JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Het verhaal van Peter

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het verhaal van Peter

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen ben ik zelf ook gaan blowen. Die eerste trekjes vergeet je nooit, niet dat het zo lekker was, maar wel erg spannend.
Door vrienden kwam ik in de pauze's en tijdens tussenuren (en later ook spijbeluren) met het gebruikerswereldje in aanraking. Ik voelde me al snel thuis; iedereen was gewoon heel aardig tegen me. Daarin een groot winkelcentrum in een grote stad hingen die jongens in grote groepen rond en daar hoorde ik ineens bij.


Peter groeide op in gewoon Gereformeerde Gemeente gezin. Hij belandde langzamerhand in de criminele wereld. Hij wil zijn verhaal aan jullie ter waarschuwing doorgeven.


Als je me vraagt wanneer het allemaal begonnen is, moet ik ver terug. Op de lagere school begon het al. Elk kind heeft dat toch: snoep stelen of een dingetje uit de speelgoedwinkel.
Dat snoep stelen begon thuis. En als je thuis iets durft weg te nemen, waarom dan niet buiten in een winkel die van mensen is waar je geen enkele band mee hebt?
Ik zat halverwege de lagere school, een reformatorische school, toen schoolvriendjes mij erop wezen dat je gemakkelijk iets weg kon pakken in een snoepwinkeltje dat je op weg naar school tegenkwam, je kocht daar voor een dubbeltje snoep en nam voor een gulden mee. Die lieve oude man van wie dat winkeltje was, hoorde vaak de bel bij het naar binnengaan niet of hij kwam te laat.
Ik viste ook graag. Eerst was een gewoon hengeltje genoeg, maar aan de waterkant zag je méér dan alleen je eigen dobber. Er waren andere kinderen die zo'n mooi koffertje hadden met allemaal mooie spulletjes erin. Dat wilde ik ook hebben en dat gevoel was heel sterk. Mijn zakgeld ging meestal aan snoep op, dus zeurde ik thuis net zo lang totdat ik ook zo'n koffertje kreeg. Maar voor de inhoud moest ik zelf sparen. Nu spaarde ik nooit en toen ik een keer met wat vriendjes die ik van de kerk kende naar de viswinkel ging, kon ik me niet beheersen. Het begon met een paar haakjes die ik in m'n zak stak. Later werden het dobbers, zakmessen, noem maar op.. Ik sprak in de gevangenis jongens die pas op latere leeftijd waren gaan stelen. Ze waren thuis veel luxe gewend en hadden altijd alles. Toen ze op zichzelf gingen wonen was dat ineens over. Om dezelfde levensstijl te kunnen houden, gingen ze volop stelen. Ik bedoel maar: al zou jij tot nu toe nog nooit iets gestolen hebben, dan zou je toch op latere leeftijd nog kunnen struikelen...

Met drugs gebruiken, stelen en dergelijke begin je niet in je eentje. De groep van vrienden waar je in verkeert is heel belangrijk. Peter vertelt daarover:

Ik was echt een allemans vriend. Ik had vrienden van school, vanuit de kerk en van straat. Daar zaten natuurlijk grote gevaren aan. Ik liet me, zoals de meeste jongeren van 14 of 15 jaar, gemakkelijk beïnvloeden. Ik wilde erbij horen en daar had ik alles voor over. Ik durfde bijna alles, hoewel ik van binnen vaak wel bang was. Misschien wilde ik dat gevoel wel onderdrukken en deed ik daarom alles. Ik ben erachter gekomen dat in die criminele wereld veel meelopers zijn, die wel wat durven. De opstokers, degenen die slechte dingen verzinnen, blijven vaak buiten schot en buiten de gevangenis. Toen ik een jaar of 14 was, kwam ik in aanraking met softdrugs via een jongen in de klas. Hij stak in een tussenuur een joint op. Ik rookte toen zelf al gewone sigaretten, wat trouwens ook een verslaving is, en een opstapje kan zijn naar softdrugs.
Ik deed niet gelijk mee, maar ik was wel erg nieuwsgierig en vond het bijzonder interessant..
Een jongen uit m'n klas liet me een tatoeëring zien. Dat was pas cool en dat voor maar 5 gulden. Dat wilde ik ook wel dus ik met hem mee naar Sjaak, een heroïneverslaafde en dakloze. Dat wist ik toen nog niet. Hij was erg aardig, maar ook erg zielig. Hij zette dus dat ding op m'n arm. Wat deed dat zeer, gewoon met naalden en inkt!
Wat later ben ik voor Sjaak, omdat hij niks had, uit de grote supermarkten eten gaan jatten. Het was toch voor een goed doel....

Bij Peter thuis zag men wel dat het niet goed ging, maar ze stonden vrijwel machteloos.

In die tijd ben ik ook een keer op heterdaad betrapt. De winkelleiding belde m'n ouders. Die hadden inmiddels wel in de gaten dat het met mij niet goed ging. Ze zagen dat aan m'n rapportcijfers, m'n uiterlijk, m'n vriendenkeus en m'n kerkgang. Ik besefte in die tijd gewoon niet wat voor angst en verdriet ik mijn ouders, broers en zusters aandeed, het hele gezin leed eronder. Ze zagen me steeds verder afglijden, hoe ze ook dreigden, smeekten en hielpen. Ze dachten dat ik verslaafd was aan heroïne. Dat was niet zo, maar hoe konden ze precies weten wat er aan de hand was? Ik loog alles aan elkaar. In de weekenden ging ik met veel jongens van de catechisatie naar de plaatselijke dancing om wat te drinken, vaak ook in combinatie met softdrugs. Dat viel bij mij vaak verkeerd en dus ging ik vaak helemaal out. Ze belden dan mijn ouders om te zeggen waar ik lag. M'n ouders raapten me dan weer op en verzorgden me liefdevol.

Ook bij Peter was het vertrouwde patroon te zien: het ging van kwaad tot erger.

Later ben ik ook harddrugs gaan gebruiken: cocaïne, speed, XTC, LSD. Het gaf me een enorme kick als ik gebruikt had, veel zelfvertrouwen en een vlotte babbel. Afijn, ik brak helemaal los. Kerk, catechisatie, m'n ouders: alles heb ik aan de kant getrapt.
Ik ben op kamers gaan wonen en kon m'n gang gaan. Al m'n geld ging op aan uitgaan. Naast m'n werk, deed ik nog wat aan heling (doorverkopen van gestolen goederen). Tenslotte ben ik in de handel van drugs terecht gekomen, maar als je zelf gebruikt word je nooit rijk.
Toen ben ik met wat vrienden op heterdaad betrapten opgesloten in een politiecel. En daar is de Heere me te sterk geworden. Wat een onvoorstelbaar wonder!
Later heb ik alles bekend. Dat was een hele lijst, dus werd ik veroordeeld tot gevangenisstraf.
Die tijd is best heel zwaar geweest. Ik wilde wel anders gaan leven maar dat valt in de gevangenis niet mee... Toen ik vrij kwam, ging het langzamerhand beter, hoewel ik nog wel een keer teruggevallen ben. Ik had werk, ging naar school en had een vriendin. Het belangrijkste was echter dat de Heere heel geleidelijk steeds meer en meer een plaats in m'n leven kreeg. Wat is die weg lang en zwaar geweest!
En het blijft moeilijk, hoewel ik tot nu toe voor uitglijden bewaard ben gebleven. Maar zonder Hem kan ik niets.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1996

Mivo +14 | 24 Pagina's

Het verhaal van Peter

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1996

Mivo +14 | 24 Pagina's