JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

1. De engelen rond de geboorte van Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. De engelen rond de geboorte van Christus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit deel is bestemd voor een jong verenigingslid om een inleiding te maken of om voor te lezen op een kerst- of verenigingsavond. 

De engelen worden weleens de "randfiguren van de heilsgeschiedenis" genoemd. Rond de geboorte van Christus lezen we telkens weer van het optreden van engelen.

Het Lukas-evangelie is het evangelie dat de meest uitvoerige beschrijving geeft van de gebeurtenissen rond de geboorte van Christus. In het eerste hoofdstuk wordt geschreven over de voorbereiding van Zijn geboorte, waarna het tweede hoofdstuk vertelt van Zijn geboorte.

 

Zacharias

Na een korte inleiding begint Lukas te vertellen van een bejaard echtpaar (Luk. 1:5-25). Zowel de man, Zacharias, als de vrouw, Elisabeth, zijn van priesterlijke afkomst. Zij leven volgens de geboden van God en overeenkomstig Zijn wil. Dit echtpaar draagt een stil verdriet in hun hart. Ze hebben geen kinderen. Wel hebben ze God vele malen gevraagd om  een zoon, maar God heeft hun gebeden niet verhoord en nu zijn ze oud.

Zacharias is priester. Op zekere dag gaat hij naar de tempel om zijn priesterlijke taak uit te voeren. Terwijl hij hiermee bezig is, verschijnt er een engel. Zacharias schrikt bij het zien van het hemelse wezen. De engel stelt hem echter gerust en zegt: "...uw gebed is verhoord..." Hij zal  vader worden van een zoon. De engel vertelt aan Zacharias dat hij deze zoon Johannes (= de Heere is genadig) moet noemen en dat deze Johannes de weg voor de Messias zal bereiden. De profetie van Maleachi (Mal. 4:5,6) zal door hem in vervulling gaan. "Zie, Ik zend ulieden de profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des Heeren komen zal. Hij zal het hart der vaders tot de kinderen wederbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaders, opdat Ik niet kome en de aarde met de ban sla." 

Deze toezegging is zò wonderlijk en heerlijk, dat Zacharias het niet kan geloven. In ongeloof vraagt hij een bevestiging: "Waarbij zal ik dat weten?" Om aan alle onzekerheid een eind te maken, doet de engel twee dingen:                                        1. hij maakt zichzelf bekend, en 2. hij geeft een teken.

 

Maria

Nadat de engel Gabriël aan Zacharias verschenen is, wordt hij naar Nazareth gestuurd (Luk. 1:26-38). In dat plaatsje woont Maria. Ze is nog jong en het leven ligt nog voor haar. Ze is verloofd met een timmerman, Jozef.

In tegenstelling tot zijn verschijning aan Zacharias, komt de engel naar Maria als een gewone man en begroet haar met de woorden: "Wees gegroet, gij begenadigde; de Heere is met u, gij zijt gezegend onder de vrouwen". Maria is niet geschrokken, maar wel ontroerd over zijn woorden. Ze begrijpt zijn woorden niet zo goed en terwijl ze er over nadenkt, stelt de engel haar gerust en vertelt haar dat ze een Zoon zal krijgen. Duidelijk zegt hij haar dat de Messias uit haar geboren zal  worden. Maria is nog ongetrouwd en ze vraagt hoe zij moeder van een kind kan worden, terwijl ze nog geen man heeft. Hierop antwoordt de engel dat God dat wonder door Zijn Geest zal laten geschieden. Geen ding is  onmogelijk bij God. Hij wijst haar op het feit dat Elisabeth ook een kind zal krijgen, ook al is zij oud. Maria vraagt niet, zoals Zacharias, om een teken. Zij zegt: "Zie, de dienstmaagd des Heeren; mij geschiede naar uw woord." Ze onderwierp zich aan Gods Woorden. 

 

Jozef

Maria is verloofd met Jozef (Matth. 1:18-25). Een verloving stond in Israël vrijwel gelijk met een huwelijk. Het verbreken van een verloving betekende bijna hetzelfde als echtbreuk.

Als Jozef ziet dat Maria in verwachting is, moet hij een beslissing nemen. Volgens de wet (Deut. 22:23 e.v.) moet zij gestenigd worden. Dat wil Jozef niet. Hij mag haar ook "heimelijk" verlaten en laadt dan de schuld op zich (Lev. 20:10).

God zorgt echter voor Zijn volk en stuurt een engel naar Jozef. Deze engel verschijnt hem in een droom. In deze droom vertelt hij dat Maria een Zoon zal krijgen Die ontvangen is van de Heilige Geest. Om de mogelijke twijfel bij Jozef weg te nemen, doet hij twee dingen.

Ten eerste beveelt hij Jozef om deze Zoon Jezus te noemen, want "Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonde". Iets waartoe God alleen in staat is, geen mens kan de zonde wegnemen.

Ten tweede herinnert de engel Jozef aan de profetische woorden van Jesaja. "... een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam Immanuël heten" (Jes. 7:14). Imnanuël betekent "God met ons". Door Maria zouden deze woorden in vervulling gaan.

Als Jozef wakker wordt, ziet hij af van zijn plannen en doet hij zoals de Engel des Heeren hem bevolen heeft en neemt Maria tot zich. Hij is bereid om haar bij te staan, ook in de smaad en vernedering die zij samen zullen moeten verduren van de mensen uit hun omgeving.

 

De herders

In een stal in Bethlehem is de langbeloofde Messias geboren. Geen feest is er, geen aankondiging door mensen dat de Christus geboren is, terwijl het volk al jaren had gehoopt op Zijn komst. Toch zorgt God voor Zijn eer. Hij kondigt Zelf dit gebeuren aan, niet aan de koning of aan hooggeplaatste mensen, maar aan een aantal herders in het veld (Luk. 2:8-20).

Deze herders houden de wacht over hun schapen. Opeens verschijnt een engel aan hen. Ze worden omstraald door licht, geen aards licht, maar de heerlijkheid des Heeren omschijnt hen. Deze hemelse heerlijkheid doet hen vrezen. 

Nadat de engel hen gerust gesteld heeft, vertelt hij dat hij een boodschap van grote blijdschap voor ze heeft. De inhoud hiervan is dat de Zaligmaker geboren is. Hij is de Christus, de Heere. De engel geeft ze geen opdracht om dat Kindje te gaan zoeken, wel krijgen ze een teken. Dit teken houdt in dat Hij in een krib, een voederbak, zal liggen en in doeken gewikkeld zal zijn. 

Onmiddellijk na de boodschap van de engel zien de herders een hemelse schare (legerschare) engelen die God gingen prijzen, zeggende: "Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen" . 

Eerst loven de engelen God en bezingen Zijn heerlijkheid en eer. Daarna kondigen zij aan dat door de geboorte van dit Kindje vrede kan bestaan tussen God en mensen. Hij zal "de straf, die ons de vrede aanbrengt", op Zich nemen (Jes. 53). Hij zal gestraft worden opdat zondaren door Hem volkomen vrede zullen krijgen bij God. Het derde deel van hun lofzang houdt in dat God Zijn welbehagen aan mensen betuigt door de komst van dit Kindje. 

Nadat de herders deze hemelse boodschap aangehoord hebben, gaan ze dit Kindje zoeken. 

Als ze vertellen wat er gebeurd is, verwekt dat bij de mensen helaas alleen maar verwondering en geen geloof. De herders evenwel keren met blijdschap in hun hart terug naar hun schapen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1981

Mivo +16 | 35 Pagina's

1. De engelen rond de geboorte van Christus

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1981

Mivo +16 | 35 Pagina's