Een werkzaam geloof
Een predikant had een buurman die wasmiddelenfabrikant was. Op een dag kregen ze een discussie over de betekenis van het christendom. De fabrikant zei tegen de dominee: “Wat stelt het geloof eigenlijk voor? Moet je zien wat een puinhoop het in de wereld is! Daar heeft tweeduizend jaar christendom toch maar weinig aan kunnen doen. Wat voor goeds heeft het christelijk geloof eigenlijk uitgewerkt?” De dominee keek een poosje in gedachten uit het raam. Toen zei hij tegen zijn buurman: “Kijk eens naar buiten.” Op straat liepen een paar jongens, van top tot teen onder de modder en smerigheid. “Moet je dat toch eens zien!” zei de dominee. “We hebben al generaties lang zeep, maar kijk nou toch eens hoe die jongens er bij lopen! Wat helpt zeep eigenlijk?” “Ho, ho!” zei de zeepfabrikant, “zeep helpt alleen maar als het gebruikt wordt. Anders werkt het natuurlijk niet.” “Precies”, zei de dominee, “met geloven is dat precies zo.”
Een werkzaam geloof
Het kernthema van het bijbelboek Jakobus zou je zo kunnen formuleren: een werkzaam geloof. Jakobus schrijft al gelijk in het eerste hoofdstuk: En zijt daders des Woords, en niet alleen hoorders (Jakobus 1 : 22). Door de hele brief heen werkt Jakobus dat thema uit. Hij daagt de lezers van zijn brief als het ware uit hun dagelijks leven te onderzoeken. Een waarachtig geloof verandert een mens echt helemaal. Wat is een waar geloof? Wat zijn de kenmerken ervan?
Precies daarover gaat vraag en antwoord 21 uit Zondag 7 van de Heidelbergse Catechismus. Lees het maar na! Het geloof is niet iets dat wij zelf kunnen opwekken in ons hart. Het is een gave van God, een genadegave, gewerkt door de Heilige Geest. In de bekering, als de Heere van dood levend maakt, ga je de Heere geloven op Zijn Woord. Alles wat de Heere zegt, is waar. Dat de Heere heilig en rechtvaardig is. Dat ik de toorn van God verdiend heb vanwege mijn zonden. Dat ik bekeerd moet worden. Dat dit alleen mogelijk is in de weg van geloof in de Heere Jezus en bekering van mijn hart. Dat ware geloof blijkt dan ook in mijn levenswandel.
Jakobus schrijft zijn brief aan de christelijke Joden. Die waren door vervolgingen uit hun woonplaatsen gevlucht. Hij schrijft om hen te bemoedigen. Er is veel strijd, maar de beproeving uws geloofs werkt lijdzaamheid (Jakobus 1 : 3). Jakobus schrijft zijn rondzendbrief ook omdat hij veel gevaren ziet die de christenen bedreigen. Voor het oog leek het misschien goed te gaan, maar hun hart is er vaak niet bij betrokken. Bij ware gelovigen moet in hun daden te zien zijn, dat zij aan God toebehoren. Het gaat niet alleen om het horen van Gods Woord. Maar met de daad moet dit in de praktijk te zien zijn. Is dat bij jou ook zo? Zien anderen aan je dat jij christen bent? Dan ben je een hoorder met je hart geworden en voeg je de daad bij het woord! Een dader van het Woord zijn, betekent dat je hele doen en laten op Gods Woord is gericht. Je kunt wel zeggen dat je een christen bent, zegt Jakobus, maar als je je tong niet kunt bedwingen, als je roddelt over een ander, dan klopt er helemaal niks van. Daarom zit de brief van Jakobus vol praktische adviezen.
Stelling
Waar geloof wordt altijd op de proef gesteld.
VRAAG
Waar merken anderen aan dat jij een christen bent?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2007
Treffer | 20 Pagina's
