mee? Dan zullen we het niet laten bij enkel voorbede in de kerk.

c) Maak eens een lijstje waar je in jouw gemeente voor zou willen bidden.
Dit kan heel verschillend zijn. Te denken valt aan mensen die al heel lang ziek of opgenomen zijn en die soms vergeten kunnen worden. Het kan ook zijn voor mensen met een zwaar kruis. In een vacante gemeente zou het het gebed om een predikant kunnen zijn.

d) Vul je lijstje nu eens heel persoonlijk aan met voorbede voor mensen die jij kent en die het gebed zo nodig hebben.
Hierbij kunnen namen ter sprake komen die bij de anderen onbekend zijn. Wie wil kan vertellen waarom hij of zij juist deze persoon op zijn/ haar lijstje heeft gezet.

e) Hoe vind je het om een lijstje met gebedspunten te maken?
Bespreek wat het mooie en goede kan zijn om voor je gaat bidden na te denken over je gebed. Het kan je bewaren voor sleur, voor een vervallen in steeds hetzelfde. Het is ook goed om na te denken waar we voor bidden. Is ons bidden niet alleen het voorleggen van onze verlangens voor God? Komen wij ook in het gebed wel aan onze naaste toe?
Het maken van een lijstje kan verschillende gevoelens geven. ’t Kan ook iets zakelijks geven. Zo moeten we het echter niet opvatten. Het hoeft geen afstreeplijstje te zijn, maar mag wel een steun zijn om aan hen te denken die ook het gebed zo hard nodig hebben.

Vers 19 en 20

Jakobus eindigt zijn brief met de oproep om wanneer iemand de waarheid verlaat, deze te bekeren (vers 19). Wanneer iemand de kerk verlaat en niet meer bij Gods Woord leeft, moeten we proberen zo iemand weer terug te trekken. Wetend dat wanneer iemand niet terugkeert hij verloren zal gaan. Daarom noemt Jakobus het ook dat we zo iemand van de dood zullen behouden wanneer we hem bekeren. Het moet ons aangrijpen wanneer we dit zien en ons bewogen doen zijn met het lot van degene die afdwaalt. Wanneer iemand dan terugkomt en zich echt tot God bekeert, zal God hem zijn zonden vergeven.

5. Ook Paulus schrijft over het mee mogen werken aan het behoud van mensen. Wat lees je hierover in 1 Korinthe 9 : 22, 1 Korinthe 10 : 33, 1 Timotheüs 4 : 16?
- In 1 Korinthe 9 schrijft Paulus dat hij de Joden geworden is als een Jood, de zwakken als een zwakke. Hij heeft zich aangepast bij de mensen zover het geen wezenlijke dingen betrof. Met als doel hen voor de waarheid te winnen. Zelf zegt hij er van: Opdat ik immers enigen behouden zou. Hij heeft er alles voor over om en te behouden. Al zou het er maar om enigen gaan.
- In 1 Korinthe 10:33 noemt Paulus weer het behagen van allen (voor zover het weer om middelmatige dingen gaat). Daarbij zegt hij dat hij niet zijn eigen voordeel zoekt, maar het voordeel van velen, opdat zij behouden zouden worden.
- In 1 Timotheus 4 : 16 roept Paulus Timotheus op om op zijn eigen leven te letten. Hij moet zelf in de praktijk brengen wat hij aan anderen preekt. Door zo te leven zal dit zijn eigen leven ten goede komen, maar zal hij ook door zijn goede voorbeeld anderen oproepen hem na te volgen.

6. Ook nu verlaten veel mensen de kerk. Ook veel jongeren. Wat kun jij betekenen voor een jongere die op het punt staat om de kerk vaarwel te zeggen?
- Allereerst is het gebed heel belangrijk. Wij kunnen wel ons best doen, maar de Heere zal ook deze jongeren vast moeten houden. En dat is ook onze taak om daarom te bidden.
- Houd contact met zulke jongeren. Laat merken dat je echt om ze geeft en het heel erg zou vinden als ze van de kerk weg zouden gaan.
- Vraag ze mee naar de vereniging of een gemeenteavond bijvoorbeeld, wanneer ze dit nog willen.
- Misschien komen de jongeren zelf nog wel met meer ideeën. Praat er met elkaar over door. En benadruk dan vooral de bedoeling waarom we er zoveel voor moeten doen om jongeren die dreigen weg te gaan, toch vast te houden Red degenen die ter dood gegrepen zijn; want zij wankelen ter doding zo gij u onthoudt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2007

Treffer | 20 Pagina's

Leidinggevendenblad ‘Jakobus’

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2007

Treffer | 20 Pagina's