Israëls Zonde
Het volk van Israël en Juda wilde God niet dienen. Heel af en toe, wanneer de vijanden kwamen of God een godvrezende koning gaf, wilden ze de beelden wel wegdoen. Binnen de kortste keren stonden ze er echter weer. Micha wijst in zijn boek de zonden van het volk aan. Hij roept op tot bekering, maar zegt er ook bij dat de straf zeker komen zal. Na de straf zal het volk echter ook weer verlost worden. In dit hoofdstukje kun je iets over de verschillende zonden van het volk lezen.
Misschien kun je na het lezen begrijpen waarom Micha zulke verschrikkelijke straffen moest profeteren.
Rijk en arm
De rijken mergelden de armen uit. Ze waren zelfs zo brutaal dat ze de akkers en huizen van "de gewone man" gewoon roofden. Zo kon het gebeuren dat een Israëlisch man plotseling al zijn bezittingen kwijt was. En wat kon hij er tegen doen? Niets. Hij had zijn mond te houden, anders liep hij de kans ook nog gedood te worden.
Micha veroordeelt dit in Micha 2 : 1 en 2:
"Wee dien, die ongerechtigheid bedenken en kwaad werken op hun legers; in het licht van den morgenstond doen zij het, dewijl het in de macht van hunlieder hand is .
En zij begeren akkers, en roven ze, en huizen, en nemen ze weg; alzo doen zij geweld aan den man en zijn huis, ja aan een iegelijk en zijn erfenis."
God zal deze verschrikkelijke zonden straffen door het sturen van de Assyriërs. Zij zullen op hun beurt de akkers en huizen van de rijken verdelen. Micha zegt er in Micha 2 : 3 en 4 het volgende van:
"Daarom, alzo zegt de HEERE: Zie, Ik denk een kwaad over dit geslacht, waaruit gijlieden uw halzen niet zult uittrekken, en zo rechtop niet gaan; want het zal een boze tijd zijn.
Te dien dage zal men een spreekwoord over ulieden opnemen; en men zal een klagelijke klacht klagen en zeggen: Wij zijn ten enenmale verwoest; Hij verwisselt mijns volks deel; hoe ontwendt Hij mij! Hij deelt uit, afwendende onze akkers."
Ter info: Juist die rijke bovenlaag van zowel het tien- als het tweestammenrijk is het eerst naar resp. Assyrië en Babylonië weggevoerd. Dat was de gebruikelijke tactiek in die dagen. Het onderworpen volk werd op deze wijze namelijk beroofd van mensen die gewend waren leiding te geven. Het gevaar voor een goed georganiseerde opstand werd dus veel kleiner. Zo voert God Zijn oordelen nauwkeurig uit en Micha mag nu al voorspellen dat het onrecht wordt gestraft.
Valse profeten
Verder waren er zeer veel valse profeten in het land. Zij profeteerden om er beter van te worden. Micha zegt er in Micha 2:11 het volgende van:
"Zo er iemand is, die met wind omgaat en valselijk liegt, zeggende: Ik zal u profeteren voor wijn en voorsterken drank; dat is een profeet dezes volks."
Deze valse profeten hebben het de profeten van de Heere behoorlijk lastig gemaakt. Het volk hechtte veel meer geloof aan hun woorden, dan aan die van bijv. Micha en Jesaja. Dit was niet zo verwonderlijk, zij hadden een veel positievere boodschap voor het volk. zij spraken van vrede, terwijl Micha en Jesaja de oordelen van God moesten aanzeggen. De valse profeten hoeven echter geen hulp van God te verwachten, zo zegt Micha in Micha 3 : 6:
"Daarom zal het nacht voor ulieden worden vanwege het gezicht, en ulieden zal duisternis zijn vanwege de waarzegging; en de zon zal over deze profeten ondergaan, en de dag zal over hen zwart worden."
Afgoderij
Micha had ook te strijden tegen de geest van afgoderij. Het volk boog zich niet alleen voor de afgoden; zij voerden zelfs een hele "offercultus" in. Duizenden en duizenden beesten werden geofferd voor schijngoden. Wat moet Micha vaak moedeloos zijn geweest toen hij merkte dat het volk de afgoden niet wilde loslaten. Het werd echter steeds erger. In de tijd van koning Achaz was het volk wel het diepst weggezakt. Achaz liet nl. zijn zonen door het vuur gaan om, zo meende hij, zijn afgod Moloch een dienst te bewijzen. Het volk volgde het voorbeeld van hun koning en het werd al gauw een gewoonte je eerstgeboren zoon aan de vuurgod Moloch op te offeren. Deze kinderen overleefden dit niet. Micha spreekt ervan in Micha 6 : 7:
"Zou de HEERE een welgevallen hebben aan duizenden van rammen, aan tienduizenden van oliebeken? Zal ik mijn eerstgeborene geven voor mijn overtreding? De vrucht mijns buiks voorde zonde mijner ziel?"
Tegen deze achtergrond kunnen we de toorn van God over Zijn volk heel goed begrijpen. Toch blijft de Heere aan Zijn verbond denken en laat Hij Micha zelfs de komst van de Messias aankondigen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 1997
Mivo +14 | 20 Pagina's
