"Op Golgotha's heuvel"
Samenzang: Psalm 22: 1
Schriftlezing: Matth. 27: 33 — 51
Gebed
Samenzang: Leer mij o Heer'
'k Zie U, God zelf, in eeuwigheid geprezen,
tot in de dood als Mens gehoorzaam wezen,
in onze plaats gemarteld en geslagen,
de zonde dragen.
Spreekstem:
En de Heere zeide tot Mozes: Nader hier niet toe, doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats, waarop gij staat, is heilig land!
Spreekstem:
Daar staat Mozes, bij de berg Horeb.
De Heere spreekt in het midden van een brandende braambos. Hij spreekt van de bevrijding van het volk Israël. Hij spreekt van het oordeel over Egypte. Daarom is Hij gekomen in die brandende braambos. De Heere komt Zélf om te bevrijden en te oordelen. Eerbiedig Mozes! De Heere is hier. Dit is heilige grond!
Samenzang: Psalm 81: 11
Ik, Ik ben de Heer;
'k Ben uw God, die heilig
IJv're voor Mijn eer;
Die u door Mijn hand
Uit Egypteland
Leidde, vrij en veilig
Spreekstem:
Het oordeel komt. Farao verhardt zich tegen de Heere. Negen plagen gaan over Egypte. Dan komt de tiende. De ergste. Het zwaarste oordeel. De verderfengel zal de dood brengen in elk huis.
Spreekstem:
Hoe zal de engel verder gaan en ook niet de Israëlieten slaan? Is hun schuld dan niet net zo groot? Verdienen zij ook niet de dood?
Spreekstem:
"Aan de tiende dezer maand neme een iegelijk een lam. Gij zult een volkomen lam hebben en de ganse gemeente der vergadering van Israël zal het slachten tussen twee avonden. En zij zullen het bloed nemen, en strijken aan de beide zijposten en aan de bovendorpel. Want Ik zal in deze nacht door Egypteland gaan, en alle eerstgeborenen in Egypteland slaan. En dat bloed zal u tot een teken zijn aan de huizen, waarin gij zijt, wanneer Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan, en er zal geen plaag onder u ten verderve zijn, wanneer Ik Egypteland slaan zal."
Samenzang: Psalm 103: 4
Hij heeft voorheen aan Mozes Zijne wegen,
Aan Isrels zaad, tot hun behoud genegen,
Zijn daan getoond, en trouw'lijk hen gelei'd.
Barmhartig is de Heer en zeer genadig;
Schoon zwaar getergd, lankmoedig en weldadig;
De Heer is groot van goedertierenheid.
Spreekstem:
Het oordeel is gekomen. Maar achter het bloed waren de Israëlieten veilig. Omdat het lam in hun plaats gedood werd, mochten zij leven. Het oordeel kwam. Maar voor Israël kwam dat oordeel op het lam! Daardoor waren ze vrij!
Spreekstem: (orgel: Psalm 51)
En wij? Hoe zal het met ons gaan,
als wij in 't oordeel van God moeten staan?
Verdienen wij soms niet de straf,
zoals God die aan Egypte gaf?
Ook ónze zonden zijn veel en groot.
Wie zal óns redden van de dood?
Samenzang: Psalm 51: 1 en 2
Want ik gevoel de grootheid van mijn kwaad;
Mijn zonde zie 'k mij steeds voor ogen zweven,
'k Heb tegen U, ja U alleen misdreven;
Uw wil en wet, hoe heilig, stout versmaad.
Ik heb gedaan, wat kwaad was in Uw oog;
Dies ben ik, Heer, Uw gramschap dubbel waardig;
'k Erken mijn schuld, die U tot straf bewoog;
Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig.
Spreekstem:
Hebben wij, door genade, ook al leren zien wie wij zijn? Is het ook onze belijdenis: "Want ik ken mijn overtredingen en mijn zonde is steeds voor mij. Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd en gedaan, dat kwaad is in Uw ogen".
Spreekstem:
Het loon op de zonde is de dood. Maar... is er nog een middel om deze welverdiende straf te ontgaan?
Spreekstem:
De Heere sprak tot de Israëlieten: "Wanneer Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan". Het lam stierf in hun plaats, en zij mochten leven. Maar, is er voor ons óók zo'n lam, tot onze redding?
Spreekstem:
"Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt!"
Spreekstem:
Er is een Lam! Op aarde gekomen!
Hij heeft de schuld op Zich genomen.
Hij wil Zélf de straf gaan dragen.
Dat offer zal de Heere behagen.
Het Lam van God gaat in de dood
om zondaren te redden uit de nood.
Brandofferen, noch offer voor de schuld,
Voldeden aan Uw eis, noch eer.
Toen zeid' ik: " Zie, ik kom, o Heer;
De rol des boeks is met mijn naam vervuld.
Mijn ziel, U opgedragen,
Wil U alleen behagen;
Mijn liefd' en ijver brandt:
Ik draag Uw heil'ge wet,
Die Gij de sterv'ling zet,
In 't binnenst' ingewand".
Spreekstem:
Het Lam van God, dat is de Heere Jezus. Hij kwam om te lijden en te sterven. Zo droeg Hij de zonde. Zo droeg Hij de schuld. Zo droeg Hij de toom van God over de zonde.
Spreekstem:
"Als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open."
Spreekstem:
Hij stierf niet voor zichzelf. Pilatus had het goed gezien: "Ik vind geen schuld in deze Mens." Hij, de Onschuldige, ging staan in de plaats van doodschuldige zondaren. Zo droeg Hij als het Lam van God de straf. Zo was Hij het offer voor de zonde.
Spreekstem:
Mag jij die Zaligmaker al kennen? Dan zul je gaan belijden: "Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was. Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden."
Spreekstem:
Dan zul je ook gaan zien dat er nog redding mogelijk is. Redding door Zijn verzoenend lijden en sterven.
Samenzang: Lam Gods, dat zo onschuldig
Niet Gij, nee, ik moest sterven
en 's Vaders liefde derven
in eindeloze pijn.
Maar in Uw mededogen
sloeg Gij op mij Uw ogen
en wilde mijn Verloser zijn.
O Godslam, nooit volprezen,
leer mij de zonde vrezen,
waarvoor Gij stierf aan 't kruis!
Deel mij Uw grote vrede,
deel mij Uw hemel mede
en leid mij eens in 't Vaderhuis.
Spreekstem:
Het Paaslam stierf. Door Zijn dood kunnen zondaren leven. Achter het bloed waren de Israëlieten veilig. Achter het bloed zijn ook nu zondaren veilig. Achter het bloed van de Heere Jezus. Heb jij geleerd te vluchten tot Hem? Te schuilen bij Hem? Het oordeel van God over de zonde komt. Alleen door het bloed van het Paaslam is er redding en leven. Uit genade!
Samenzang: Mijn Verlosser hangt aan 't kruis
Mijn Verlosser hangt aan 't kruis,
en Hij hangt er mijnentwegen,
mij ten zegen,
Van de vloek maakt Hij mij vrij,
en Zijn sterven zaligt mij.
Mijn Verlosser hangt aan 't kruis,
ook voor mij heeft Hij Zijn leven
veil gegeven,
Brand, mijn hart, ontbrand in gloed
jegens Hem, mijn hoogste goed.
Spreekstem:
Sterven moet ik om mijn zonden!
Maar, ik heb gehoord van bloed,
bloed dat kwan uit vele wonden,
dat een zondaar leven doet.
Wees mij dan genadig, Heere!
Reinig mij toch door dat bloed.
Mag ik bij Uw kruis verkeren,
in die schuilplaats is het goed.
Samenzang: Psalm 130: 1, 4
Hoopt op de Heer, gij vromen,
Is Israël in nood,
Er zal verlossing komen;
Zijn goedheid is zeer groot.
Hij maakt op hun gebeden,
Gans Israël eens vrij
Van ongerechtigheden;
Zo doe Hij ook aan mij.
Spreekstem:
Het Lam Gods is geslacht. De toorn van God is gedragen, Het oordeel is gedragen. Maar omdat de Heere Jezus het Lam van God is, is Hij niet in het oordeel gebleven. Hij heeft overwonnen. Hij leeft! Het graf is leeg!
Spreekstem:
"Wat zoekt gij de Levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgestaan!"
Samenzang: Psalm 21: 4, 5
Hij heeft, o God, van U begeerd
Het onvergank'lijk leven;
Gij hebt het hen gegeven.
Zo zijn de dagen hem vermeerd;
Zo leeft de Vorst altoos;
Zo leeft hij eindeloos.
Hoe groot en schitt'rend is zijn eer,
Door 't heil, aan hem bewezen!
Hoe is zijn roem gerezen!
O alvermogend' Opperheer,
Wat glans, wat majesteit
Hebt Gij dien Vorst bereid!
Spreekstem:
Nu is Hij niet meer die lijdende Knecht. Nu is Hij aan de rechterhand van Zijn Vader. Daar is Hij binnengegaan met Zijn bloed. Opdat Hij daarmee zondaarsharten uit genade zou reinigen. Opdat het ook nu nog waar zou zijn: "Wanneer Ik het bloed zie, dan zal Ik u voorbijgaan". Is jouw vuile hart al gewassen door het bloed van dat Lam? Dan mag je eens meezingen om dat Lam te prijzen!
Spreekstem:
"En ik zag, en ziet, in het midden van de troon, en van de vier dieren en in het midden van de ouderlingen, een Lam, staande als geslacht. En zij zongen een nieuw lied, zeggende: Gij zijt waardig dat Boek te nemen en zijn zegelen te openen; want Gij zijt geslacht en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed. Het Lam, dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht en rijkdom, en wijsheid, en sterkte, en eer, en heerlijkheid en dankzegging."
Samenzang: Psalm 72: 10, 11
Dan zal, na zoveel gunstbewijzen,
't Gezegend heidendom
't Geluk van deze Koning prijzen,
Die Davids troon beklom.
Geloofd zij God, dat eeuwig Wezen,
Bekleed met mogendheen;
De Heer, in Israël geprezen,
Doet wond'ren, Hij alleen.
Zijn naam moet eeuwig eer ontvangen;
Men loov, Hem vroeg en spa;
De wereld hoor' en volg' mijn zangen,
Met Amen, Amen, na.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1990
Mivo +12 | 24 Pagina's
