Instructieblad voor leidinggevenden bij de MIVO +14 schets "Omgaan met je geld"

In dit blad treft u aan:
- Aanwijzingen voor het gebruik van de MlVO-schets "Omgaan met je geld"
- Programma-suggesties voor een avond over de schets
- Aantekeningen bij de vragen.

Aanwijzingen voor het gebruik

De MIVO +14 schets over "Omgaan met je geld" is het tweede nummer van de vierde jaargang in de serie werkschetsen voor de oudere tieners op de vereniging. Hoewel in eerste instantie geschreven voor deze groep, kan de schets, uiteraard met enige aanpassing, ook door -14 groepen of door gewone +12 groepen (jongeren in de leeftijd van 12 tot 16) gebruikt worden.
Het blad voor de leden bevat vrijwel alle informatie die de inleider nodig heeft. U dient de schets dus pas na de inleiding uit te delen aan de leden, om niet het gras voor de voeten van de inleider weg te maaien!
Wanneer de schetsen uitgedeeld zijn, kan met de verwerkingsvormen achterin de schets verder gewerkt worden. Na afloop van de avond kunnen de leden de schets mee naar huis nemen.

Programma suggesties

Doel van de schets
Het doel van de schets is om jongeren na te laten denken over de welvaartssituatie waarin zij leven en opgroeien. Welvaart is een zegen, maar het kan ook een bedreiging of zelfs een vloek worden. Het gaat erom hoe we met datgene dat God ons geeft, omgaan. Het bijbelse begrip rentmeesterschap krijgt daarom veel aandacht.

Mogelijkheid 1

- Opening
- Inleiding over de hele schets. Eventueel door meer dan één lid.
Pauze
- Groepsbespreking a.d.h.v. vragen (keuze maken uit de vragen)
- Plenair bespreken van vragen
- Sluiting

Mogelijkheid 2

- Opening
- Deel aan iedere verenigingslid een blaadje uit waarop zij opschrijven waar zij hun geld aan uitgeven. leder doet dat voor zich. Daarna wordt plenair geïnventariseerd waar geld aan uit gegeven wordt. Een leuke opwarmer. Aan het eind van de avond kun je er op terug komen met de vraag: Zou je na vanavond misschien andere keuzes maken?
- Inleiding over de schets
Pauze
- Werken in groepjes aan de vragen
- Afronding en sluiting door de leiding

Mogelijkheid 3

- Opening
- In groepjes de kleine enquête op pag. 14 invullen. Eerst persoonlijk invullen dan uitwisselen
- Plenair deze opdracht bespreken (kort)
- Inleiding door één of twee leden
- Pauze
- Vragen bespreken (selectie uit de vragen op pagina 15). Kan eerst weer in groepjes, maar kan eventueel ook direct plenair
- En/of stellingen bespreken/bediscussiëren
- Afronding en sluiting

Toelichting bij de vragen en opdrachten

Vragen

1. Vind jij zwart werken een probleem? Waarom wel/niet?
De plicht tot belasting betaling wordt kernachtig aan de orde gesteld door de Heere Jezus in Mattheus 22 : 15-22. Dit laat geen enkele ruimte tot belastingontduiking.
Jongeren zullen hier vaak met een zeker onbegrip op reageren. Dat kleine beetje geld, daar hoeft toch zeker geen belasting over betaald te worden? Toch is dat geen argument om geen belasting te betalen.

2 Hoe komt het dat je eigenlijk nooit geld genoeg hebt?
Een mens houdt altijd de begeerte naar meer. Bovendien: al zou je alles hebben, en je alles kunnen permitteren; het zal je nooit echt bevredigen. Wij zijn onverzadigbaar. Dit moet ons er toe aanzetten om vergenoegd te zijn, tevreden te zijn met wat we hebben.

3. Waarom is het bezit van de zaak ook het eind van het vermaak?
Zie ook antwoord 2: materiële zaken zullen je nooit echt gelukkig maken. Vallen altijd weer tegen en bevredigen niet. Laten we daarom daarin dan ook niet ons geluk zoeken, want dat zullen we daar nooit vinden.

4. A. Welke voorzieningen hadden de Israëlieten vroeger voorde armen?
    B. Welke voorzieningen hebben wij nu in Nederland voor de armen?
    C. Welke oplossingen vind je beter?

A. Er mochten geen armen zijn: mensen die het minder hadden, mochten aren rapen van de hoeken van het veld (denk aan Ruth), bij het jubeljaar vervielen iemands schulden. Men gaf tienden: armen gaven dus minder dan rijken. Rijken waren verplicht de armen te helpen (Deut. 15).
B. De overheid zorgt voor uitkeringen, zoals WW, WAO en bijstand, en subsidies, zoals huursubsidie. Vanuit de kerkelijke gemeenten wordt extra steun gegeven via de diaconie.
C. De instellingen van de Heeren zijn heilzaam en te prefereren boven meer menselijke instellingen. Toch kunnen we A en B niet helemaal tegenover elkaar zetten. Ook in optie B is het de overheid die - als dienares van God - voor de armen zorgt. Maar in deze optie is het gevaar aanwezig dat individuele personen zich niet meer verantwoordelijk voelen voor de armen.

5. Lees nog eens het gedeelte "Anders" (pag. 8). Waarin is het uitgavenpatroon van de Gereformeerde Gezindte hetzelfde als "de wereld" en waarin is het anders?
Komt in veel zaken overeen. Binnen de Gereformeerde Gezindte wordt wel minder uitgegeven aan uitgaan en dergelijke.

6. Denk jij dat het helpt om geld te geven aan goede doelen ?
Ja, geven helpt. Maar bovendien is geven een plicht

7. Vind jij sparen geoorloofd? Waarom wel/niet? Waar mag je wel voor sparen en waarvoor niet ?
Sparen is geoorloofd omdat je dan op een verantwoorde wijze geld opslaat om later te kunnen gebruiken. Denk aan Jozef tijdens de periode van vette- en magere jaren. Sparen voor geoorloofde zaken. En niet alleen voor jezelf sparen.

8. Hoe moet een rentmeester met het geld van zijn heer omgaan?
Zoals de heer zelf er mee omgegaan zou zijn. Hij is namens die heer gesteld over het geld. Hij werkt in de naam van die heer. Zo staan wij ook tegenover God. Alles wat wij hebben, is van God en wij beheren het voor een tijdje. En straks wordt ook ons rekenschap gevraagd van ons rentmeesterschap.

9. Bijbelstudie Matth 6 : 19-34
Vers 19: Wat is het nadeel van aardse schatten?
Hebben geen blijvende waarde, terwijl wij er vaak wel zo mee omgaan. Nadeel is ook dat wij er vaak ons hart op zetten.

Vers 21: Wat betekent: "ergens je hart op zetten "?
Dan wordt iets je één en al, wantje hebt zelfs je hart eraan verpand. Het neemt je geheel in beslag

Vers 24 Wie is de Mammon?
Mammon is de geldgod

Vers 25 Waarom is het leven meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding?
Een uitdrukking in dit verband zegt: "Eet om te leven, leef niet om te eten"

Vers 31, 32 Is het verkeerd om te zorgen voor eten, drinken en kleding?
Nee, wij moeten net als ieder ander zorgen voor onze dagelijks behoeften. Dat is onze verantwoordelijkheid.

Vers 33: Waarom moet je eerst het Koninkrijk Gods zoeken?
Dat is het ene nodige, een onbederfelijke schat, veel belangrijker dan wat ook. Dat betekent dat je God zoekt en niet de Mammon.

Vers 33, 34: Als je dat Koninkrijk gevonden, heb je dan geen eten, drinken en kleding meer nodig?
Jawel, maar je krijgt ze als het ware toegeworpen, als toegift. Je gaat dan niet meer in op, het staat op de tweede plaats. Je bent dan in beginsel niet meer aards maar hemels gericht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen