11. Jozef
(Gen. 49:22-26)
Rond de geboorte (Gen. 30:22-24)
Rachel is niet kinderloos gebleven. Uiteindelijk wordt zij bevrucht en baart een zoon: Jozef. In de Bijbel staat: "God gedacht ook aan Rachel". Van God wordt gezegd dat Hij gedenkt als Hij, na enig uitstel, óf Zijn weldaden bewijst (vgl. Gen. 19:29; Ex. 32:13; Ps. 132:1) óf Zijn straffen uitvoert (vgl. Hos. 9:9; Openb. 18:5). In dit geval bewijst God de weldaad van de vruchtbaarheid. Immers, God opent Rachels baarmoeder (vgl. Gen. 20:18; 29:31; 1 Sam. 1:5,6). Rachel zegt bij de geboorte: "God heeft mijn smaadheid weggenomen". Onvruchtbaarheid was voor een vrouw in die tijd een schande (1 Sam. 1:6; Jes. 4:1; Luk. 1:25), en wel om twee redenen: ten eerste ging de belofte aan Abraham wat betreft zijn talrijke nakroost aan haar voorbij; ten tweede zou de Messias nooit uit haar geboren kunnen worden. Nu heeft God echter de smaadheid van het onvruchtbaar zijn van Rachel weggenomen. Ze zegt er nog bij: "De HEERE voege mij een andere zoon daartoe". De betekenis van de naam Jozef is niet zeker. Er zijn twee mogelijkheden: 1. "wegnemen", nl. van de smaad, 2. "hij voege erbij", nl. een andere zoon.
Verdere belangrijke feiten
Uit het leven van Jozef is heel wat bekend. Omdat in de zegen van Jakob op allerlei gebeurtenissen wordt teruggegrepen, volgt hier een opsomming van de belangrijkste feiten. (Gen. 37,39-46).
Jozef is de lievelingszoon van Jakob en wordt daarom door zijn broers gehaat. Zij verkopen hem als slaaf aan Ismaëlietische kooplieden, die hem naar Egypte voeren. Jozef dient in het huis van Pótifar, wiens vrouw Jozef probeert te verleiden. Als dit niet lukt, zorgt zij dat Jozef van ontucht wordt beschuldigd en in de gevangenis terecht komt. In de gevangenis belooft de schenker dat hij voor Jozef een goed woord zal doen bij de Farao, maar hij vergeet dit. Nadat Jozef Farao's dromen heeft uitgelegd, wordt hij onderkoning in Egypte. Als de hongerjaren aanbreken, komen de broers in Egypte koren kopen en na veel beproevingen maakt Jozef zich aan hen bekend als hun doodgewaande broer. Hierop verhuist het hele geslacht van Jakob naar Egypte, waar het een woonplaats krijgt aangewezen in het land Gosen.
De zegen
Jozef is een vruchtbare tak, een vruchtbare tak aan een fontein; elk der takken loopt over de muur. De schutters hebben hem wel bitterheid aangedaan en beschoten en hem gehaat; maar zijn boog is in stijvigheid gebleven en de armen zijner handen zijn gesterkt geworden, door de handen van de Machtige Jakobs; daarvan is hij een herder, een steen Israëls; van uws vaders God, Die u zal helpen, en van de Almachtige, Die u zal zegenen, met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds, die daaronder ligt, met zegeningen der borsten en der baarmoeder. De zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen, tot aan het einde van de eeuwige heuvelen; die zullen zijn op het hoofd van Jozef, en op de hoofdschedel van de afgezonderde zijner broederen.'
Aantekeningen
* vruchtbare tak: de stam Jozef wordt vergeleken met een vruchtbare stam. In Psalm 1 wordt dit beeld gebruikt voor iedereen die "niet wandelt in den raad der goddelozen ..." (Ps. 1:1-3). De Heere Jezus heeft gezegd: "uit de vrucht wordt de boom gekend" (Matth. 12:33).
* aan een fontein: een boom die op droge grond staat, gaat spoedig dood. Zo'n boom kan geen vruchten dragen. Een boom die bij een fontein staat, trekt het water uit de fontein en kan vruchten dragen. In Jozefs leven was God de Levensbron. Uit Hem putte Jozef steeds weer nieuwe krachten.
* over de muur: de takken groeien zo hard, dat ze boven de muur uitsteken en zichtbaar worden voor iedereen.
* schutters: al degenen die Jozef kwaad berokkend hebben; ze hebben als het ware op hem geschoten om hem ten val te brengen. Dat er vele schutters waren in het leven van Jozef, blijkt duidelijk uit de geschiedenis,
* boog, armen: zijn sterkte is gebleven, hij is door de vijanden niet overwonnen.
* handen van de Machtige Jakobs: dat Jozef niet door de vijanden is overwonnen, ligt niet aan hemzelf, maar aan de God van zijn vader Jakob. De uitdrukking "handen" duidt op Gods almachtige sterkte (Ex. 13:3, Ps. 10:12 en Ezech. 39:21).
* daarvan is hij een herder: dit wordt op twee manieren uitgelegd:
a. Jozef is door de Machtige Jakobs aangesteld als herder en steen Israëls,
b. de Machtige Jakobs is Zelf de Herder en Steen Israëls (Ps. 23).
* een steen Israëls: een steen kan gezien worden als symbool van toevlucht (Ps. 62:3) en als symbool voor ondersteuning, bijvoorbeeld een hoeksteen (Ps. 118:22). In dit verband kan gedacht worden aan de gelijkenis van de dwaze en wijze bouwer (Matth. 7:24 e.v.). Jozef had zijn huis op de Steenrots gebouwd en kon zeggen: "hoe zou ik dan dit een zo groot kwaad doen en zondigen tegen God?" (Gen. 39:9).
* zegeningen des hemels van boven: regen en zonneschijn, zomer en winter (Deut. 33:13, Ezech. 34:20).
* zegeningen des afgronds die daaronder ligt: fonteinen, rivieren, bronnen, enz. (Deut. 8:7, 33:13). (afgrond: zie Gen. 1:2).
* zegeningen der borsten en der baarmoeder: vruchtbaarheid van mensen en dieren (Deut. 28:4 en 33:17).
* de zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen: de zegeningen van Jakob overtreffen die van zijn voorvaderen. De zegen die Jozef ontvangt is uitzonderlijk hoog.
* de eeuwige heuvelen: dit wordt verschillend uitgelegd:
a. zoals de heuvels uitsteken boven het vlakke land, zo steken de zegeningen van Jakob uit boven die van de voorvaderen (Hab. 3:6).
b. een vergelijking met Deut. 33:15 doet denken aan de vruchtbare berghellingen, waar de beekjes vanaf stromen. Hier wordt dus meer gedacht aan een beschrijving van het toekomstige land van Jozef.
* afgezonderde zijns broeders: Jozef neemt een bijzondere plaats in te midden van zijn broeders (Deut. 33 : 16).
In rijke bewoordingen beschrijft Jakob het heden, het verleden en de toekomst van Jozef en zijn nakomelingen. Wat betreft het verleden merkt Jakob op dat velen geprobeerd hebben Jozef ten val te brengen, maar dat hij overeind is gebleven door de kracht van God (vers 23 en 24). Wat betreft het heden wordt Jozef vergeleken met een vruchtbare tak aan een fontein (vers 22). Aangaande de toekomst beschrijft Jakob de zegeningen die Jozefs nakomelingen genieten zullen (vers 25 en 26). Niet minder dan zes maal komt het woord "zegenen" en "zegeningen" naar voren. De zegeningen die de stam van Jozef ontvangt zijn viervoudig: van boven, van beneden, van borsten en van de baarmoeder. De grootheid en overvloed van deze zegeningen worden nog eens beschreven in vers 26, waarbij de bijzondere positie van Jozef benadrukt wordt.
De overeenkomst tussen deze zegen van Jakob en die van Mozes (Deut. 33:13-17) is opmerkelijk.
Vervulling
Uit de Bijbel zijn geen gegevens bekend, die rechtstreeks slaan op de vruchtbaarheid van de stam Jozef. Wel is het zo, dat Jozef een dubbel erfdeel heeft gekregen, namelijk voor Efraïm en Manasse elk een gebied. Dit dubbele erfdeel is afkomstig van de eerstgeboortezegen, die aan Ruben is ontzegd.
Efraïm is een belangrijk deel geweest van het tienstammenrijk, zó zelfs dat de naam Efraïm wel gebruikt wordt voor dit rijk. Hoe vaak hebben echter de profeten moeten waarschuwen tegen de zonden van Efraïm! (vergelijk Hos. 11:1,8 en 9). We lezen echter ook, dat de Heere nog van Efraïm wil weten (Jer. 31:20).
Jozef ontvangt een grote zegen. Een zegen die uitstijgt boven de zegeningen van Jakobs voorvaderen. Zo wordt Jozef boven zijn broers verheven. Hoe dit in vervulling is gegaan, blijkt uit 1 Kron. 5:1 en 2.
Jozef, de elfde zoon, wordt de eerste zoon. Hij ontvangt het eerstgeboorterecht.
Omdat Jozef in veel dingen een type, een afschaduwing van Christus is, vindt deze zegening zijn geestelijke vervulling in de Heere Jezus. Hij is het, Die gehaat is geweest, Die door schutters is beschoten en Die door velen gesmaad is geweest.
Hij heeft het ook gezegd: "Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen" (Joh. 15:20). Gods Kerk op deze wereld zal beschoten, gesmaad en gehaat worden. Maar Gods Kerk ontvangt ook de hoogste zegen, de eeuwige zegen. Een zegen die boven alle andere zegeningen uitstijgt!
Opdracht
Vergelijk de zegen van Jakob over Jozef en de zegen van Mozes over Jozef (Deut. 33).
Maak twee kolommen en schrijf in de ene kolom de kenmerken van de zegen van Jakob en in de andere kolom de kenmerken uit de zegen van Mozes.
GENESIS 49
22 Jozef is een vruchtbare tak, een vruchtbare tak aan een fontein; elk der takken loopt over den muur.
23 De schutters hebben hem wel bitterheid aangedaan en beschoten en hem gehaat;
24 Maar zijn boog is In stijvigheid gebleven, en de armen ziiner handen zijn gesterkt geworden, door de handen van den Machtige Jakobs; daarvan is hl) een herder, een steen Israêls;
25 Van uws vaders God, Die u zal helpen, en van den Almachtige, Die u zal zegenen, met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds, die daaronder ligt, met zegeningen der borsten en der baarmoeder.
26 De zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen, tot aan het einde van de eeuwige heuvelen; die zullen zijn op het hoofd van Jozef, en op den hoofdschedel des afgezonderden zijner broederen.
DEUTERONOMIUM 33
13 En van Jozef zelde hij; Zijn land zij gezegend van den HEERE, van het uitnemendste des hemels, van den dauw, en van de diepte, die beneden is liggende,
14 En van de uitnemendste inkomsten der zon, en van de uitnemendste voortzetting der maan.
15 En van het voornaamste der oude bergen, en van het uitnemendste der eeuwige heuvelen,
16 En van het uitnemendste der aarde en harer volheid, en van de goedgunstigheid Desgenen Die in het braambos woonde, kome de zegening op het hoofd van Jozef, en op den schedel des afgezonderden van zijn broederen.
17 Hij heeft de heerlijkheid des eerstgeborenen van zijn os, en zijn hoornen zijn hoornen des eenhoorns; met dezelve zal hij de volken tezamen stoten tot aan de einden des lands. Dezen nu zijn de tienduizenden van Efraïm en dezen zijn de duizenden van Manasse.
Gespreksvragen
1. In de zegen komt tot uiting dat Jozef staande is gebleven toen "de schutters" hem bitterheid aandeden, en hem beschoten en gehaat hebben (Gen. 49:23 en 24).
a. Geef daarvan enkele voorbeelden uit het leven van Jozef.
b. Hoe was het voor Jozef mogelijk om staande te blijven?
c. Hoe is het voor ons mogelijk om de verleidingen van de satan te weerstaan?
2. Van Jozef wordt wel eens gezegd dat hij een type van Christus is geweest. Welke aspekten in de zegen die Jozef ontving, wijzen heen naar de Heere Jezus?
3. Jozef ontving een grote zegen. Zó groot zelfs dat Jakob zegt: "De zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen". Wat was er zo bijzonder aan de zegen die Jozef ontving?
Ook wij ontvangen veel zegeningen.
a. Noem eens enkele zegeningen die we ontvangen.
b. Waarom is het iets bijzonders dat 's zondags in de kerk de zegen over ons wordt uitgesproken (Num. 6:24-26)?
c. Wat is de grootste zegen die we kunnen ontvangen en hoe kunnen we deze zegen ontvangen?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1984
Mivo +16 | 53 Pagina's